Klimaatwetenschapper Niels Souverijns – Werkt aan oplossingen voor de klimaatcrisis


Het regent alweer klimaatrecords.
‘De komende twee à drie decennia wordt het eerst erger. Daarna kan de mens dit onder controle krijgen’, zegt klimaatwetenschapper Niels Souverijns. ‘Ondertussen moeten we ons aanpassen én hoopgevende verhalen en feiten blijven zien.’

Barbara Debusschere – De Morgen


‘Komende 20 jaar wordt het eerst erger voor het weer beter wordt’


Kan je nog genieten van de zomer?’, vragen sommigen zich af. Want de opwarming van de aarde laat in dit seizoen het scherpst haar tanden zien.

Juli wordt zo goed als zeker de heetste maand ooit gemeten, de oceanen zijn oververhit – met deze week 38,4 graden aan het zeeoppervlak in Florida – er smelt ongewoon veel ijs op de Zuidpool, en er is ongeziene hitte én regenval in de Verenigde Staten, Europa en Azië.

“Dit zijn fenomenen die niet normaal zijn”, zegt Niels Souverijns (30), klimaatwetenschapper bij het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (VITO).

“Wat opvalt is dat dit zich gelijktijdig over meerdere continenten voordoet.”

Maar een verrassing is het niet?

“Nee. Dit is wat je krijgt door de combinatie van de opwarming van de aarde en natuurlijke fenomenen die het nog erger maken.

“2023 wordt zeer waarschijnlijk een recordjaar omdat het weerfenomeen El Niño voor nog 0,2 à 0,3 graden extra zorgt.

“Door de opwarming van de aarde blokkeert ook de straalstroom (zeer sterke wind op tien kilometer hoogte, BDB), die voor de afwisseling in weerpatronen zorgt, waardoor weerfenomenen langer ter plekke blijven hangen. Dat zag je bij de droogte vorig jaar en nu met het slechte weer bij ons. Ook overstromingen en hitte in de VS hebben daarmee te maken.”

Sommige klimaatwetenschappers vrezen dat de impact van de opwarming grilliger en met grotere schokken evolueert dan voorspeld?

“Bepaalde records nu hadden we pas later verwacht, maar ik ben het er niet mee eens dat we nu dingen zien die totaal onverwacht zijn. De voorspellingen over hittegolven door mijn collega Wim Thiery (VUB) bijvoorbeeld passen helemaal bij wat er daadwerkelijk gebeurt.

“Wel kunnen we van enkele fenomenen in de atmosfeer of oceanen niet zeggen hoe ze precies reageren op de hogere temperaturen. We bevinden ons namelijk op onbekend terrein.

“Neem de Zuidpool. Ik heb vier jaar onderzoek gedaan naar wat zich daar afspeelt. Als je de studies erbij neemt, zou het kunnen dat het westelijke deel morgen of binnen 300 jaar onstabiel wordt, deels in zee glijdt en de zeespiegel flink doet stijgen.

“Of kijk naar de golfstroom (krachtige, warme stroming in de Atlantische Oceaan, BDB). Die zou kunnen stilvallen, maar wanneer en vanaf welke temperatuur weten we niet.

“Recent onderzoek besluit dat dit kantelpunt zich voor een klein deel van de golfstroom tussen 2025 en 2095 kan voordoen. Bepaalde media zetten dan jammer genoeg alleen 2025 in de titel.

“Als ik zie hoe aanvallend sommigen reageren op klimaatberichtgeving, is het belangrijk er geen schepje bovenop te doen.”

Wetenschappers en journalisten krijgen te horen dat ze ‘de mensen’ niet zoveel schrik moeten aanjagen. Terecht?

“Dat is een moeilijke kwestie. Hoe bericht je over een zeer ernstig probleem dat angstaanjagend en confronterend is zonder dat de meesten afhaken? Ik geef toe dat ik het artikel over het nieuwste hitterecord ook niet altijd lees.”

Moeten we dan niet meer berichten over het nieuwste hitterecord?

“Nee. De feiten moet je brengen. Maar je moet ze niet nog erger maken. Ze zijn zo al erg genoeg.”

Volgens klimaatprofessor Jean-Pascal van Ypersele (UCLouvain) zijn er sociologen en psychologen nodig om iedereen mee te krijgen.

“Dat lijkt me een goed idee. Het verheugde me dat onlangs motivatiepsycholoog Maarten Vansteenkiste (UGent) in Terzake zat om het te hebben over hoe de klimaatcommunicatie beter kan.

