Pater Luk verhuisde van school naar school en maakte overal nieuwe slachtoffers. Pater Jan leidde ondanks zijn verleden een tehuis voor jongens in Brazilië. Priester Omer randde in België een kind aan, deed dat in Afrika opnieuw, en nogmaals na zijn terugkeer in België. Bijna even wraakroepend als het leed van de slachtoffers in Godvergeten is het gemak waarmee de daders wegkwamen met het misbruik. In de handel en wandel van drie priesters waren overplaatsingen, geheimhoudingen en intimidatie van slachtoffers de rigueur.
Ayfer Erkul – De Morgen/Humo
‘Een pedofiele pater mocht kwetsbare kinderen opvangen in een weeshuis. Het bisdom was op de hoogte maar deed niks’
Pater Luk Delft (53) maakt geen goede indruk voor de camera van CNN die plots voor hem opduikt in Bangui, in de Centraal Afrikaanse Republiek.
Of hij weet dat er nieuwe klachten van kindermisbruik zijn tegen hem, vraagt de journaliste.
Delft mompelt iets onbestemds en kijkt dan weg. Of hij zijn probatievoorwaarden niet schendt door in Afrika met kinderen te werken in een vluchtelingenkamp? Opnieuw klinkt gemurmel. Na vergeefse pogingen om een zinnig woord uit hem te krijgen, geeft de journaliste het op.
Het is 16 juni 2019, en de reportage van CNN zal de definitieve val betekenen van pater Luk Delft.
Nog geen week later roept zijn congregatie, de Salesianen van Don Bosco, hem terug naar België. Daar wacht hem een proces voor aanranding van kinderen en het bezit van beelden van kindermisbruik.
Het is zijn tweede rechtszaak: in 2012 werd hij al eens veroordeeld voor soortgelijke feiten. Toch kon hij daarna ongehinderd naar Afrika vertrekken om er met kinderen te werken.
Meer nog: wie Delfts carrièrepad bekijkt, ziet een opeenvolging van kunstgrepen om zijn misbruik geheim te houden.
In 2001 is pater Luk Delft opvoeder in het internaat van het Don Bosco-instituut in Sint-Denijs-Westrem. Daar sluipt hij ’s nachts langs de bedden van de jongens, trekt hij voorzichtig hun lakens weg en betast hij hen. Hij bevredigt enkele slapende jongens ook oraal. Twee jongens die wakker worden melden het misbruik bij de beheerder van het internaat. Die neemt onmiddellijk maatregelen: wanneer Delft de feiten halvelings toegeeft, wordt hij ontslagen.
Bij de Salesianen gaat het alarm af: de moeder van een van de slachtoffers wil een klacht indienen bij het gerecht. Ze wordt uitgenodigd voor een gesprek. Of ze zeker is van die klacht, wordt haar gevraagd. Zo’n gerechtelijk onderzoek duurt immers lang, klinkt het, en haar zoon zal verschillende ondervragingen moeten ondergaan. De Salesianen overtuigen de moeder ervan dat een onderzoek de 13-jarige jongen alleen maar zou traumatiseren.
Delft krijgt van zijn oversten een verbod om nog met kinderen te werken in een onderwijs- of gezagsrelatie. Hij moet ook therapie volgen in het forensisch centrum in Antwerpen. Maar die is van korte duur, want in 2002 mag de pater al aan de slag in een andere school.
Delft wordt coördinator in het Don Bosco-instituut in Sint-Pieters-Woluwe, waar jongens vanaf 15 jaar deeltijds onderwijs volgen en waar ook een internaat is. Het personeel wordt er niet op de hoogte gebracht van zijn verleden.
Al snel doen geruchten de ronde dat Delft handtastelijk is en te intiem omgaat met jongens. Door personeelsgebrek wordt hij soms toch ingezet om de jongens te begeleiden tijdens het sporten. Ook in de slaapzaal duikt hij geregeld op.
Zijn oog valt op N.V., een jongen die door een moeilijke thuissituatie in het internaat is geplaatst. N.V. mag van Delft aan de drank van de paters zitten, en drinkt zich vaak lazarus. Op die momenten komt Delft langs om hem te misbruiken, zal de jongen later verklaren tijdens een politieverhoor. Wanneer N.V. wakker wordt, is hij vaak misselijk en heeft hij pijn aan zijn achterwerk – soms bloedt hij. Het misbruik duurt twee jaar, tot N.V. in 2007 de school verlaat.
Een ander slachtoffer is S.D.V., een leerling uit het derde middelbaar. Hij wordt ’s nachts wakker met een natte broek en het gevoel dat iemand hem betastte. Hij ziet een schim wegvluchten van zijn bed. Een andere keer wordt hij wakker en voelt hij dat iemand snel zijn hand wegtrekt en wegloopt. Hij herkent Luk Delft aan de kale plek op zijn achterhoofd.
Het misbruik stopt wanneer enkele oudere jongens ervan horen en Delft onder handen nemen. In 2009 meldden enkele jongens aan de directeur van het internaat dat Delft naar filmpjes van kindermisbruik kijkt op z’n computer. Daarop moet de pater de school verlaten. Niemand doet aangifte bij de politie.
JONGENS IN ZWEMBROEK
Pas in 2010 komt een eerste klacht binnen bij de politie. Een voormalige werknemer van de school in Sint-Denijs-Westrem getuigt over de feiten. Het verhoor van toenmalige leerlingen mondt uit in een proces voor de correctionele rechtbank.
Delft wordt veroordeeld tot 18 maanden met uitstel. Hij mag ook niet meer in een instelling komen waar onderwijs wordt gegeven aan minderjarigen of waar hij een gezags- of vertrouwensrelatie zou kunnen hebben met hen.
‘De Salesianen hebben de aanrandingen van Delft verzwegen en waren nalatig in hun toezicht op de pater: hij kon zonder problemen ’s nachts opnieuw bij kinderen komen’, zegt Lieve Halsberghe.
Ze is mensenrechtenactiviste en zet zich al jaren in voor de slachtoffers van seksueel misbruik in de kerk. Ze is de achternicht van Godelieve Halsberghe, de voorzitster van de commissie-Halsberghe, die de voorloper was van de commissie-Adriaenssens, en heeft de zaak van nabij gevolgd.
‘Na het vonnis van 2012 zou je denken: nu stopt het, nu zullen er toch wel maatregelen volgen? Maar neen hoor, alles werd intern afgehandeld.’
In 2013, een jaar na het vonnis, gaat Delft werken voor Caritas en mag hij naar Afrika reizen. Wat doet hij daar?
Lieve Halsberghe: “Hij wordt directeur logistiek voor de organisatie in de Centraal Afrikaanse Republiek.
“Delft helpt er in vluchtelingenkampen en komt uiteraard ook in contact met kinderen.”
Delft moet om de twee maanden terugkeren naar België om zijn justitie-assistent te zien, maar schendt al snel die probatievoorwaarden. Caritas weet niets van zijn crimineel verleden en in België controleert justitie niet wat Delft in Afrika doet.
Omdat hij in Afrika geen internettoegang heeft, geeft hij zich ginds over aan zwaar kindermisbruik, zo verklaart hij later tijdens een politieverhoor. Dat zou hij na enkele jaren wel afzwakken tot ‘softporno’, zegt hij.
‘Jongens in zwembroek of ondergoed’ waren dan voldoende.
In 2018 voert CNN onderzoek naar misbruik door Salesianen. De nieuwszender neemt contact op met Lieve Halsberghe, en samen komen ze op het spoor van de pedofiele pater in Afrika.
CNN filmt de getuigenis van een jongen uit een vluchtelingenkamp, Alban. Hij verklaart dat hij op 14-jarige leeftijd verkracht werd door Delft. De pater gaf hem kledij en geld.
Na de CNN-reportage kunnen de Salesianen niet anders dan pater Luk terugroepen. Ook Caritas eist een onderzoek en Delfts dossier wordt aan het gerecht overgemaakt.
Het nieuws haalt de voorpagina’s. Niet veel later melden ook slachtoffers uit het Don Bosco in Sint-Pieters-Woluwe zich bij de politie om een klacht in te dienen.
DRAAIBOEK
Overplaatsing, stilzwijgen, opnieuw een overplaatsing, ontmoediging van de ouders om naar het gerecht te stappen: het dossier van Luk Delft is een schoolvoorbeeld van de trukendoos van de kerk.
‘Wanneer een klacht binnenkomt over een pedofiele priester, treedt een officieus draaiboek in werking’, zegt Anne Barrett Doyle, onderzoekster en medeoprichter van BishopAccountibility.org, een Amerikaanse ngo die al twintig jaar onderzoek voert naar misbruik binnen de kerk.
‘Dat draaiboek heeft als belangrijkste doel: priesters beschermen. De kerk streeft niet naar het straffen van daders.
´Het rooms-katholieke strafrecht zegt letterlijk dat het streeft naar het vermijden van een schandaal en de rehabilitatie van de geestelijke.’
Waar kunnen we dat draaiboek vinden?
Anne Barrett Doyle: “Het is geen geschreven document, het gaat veeleer om een patroon. Het kwam aan het licht bij een grootscheeps onderzoek naar aanrandingen door geestelijken in de Amerikaanse staat Pennsylvania.
“Het eindrapport kwam uit in 2018 en was een eyeopener: daarin kwam aan het licht hoe in de afgelopen zeventig jaar meer dan duizend kinderen werden misbruikt door driehonderd geestelijken.
“Uit kerkdocumenten bleek dat het misbruik vakkundig was toegedekt, met medeweten van kerkleiders en het Vaticaan. Opvallend was dat in verschillende bisdommen op dezelfde manier werd gereageerd. De speurders legden een duidelijk patroon bloot.”
‘Een draaiboek om de waarheid te verbergen’, noemde de procureur-generaal van Pennsylvania de praktijken.
Zo wordt bijvoorbeeld consequent gebruikgemaakt van eufemismen: zeg niet ‘verkrachting’, maar ‘grensoverschrijdend gedrag’, niet ‘seksueel molesteren’ maar ‘ongepast contact’.
Ook wordt aangeraden het onderzoek over te laten aan collega-geestelijken, en de politie zeker niet te verwittigen. Geestelijken die kinderen misbruikten, worden best naar een psychiatrisch centrum gestuurd dat bestuurd wordt door de kerk.
Een priester die kinderen aanrandt, mag nog gehuisvest en betaald worden door de kerk.
Wanneer een pedofiele priester wordt overgeplaatst, mogen de parochianen niet weten waarom.
‘Ziekteverlof’ en ‘uitputting’ zijn de geijkte termen als er naar een reden wordt gevraagd. Als de gemeenschap toch weet krijgt van het misbruik, hoeft de priester niet uit zijn ambt ontzet te worden. Er wordt aanbevolen om hem over te plaatsen naar een plek waar niemand weet dat hij een pedoseksueel is.
Het zijn praktijken die advocaat Pieter-Bram Lagae ook tegenkwam in Belgische misbruikdossiers.
Lagae is advocaat in het kantoor van Walter Van Steenbrugge en Christine Mussche. Hij bestudeerde dagenlang de dossiers van operatie-Kelk in de kelders van de federale politie, voor ze moesten worden teruggegeven aan de kerk.
Pieter-Bram Lagae: “Ik kwam vaak brieven tegen van slachtoffers, gericht aan bisschoppen of de kardinaal, waarin het misbruik werd beschreven. De antwoorden waren soms hallucinant.
‘We gaan bidden voor u.’ Of: ‘Het ligt niet in mijn bevoegdheid om iets te doen.’ Terwijl een bisschop of een kardinaal wél die bevoegdheid heeft.
“Het waren altijd ontmoedigende brieven, waarin geen enkel begrip werd getoond voor wat er was gebeurd met de slachtoffers. Vaak werd er ook geen geloof gehecht aan wat het slachtoffer vertelde. Of werd aan slachtoffers aangeraden om zeker niet naar het gerecht te stappen.
“Soms werden advocaten op slachtoffers afgestuurd, om ze te intimideren en te dreigen met gerechtelijke stappen wegens laster.
“Uit de verschillende dossiers blijkt duidelijk dat de kerk de eigen goede naam boven het belang van de slachtoffers plaatste. Die houding heeft ertoe geleid dat slachtoffers geen hulp kregen en dat er nog méér slachtoffers vielen.”
Communiceerden kardinaal en bisschoppen intern over misbruikdossiers?
Lagae: “Ja. Dat blijkt uit de notulen van bijeenkomsten. Ieder bisdom heeft ook kaften met dossiers van seksueel misbruik.
“In een pv stond dat er ook geheime documenten bestonden, maar die hebben we nooit gevonden. Toen het bewijsmateriaal van operatie-Kelk moest worden teruggegeven aan de kerk, hadden de speurders maar 30 procent van die gigantische stapel kunnen onderzoeken. De kans is groot dat die geheime documenten intussen niet meer bestaan.”
BANDIETENVRIEND
Op 14 oktober 2006 publiceert Het Belang van Limburg een paginagroot artikel over Jan Van Dael. Onder de kop ‘Overpeltse pater vangt straatkinderen op in Brazilië’ staat een foto van de man, glimlachend tussen enkele tienerjongens.
Van Dael is dan 68 jaar en werkt er al vijftien jaar met straatkinderen die stelen of dealen om te overleven. Hij wordt er de ‘amigo dos bandidos’ of de bandietenvriend genoemd.
‘Het zat altijd in mij om jongeren te helpen’, zegt hij in het artikel.
Zeventien jaar en verschillende beschuldigingen van seksueel misbruik later, klinken uitspraken als ‘we leven hier als een familie’ erg dubbelzinnig.
De lezer van nu vraag zich af waarom een priester een weeshuis uitbaat waar alleen maar jongens verblijven. En dan ook nog eens in Fortaleza, een stad gekend om zijn kinderprostitutie.
Maar in 2006 is de reputatie van Jan Van Dael nog niet besmeurd en worden die vragen niet gesteld. Pas in 2010, na operatie-Kelk, lopen de eerste klachten tegen ‘de bandietenvriend’ binnen. Pas dan zal blijken dat de priester verschillende keren werd overgeplaatst na gevallen van misbruik, en dat zijn oversten politie noch parochianen waarschuwden.
Pater Jan, die lid is van de priestercongregatie van het Heilig Hart van Jezus, start zijn carrière in Merksem, waar hij van 1966 tot 1976 onderpastoor is. Daar moet hij plots vertrekken. Over de reden wordt niet openlijk gecommuniceerd. De pater begint met een schone lei in Deurne: niemand weet daar dat hij in Merksem jongens heeft aangerand.
Uit de klachten die vanaf 2010 binnenkomen, blijkt dat hij in Merksem jarenlang jeugdkampen organiseerde.
Een van zijn slachtoffers was misdienaar en getuigde dat hij bij Van Dael op de schoot moest gaan zitten en plots diens hand in zijn broek voelde. Dat gebeurde verschillende keren, en de pater kwam dan ook telkens klaar.
Ook in Deurne, waar hij tot 1988 blijft, moet hij halsoverkop vertrekken. Een slachtoffer vertelt hoe hij er tijdens het douchen werd betast en gefotografeerd door de pater.
Hoe hij in Brazilië terechtkwam, vraagt de journalist van Het Belang in 2006. Toeval, zegt de pater. Toen hij tijdens een congres in Brazilië de krottenwijken zag, wilde hij iets doen voor de armen.
Halsberghe: “Dat was onzin: het werd hem ook in Deurne te heet onder de voeten. Hij werkte drie jaar in Rio de Janeiro, maar moest daar vertrekken van de bisschop. Ik vermoed dat er ook toen klachten van misbruik opdoken.
“Hij werd naar Fortaleza gestuurd om de mis op te dragen, maar hij hield zich meer bezig met zijn privéproject, het weeshuis. De bisschop liet hem oogluikend begaan.”
Wat gebeurde er met de klachten tegen hem?
Halsberghe: “Die kwamen eerst terecht bij de commissie-Adriaenssens, maar toen de slachtoffers daar geen gehoor kregen, trokken ze naar het parket. Dat opende in 2011 een nieuw onderzoek, maar oordeelde al snel dat de feiten verjaard waren.
“Er is op een schandalige manier omgegaan met dit dossier. De slachtoffers waren niet uit op een compensatie. Toen ze ontdekten dat hij in Brazilië een weeshuis uitbaatte, maakten ze zich zorgen om de kinderen daar. Daarom hebben ze actie ondernomen.”
Waren er in Brazilië ook klachten?
Halsberghe: “De politie heeft er enkele klachten onderzocht, zonder resultaat. In 2011 namen twee studenten contact op met mij. Ze vertelden dat ze stage hadden gelopen in het weeshuis van pater Jan.
“Enkele jongens hadden hun verteld dat ze werden misbruikt. Pater Jan koos telkens een andere favoriet uit, een jongen voor wie hij dure kleren en cadeautjes kocht.”
De studenten leggen een verklaring af bij het parket. Het duurt tot 2016 voor een onderzoekscommissie naar Brazilië trekt.
Die keert zonder resultaat terug. De speurders hebben alleen de voornamen van de kinderen, en kunnen hen niet vinden.
In 2018 laat het parket weten dat er onvoldoende bewijs is om de pater in beschuldiging te stellen. Intussen eist de congregatie, die de geruchten over pater Jan beu is, dat de man zijn weeshuis in Brazilië opdoekt. Dat verzoek legt Van Dael naast zich neer.
IN ZAÏRE
Van de drie geestelijken in dit artikel spant pater Omer V. de kroon wat betreft het aantal overplaatsingen. Zes zijn het er, met in drie gevallen meldingen van seksueel misbruik.
De eerste meldingen dateren van eind de jaren 60, toen Omer V. les gaf aan het Sint-Lodewijkscollege in Lokeren.
V. moet er vertrekken, en duikt in 1972 op als missionaris in het toenmalige Zaïre. In Kolwezi misbruikt hij jarenlang een tienerjongen. Ook andere jongens beschuldigen hem van misbruik.
In 1988 vindt de bisschop van Kolwezi dat het welletjes is geweest: hij stuurt V. terug naar België. Hij wordt priester in Waarschoot.
Drie jaar later gaat hij aan de slag in Baasrode, in 1992 verhuist hij naar Lutterzele en in 1995 is hij deken in Sint-Amandsberg. Daar randt hij herhaaldelijk een 13-jarig meisje aan.
Geen enkele keer worden de parochianen na een overplaatsing op de hoogte gebracht van zijn verleden. Na de feiten in Sint-Amandsberg wordt Omer V. wel geschorst door het bisdom. Maar in 2009 wordt zijn 50-jarig priesterschap nog luisterrijk gevierd en wordt hij ontvangen op het bisdom.
Intussen zit een van zijn Afrikaanse slachtoffers ook niet stil. Benjamin Kitobo, die emigreerde naar de Verenigde Staten, dient in 2002 een klacht in bij de commissie-Halsberghe. Nadat die in 2009 wordt opgedoekt, neemt hij contact op met Lieve Halsberghe.
Halsberghe: “Benjamin had telefonisch contact opgenomen met Omer V. om hem te confronteren met het misbruik. Hij nam het gesprek op met een bandopnemer.
“V. ontkende dat hij Benjamin jarenlang had misbruikt, maar gaf wel toe dat het één keer was gebeurd.
“Benjamin kreeg in 2005 een schadevergoeding van 25.000 dollar, maar bleef gefrustreerd achter, omdat er geen maatregelen werden getroffen tegen V.”
Omer V. was toen al vaker in Rwanda dan in België.
Halsberghe: “Hij was al in 1996 begonnen met een vzw voor de opvang van Rwandese oorlogswezen. In 2005 was de vzw nog steeds actief en kon Omer V. zonder problemen kwetsbare kinderen opvangen.
“Het bisdom, dat op de hoogte was van zijn verleden, zag er geen graten in.”
Pas in 2011 komt de buitenwereld te weten dat Omer V. een pedofiele priester is. In een artikel in De Morgen wordt alles uit de doeken gedaan. In de jaren erop verschijnen nog verhalen over hem in de media.
Bisschop Luc Van Looy reageert in 2014 en zegt dat V. al in 2010 een verbod kreeg om naar Rwanda te reizen, maar dat de man niet wil gehoorzamen. Omer V. is intussen afgezwaaid.
‘Wat kan ik nog doen als hij niet luistert’, klinkt het. Wel werd het dossier intussen naar het Vaticaan gestuurd.
Halsberghe: “Ik vond het straf dat Rwanda geen maatregelen nam tegen de man. Misschien wisten ze niet eens dat hij een kinderverkrachter was. Ik ben met enkele artikels naar de ambassade gestapt.
‘Kijk, deze man vangt nu weesjes op in Rwanda.’ Pas nadat de ereconsul van Rwanda in België had gehoord over de zaak, werd het visum van V. ingetrokken.”
Een gerechtelijk onderzoek tegen Omer V. komt er niet. De ouders van het 13-jarig meisje in Sint-Amandsberg hebben nooit een klacht ingediend.
Omer V. verkrachtte het meisje herhaaldelijk toen hij haar bijles wiskunde, chemie en fysica gaf.
Pas in 2001, wanneer het meisje volwassen is en mentaal op instorten staat, vertelt ze de onderpastoor over het misbruik. Die meldt het meteen aan het bisdom van Gent.
De ouders van het meisje, die intussen een advocaat in de arm hadden genomen, worden uitgenodigd voor een gesprek.
Ze worden omgepraat: ze zullen niet naar het gerecht stappen. De bisschop bedankt hen daarvoor.
MILD MISBRUIK
In ons land kwamen vorig jaar 47 meldingen binnen bij de kerk van seksueel misbruik door geestelijken. Verwacht wordt dat dat aantal dit jaar zal stijgen, door de indringende getuigenissen in de documentaire Godvergeten.
Lagae: “De verontwaardiging is enorm. Meer en meer mensen zullen in actie komen door het programma.”
Paus Franciscus beloofde enkele jaren geleden beterschap, nadat enkele misbruikschandalen aan het licht waren gekomen. Hij zei dat doofpotaffaires voortaan tot het verleden zouden behoren. Hebt u al een verandering opgemerkt?
Lagae: “In de opleiding van priesters wordt nu meer aandacht besteed aan seksualiteit. Vroeger werd tijdens die lessen alleen over het celibaat gesproken. Nu komt ook aan bod wat priesters moeten doen met hun seksuele gevoelens en hun drang naar intimiteit. Dat is een goede zaak.
“Maar of de kerk ook echt afrekent met de doofpotcultuur? Neen. Recent kwam een vrouw bij ons op kantoor met een straffe getuigenis. Daaruit blijkt dat de kerk nog steeds slachtoffers probeert te ontraden om aangifte te doen bij het gerecht. En in sommige gevallen wordt slachtoffers zelfs voorgehouden dat de feiten verjaard zijn, hoewel dat helemaal niet het geval is!”
Mevrouw Barrett Doyle, ziet u vooruitgang?
Barrett Doyle: “Neen, er is nog steeds geen transparantie. Een slachtoffer weet niet of zijn dossier naar het Vaticaan wordt gestuurd voor verder onderzoek. Een bisschop mag zelf beslissen of hij de klacht waarachtig vindt. Er is geen verplichting om de buitenwereld op de hoogte te brengen.”
Volgens een nieuwe wet van paus Franciscus moet een priester worden ontheven van zijn taken als hij schuldig wordt bevonden door het Vaticaan.
Barrett Doyle: “Let goed op die formulering. ‘Ontheven worden van je taken’ wil niet noodzakelijk zeggen dat je geen priester meer bent.
“Misschien mag zo iemand gewoon geen les meer geven in een school, of de mis niet meer leiden. De wet zegt ook niet dat het gaat om een permanente ontheffing. En nergens staat dat de priester niet mag overgeplaatst worden.”
U pleit al jaren voor nultolerantie. Is die intussen in zicht?
Barrett Doyle: “Neen. Luister maar naar de uitspraken van Franco Coppola, de nuntius, zeg maar de pauselijke ambassadeur, in België.
“Toen er 60 priesters schuldig waren bevonden aan kindermisbruik, zei hij dat het ging om ‘eenmalig misbruik dat op een milde manier werd gepleegd’.
“Volgens hem zou psychologische begeleiding volstaan. Na een schorsing zouden ze opnieuw aan de slag kunnen.
“Ik was geschokt toen ik dat hoorde! Misbruik van een kind wordt afgedaan als ‘mild’? En de kindermisbruiker mag opnieuw werken in een positie waar hij met kinderen omgaat? Welk ander instituut zou zoiets durven te zeggen?”
Het draaiboek is nog altijd van kracht?
Barrett Doyle: “Inderdaad.”
Luk Delft keert half juni 2019 terug naar België. Daar wordt hij gehuisvest in een vestiging van de Salesianen in Sint-Pieters-Woluwe. Dat ligt pal naast… het Don Bosco-instituut, waar hij jongens betastte in de slaapzaal en waar beelden van kindermisbruik werden aangetroffen op zijn pc.
Het onderzoek naar Delft sleepte lang aan, omdat de klachten over het misbruik in Sint-Pieters-Woluwe werden samengevoegd met het Afrikaanse dossier.
In juni van dit jaar kreeg Delft zijn straf te horen van de correctionele rechter: schuldig aan aanranding in de school, schuldig aan bezit van beelden van kindermisbruik, maar vrijgesproken voor de verkrachting van Alban, wegens een gebrek aan bewijzen.
Delft krijgt een effectieve gevangenisstraf van tien maanden.
Jan Van Dael geeft in 2015 in een reportage van het Nederlandse programma Brandpunt toe dat hij een pedofiel is.
‘In de zin dat ik liefde koester voor kinderen. Maar niet in de zin van het seksuele. Ik ben geen pedoseksueel.’
Of zijn congregatie ooit antwoord heeft gekregen op het dossier in Rome, is onduidelijk. In ieder geval staat pater Jan op de website van de congregatie nog in de lijst van paters die dit jaar een jubileum vieren. Voor hem is dat 65 jaar priesterschap.
Waar hij momenteel zit, is onduidelijk.
Waar pater Omer zit, is ook niet geweten. Of het Vaticaan maatregelen tegen de man heeft genomen, evenmin.
© Humo
VRT NWS
Lees ook
Lees alle berichten in deze categorie
Wie vragen heeft of hulp zoekt bij seksueel grensoverschrijdend gedrag, misbruik of geweld kan terecht bij hulplijn 1712.
Bron: De Morgen/Humo