Anton Jäger is historicus van het politieke denken aan het Leuvense Hoger Instituut voor Wijsbegeerte. Zijn column verschijnt tweewekelijks op woensdag. Hij ziet een parallel tussen de situatie van Israël en die van het toenmalige Rhodesië.
Anton Jäger – De Morgen
De speeches laten zich niet zonder een zekere zin voor verbazing bekijken.
Al twee keer gaf Amerikaans president Joe Biden in toespraken toe dat het Israëlische leger zich aan “lukrake bombardementen” te buiten gaat in de huidige campagne tegen Hamas, die ondertussen bijna 25.000 Palestijnen het leven kostte.
Officieel betreft het dus misdaden tegen het oorlogsrecht: het bombarderen van scholen, ziekenhuizen, vluchtelingenkampen. De acties zouden het zenuwstelsel van Hamas kraken.
Gevraagd naar een reactie was Bidens antwoord eenduidig: onvoorwaardelijke steun.
Gerenommeerde advocaten gaven in een open brief aan dat de president daarmee impliciet de oorlogsmisdaden in kwestie lijkt te steunen – op zich geen onproblematische keuze binnen het internationaal recht.
Toch volhardt de regering in haar positie:
“We gaan niets anders doen dan Israël blijven steunen, en zeker niets anders.”
Tegenreacties op die stellingname bleven niet uit. De Portugese diplomaat Bruno Maçaes gaf aan dat dergelijke opmerkingen vooral gespeend zijn van een deugd die Amerikaanse staatsmannen in de twintigste eeuw nog heimelijk probeerden te koesteren: hypocrisie.
REGIONALE OORLOG
Na de Tweede Wereldoorlog hadden de Verenigde Staten de fakkel van het wereldleiderschap overgenomen van het Verenigd Koninkrijk.
Zelfs tijdens de meest extreme episodes van de Koude Oorlog trachtten de VS de pretentie van een zekere onpartijdigheid aan te houden.
Toen Israël in 1982 de Libanese hoofdstad Beiroet bestookte, drong Amerikaans president Reagan bijvoorbeeld aan op een staakt het vuren, met verwijzing naar dode en verminkte kinderen.
Nu lijkt de Israëlische campagne die gepretendeerde leidersrol zelf te bedreigen. Als geopolitieke voogd komen de VS daarmee in nauwe schoentjes te zitten.
Rechtse elementen binnen de Israëlische regering lijken de huidige campagne vooral te gebruiken om een regionale oorlog uit te lokken, waarna behalve de Gazastrook ook delen van Libanon geannexeerd zouden kunnen worden.
De regionale reactie bleef niet uit: Jemenitische Hoethi-rebellen beschoten tankers onderweg naar Chinese havens, terwijl Saudi-Arabië zijn vredesgesprekken met Israël prompt onderbrak.
Vanuit Qatar probeerde buitenlandminister Anthony Blinken nog om de gemoederen te bedaren, maar het manoeuvre bracht weinig zoden aan de dijk.
RHODESIË
Een en ander doet denken aan de situatie die de Britten in de twintigste eeuw hebben gekend.
Halfweg de jaren 1960 verklaarde de blanke apartheidsstaat Rhodesië (dat later Zimbabwe werd) zich bijvoorbeeld onafhankelijk van het Verenigd Koninkrijk.
Het moederland drong aan op een dekolonisatie van de staat die ooit nog vernoemd was naar de Britse goudbaron Cecil Rhodes.
Rhodesië was zowel industrieel ontwikkeld als raciaal verdeeld: een kleine witte minderheid hield de zwarte meerderheid onder de knoet.
De Britten stelden ook voorwaarden: er zou algemeen stemrecht komen voor zowel zwarte als witte Rhodesiërs, en zwarte partijen zouden deelnemen aan verkiezingen.
Dat zon de lokale kolonisten niet. Die zagen de zwarte bevolking vooral als een goedkoop arbeidsreservoir en stelden een geleidelijker emancipatieproces voor. Daarin zouden witte stemmen zwaarder doorwegen dan zwarte.
Wit Rhodesië componeerde vervolgens een onafhankelijkheidsverklaring en behield zijn apartheidssysteem.
De Labour-regering overwoog kort om troepen te sturen, maar schrok uiteindelijk terug voor een invasie. Men vocht niet tegen zijn eigen ‘familieleden’, stelde de Britse premier destijds hovaardig. Vanuit de derde wereld kwamen er verwijten van hypocrisie; maar de premier gold tenminste nog als hypocriet.
Met andere woorden: zelfs een wereldrijk in verval drong aan op een billijker vredesproces dan de huidige Amerikaanse leiders.
Terwijl China openlijk oproept tot een onafhankelijke Palestijnse staat, lijken de Amerikanen hun pretentie tot bemiddeling in het Midden-Oosten niet eens meer te honoreren.
De gevolgen lijken voorzienbaar.
Uiteindelijk viel het witte Rhodesië pas na een lange en bloedige burgeroorlog, waarin guerrilla’s vanuit buurland Angola de koloniale regering ten val brachten.
Lees ook
Klik hier of op de hyperlink hieronder en vind andere columns van
Bron: De Morgen