“Hij zei bijvoorbeeld dat het kan helpen om er ook op te wijzen dat we de allerergste scenario’s al hebben vermeden. Zo geef je mee dat wij een mate van controle hebben over dit probleem, al gebeurt er nog lang niet voldoende. Zulke inzichten lijken me cruciaal voor iedereen die over klimaat communiceert.”

Maar de uitstoot daalt niet en de fossiele industrie krijgt nog altijd veel subsidies.

“Dat klopt helaas. Die subsidies moeten dringend afgebouwd worden. Maar de uitstoot begint wel stilaan te stabiliseren en ik vind dat je daar dan de cijfers over de energievraag naast moet leggen. Die stijgt de laatste vijf à tien jaar onvoorstelbaar, vooral in China.

“Vroeger kwam alle energie uit fossiele brandstoffen. Vorig jaar zijn er evenveel fossiele als hernieuwbare centrales geopend. Dat is toch een prille kentering. De meesten zijn hier te pessimistisch over.

‘De Chinezen blijven maar kolencentrales bouwen’, hoor ik. Dat is zo, maar China heeft vorig jaar ook evenveel zonnepanelen en windparken geïnstalleerd als de rest van de wereld samen.”

Moeten media meer over klimaatoplossingen rapporteren, vanuit het idee dat ook dat mensen hoop kan geven?

“Wanneer er een technologische doorbraak is die een klimaatimpact kan hebben is het belangrijk dat dat in het nieuws komt. Maar je moet wel vermijden dat je valse hoop geeft. Want er zijn vaak mitsen en maren.

“Ik sprak net iemand die enorm hoopvol is over synthetische brandstoffen. ‘Super, daar kunnen auto’s op rijden’, zei hij. Maar dat werkt alleen als je eerst CO2 uit de atmosfeer kan halen om die brandstoffen mee te maken. En dat kan nog niet.

“Tussen een uitvinding en een toepassing zit vaak twintig jaar. Er is hoe dan ook geen magische technologische oplossing. We moeten inzetten op een combinatie van technieken.”

Inwoners van Piru proberen de gevolgen van modderstromen schoon te maken na overvloedige regens in Californië, VS, eerder dit jaar. Beeld Getty Images
Inwoners van Piru proberen de gevolgen van modderstromen schoon te maken na overvloedige regens in Californië, VS, eerder dit jaar. Beeld Getty Images

Al Gore stelt dat hij er zeker van is dat de mens de klimaatontwrichting weer onder controle krijgt, maar dat hij vreest dat we te laat zullen komen om veel en zware schade te vermijden. De opwarming gaat sneller dan dat wij onze oplossingen in stelling brengen?

“Inderdaad. Zo komt er wel snel meer hernieuwbare energie bij, maar ook de energievraag stijgt exponentieel.

“De komende dertig, veertig jaar gaan we daarom een deel energie nog uit fossiele bronnen halen en dus zullen het CO2-niveau en de temperatuur nog stijgen.

“Maar de marsrichting is wel ingezet richting netto nuluitstoot. Stel dat we dat tegen 2050 bereiken en dat het dan 2 of 2,5 graden warmer is. De vraag is dan welke verliezen er ondertussen zijn geleden.

“De koralen zijn we dan kwijt. Collega’s zien nu ook dat de gletsjers dan zullen verdwijnen en wellicht is dan een deel van de ijsmassa van Groenland weg.

“We gaan niet allemaal dood, maar het betekent onomkeerbare schade en leed. Dat is wat Al Gore bedoelt. We kunnen dit oplossen, maar niet snel. Daarom zal het de komende twintig, dertig jaar eerst erger worden voor het weer beter wordt.”

Hebt u begrip voor de woede daarover bij jongeren die net in die decennia leven?

“Zeker. Het is belangrijk dat zij demonstreren en eisen dat we zo snel mogelijk CO2-neutraal worden. De cijfers tonen ook dat de kosten van de vernielingen en doden niet opwegen tegen de prijs om zo snel mogelijk CO2-neutraal te worden.

“Ik vraag me wel af of je mensen overtuigd krijgt door jezelf aan een schilderij vast te plakken. Maar het is logisch dat deze generatie van zich laat horen.”

U hebt zelf kinderen. Hoe bezorgd bent u over hen?

“Het is een lastige realiteit dat onze kinderen redelijk zwaar getroffen worden. Ik denk wel dat het later beter zal gaan als we de uitstoot tegen dan sterk beperkt hebben en er technologie is ontwikkeld die CO2 uit de lucht kan halen. Dan kunnen we het klimaat weer stabiliseren.

“Maar we moeten door een paar zware decennia. En dan leven wij nog in Europa, waar we middelen hebben om ons aan te passen.

“Ik begrijp heel goed dat mensen in Afrika of India, waar dat veel minder het geval is, zullen vluchten. Ook dat zal een groot probleem worden. Die landen helpen bij de groene transitie is cruciaal.”

VITO zet in op aanpassing. Hoe ver staan we?

“Vlaanderen is al redelijk goed beschermd tegen overstromingen en de zeespiegelstijging. Hittebescherming is er nog te weinig. Dat probleem wordt onder de mat geduwd. Maar het is een stille massadoder.

“Vorig jaar vielen er in Europa 60.000 hittedoden. En het gaat niet alleen over doden. Mensen worden ook suffer en minder productief.

“Ons onderzoek toont dat toenemende hitte India 2 tot 5 procent van zijn bnp kan kosten, terwijl mensen daar nu al zeer vroeg ’s ochtends en ’s avonds werken om de ergste uren te mijden.”

Wat bieden jullie aan steden?

“We brengen hitte-eilanden in kaart, tonen welke wijken het gevoeligst zijn en gaan na of daar veel ouderen wonen. Daar kan je met goedkope ingrepen zoals meer water en meer groen een groot verschil maken.

“Antwerpen en Brussel zijn ermee bezig, elders moet de nood hieraan nog doordringen. Sowieso wordt je stad zo aangenamer voor iedereen.

Niels Souverijns: ‘Het wetenschappelijk onderzoek richt zich steeds meer op die vraag: tot op welk punt kunnen plekken waar mensen wonen zich aanpassen en vanaf wanneer wordt het onleefbaar?’ Beeld Tine Schoemaker
Niels Souverijns: ‘Het wetenschappelijk onderzoek richt zich steeds meer op die vraag: tot op welk punt kunnen plekken waar mensen wonen zich aanpassen en vanaf wanneer wordt het onleefbaar?’ Beeld Tine Schoemaker

“Barcelona hebben we geholpen om ervoor te zorgen dat mensen binnen een kilometer van hun huis naar musea, bibliotheken of andere plekken met koeling kunnen.

“Johannesburg adviseren we om de wijken uit de tijd van de apartheid te helpen. Mensen wonen er dicht op elkaar in huisjes met golfplaten op het dak. Daar kan het gloeiend heet worden. Door daken wit te verven, bomen te planten en waterpartijen en volkstuintjes aan te leggen of in de scholen koeling te voorzien kan de stad een heel verschil maken.

“We moeten wel beseffen dat er grenzen zijn. Dat zien wij in Afrika en India. In Niger is het in de zomer 40 graden. Zelfs al isoleer je alle huizen, wat niet realistisch is, dan nog krijg je problemen met onder andere de voedselvoorziening.

“Het wetenschappelijk onderzoek richt zich steeds meer op die vraag: tot op welk punt kunnen plekken waar mensen wonen zich aanpassen en vanaf wanneer wordt het onleefbaar?”

Sommige van uw collega’s zijn moedeloos en vrezen dat er pas echt voldoende actie komt wanneer we eerst meer klimaatklappen krijgen.

“Het is meestal zo dat we pas in actie schieten na een ramp. Kijk naar de waterbom in Verviers. Toch heb ik het gevoel dat de meesten nu wel beseffen dat de klimaatverandering een groot probleem is. We moeten ons niet laten afleiden door die één procent op sociale media die heel extreem reageert.

“Dat wie enkel naar de voorspellingen kijkt nu somber wordt, is evident. Zelf heb ik daar minder last van omdat ik bezig ben met concrete oplossingen, zoals adaptatie in steden.

“Inspanningen zien die een verschil maken beschermt tegen moedeloosheid. De nabije toekomst zal nog meer klimaatrampen brengen, maar ondertussen moeten we die hoopgevende verhalen en feiten blijven zien.”



Niels Souverijns: ‘We gaan niet allemaal dood, maar het betekent onomkeerbare schade en leed.’ Beeld Tine Schoemaker

Lees ook

Vul hieronder de zoekopdracht Klimaat in en vind meer berichten.


Bron: De Morgen

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven