Geluksprof Ruut Veenhoven – Gemiddeld genomen zijn mensen die op extreme partijen stemmen het minst gelukkig

Ruut Veenhoven: “In het zicht van de dood blijken de meeste mensen redelijk gelukkig te zijn. Ik ben geen uitzondering.” © Jan Rosseel

Hij heeft niet lang meer te leven. Maar ook ongeneeslijk ziek blijft de socioloog Ruut Veenhoven gefascineerd door wat mensen over de hele wereld gelukkig maakt. “Gelukkige mensen zijn betere burgers.”

Cathérine De Kock – De Standaard


Even lijkt corona terug in het dorpje Harmelen, de woonplaats van de Nederlandse socioloog Ruut Veenhoven, die al sinds 1970 onderzoek doet naar geluk.

De fotograaf en ik dragen een mondkapje, de ramen staan open om frisse lucht binnen te halen in zijn huis dat in een stiltegebied staat. We houden zorgvuldig afstand, zijn vrouw blijft tijdens ons gesprek in de buurt, discreet en liefdevol.

Mede dankzij Veenhoven, 82 intussen, werd geluk een academisch onderzoeksgebied. In de World Database of Happiness brengt hij al jaren het geluksgevoel van alle landen ter wereld in kaart.

Maar het gaat niet goed met de man die bekendstaat als de ‘geluksprofessor’: Veenhoven heeft de ziekte van Kahler, een vorm van bloedkanker.

Hij kreeg slecht nieuws, vertelt hij: de immunotherapie die hij kreeg, sloeg niet aan.

“Over een week of vier weet ik of de nieuwe therapie werkt. Als dat niet het geval is, stap ik eruit. Dit interview zou wel eens mijn zwanenzang kunnen zijn.”

U hebt uw euthanasie al een tijd voorbereid.

“Ja, het verloop van deze ziekte is nu eenmaal niet prettig. Ze tast botten en wervels aan, zenuwen raken gekneld en dat geeft pijn.

“Chemotherapie heeft mij al bijna vijf jaar boven het graf gehouden. Ach, ik dacht dat het al vroeger afgelopen zou zijn.”

In 2007 ging de Nederlander met emeritaat aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Ondanks pensioen en ziekte werkt hij nog elke dag.

“Ik vind bezig blijven leuk en vervullend. En ik wil de World Database of Happiness netjes achterlaten.”

“Waar mensen gelukkig zijn, gaan ze vaker stemmen”, kopte onze krant na de verkiezingen. Verbaast u dat?

“Nee, want gelukkige mensen zijn vaak geïnteresseerder in wat er in de wereld gebeurt. Ze zijn beter geïnformeerd en zijn ook vaker lid van een politieke partij en van organisaties die de wereld willen verbeteren, zoals Amnesty. Het zijn betere burgers.”

Is er een verband tussen politieke overtuiging en geluksgevoel? Zijn linkse mensen bijvoorbeeld gelukkiger dan rechtse?

“Het is net omgekeerd. Want wie stemt links? Voor een deel zijn dat idealisten en mensen die vertrouwen hebben in de toekomst. Maar er zitten ook heel wat mensen bij die het niet gemaakt hebben en die dus vaker ongelukkig zijn.”

“Gemiddeld genomen zijn mensen die op extreme partijen stemmen, het minst gelukkig van alle kiezers.

“Bij extreemlinks en -rechts kom je meer mensen tegen die hun eigen ongeluk verklaren door te zeggen dat de maatschappij niet deugt. Gelukkige mensen zitten politiek vaker in het midden.”

© Jan Rosseel
Dat brengt ons bij de vraag: wat is dat dan, gelukkig zijn? U definieert geluk als levensvoldoening.

“Levensvoldoening omvat zowel het gevoel, de mate waarin je je prettig voelt, als de mate waarin je denkt dat het leven je brengt wat je ervan verlangt.

“Veel wetenschappers denken dat geluk puur een kwestie is van krijgen wat je verlangt. Ik noem dat ‘verstandsgeluk’, je kunt het ook tevredenheid noemen.

“In werkelijkheid hangt levensvoldoening in veel grotere mate samen met hoe je je voelt. Dat ‘gevoelsgeluk’ hangt dan weer af van de vraag in hoeverre je aangeboren behoeftes bevredigd worden, zoals eten en seks.

“Die behoeften zijn universeel, al zijn ze niet bij elke mens even sterk.”

“Levensvoldoening kun je ook makkelijk meten: je kunt er mensen naar vragen. Vanaf hun vijftiende ongeveer hebben de meeste mensen daar wel een idee over.”

Nederlanders zijn gemiddeld gelukkiger dan Belgen.

“In West-Europa zie je een dalende trend van levensvoldoening van het noorden naar het zuiden. Het gelukkigst zijn mensen in Scandinavië, het minst in Portugal.

“Nederlanders lopen een half punt achter op Denen. Nederlanders zijn gelukkiger dan Vlamingen, die op hun beurt gelukkiger zijn dan Walen, die gelukkiger zijn dan Fransen of Italianen.”

Hoe komt dat?

“Dat zullen we nooit zeker weten, maar een plausibele theorie is dat het ligt aan een verschil in keuzevrijheid, dat historisch gegroeid is.

“In de middeleeuwen waren samenlevingen hiërarchisch georganiseerd. De macht lag bij de adel, die de boerenbevolking uitbuitte en weinig vrijheid liet.

“In zeevarende landen zoals Scandinavië ontwikkelde zich een wat zelfstandigere, individualistischere mens.

“In die landen kreeg het protestantisme ook meer voet aan de grond. Zo ontstonden in de noordelijke landen in West-Europa meer egalitaire en individualistische samenlevingen die meer kansen bieden om een leven te leiden dat bij je past.”

Worden sommige mensen ongelukkig geboren?

“Ja, net als gezondheid wordt geluk deels bepaald door aanleg. Er zijn bijvoorbeeld genetische verschillen in gevoelsbeheersing. Als je jezelf niet in toom weet te houden, word je niet populair en zul je minder gelukkig zijn.

“Je geluk hangt ook af van je persoonlijkheid, die ook deels genetisch bepaald is. In landen zoals België en Nederland is het goed dat je extravert bent. Maar er zijn culturen waar introvert zijn juist aangewezen is, zoals in Japan.”

“Uit onderzoek bij tweelingen weten we dat ongeveer 30 procent van de verschillen in geluk in erfelijke factoren zit.

“Net zoals gezondheid hangt geluk ook af van je levensomstandigheden: in de hel kun je niet gelukkig zijn.

“En net als bij gezondheid hangt geluk ook af van je gedrag, van wat je van je leven weet te maken in de gegeven omstandigheden.

“In hoeverre dat lukt, hangt af van je levensbekwaamheid.

“Levensbekwaamheid, waar eigenschappen zoals veerkracht en realisme een rol spelen, wordt deels bepaald door genetische factoren, maar ook weer door omgeving.”

Hebt u het idee, na al die jaren onderzoek, dat geluk maakbaar is?

“In beperkte mate heb je controle over je geluk. Als je ongelukkig wordt door de plek waar je woont, door je werk of relatie, dan kun je – in onze cultuur tenminste – relatief makkelijk schakelen.

“Je levensbekwaamheid kun je ook bijschaven. Je kunt leren om assertiever of socialer te zijn.”

In theorie zou u op uw leeftijd gelukkiger moeten zijn dan ik als jonge veertiger, heb ik begrepen?

“Zeker, het wordt alleen maar beter (lacht). Geluk volgt namelijk een U-vormige curve met de leeftijd, althans in landen zoals Nederland, België en Duitsland.

“In de meeste landen ter wereld gaat je levensvoldoening met het ouder worden daarentegen sterk naar beneden. Hoe ouder Russen worden, hoe ongelukkiger ze zijn bijvoorbeeld.”

“Tussen 30 en 50 zijn de mensen in onze samenleving gemiddeld wat minder gelukkig. Dat komt omdat ze meer vastzitten in het leven, door relaties, kinderen en carrière.

“Tussen je achttiende en je dertigste kun je rondfladderen en experimenteren met relaties en beroepen.

“In je dertigerjaren kun je ook van job veranderen of uit elkaar gaan, maar dan zijn de kosten vaak hoger.

“Voor je dertigste kun je dat verkeerde vriendje nog dumpen. Je kerngezin opblazen als er kinderen zijn, is lastiger.”

© Jan Rosseel
Waarom word ik wellicht gelukkiger na mijn vijftigste?

“Omdat je dan meer vrijheid hebt om weg te komen uit levenswijzen waarover je je niet gelukkig voelde en ook omdat je levensbekwaamheid toeneemt door levenservaring.

“Verder speelt nog iets anders mee in die U-curve: ongelukkige mensen gaan eerder dood. Dus aan het eind van de rit hou je daardoor gemiddeld genomen meer gelukkige mensen over.”

Een opmerkelijke vaststelling die u deed, is dat de vrouwenemancipatie mannen gemiddeld gelukkiger heeft gemaakt dan vrouwen.

“De vrouwen emancipatie is vanaf de jaren 60 flink doorgezet. Sindsdien zijn we in de meeste westerse landen wat gelukkiger geworden, maar mannen een tikje meer.

“Dat kan komen doordat de vrouwen emancipatie ook voor mannen een verruiming van hun mogelijkheden meebracht. Mannen die dat wilden, hebben zich op verzorgende rollen kunnen storten.

“Vrouwen hebben dankzij de vrouwen emancipatie weliswaar ook meer keuzemogelijkheden, maar in de praktijk lijden ze onder een dubbele belasting en moeten ze het huishouden met werk combineren.”

Bijna een op de acht Belgen slikt antidepressiva, psychologen en psychiaters zijn overbevraagd. Moeten we ons zorgen maken?

“Net als lichamelijke ziektes, komen psychische stoornissen nu eenmaal veel voor. Als je die beter behandelt, worden we daar minder ongelukkig van.

“Hoe meer psychotherapeuten een land telt, hoe gelukkiger het volk is.

“Een mooi voorbeeld is Costa Rica. Dat is niet bepaald een rijk land en toch scoort de bevolking heel hoog op geluk.

“Als je kijkt naar hun gezondheidsbudget – dat veel lager ligt dan bij ons – besteden ze daar relatief meer aan geestelijke gezondheidszorg.

“Als je daar meer in investeert, rendeert dat ook voor het geluk van je bevolking.”

Tegelijk hebben mensen de indruk dat het aan hen ligt als ze falen en krijgen ze keuzestress.

“Dat is de keerzijde van keuzevrijheid. Je kunt ook foute keuzes maken en dan kun je je ongeluk niet toeschrijven aan het lot.

“Dat geeft zeker keuzestress. Maar dat betekent niet dat we beter af zouden zijn met minder keuzevrijheid, want de voordelen daarvan blijken ruim op te wegen tegen de nadelen.

“Neem nu de vraag of je kinderen wilt. Vroeger was dat geen keuze en had je dus een hele hoop ongewenste kinderen en ongewilde ouders – veel ongelukkige mensen dus.

“Door de komst van de pil is er nu meer keuze en wordt er veel getobd over ‘kindje ja of kindje nee’.

“Dat uitstel van keuze heeft geleid tot vruchtbaarheidsproblemen. Maar het resultaat is wel dat er nu meer gewenste kinderen geboren worden.”

Er is nu ook een industrie rond geluk en wellness. Hoe kijkt u naar die vermarkting?

“Op zich is daar niets mis mee, maar niet alle aanbod is even effectief. Iedereen kan een bordje met ‘lifecoach’ of ‘geluksexpert’ op zijn of haar deur schroeven. Het zou goed zijn als dat werk meer geprofessionaliseerd werd en er meer werd onderzocht wat werkt voor wie.

“Als je met redelijke zekerheid kunt verwachten dat een lifecoach je kan helpen om gelukkiger te worden, steek je daar eerder je geld in dan in een vakantie naar een ver land. Daarmee zal het gemiddelde geluk stijgen in het land en betaalt de beroepsgroep de investering terug via belastingen.”

“Er is ook een industrie ontstaan rond ‘werkgeluk’. Gelukkige mensen zijn productiever. Om die reden houden bedrijven zich vandaag bezig met welzijn op het werk.

“Wat ze te weinig doorhebben, is dat productiviteit meer bepaald wordt door levensvoldoening dan door arbeidsvoldoening.

“Bedrijven moeten dus vooral investeren in levensvoldoening, maar daarbij kom je vaak in de privésfeer terecht.”

Maar wil je wel een werkgever die zich bemoeit met je privéleven?

“Je zou als werkgever meer begrip kunnen opbrengen voor mensen die het zwaar hebben door de zorg voor hun ouders of kinderen. Of je zou gratis goed opgeleide life­coaches kunnen aanbieden.”

En wat met lopen, mediteren of mindfulness? Inez Germeys, professor contextuele psychiatrie, zei in deze krant dat er geen bewijs is dat je daar gelukkiger van wordt.

“Dat klopt niet. Mindfulness werkt, althans voor de meeste mensen. Bij mediteren zie je ook een positief effect, vooral bij mensen die nood hebben aan stressreductie.

“Sporten valt dan weer tegen: dat heeft maar een erg beperkt effect op je levensvoldoening. Al blijft sport natuurlijk goed voor de gezondheid.”

Als je ongelukkig bent, zoek dan de natuur op, wordt wel eens gezegd. Terecht?

“In de wetenschap heet dat de ‘biofilietheorie’, die veronderstelt dat mensen van nature de neiging hebben om de natuur op te zoeken.

“In dat verband heb ik onlangs uitgezocht of uitkijken op groen in de stad je gelukkiger maakt. Dat is best lastig om te onderzoeken, want mensen die op groen uitkijken, zijn bijvoorbeeld vaker getrouwd en we weten dat getrouwde koppels gemiddeld gelukkiger zijn dan singles.

“Ik vond een zwak effect. Het laatste woord is hierover nog niet gezegd, onder meer over welke mensen meer of minder baat hebben van contact met natuur.”

Bent u op dit moment gelukkig? Zo dicht bij de dood?

“Ja. Ik voel me op dit moment best prettig en ervaar ook veel voldoening in mijn leven als geheel.

“Dat verbaast me zelf een beetje, maar ik blijk geen uitzondering. In het zicht van de dood blijken de meeste mensen redelijk gelukkig te zijn.

“Bij mij speelt naast gevoelsgeluk ook een stukje verstandsgeluk: ik ben heel tevreden met wat het leven me gebracht heeft. Ik ben blij met mijn huwelijk, kinderen en vrienden.

“Mijn wetenschappelijke loopbaan is beter verlopen dan ik verwacht had. In de jaren 70 en 80 was ik activist voor abortus en later voor vrijwillige kinderloosheid. Ook dat is aardig gelukt.”

U hebt ook wel tegenslagen gekend: u maakte een scheiding mee, uw jongste dochter heeft zorg nodig sinds ze een beroerte kreeg.

“Als ik een zondagskind was geweest, zou ik het moeilijker hebben gehad om weer recht te krabbelen.

“Tegenslagen kunnen helpen om gelukkig te worden: je oefent je levensbekwaamheid. Je hebt gemerkt: hé, ik kan wel wat hebben. Zelfs ongeneeslijk ziek zijn.”


Ruut Veenhoven: “In het zicht van de dood blijken de meeste mensen redelijk gelukkig te zijn. Ik ben geen uitzondering.” © Jan Rosseel
Ruut Veenhoven: “In het zicht van de dood blijken de meeste mensen redelijk gelukkig te zijn. Ik ben geen uitzondering.” © Jan Rosseel

Overzicht

Lees meer berichten in deze categorie


Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Welkom op Bluesky

Naar de website


Scroll naar boven