Anton Jäger is historicus van het politieke denken aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte en De Morgen-columnist. Hij aanschouwt het Vlaams charmeoffensief van Bouchez en co. en waarschuwt voor de gevolgen van een rechtse federale regering. ‘Het vooruitzicht voor die rechtse regeringen is niet monochroom rooskleurig.’
Anton Jäger – De Morgen
‘Een decennialange saneringskuur komt met een politiek prijskaartje: een verslechtering van publieke diensten stimuleert radicale partijen’
Het bleef een opvallend gezicht: Hans Maertens, topman van de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka, samen aan tafel met MR-leider Georges-Louis Bouchez en Maxime Prévot van Les Engagés, ter gelegenheid van de Waalse regeringsvorming in Namen.
De uitnodiging mocht dan symbolisch lijken, een woordvoerder van het MR-hoofd zag er alvast meer in.
“De tegenstelling is niet noord tegen zuid, maar links tegen rechts”, noteerde John Hendrickx, Nederlandstalig persverantwoordelijke voor Bouchez na afloop van het conclaaf.
Wallonië reikte volgens hem “de hand aan Vlaanderen” als “eerste handelspartner” voor “wederzijdse investeringen en goede arbeidsmobiliteit.”
Unizo-topman Danny Van Assche pleitte na de uitnodiging ook voor “een betere interregionale arbeidsmobiliteit zodat Waalse werkzoekenden ook in Vlaanderen kunnen werken”.
Dat Vlaamse charmeoffensief is een logisch gevolg van de stemuitslag op 9 juni. Zowel het zuiden als het noorden van het land schoven toen naar rechts.
De conclusie van Bouchez is onwrikbaar: een staatshervorming waarbij de sociale zekerheid verder wordt gesplitst zou hem in eigen regio een disciplinair wapen ontnemen.
In de plaats hoopt hij de economische achterban van de N-VA te paaien, die de Vlaams-nationalisten dan kan overtuigen nog eens voor de communautaire koelkast te kiezen.
Want het rechtse beleid waarnaar Vlaanderen zo lang snakte wordt nu mogelijk zonder verdere splitsing van het land.
Dat geldt vooral voor arbeidsmobiliteit. Aangezien het voor Voka politiek risicovol blijft om buiten Europa werkkrachten te zoeken, zou het activeren van Waalse werklozen een handige tussenoplossing bieden. De grens tussen werken en niet-werken wordt daarmee scherper, waardoor het euvel van de Vlaamse arbeidstoevoer zou afzwakken.
Daarvoor moeten de werkloosheidsuitkeringen beperkt in de tijd, maar zonder de sociale zekerheid gewestelijk over te hevelen. Die blijft immers een federale aangelegenheid.
Zelfs de gezondheidszorg hoefde voor Bouchez niet verder gesplitst – enkel de controle van de ziekenfondsen over de uitbetalingen moest worden afgebouwd.
Daarmee trekt Bouchez de befaamde ‘bocht van Bracke’ uit 2014 verder door en stelt dat een regering zonder PS op zich al een staatshervorming is – maar nu radicaler.
Ook in eigen regio hoopt Bouchez de buikriem stevig aan te halen. De hoop is om als een Henegouwse Javier Milei de PS-staat tot gecontroleerde ontploffing te brengen, zonder een verlenging van de financieringswet aan te vragen, waarmee Bart De Wever (N-VA) confederale concessies zou kunnen afdwingen.
En als alle Belgische staatsniveaus collectief hervormen, is er van communautaire ongerijmdheid geen sprake meer – of van Europese sancties.
Het vooruitzicht voor die rechtse regeringen is niet monochroom rooskleurig.
De Belgische vakbondsbeweging ziet nu bijvoorbeeld op vier niveaus een besparingsregering tegemoet – federaal, Waals, Vlaams en Brussels.
Dat getrapte offensief heeft iets dreigends, maar maakt coördinatie ook gemakkelijker.
Waals vakbondsman Thierry Bodson gaf al aan genadeloos actie te voeren tegen het aankomende besparingsfront, zeker nu zijn zusterpartij PS voor de oppositie opteert.
Een tweede Zweedse krachtmeting dient zich daarmee aan, maar nu multilateraal.
Bodson hoopt ook op Vlaams niveau op verzet tegen dat front, vooral nu De Wever aangeeft weer te willen snoeien in zorg en onderwijs, twee dominante uitgavenposten. Ook daar zijn de sociale risico’s niet min.
Zoals De Wevers voormalige voorbeeld van de Britse Conservatieven aangeeft, komt een decennialange saneringskuur met een politiek prijskaartje: een verdere verslechtering van publieke diensten stimuleert radicale partijen en doet de groeicijfers op den duur kelderen.
Een decennialange saneringskuur komt met een politiek prijskaartje: een verdere verslechtering van publieke diensten stimuleert radicale partijen en doet de groeicijfers op den duur kelderen
Daarbij voegt zich een omineus internationaal klimaat. Een verslag van een Amerikaans automagazine gaf aan dat de laatste lading elektrische wagens van Chinese makelij zonder moeite hun Europese equivalenten overklassen. Niet alleen door gulle staatssubsidies, maar ook op vlak van kwaliteit en infrastructuur.
De gevolgen voor de Duitse exportindustrie waren volgens het blad niet te overzien: Von der Leyen sprak ook deze week nog over hogere invoerrechten voor Chinese import.
Bovendien maakte de Duitse schuldenrem – een quasigrondwettelijke beperking op het aantal staatsuitgaven – samen met de Europese constructie een robuuste industriepolitiek uitermate moeilijk.
En dan wordt er nog gezwegen over de kosten van de Russische oorlog in Oekraïne.
Een Vlaamse economie die zichzelf steeds als aanhangwagen van de Duitse locomotief heeft gezien maakt zich terecht zorgen om die ontwikkelingen.
Want hoe onverbiddelijk men in België en Vlaanderen ook bespaart, globale verschuivingen laten zich moeilijk keren.
Lees ook
Klik hier of op de hyperlink hieronder en vind andere columns van
Bron: De Morgen