In het proces tegen Reuzegom valt het doek op 26 mei met het arrest door het hof van beroep. Maar hoe is de vaderlandse pers met de zaak omgegaan? Was er sprake van een trial by media of kregen de beklaagden net een voorkeursbehandeling? De traditionele media zijn alvast niet meteen van plan om de namen bij een veroordeling zomaar te publiceren.
Tom De Smet – Apache
Het proces tegen de voormalige studentenclub Reuzegom eindigde na iets meer dan een week op 20 maart.
Na afloop richtte Ousmane Dia, de vader van slachtoffer Sanda Dia, zich op de trappen van het hof van beroep in Antwerpen kort tot de aanwezigen.
“Dit is het enige wat me nog rest van mijn zoon”, zei hij, terwijl hij de besmeurde schoenen toonde die Sanda Dia tijdens zijn dodelijke studentendoop droeg.
‘Door de maatschappelijke aandacht die de artikels over mijn zoon hebben gekregen, hoop ik dat deze gruwel nooit meer opnieuw gebeurt’
Vader Ousmane Dia in 2020:
Ousmane Dia is een introverte man die liever niet in de schijnwerpers staat. Slechts één keer gaf hij een uitgebreid interview.
Tijdens dat gesprek, eind augustus 2020, confronteerden we hem ook met de kritiek van rector Luc Sels van KU Leuven. Die had kort daarvoor in Terzake gewaarschuwd voor een trial by media, nadat de pers uitgebreid over de zaak-Reuzegom geschreven had. Daarbij hadden de opgediste details over de doop voor ophef en verontwaardiging gezorgd bij het grote publiek.
Het integrale antwoord van Ousmane Dia toen:
“Ik ben u en uw collega’s bijzonder dankbaar dat jullie over deze zaak hebben geschreven. Om twee redenen.
“Eén: men wilde de indruk wekken dat de dood van mijn zoon een spijtig ongeval was. Door de details van zijn martelgang te geven en door te schrijven dat de leden van Reuzegom nadien hun sporen wilden wissen, kan dat verhaal van een spijtig ongeval naar de prullenmand.”
“Twee: door de maatschappelijke aandacht die de artikels over mijn zoon hebben gekregen, hoop ik dat deze gruwel nooit meer opnieuw gebeurt. Dat is een verantwoordelijkheid van alle universiteiten, maar ook van de maatschappij.
“Laat de dood van mijn Sanda niet voor niets geweest zijn.”
Moeilijk vaarwater
Sanda Dia stierf op 7 december 2018 in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen na een doop die dramatisch eindigde op de avond van 5 december in Vorselaar, toen hij met een lichaamstemperatuur van nog amper 28 graden naar de spoedafdeling werd gebracht.
Het overlijden van de 20-jarige student uit Edegem, zoon van een Senegalese vader en Belgische moeder, haalde in eerste instantie slechts beperkt de media.
Het overlijden van de 20-jarige Sanda Dia haalde in eerste instantie slechts beperkt de media
In korte krantenberichten in de week na Dia’s dood was er wel al duidelijk sprake van “onterende behandeling, toediening van schadelijke stoffen en onopzettelijke slagen en verwondingen met de dood tot gevolg”, en dat gebaseerd op een mededeling van het parket.
Toen in de zomer van 2020 – dus anderhalf jaar na de feiten – de details van die onterende behandeling bekend raakten in een reconstructie van de doop kwam Luc Sels in moeilijk vaarwater terecht.
Er bleek op Dia geürineerd, hij had uren in een put met ijskoud water moeten zitten, visolie moeten drinken en schachtenpap, die onder meer bestond uit een muis en een goudvis, moeten eten.
En dat terwijl Dia al uren daarvoor niet meer op eigen kracht op zijn benen had kunnen staan.
“Sanda is al rijp voor de vuilbak”, postte een Reuzegom-lid in de WhatsAppgroep van de doop, uren voor de schacht dan toch naar het ziekenhuis werd gebracht.
Sociale media
Dat Sels sommige betrokkenen slecht een taakstraf van dertig uur had gegeven en hen een paper had laten schrijven, kwam de rector op hevige kritiek te staan, ook binnen zijn eigen universiteit.
Uiteindelijk zag hij zich genoodzaakt zich te verdedigen in de studio van Terzake, waar hij het onder meer had over een trial by media.
De traditionele media onthielden zich van publicatie van de namen van de Reuzegommers maar die verschenen al snel op sociale media
Journalist Pieter Huyberechts volgde het dossier voor Het Nieuwsblad.
“Dat deze zaak maatschappelijk relevant was en is, lijkt me duidelijk. De KU Leuven heeft uiteindelijk haar tuchtprocedure aangepast. Studentendopen worden anders georganiseerd en het hele concept ervan wordt in vraag gesteld. Dat zou niet gebeurd zijn als er niet over de zaak gepubliceerd was in de media.”
Huyberechts sluit zich dus aan bij de uitspraken van vader Dia. Dat neemt niet weg dat hij begrip heeft voor de Reuzegommers en hun ouders, die geen gemakkelijke jaren achter de rug hebben.
“Maar dat komt natuurlijk ook gewoon door de feiten, hoe ze er initieel mee zijn omgegaan én de sociale media.”
Want alhoewel de traditionele media de namen van de achttien beklaagden niet publiceerden, stonden ze wel al vrij snel online: op Facebook, Twitter, TikTok…
Verschillende advocaten van Reuzegommers getuigden in het verleden en op het proces over de concrete gevolgen daarvan: hun cliënten werden bij sollicitaties met hun verleden geconfronteerd, kregen bedreigingen, en moesten naar eigen zeggen zelfs naar het buitenland verhuizen omdat het voor hen in België niet meer leefbaar was.
Gevoel van klassenjustitie
Het feit dat ze tot de zelfverklaarde elite van Vlaanderen behoorden – ze speelden het feit dat niet iedereen zomaar bij Reuzegom werd toegelaten graag uit – hielp hen niet in de perceptie, net als het feit dat ze de zonen waren van onder meer een rechter, ondernemers en een notaris. Bij veel mensen ontstond het gevoel van of de vrees voor klassenjustitie.
De Code van de Raad voor de Journalistiek is duidelijk: vóór een veroordeling is de regel dat beklaagden niet herkenbaar worden gemaakt
Dat werd ook een probleem voor de traditionele media, die meer dan hen lief was de vraag kregen waarom ze in tegenstelling tot mensen op sociale media de namen van de beklaagden niet publiceerden, maar zich beperkten tot de initialen of de Reuzegom-bijnamen (zoals Sondage, Pronker en Strontvlieg) van de betrokkenen.
Nochtans is de Code van de Raad voor de Journalistiek duidelijk: vóór een veroordeling is de algemene regel dat de beklaagden niet herkenbaar worden gemaakt. Hun gezicht wordt niet getoond en hun volledige namen worden niet gepubliceerd. Alleen de procedure voor het hof van assisen is een (aanvaarde) uitzondering, althans naar naamgeving.
“In gerechtszaken is het uitgangspunt dat namen van betrokkenen slechts bij uitzondering worden genoemd”, zegt Dimitri Antonissen, adjunct-hoofdredacteur van Het Laatste Nieuws.
“In principe gebeurt het enkel wanneer de persoon over wie het gaat en/of het dossier algemeen bekend is, of wanneer het noemen van de namen in het belang is van de betrokken persoon zelf en/of de samenleving. Het gebeurt ook wanneer de zaak gewichtig maatschappelijk belang heeft.”
Opzadelen met brandmerk
Betekent dat dat de namen van de Reuzegommers bij een veroordeling wel volledig zullen gepubliceerd worden?
Sven Mary, die de vader en halfbroer van Sanda Dia vertegenwoordigt, hoopt van wel. Hij wil hen een “brandmerk” geven, pleitte hij tijdens het proces.
‘Als ik kijk naar de digitale lynchpartij die nu al plaatsvindt, houd ik mijn hart vast als hun namen breder verspreid zouden worden’
Pieter Huyberechts
Journalist
“Onze maatschappij is ermee gediend om te weten wie deze mensen zijn indien ze schuldig zouden worden verklaard. Zeker omdat ze toonaangevende – onder andere juridische, politieke en medische – topfuncties ambiëren”, zegt de advocaat.
“De vernederende en mensonterende wijze waarop deze mensen met hun medemensen zijn omgegaan, verantwoorden dat de maatschappij dit weet.”
Maar Mary lijkt van een kale kermis thuis te zullen komen. Zowel Het Nieuwsblad, Het Laatste Nieuws als andere media lijken de namen ook bij een veroordeling niet te zullen gaan publiceren.
“Ik denk niet dat we dat gaan doen”, zegt bijvoorbeeld Huyberechts.
“De maatschappelijke commotie speelt daarin een rol, al zou dat in principe niet mogen meespelen in zo’n beslissing. Maar als ik kijk naar de digitale lynchpartij die nu al plaatsvindt, houd ik mijn hart vast als hun namen breder verspreid zouden worden.
“Enkel bij celstraffen van meer dan drie jaar effectief, waar ik persoonlijk niet in geloof, zullen we de afweging maken of we de namen moeten publiceren.”
Een gelijkaardig geluid horen we bij Antonissen.
“We zullen over Reuzegom een beslissing nemen wanneer de uitspraak bekend is. Gaat het om voorwaardelijke of effectieve straffen? Hoe lang zijn de straffen? We willen graag alle aspecten kennen vooraleer we een weloverwogen keuze maken.”
“Ik besef dat de beslissing om de namen niet te publiceren ons allicht de kritiek zal opleveren dat we de ‘elite’ beschermen”, stelt Huyberechts.
Dat is ook wat de zelfverklaarde satirische site ‘tScheldt motiveerde om de namen van de achttien beklaagden recentelijk wel te publiceren. Die had het over een “regimepers” en “hogere machten”.
Walter Damen, advocaat van L.L. – alias ‘Strontvlieg’ – liet via een eenzijdig verzoekschrift het artikel offline halen.
Maar screenshots deden intussen alweer vlot de ronde op sociale media.
“Sites zoals ‘tScheldt verkloten onze stiel”, zegt een journalist die het proces volgde en liever anoniem blijft, uit angst om in het vizier van de site te komen.
“Het probleem is dat mensen het onderscheid niet maken tussen zulke ‘journalisten’ en de echte media.”
Op de vingers getikt
Al moet ‘de stiel’ misschien ook wel eens in eigen boezem kijken.
Zo publiceerde De Morgen een artikel waarin niet waarheidsgetrouw uit een proces-verbaal van een Reuzegom-lid geciteerd werd en waarin zijn privacy geschonden werd. Dit gebeurde dan ook nog eens bij een lid dat uiteindelijk niet door de raadkamer doorverwezen werd.
De Raad voor de Journalistiek tikte zowel De Morgen als journalist Douglas De Coninck in 2021 daarvoor op de vingers.
Ook de klacht van een ander Reuzegom-lid tegen dezelfde krant en dezelfde journalist, een jaar later, werd door de Raad gegrond verklaard. Die had het in deze zaak onder meer over een schending van de privacy en een gebrek aan wederhoor.
Maar het is vaak ook subtieler. Zo publiceerde De Morgen op 19 maart 2023, toen het proces dus nog liep, op zijn site een interview met advocaat Jorgen Van Laer, die Reuzegommer Q.W. ofte Paterberg verdedigt. In dat interview beweerde de advocaat:
“Bij aankomst aan de blokhut in Vorselaar was Sanda er van de drie schachten het beste aan toe.”
Die bewering staat in schril contrast met de resultaten van het gerechtelijk onderzoek, dat onder meer aantoonde – op basis van camerabeelden – dat Sanda Dia als enige van de drie schachten die ochtend al niet meer zelfstandig door Leuven kon wandelen, dat een professor voor het vertrek van het gezelschap naar Vorselaar de aanwezige Reuzegom-leden erop wees dat Sanda Dia er slecht aan toe was, en dat de zwarte student de enige was over wie bij aankomst aan de blokhut gepost werd dat hij al “rijp was voor de vuilbak”.
Toch kon de opmerking van Van Laer zonder tegenspraak van De Morgen passeren.
De laatste foto
Ook VTM Nieuws kreeg veel kritiek toen het in 2022 beelden uitzond uit het dossier. Daarop was onder meer te zien hoe Sanda Dia door de Leuvense binnenstad strompelde en in Vorselaar met ijskoud water werd overgoten. Het waren beelden die zowel de vader als de halfbroer van het slachtoffer nog niet hadden durven bekijken. Ze hadden dan ook geen toestemming gegeven om ze uit te zenden.
Maar VTM Nieuws deed dat toch. Het kwam de reportagemakers op harde kritiek te staan van de burgerlijke partijen én de verdediging, die het hadden over haatzaaierij en het opjutten van de al boze volksmassa.
“Dit zijn beelden die maar op één plek vertoond mogen worden: in de rechtszaal. Dit is een schande en hoort absoluut niet”, zei Sven Mary.
Diezelfde Mary toonde tijdens het voorbije proces het laatste beeld van Sanda Dia: de drijfnatte, onderkoelde student in het gras, vlak voor hij naar de spoed gebracht zou worden. Die foto verscheen vervolgens in Het Nieuwsblad en Het Laatste Nieuws.
Is dat dan niet hypocriet?
“Nee”, zegt Huyberechts. “De foto is eerst getoond in de rechtbank en de nabestaanden gaven niet alleen de toestemming om die te publiceren, maar stonden daar ook 100% achter.”
Tom De Smet (1974) is onderzoeksjournalist en auteur van verschillende non-fictieboeken. In het verleden maakte hij onder meer nieuws in de zaak-Reuzegom, de zaak-Schild & Vrienden en de zaak-Operatie Zero. Onlangs leidde zijn journalistiek werk tot een verbod van het extreemrechtse festival Frontnacht.
Lees ook
Bron: Apache