Negen jaar heeft Philippe Claudel aan Schemering gewerkt. En als hij eerlijk is, is de roman het resultaat van het hele leven tot dusver. Claudel neemt ons mee door Dombasle-sur-Meurthe, voor een tocht door een indrukwekkend oeuvre.
Marijke Arijs – De Standaard
‘Alle religies leiden tot onverdraagzaamheid en fanatisme’
Philippe Claudel
Het is 32 graden in Dombasle-sur-Meurthe, de thuishaven van Philippe Claudel. Niet meteen de ideale temperatuur voor een gesprek over romans waarin het stenen uit de grond vriest.
Het stadje in de buurt van Nancy ligt te bakken in de schaduw van de Solvay-fabriek.
De Belgische multinational liet Dombasle-sur-Meurthe in 1874 integraal uit de grond verrijzen, met zijn huizen, zijn bibliotheek, de kliniek waar de Franse schrijver en filmmaker geboren werd, de kerk waar hij ooit misdienaar was en de lagere school waar hij leerling was.
Ze staan allemaal nog keurig overeind, net als de directeurswoning waar hij al een kwarteeuw woont, op amper 200 meter van de plek waar hij ter wereld kwam.
Het industriële landschap inspireerde hem bij het schrijven van Grijze zielen, de roman die twintig jaar geleden zijn doorbraak betekende.
De honkvaste auteur is zijn geboorteplaats altijd trouw gebleven. Geen haar op zijn hoofd dat eraan denkt hier weg te gaan, en al helemaal niet om naar de Franse hoofdstad te verkassen.
‘Mijn levenskwaliteit is hier oneindig veel beter. ’s Morgens ga ik met mijn hond in het bos wandelen, mirabellen plukken en paddenstoelen zoeken – gisteren was het eekhoorntjesbrood en vanavond staan er cantharellen op het menu. En met de trein ben ik in twee uur in Parijs.
‘Hier voel ik me thuis, in harmonie met het landschap, de mensen, de cultuur.
‘In België, Oostenrijk of Tsjechië zou ik ook kunnen wonen, maar in Parijs zou ik het niet uithouden. Niet omdat het een grote stad is, want in New York, Mexico-Stad of Tokio kan ik perfect aarden. De sfeer deugt er niet.
‘Fransen zijn sowieso al arrogant en Parijzenaars zijn nog een graad erger. Ze denken dat ze het middelpunt van de wereld zijn. Vermoeiend.’
Fascinerende tijden
Hoewel Dombasle-sur-Meurthe klein is, toch was het destijds maar liefst twee bioscopen rijk. De auteur vond er zijn roeping als cineast.
‘Ze draaiden vooral komedies met Louis de Funès en Bourvil, maar op een dag – ik zal een jaar of tien zijn geweest – stond er een western op het programma.
‘Plotseling realiseerde ik me dat die beelden op het scherm gemaakt waren door een persoon, dat iemand beslist had om een gezicht in close-up te brengen of een tracking shot te maken van cowboys in een landschap.
‘Die film was Once upon a time in the West van Sergio Leone. Toen kreeg ik zelf ook zin om films te maken.’
Ook Claudels fascinatie met oorlog is daar ontstaan. En op het herdenkingsmonument voor de gesneuvelden heeft hij naar verluidt leren lezen.
‘Dat laatste is een dichterlijke overdrijving, maar als kind bracht ik veel tijd door op het kerkhof en daar las ik de namen op de zerken.
‘Het huis van mijn grootouders lag tegenover de begraafplaats. Op straat zag je toen nog veel veteranen van de Eerste Wereldoorlog, oude mannen die een arm, een been of een oog misten. Ze kwamen geregeld bijeen bij het monument en bij ons thuis werd vaak over de oorlog gesproken.
‘De eerste man van mijn grootmoeder langs vaderskant is gesneuveld in de eerste dagen van de Eerste Wereldoorlog, waarna mijn oma is hertrouwd met zijn broer. Dat ging toen zo in arme boerenfamilies.
‘Ik kom uit een bescheiden milieu. Mijn grootmoeder was wasvrouw, mijn grootvader arbeider en mijn moeder naaister. Mijn vader was houthakker. Hij ging tijdens de oorlog bij het verzet en is daarna politieagent geworden.’
Claudel, een literaire laatbloeier, was 37 toen zijn debuutroman Rivier van vergetelheid verscheen.
Op zijn eerste langspeelfilm, Il y a longtemps que je t’aime, was het toen nog acht jaar wachten.
‘Schrijven en filmen zijn twee totaal verschillende dingen, en ik doe ze allebei even graag. Eigenlijk heb ik altijd al geschreven, maar ik liet mijn teksten aan niemand lezen omdat ik ze niet goed genoeg vond. En aan de universiteit begon ik al kortfilms te maken.
‘Een boek schrijven is natuurlijk veel gemakkelijker, je hebt er geen geld en geen filmploeg voor nodig. Je kunt het helemaal in je eentje en je doet er precies zo lang over als je wilt.
‘Aan Schemering heb ik maar liefst negen jaar gewerkt. Door te schrijven kun je andere levens, andere werelden en andere tijden verkennen. Ik geniet ervan om in de huid te kruipen van de personages, zelfs de meest onaangename of verwerpelijke.’
Als schrijver verkent hij de duistere kanten van de menselijke ziel. Krijgt hij dan nooit genoeg van de getormenteerde inborst van zijn medemens?
‘Er is niets zo boeiend als de menselijke natuur. Eigenlijk gaat de hele literatuur over niets anders.
‘Wij mensen zijn complexe wezens. We hebben primitieve, instinctieve en ondoordachte reacties, en tegelijkertijd zijn we tot de meest ingewikkelde gedachtegangen in staat. We kunnen de zuiverste gevoelens hebben en tegelijkertijd moordenaars en klootzakken zijn.’
Tot de boel ontploft
Grijze zielen speelde in de Eerste Wereldoorlog, Het kleine meisje van meneer Linh ging over de gevolgen van de oorlog in Indochina en Het verslag van Brodeck is een parabel over de Tweede Wereldoorlog.
‘Die thematiek ligt me als inwoner van deze streek na aan het hart. In Lotharingen zijn zowat alle Europese legers gepasseerd en er is flink gevochten, vooral met onze Duitse buur. Het is ook een immigratiegebied. De streek heeft veel Portugezen, Polen, Italianen en Maghrebijnen opgevangen. En geschiedenis heeft me altijd heel erg geïnteresseerd.’
‘We beleven nu fascinerende tijden. We hebben lang gedacht dat we in Europa het einde van de geschiedenis hadden bereikt. Na de Tweede Wereldoorlog dachten we dat ons niets meer kon overkomen, maar sinds februari 2022 weten we wel beter.
‘De geschiedenis heeft ons ingehaald. Ze probeert Europa opnieuw te vermalen en te ontwrichten. De migratiecrisis en de inval in Oekraïne hebben de Europese constructie stevig onder druk gezet.’
Zijn jongste roman, Schemering, speelt in een grensgebied waar de spanningen tussen twee religieuze gemeenschappen hoog oplopen. Na de moord op een katholieke priester valt de verdenking op de moslimminderheid.
Het klinkt als een politieroman, er is sprake van een misdaad en een moordonderzoek, maar Claudel onderzoekt in de eerste plaats hedendaagse problemen.
‘Een schrijver staat per definitie midden in de wereld. Hij zit niet in een ivoren toren, maar doet zijn boodschappen in de supermarkt, zet de vuilnisbak buiten en maait zijn gazon, zoals iedereen.
‘Een auteur die alleen maar schrijft, dat is niet gezond. Daarom heb ik mijn baan als docent altijd gehouden, om het contact met de werkelijkheid niet te verliezen.’
Het boek heeft ook iets van een onheilspellend sprookje en het decor verraadt de invloed van Germaanse en Centraal-Europese mythen en legenden.
‘Die verbeeldingswereld is inderdaad heel belangrijk voor mij. Het verklaart de bergen sneeuw en de ijzige kou in mijn werk. De winter is nu eenmaal mijn favoriete seizoen, maar er is nog een andere reden.
‘Door dat gure klimaat kunnen de personages niet weg uit hun dorp, dat geïsoleerd is van de buitenwereld. Zo krijg je een snelkookpaneffect: de spanningen lopen op, tot de boel op een gegeven moment ontploft.’
Mogelijk zijn we in Oostenrijk-Hongarije aan het begin van de twintigste eeuw, maar de confrontatie tussen de twee religieuze gemeenschappen doet onvermijdelijk denken aan de oorlog in voormalig Joegoslavië.
‘Die historische en geografische vaagheid is handig, want dan kan ik in één moeite door allerlei hedendaagse problemen aanraken.
‘De oorlog in ex-Joegoslavië, van 1991 tot 1995, heeft een diepe indruk op me nagelaten. Ik was toen dertig en zat veilig en wel in Frankrijk, maar op amper twee uur vliegen moordden mensen van mijn generatie elkaar uit.
‘We hebben daar verschrikkelijke dingen laten gebeuren. Het bloedbad van Srebrenica, bijvoorbeeld. In de dorpen stonden christenen en moslims, die al jaren vreedzaam samenleefden, elkaar plotseling naar het leven. Dat gaat zo in alle conflicten. Tussen buren spelen er altijd gevoelens van jaloezie en nijd, en in sommige omstandigheden verandert die buurman dan plots in een moordenaar.
‘Doorgaans zijn het de politici die het vuur aan de lont steken, door bijvoorbeeld een bepaalde bevolkingsgroep te stigmatiseren, maar het is het gepeupel dat tot actie overgaat.’
De moord op een priester is het uitgangspunt voor een beschouwing over de ondergang van het katholicisme in Europa en over de opmars van de islam, een religie die kracht put ‘uit een onstuimige, turbulente, fanatieke koorts’. Moeten we ons zorgen maken?
‘Alle religies leiden tot onverdraagzaamheid en fanatisme. Het katholicisme heeft ook zijn kruistochten, zijn godsdienstoorlogen en zijn inquisitie gehad.
‘In alle godsdiensten heb je stromingen die niet uitblinken in verdraagzaamheid en dat is in de islam niet anders.
‘Neem nu de salafisten, die de sharia willen opleggen en vrouwen willen verplichten zich te bedekken. Ik heb het daar moeilijk mee. We wonen in een vrij land. Een hoofddoek dragen is hier in principe een vrije keuze, maar het is hoe dan ook een symbool van onderdrukking.
‘Je kunt moeilijk volhouden dat de hoofddoek bevrijdend is, aangezien vrouwen zich moeten bedekken om mannen niet in verleiding te brengen. Dat druist in tegen een fundamentele vrijheid. En kom mij niet vertellen dat die vrouwen er zelf voor kiezen, ze worden op allerlei manieren onder druk gezet.’
De imam in uw roman is nochtans gematigd.
‘We moeten ons niet blindstaren op die paar radicale imams die voortdurend worden opgevoerd in de media. In Frankrijk respecteren de meeste islamitische geestelijken de wetten van de Republiek.
‘Wat me vooral zorgen baart, is de toenemende segregatie. In een samenleving probeer je samen te leven met respect voor elkaar. Het is niet de bedoeling dat één gemeenschap haar wil oplegt.
‘Kijk, het stoort me niet dat er veganisten bestaan, maar laat mij vlees eten als ik daar zin in heb. Vrijheid, blijheid.
‘Met godsdienst is het net zo: je bent vrij om er een te hebben, maar val er een ander niet mee lastig.’
Wat met de atheïsten? Hadden we God niet doodverklaard?
‘Ja, dat was de grote trots van de mens, hé? We vonden onszelf zo slim, maar nu zitten we met de gebakken peren. We hebben namelijk geen referentiekader meer.
‘Toen ik klein was, was ik misdienaar. Op zondag zat de kerk in Dombasle-sur-Meurthe stampvol. We werden opgevoed door onze ouders, onderwezen door de school en onze moraal kwam uit de catechismus.
‘Nu is de kerk haar macht en haar educatieve rol kwijt. De ouders zijn vaak afwezig, omdat ze allebei uit werken gaan of gescheiden zijn, de school heeft zoveel andere dingen te doen en de godsdienst bestaat niet meer.
‘Hoe wil je dan iemand opvoeden tot een fatsoenlijk mens, met een moraal en bepaalde waarden? Ik geloof niet in God, al lang niet meer, maar de erfenis van mijn katholieke opvoeding draag ik nog steeds mee. En ik probeer die waarden nog steeds in praktijk te brengen.’
De atheïstische politieman in Schemering is allesbehalve een lichtend voorbeeld. De man is seksueel geobsedeerd en schrikt niet terug voor verkrachting. Zonder godsdienst geen moraal?
‘Ik vond het interessant om in de huid te kruipen van die man die geobsedeerd is door een piepjong meisje en zijn verstand verliest, maar hij is niet door en door slecht. Hij heeft lucide momenten en af en toe wordt hij door afschuw overvallen, want hij kan terugvallen op bepaalde waarden. Een mens heeft hoe dan ook een moraal nodig.’
Behalve de confrontatie tussen religieuze gemeenschappen worden allerlei hedendaagse problemen aangesneden, van MeToo tot alternatieve waarheden en nepnieuws. Bestaat de waarheid eigenlijk nog in onze postmoderne maatschappij?
‘Vroeger leefden we in een maatschappij van zekerheden, waarin één plus één twee was. In onze hedendaagse samenleving zou één plus één twee kunnen zijn, maar zeker is dat niet.
‘U bent een vrouw en ik ben een man, maar ook dat is niet zeker. Er worden felle debatten gevoerd over gender en er wordt beweerd dat het een sociaal construct zou zijn.
‘Dat is toch idioot? We hebben toch chromosomen? Het is niet omdat iemand zogenaamd van geslacht verandert, dat hij of zij ook daadwerkelijk van geslacht verandert. Je kunt je een kunstmatige vagina of penis laten aanmeten, maar je genen blijven mannelijk of vrouwelijk. Het blijft lapwerk.
‘En toch zijn er een heleboel mensen die in die leugen geloven. Stel je eens voor wat voor een impact dat allemaal heeft op jonge mensen die volop in hun seksuele ontwikkeling zitten. Die raken volledig de weg kwijt.
‘Val ik op mannen of op vrouwen? Ben ik een man of een vrouw? Ben ik wel normaal als ik hetero ben?
‘De media dragen daar een verpletterende verantwoordelijkheid.
‘Ze schrijven tegenwoordig voortdurend over gender en transseksualiteit, terwijl het uiteindelijk over een verwaarloosbaar percentage van de bevolking gaat.
‘Mij kan het niet schelen waar iemand zijn geluk vindt, maar ze moeten niet doen alsof transseksualiteit een wijdverbreid fenomeen is, want dat is het niet.’
In een controversieel interview in het tijdschrift Front populaire voorspelde Michel Houellebecq dat er in Frankrijk ‘omgekeerde Bataclans’ zouden plaatsvinden, aanslagen op moslims en moskeeën. Dat is precies wat u in Schemering beschrijft.
‘Dat is waar bepaalde debatten die in oude, bange landen als de onze gevoerd worden, toe kunnen leiden.
‘Je hebt politieke leiders die zeggen: als we erin slagen migranten buiten te houden, dan is het probleem opgelost. De politiek bezondigt zich voortdurend aan simplisme. De massa wordt gemanipuleerd, op allerlei vlakken. Ik denk aan de heisa over de pensioenhervorming.
‘Een kind begrijpt dat er niet voldoende geld is voor de pensioenen als iedereen op een bepaalde leeftijd stopt met werken, maar om de een of andere reden wil dat er bij de Fransen niet in.
‘In België, Spanje en Italië wordt de pensioenleeftijd opgetrokken tot 67 jaar, maar alleen hier in Frankrijk gaan de mensen de straat op. Dat is toch van de gekke? Die hervorming stond trouwens in het verkiezingsprogramma van Emmanuel Macron, daar hebben ze voor gestemd.
‘Leiders als de uiterst linkse Jean-Luc Mélenchon jutten de mensen op. Die man is een publiek gevaar. Zijn toon is altijd polemisch, in de etymologische betekenis van het woord: polemikos betekent vijandig, oorlogszuchtig. Hij is een agitator, iemand die er alleen maar op uit is om verdeeldheid te zaaien.
‘Hij en Marine Le Pen zijn één pot nat. Het zijn allebei extremisten, hun economische programma’s slaan nergens op en ze hebben allebei bewondering voor dictators.
‘Le Pen is fan van Poetin en Mélenchon van Hugo Chávez en Fidel Castro. Van Poetin heeft hij zich intussen gedistantieerd.
‘Extreemlinks en extreemrechts zijn aan elkaar gewaagd. Denk maar aan het duivelspact van Hitler en Stalin destijds (het Molotov-Ribbentroppact, een non-aanvalspact tussen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie, de aartsvijand, red).’
‘Intellectuelen en politici hebben ook de mond vol van “le grand remplacement”, de grote vervanging, een samenzweringstheorie van schrijver en politiek militant Renaud Camus.
‘Mensen angst aanjagen werkt altijd.’
In dit stadje van 10.000 inwoners wonen welgeteld vijf Maghrebijnse gezinnen. Er zijn geen problemen, er is nauwelijks criminaliteit. En wie wint er al vijftien jaar alle verkiezingen? Precies, het Front National.
’Je voelt dat de mensen gespannen zijn, ze zijn ontevreden en komen voor het minste of geringste op straat. Er is niet veel voor nodig om de boel te laten ontploffen.
’Wat me verontrust, naast de segregatie en de islam die moeite heeft om zijn plaats te vinden in onze samenleving, is dat de mensen zo licht ontvlambaar zijn. Alsof je een lucifer bij een blik benzine houdt.’
Vroeg of laat zullen de Europese grenzen het begeven, voorspelt de verteller. De migranten zullen ‘het Rijk uiteen doen spatten als een notendop onder de hak van een schoen’. De grenzen dichtgooien dan maar?
‘Wat sommige politici ook mogen beweren, zolang we in de Europese Unie blijven, kunnen ze niets aan het migratiebeleid veranderen.
’Een opengrenzenbeleid is geen optie, want we kunnen niet iedereen opvangen, dat staat de economische situatie niet toe. Vooral niet als je ziet dat de nieuwkomers niet worden geassimileerd.
’In de wijken waar onze politici wonen zijn er geen problemen, maar in bepaalde Parijse voorsteden zie je alleen nog gesluierde vrouwen en bebaarde mannen over straat lopen.
’De oorspronkelijke bewoners hebben hun buurt in twintig à dertig jaar tijd ingrijpend zien veranderen. Logisch dat ze zich er niet meer thuis voelen. Je hoeft niet extreemrechts te zijn om dat te constateren.
’Er is een citaat van de 18de eeuwse schrijver Pierre Beaumarchais waar ik helemaal achter sta:
“Als je in een ander land gaat wonen, moet je niet tegen de plaatselijke gewoonten ingaan.”
’Je hoeft geen afstand te doen van je identiteit, maar je doet je best om op te gaan in de bevolking en om de plaatselijke gebruiken over te nemen. Als ik naar een islamitisch land ga, dan ga ik ook niet in een string op het strand liggen. Dat vind ik niet meer dan normaal, maar blijkbaar denkt niet iedereen er zo over.’
‘De Italianen en Polen die hier in de mijnen en de staalindustrie kwamen werken, zijn ook niet met open armen ontvangen. Er waren twee generaties voor nodig om ze te assimileren, maar er was één fundamenteel verschil: het waren Europese volkeren en ze hadden dezelfde godsdienst als wij.
’Het grote probleem vandaag is dat er getto’s ontstaan. Daarin schuilt het gevaar.’
Als we u mogen geloven, zal Europa binnenkort uiteenvallen in een groot aantal staten, waar men elkaar zal uitmoorden in naam van God of de Profeet?
‘Zo is het altijd gegaan. De mensheid zit nu eenmaal zo in elkaar. Rijken ontstaan en gaan ten onder, en mensen moorden elkaar uit in naam van een god of bepaalde idealen.
’Ik ben niet zo naïef om te denken dat dat ooit zal veranderen. Die godsdienstige kwesties zijn trouwens niet de meest urgente. Uiteindelijk gaan we toch allemaal dood, want de klimaatverandering maakt geen onderscheid tussen moslims en christenen.
’Ik doe aan alpinisme en beklim al meer dan veertig jaar de Mont Blanc. Ik heb de gletsjers als het ware voor mijn ogen zien smelten, maar de mensen zijn zich nog steeds niet bewust van het gevaar.
’Wat ik ook heel zorgwekkend vind, is de overbevolking. In 1970 waren we nog met 3,5 miljard. Dat aantal is in een halve eeuw verdubbeld. Vooral de bevolking van Afrika groeit explosief. En de politiek staat machteloos, want om die problemen aan te pakken is er een mondiaal beleid nodig.’
Gloort dan nergens een sprankje licht aan de horizon?
‘Mijn hoop is gevestigd op vrouwen. In mijn roman laat ik hen de macht overnemen. Ik zeg niet dat ze beter zijn dan mannen, maar ze vertonen tenminste geen haantjesgedrag en ze zijn niet zo vulgair. Ze zijn intelligenter, gevoeliger en praktischer ingesteld.
’Ergens blijf ik hopen dat het allemaal nog goedkomt. Ik ben een optimistisch gestemde pessimist.’
Philippe Claudel (61)
- Brak in 2003 wereldwijd door met Grijze zielen,
- Bekroond met de Prix Renaudot.
- Daarna gooide de Franse schrijver en filmmaker hoge ogen met Het kleine meisje van meneer Linh (2005), Het verslag van Brodeck (2007), en Archipel van de hond (2018).
- Hij ontving een eredoctoraat van KU Leuven.
- Schemering verschijnt op 12 september 2023
Lees meer interviews
Het leven – Een gebruiksaanwijzing
Bron: De Standaard