Bieke Purnelle – Kunnen we alstublieft afspreken dat politici wegblijven uit onze scholen

Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) in zijn ondergoed voor de klas: zoiets moeten we tot elke prijs vermijden, vindt Bieke Purnelle. — © Rob Tv

Jongeren hebben eerst basiskennis over democratie nodig, voor we ze in de klas met de gewiekste promopraatjes van politici confronteren, schrijft Bieke Purnelle.

Bieke Purnelle – De Standaard


Op zondag 9 juni gaat een miljoen jongeren tussen 16 en 23 jaar voor de eerste keer stemmen. Dat is zowat 10 procent van de bevolking.

Voor de jongeren onder de 18 is het een primeur, ook al mogen ze alleen deelnemen aan de Europese verkiezingen, de abstractste van allemaal.

Zo’n enorm potentieel aan nieuwe en kneedbare kiezers valt uiteraard niet te negeren.

Politieke partijen halen alles uit de kast om de bloem der natie aan hun kant te krijgen en dat mag gerust wat kosten, blijkt uit de bedragen die besteed worden aan Tiktok-campagnes en andere sociale munitie.

Ouders, jeugdwerkers en scholen doen al dan niet hun best om de tieners een beetje voor te bereiden op hun eerste stembusgang.

Op een korte golf van politiek protest eind jaren 60 na zouden jongeren namelijk weinig tot niet wakker liggen van politiek.

De jeugd lijkt gebukt te gaan onder een verontrustend gebrek aan interesse, meer zelfs, een regelrechte aversie voor alles wat nog maar naar politiek ruikt.

In werkelijkheid valt het met die desinteresse nogal mee. Uit een grootschalige bevraging van het Jeugdonderzoeksplatform blijkt dat ongeveer de helft van de jongeren geen interesse betoont in politiek, een cijfer dat dicht aanleunt bij de cijfers over de politieke interesse van volwassen Vlamingen.

Misschien moeten we het gewoon anders formuleren: “De helft van de jongeren betoont NOG geen interesse.”

Onderzoek naar de impact van het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd in Oostenrijk wijst immers uit dat de politieke interesse en betrokkenheid van jongeren significant toeneemt als ze zelf mogen stemmen.

Burgerschap is een proces. Mee mogen doen, maakt betrokken.

Noodzakelijke voorwaarden voor betrokken burgerschap zijn:

  • Voldoende kennis over de samenleving

  • Een minimum aan interesse in de thema’s waar politiek zich mee inlaat

  • Een bepaalde mate van vertrouwen in de eigen mogelijkheden om politieke processen te beïnvloeden.

Dat is best veel gevraagd. Niet alleen van de jongeren zelf, maar ook van hun opvoeders.

De kiesleeftijd verlagen vraagt om meer en vroegere burgerschapseducatie, toch als je wilt dat alle jongeren, los van hun sociaal-economische status, even goed voorbereid naar het stemlokaal trekken.

In de aanloop naar de verkiezingen zenden politieke partijen hun profeten dankbaar uit naar onze scholen, om er “in gesprek te gaan” met jongeren, hun uit te leggen waar ze voor staan.

Mijn oudste kwam deze week thuis van zo’n gespreksdag met politici, een gebeurtenis waar hij matig enthousiast over was.

Hoe het geweest was, wilde ik na afloop weten.

“Tja. Het zijn politici”, zei hij. “Die proberen ons te overtuigen. Maar hoe moeten wij weten of wat ze zeggen wel klopt? Ik weet daar allemaal niet genoeg over.”

Waarmee hij vrij accuraat mijn bezwaar over het hele opzet vertolkte.

Voorts vond hij het ook bizar dat hij zich een mening moest vormen over wat voor samenleving hij wenst op basis van een paar praatjes van middelmatige sprekers die hij van “nog wel oké” tot “oersaai” quoteerde.

“Ik zal me echt nog beter moeten informeren”, besloot hij wijselijk. Een besluit dat makkelijker uit te voeren valt als je het geluk hebt om op te groeien in een huis met mensen die je daarbij kunnen en willen helpen.

Ik snap best dat scholen wat anders aan hun hoofd hebben. Ze moeten de minimumdoelen halen en het lerarentekort oplossen, waar zouden ze de tijd vinden om ook nog de politisering van hun leerlingen te tackelen?

Kunnen we afspreken dat we eerst werken aan de basisvoorwaarden voor het gewenste actieve en betrokken burgerschap van jongeren: kennis, interesse en vertrouwen?

Leg hun uit waar verkiezingen over gaan, wat de impact is van hun stem, waar ze correcte informatie vinden, hoe ze een stemtest kunnen doen. Neem de tijd om uit te leggen wat democratie betekent en wat zeker niet.

Dat is veel werk, maar het loont vast meer dan een gewiekst promopraatje van deze of gene politicus zonder enige tegenspraak.

Het goede nieuws is dat leerkrachten het warm water niet hoeven uit te vinden.

Er is heel wat degelijk en beproefd materiaal en inspiratie te vinden bij waardevolle middenveld initiatieven zoals de Vlaamse Jeugdraad (die een compleet lessenpakket ontwikkelde), de Ambrassade en andere, bedacht door mensen die weten hoe je jongeren politiek bewust maakt op een manier die aansluit bij hun leefwereld en appelleert aan hun eigen kritische vaardigheden.

Want die hebben ze. Er is alleen nog wat schaafwerk aan.

Dat we op die manier in een adem vermijden dat er ministers in hun onderbroek voor de klas belanden of dat er veroordeelde racisten door de gangen van onze diverse scholen wandelen, is mooi meegenomen.


Bieke Purnelle is freelance­­schrijver en directeur van Rosa, kennis­centrum voor gender en feminisme. Haar column verschijnt tweewekelijks op vrijdag.


Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) in zijn ondergoed voor de klas: zoiets moeten we tot elke prijs vermijden, vindt Bieke Purnelle. — © Rob Tv
Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) in zijn ondergoed voor de klas: zoiets moeten we tot elke prijs vermijden, vindt Bieke Purnelle.
© Rob Tv

Lees ook

Klik op de hyperlink en ontdek meer berichten van

Bieke Purnelle


Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven