Jeroen Olyslaegers, schrijver en columnist voor De Morgen, onderzoekt de ethische en filosofische implicaties van artificiële intelligentie en hoe het onze kijk op de mensheid uitdaagt.
Jeroen Olyslaegers – De Morgen
Laten we haar Anna noemen. Haar ouders hebben een doorsnee inkomen.
Wanneer Anna naar de lagere school gaat, heeft ze al een digitale assistente, aangestuurd door AI. Ze heeft de naam van haar assistente zelf gekozen, met behulp van de assistente. Ze heet Mia.
Mia moet uiteraard worden betaald. Dat gebeurt via een abonnement.
De maandelijkse som is klein, maar het is wel voor de rest van Anna’s leven. De voordelen zijn onwaarschijnlijk.
Mia screent Anna immers op een speelse manier. Zij weet van Anna wat ze graag doet en wat haar talenten zijn. Die informatie wordt cruciaal voor Anna’s toekomst.
AI heeft zich helemaal geworteld in deze maatschappij die een voorkeur heeft voor efficiëntie, kostenbesparing en tijdsbeheer.
Nog voor Anna naar de middelbare school gaat kan haar digitale assistente haar trainen op waar ze héél goed in is en waarin ze nog beter zal worden.
Anna blijkt redelijk te scoren in talen, maar ze heeft een formidabel organisatietalent, veel empathie en is oplossingsgericht. Daar wordt ze door de assistent voortdurend in geholpen.
Anna heeft zelden het gevoel dat ze naar ‘school’ gaat. School is voor haar wat ze in groep doet. Een echt schoolgebouw is er niet meer.
Leerkrachten begeleiden een proces van bewustwording over samenleven, collectieve mentale hygiëne, sociale interactie, morele begrippen, kritische groepsvorming.
Het collectieve wordt dus extern begeleid, het individuele vrijwel niet.
Er is immers geen enkele leerkracht die Anna zo goed kent, zo goed helpt als haar digitale assistente.
Bewegende avatar
Alles wat Anna aan Mia communiceert vormt een onuitputtelijke databank, ook door anderen eindeloos leesbaar.
Mia beheert mee Anna’s consumptiepatroon en al haar voorkeuren. De kans is redelijk te noemen dat Mia mee de partner zoekt voor Anna.
Ze zal haar behoeden voor een hoop valkuilen in haar leven, maar niet voor alles. Mensen veroorzaken immers vaak chaos in hun leven en daar kan ook een Mia weinig aan verhelpen.
Ze vindt niettemin een partner, er komen twee kinderen en uiteindelijk wordt er een evenwicht gevonden tussen gezin en werk.
Wanneer Anna een gemis voelt, brengt Mia haar het mediteren bij. Ze was er ook als eerste bij om Anna voor een mogelijke lichamelijke kwaal te behoeden. Geen enkele dokter kan zo specifiek een andere mens screenen.
Anna weet dat indien ze naar Mia luistert qua eten en beweging ze van een lang leven zal kunnen genieten, binnen de geijkte parameters bepaald door haar erfelijke belasting, stressbeheer en het milieu waarin ze leeft, zoals luchtkwaliteit, aanwezigheid van groen, enzovoort.
Terwijl Anna na dat lange leven aan het sterven is wordt ze omgeven door haar kinderen en kleinkinderen.
Ze zijn verdrietig omdat haar lichaam het opgeeft. Maar ze weten ook dat Anna nooit helemaal zal verdwijnen. Mia wordt immers het etherische lichaam van Anna.
Anna zal na haar dood altijd weer kunnen worden opgeroepen. Mia zal als Anna raad kunnen geven, gewoon luisteren naar haar nazaten, antwoorden met haar stem en met een bewegende avatar van haar.
De kinderen zullen bijvoorbeeld Anna als jonge moeder kunnen oproepen en haar daar vragen over kunnen stellen. Dat weet iedereen.
Dood zal nooit meer echt dood zijn. Zolang het abonnement betaald blijft.
Hunkerend naar bevestiging vraag ik aan ChatGPT om mee na te denken over deze toekomstige Anna.
Ik krijg te horen dat het belangrijk is “om te erkennen dat de toekomst van AI niet volledig voorspelbaar is en dat er diverse perspectieven en mogelijke uitkomsten zijn.
Het is verstandig om na te denken over de mogelijke implicaties van AI en actief te blijven debatteren over hoe we deze technologie op een verantwoorde en ethische manier kunnen inzetten.”
Oké, maar hoe ziet Anna er bijvoorbeeld uit?
“Anna zou fysiek kunnen worden omschreven als een vrouw van gemiddelde lengte, met een slanke maar gezonde lichaamsbouw. Haar gezicht is levendig en expressief, met warme ogen die nieuwsgierigheid en empathie uitstralen.
“Ze heeft een heldere glimlach die haar vriendelijkheid en openheid weerspiegelt. Haar donkere haar valt in zachte golven rond haar gezicht en reikt tot halverwege haar rug.
“Anna heeft een energieke uitstraling en haar houding straalt zelfvertrouwen en vastberadenheid uit.”
Met welke actrice kan ze worden vergeleken? “Emily Blunt.”
Ongeremde superintelligentie
Wat ik heb geschreven is volgens mij een zeer beperkte, veel te eenvoudige benadering van wat de impact van AI kan zijn.
Op Facebook krijg ik te horen dat mijn scenario al zoveel keer verbeeld werd of uitgelegd in romans, filmscenario’s en TED-talks.
Wie AI een beetje tracht te volgen is een leek die zich voelt ingeperkt in de parameters van een scifiwereld die dra werkelijkheid kan worden.
Ik vraag aan mijn maat Jonathan Berte, oprichter van het AI-platform en bedrijf Robovision om zich eens over mijn tekst te buigen.
Natuurlijk hebben we binnen enkele jaren een AI-assistent naar keuze, met de stem, avatar en stijl van ons eigen idool, laat hij weten.
Maar wie zal de controle hebben over deze assistenten: grote bedrijven of de opensourcegemeenschap?
Deze vraag is uiterst actueel, en de technologiereuzen staan op dit vlak lijnrecht tegenover elkaar.
Yann LeCun van Meta, een vooraanstaande AI-deskundige, pleit vurig voor open source. Volgens hem wegen de risico’s qua veiligheid en individuele privacy niet op tegen het gevaar dat superintelligentie gecentraliseerd wordt bij enkelen, zoals de teams rond Sam Altman van OpenAI en Satya Nadella van Microsoft.
Stel je voor dat reclame niet meer als zodanig herkenbaar is, of dat politieke partijen bedrijven betalen om via jouw AI-assistent informatie te filteren of keuzes te sturen.
Aan de andere kant van dit spectrum waarschuwt Sam Altman voor de gevaren van een ongeremde superintelligentie.
Wat als terroristen hierdoor eenvoudiger aan explosieven kunnen komen? Hij stelt daarom voor om het gesloten te houden en dit te laten controleren door bedrijven.
Na deze uiteenzetting pleit Jonathan voor een visie van openheid, naar een nieuwe Linus Torvalds (oprichter van Linux) die ons naar algemene kunstmatige intelligentie (AGI) leidt met een transparant systeem dat iedereen toelaat bij te dragen.
In de jaren negentig stonden we voor een soortgelijke keuze met besturingssystemen zoals Unix en Windows, die plots veel invloed kregen op ons leven.
Een groep onbezoldigde pioniers, de moderne geuzen, legden toen de basis voor wat nu het meest gebruikte besturingssysteem ter wereld is.
Toekomstverhalen
Dit toekomstige orakel van Delphi, dat alle menselijke kennis en geheimen zal bevatten – zo schrijft hij me – kan wellicht ook helpen om maatschappelijke beslissingen transparanter en efficiënter te maken, zoals een milieueffectenrapport of een besluit over een nieuwe buslijn.
En als we echt ambitieus zijn, waarom dan niet de succesmaatstaf van een land – nu nog uitgedrukt in bruto binnenlands product – vervangen door een graadmeter die beter het welzijn van mens en natuur meet?
Dit zijn de kwesties waar we als samenleving voor staan, en de keuzes die we maken zullen ons lang beïnvloeden…
Jonathan leert me hier een en ander, niet enkel over de uitdagingen waar we voor staan, maar ook over mijn manier van denken en aanvoelen die ik met velen onder u deel.
Wanneer nieuwe technologie wordt geïntroduceerd gaan we door een intens emotioneel proces dat meestal met doem of euforie, angst of optimisme te maken heeft.
In mijn verbeelding doken Anna en haar assistente Mia op. Maar die beeldvorming is onbewust beïnvloed door andere verhalen in verschillende formats.
Verhalen zijn besmettelijk.
Onze verhalen over de toekomst zijn meestal gebaseerd op een verheviging van de huidige parameters. We houden van wat drama en vervreemding, van een schok of een visioen en tegelijk springen we losjes om met ChatGPT.
We roepen tegelijk een totalitaire staat en een digitaal luilekkerland op, zonder noodzakelijk kennis te nemen van de echte krachtmeting die achter deze technologie huist.
We denken als onheilsprofeten, toekomstige geabonneerden of slachtoffers.
We denken te weinig als burgers die in een heden leven waarvan de toekomst nog niet vast staat.
Het vraagt om een actief debat, liet ook ChatGPT me weten.
Bron: De Morgen