Analyse – Meeste N-VA-kiezers willen gerust besturen met Vlaams Belang


Het is denkbaar dat N-VA en Vlaams Belang samen een meerderheid halen in het Vlaams Parlement. Het zou de N-VA voor een verscheurende keuze plaatsen.

Jeroen Struys Bart Brinckman Jan-Frederik Abbeloos
De Standaard


Het wordt bij de verkiezingen van 2024 de belangrijkste vraag: wordt de N-VA dan wel Vlaams ­Belang de grootste partij van Vlaanderen.

De nieuwe editie van De Stemming geeft Vlaams Belang de meeste kans. Het zou betekenen dat de partij initiatiefrecht krijgt bij de vorming van een ­nieuwe Vlaamse regering.

Op dat moment wordt een tweede vraag cruciaal: halen Vlaams Belang en de N-VA samen een meerderheid in het Vlaams Parlement en kunnen ze samen een regering vormen? De peiling toont dat het niet ondenkbaar is als beide partijen bij de verkiezingen optimaal presteren.

In zo’n situatie komt de vraag om het cordon sanitaire te doorbreken, helemaal bij de N-VA te liggen. Het zou een enorme stresstest voor de partij betekenen.

Een meerderheid van de N-VA-kiezers is tegen het cordon sanitaire, leert De Stemming. Dat terwijl er bij alle andere partijen nog altijd vooral steun is voor de principiële weigering om met Vlaams Belang te besturen.

Belangrijker, en nog opval­lender, 59 procent van de N-VA-kiezers vindt dat er met Vlaams Belang ook effectief bestuurd moet kunnen worden – 17 procent is zelfs ‘helemaal overtuigd’. Bij alle andere partijen is daar amper appetijt voor onder de kiezers.

Bij de N-VA is slechts 25 procent in meer of minder mate gekant ­tegen een regeringsdeelname door Vlaams Belang.

‘We weten niet of die groep de partij de rug zou toekeren indien de N-VA toch met Vlaams Belang in zee zou gaan, maar het is evident dat de N-VA een electoraal risico zou ­nemen als ze de sprong zou wagen’, analyseren onderzoekers Stefaan Walgrave (UA) en Jonas Lefevere (VUB).

Er speelt meer dan alleen een electoraal risico. De partij wil ­federaal aan de bak komen en beseft dat dat onmogelijk wordt als ze met Vlaams Belang ­regeert. 

Kamerlid Theo Francken noemde een stem voor Vlaams ­Belang een verloren stem.

Ook voorzitter Bart De Wever spuwt de partij uit bij elke ­gelegenheid die hij krijgt. In het Nieuwsblad zegt De Wever dit weekend dat hij zelfs geen ­gedoogsteun wil van Vlaams Belang vanuit de oppositie.

‘In geen duizend jaar.’

Eerder zal de N-VA toch nog proberen om het tij te keren. Uit de kiesintenties blijkt dat alleen de N-VA in staat is kiezers bij ­uiterst rechts terug te halen, al wordt het geen makkelijke ­opdracht.

Want de partij is niet bepaald in optimale doen. De N-VA daalt van 24,8 procent bij de Vlaamse verkiezingen van 2019 naar 21 procent. En de partij bloedt daarbij vooral richting Belang.

De eerste peiling die de N-VA sinds de verkiezingen op winst zet, moet nog verschijnen. De 32 procent uit 2014 is al even een verre droom ­geworden. Zo ­ontstaat het verhaal dat de partij de drive kwijt is.

Podcast | Vlaams Belang is nu onbedreigd de grootste partij

Die hoopt de partij terug te ­vinden op het grote ledencongres dit weekend – het eerste sinds het befaamde congres van 2014. De vraag is of dat lukt met de bekende recepten. De slogan dat ‘de verandering werkt’, lijkt uitgeleurd. De partij heeft een nieuw elan nodig.

Communautaire stilstand

Het helpt niet dat er al die tijd weinig of geen vooruitgang is ­geboekt op het communautaire vlak, toch de belangrijkste ­ bestaansreden van de Vlaams-nationalistische partij.

De Wever zei eerder dat 2024 ‘de laatste kans is om het land nog op een ­ordentelijke manier om te vormen’. Zo weinig is er op dat vlak gebeurd dat de partij de teksten over het confederalisme uit 2014 ongewijzigd behoudt.

‘Meer van hetzelfde’ is een lastige strategie als de klad erin zit. De kiezer verliest namelijk ook zijn vertrouwen in de Vlaamse ­regering.

De N-VA hakt graag in op de federale Vivaldi­-regering, maar ook de regering-Jambon kampte met grote interne strijd en ­onmacht. Het stikstof­akkoord kwam er slechts na een moeizame patstelling en de regering raakt maar niet rond met de groenestroomcertificaten.

Coalitiepartners N-VA, Open VLD en CD&V verliezen met deze peilingresultaten hun meerderheid in het parlement.

Van een kanseliersbonus voor Jan Jambon als minister-president is al helemaal geen sprake. Hij blijkt minder populair dan Vlaams minister Zuhal Demir en Theo Francken – die ook zonder ministerspost sterk blijft scoren.

Demir als prima ballerina

En toch zijn er binnen de N-VA stemmen die niet uitsluiten dat Jambon voor een tweede termijn gaat. Bij gebrek aan een alternatief.

Demir wordt binnen de partij als een te polariserende figuur ­beschouwd. De Wever noemt haar in het  Nieuwsblad ‘een prima ballerina’: solo’s liggen haar beter dan het verbindende werk van een minister-president.

Hij pitcht zelf Matthias ­Diependaele, ‘een ploegspeler en consensusmaker’. Maar hij suggereert meteen dat er nog kanshebbers zijn. Zo komt Jambon II toch weer in beeld.

Tenzij De Wever in 2024 doet wat hij in 2019 beloofde maar naliet en zelf minister-president wordt. Hij is de populairste politicus van Vlaanderen en doet het ook opvallend goed bij mensen die niet voor de N-VA stemmen.

Maar tot nu heeft De Wever nog niet de indruk gegeven dat hij ­Antwerpen wil inruilen voor het Martelaarsplein, integendeel.


Ook Jan Jambon profiteert niet van een kanseliersbonus. Foto: Fred Debrock

Lees ook


Bron: De Standaard

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven