Tourist LeMC – Er zit geen groot principe achter mijn desinteresse, ik heb er gewoon geen zin meer in

Tourist LeMC - Beeld Humo

Er is geen grote globetrotter verloren gegaan aan Tourist LeMC. Ondanks zijn naam verdwaalt hij het liefst in zijn eigen hoofd. Voor al de anderen brengt hij zijn best of Onderweg uit. En route langs de songs, dromen en gedachten die van Johannes Faes (39) de succesvolste Vlaamse rapper ooit hebben gemaakt.

Katia Vlerick – De Morgen/Humo


‘Nu de kinderen wat groter worden, droomt mijn vrouw Marta er hardop van de wereld rond te trekken. Ik niet echt.’

Tourist LeMC


Johannes Faes wilde in het Rivierenhof afspreken, die groene long van Antwerpen met dat amfitheater, het OLT, waar hij in september zijn najaarstournee aftrapt.

Maar liefst vier keer na elkaar zal Tourist LeMC hier spelen voor allicht zijn meest diverse publiek ooit.

Sinds hij dit jaar voor de tweede keer aanschoof in Liefde voor muziek heeft ook uw oma hem ontdekt.

En dus belandden de songs, van onder meer Clouseau en School Is Cool die hij in dat televisieprogramma de speelse Tourist-behandeling gaf – een vleugje reggae hier, een streepje blues daar – op Onderweg, naast de eigen hits ‘Spiegel’, ‘En route’, ’Horizonet les autres.

We zitten in Bar Stark, aan de ingang van het park. Het is tien uur ’s ochtends en den Tourist is al even onderweg: zijn drie zonen Gabriël, Emmanuel en Leon zijn naar school gebracht, straks heeft hij een afspraak in Brussel.

Onthutsende vaststelling: de man van ‘Mijn stad’ (en ‘ni die van a’) woont nu écht niet meer in ’t Stad.

Johannes Faes: “Ik ben enkele maanden geleden met het gezin van Hoboken naar ‘het Bos van Antwerpen’ verhuisd, dat gebied van Kalmthout tot Zoersel. Voor het eerst in mijn leven woon ik in het groen. Ik beklaag het me niet.

“Ik vind het nog steeds leuk om de stadsdrukte op te zoeken, maar evengoed om thuis te komen en de vogels te horen tjirpen.

“Maar naar mijn gevoel woon ik nog altijd in ’t Stad, hoor. In ’t Bos van ’t Stad.

“Ik hoor er ook meer plat Antwerps dan tegenwoordig in Antwerpen-centrum (lacht).”

Het rudimentaire ‘Liefde liefde’, uit 2010, is zowat het oudste nummer op Onderweg. Als je nu kijkt naar de Johannes Faes uit de Seefhoek die dat schreef, wat zie je?

“Ik zie een jongen die niet wist wat de mogelijkheden waren en niet verder kon kijken dan zijn leefwereld. Ik vind dat nog steeds moeilijk: vér dromen. Je hebt mensen die dat kunnen.

“Dat vind ik dus crazy, mensen die creatief zijn in hun dagdromen. Ik wilde wel op een podium staan, maar dan zag ik een podiumpje in het jeugdhuis om de hoek.

“En als ik vroeger langs het Sportpaleis fietste, heb ik geen enkele keer gedacht: ooit wil ik hier staan (in 2019 stond Tourist LeMC in het Sportpaleis, red.). Ik had zelfs die fantasie niet.”

Kom je nog weleens in de Seefhoek?

“Ik heb er geen oma’s, tantes, ooms of ouders meer wonen – iedereen is verhuisd. Daardoor kom ik er niet meer zoveel, maar ik zal op tijd en stond weleens poolshoogte nemen in pakweg de Handelsstraat.

“Wat couleur locale opsnuiven, een msemen bestellen, een Marokkaanse pannenkoek die ze daar voor je neus bakken.

“De Seefhoek was in mijn tijd al behoorlijk divers. De tweede stadsvlucht was al bezig, de Marokkanen trokken er al weg richting de rustiger stadsrand.

“Ik woonde er tussen Marokkanen, Turken en Afrikanen, nu zijn er veel Syriërs, Afghanen, Irakezen…

“Als je een idee wilt krijgen van wat er in de grote wereld beweegt, moet je gewoon even door zo’n wijk wandelen.”

De liefde heb je destijds ook niet ver moeten zoeken: je vrouw Marta Mataczynska was je buurmeisje in de Seefhoek.

“Het buurmeisje van mijn oma, bij wie ik ook even heb gewoond toen ze wat slecht te been was.

“Ik ben ook heel honkvast. Marta wil heel graag de wereld rond trekken, nu de kinderen wat groter worden, droomt ze daar hardop van. Ik niet echt.

Wannes Van de Velde heeft ooit gezegd: ‘Ik ga wel op reis in mijn hoofd.’ Ik ben net zo.

“Ik ben ooit met 11.11.11 naar Congo geweest. Heel leerrijk, maar om nu weken in het buitenland te zitten: nee, dat trekt me echt niet aan.

“Ik ga wel graag op reis – deze zomer hebben we vrij om met de kinderen naar het zuiden te trekken – maar liefst niet te lang. En niet te ver.”

Beeld Charlie De Keersmaecker
‘Leerling van de stad, evengoed kind van de Midi’: je ging met je ouders vaak op vakantie bij je grootmoeder in Zuid-Frankrijk. ‘Tramontane’, een song daarover, kon niet ontbreken op Onderweg. Ik stel me dan voor dat de Franse hiphop van IAM en NTM de soundtrack van die jeugdige zomers was.

“Ik luisterde ginds naar de hiphopzenders, maar mijn broers en hun vrienden luisterden hier in Antwerpen al volop naar Franse hiphop.

“Parijs, Marseille: de leefwereld waarover de Fransen rapten, lag dichter bij de onze dan die van de Amerikaanse rappers.

“Van IAM en NTM heb ik mijn manier van rappen afgekeken. De flow van de Fransen is anders dan die van de Amerikanen.

“Ik ken te weinig Frans om in die taal te rappen, maar Akhenaton van IAM heeft me meer beïnvloed dan eender welke Amerikaanse rapper.”

Waarnaar luister je tegenwoordig?

“Naar van alles, van Franse hiphop tot de Nederlandse pop van dames als Merol en Froukje: dat speelse, dat gedurfde trekt me aan.”

Staat Tourist LeMC vaak in Nederland op het podium?

“Ik heb drie jaar in Nederland kunnen optreden, en daarna is dat gestopt. Ik vind dat geen ramp: de markt is er gewoon oververzadigd.”

Is het probleem niet gewoon dat ze je daar niet verstaan?

“Dat doen ze in West- Vlaanderen ook niet (lacht).”

Dankzij Roméo Elvis en Angèle zijn we hier eindelijk weer naar Franstalige Belgische muziek beginnen te luisteren. Kan een Vlaamse rapper omgekeerd iets gaan doen in Wallonië?

“Nee. Ik kan in Brussel optreden, maar in Wallonië niet.

“Dat vind ik wel jammer, want ik krijg altijd een vakantiegevoel als ik naar het zuiden van ons land rijd.

“Helemaal het tegenovergestelde van naar Nederland rijden – dat voelt altijd als werken.”

‘Nu de kinderen wat groter worden, droomt mijn vrouw Marta er hardop van de wereld rond te trekken. Ik niet echt.’
Beeld Charlie De Keersmaecker

ZAGEN OP EEN ANDER

In je grote doorbraaksong ‘Koning liefde’ uit 2015, maakte je ‘le bilan’ op: ‘Want ik heb gekwetst, belogen, vals gespeeld / Ik moest nog veel leren over vrouwen en respect’. Als je nu de balans opmaakt: welke passages moeten er zeker anders in die tekst?

“Ik zou die song gewoon niet meer hoeven te schrijven.

Dirk De Wachter zegt het vaak: ‘Wat je gelukkig maakt, is je relatie met andere mensen.’

“Tien jaar geleden moest ik die song schrijven als een reminder aan mezelf, nu ben ik compleet doordrongen van het besef hoe gezegend ik ben, ook al klinkt dat geitenwollensok.

“Dat vind ik zelfs de waanzinnigste vaststelling als ik naar die compilatie kijk: hoe er zich in al die jaren een heel leven rond en tussen die songs heeft genesteld:

“Een gezin met drie kinderen, een stevig netwerk van vrienden en familie en – hout vasthouden – ik heb nog geen grote malheurs begaan of gekend.”

Tom Barman zei onlangs in Humo: ‘Het vaderschap is een vorm van stress die ik mezelf, misschien onbewust, niet op de hals heb willen halen. Als ik iets doe, wil ik het goed doen. Ik weet niet hoe ik in de eerste vijftien jaar van dEUS in godsnaam een goeie papa had kunnen zijn.’ Heb jij altijd vader willen worden?

“Ja. Dan liep ik hier vroeger met Marta in het park en zeiden we tegen elkaar: ‘We hebben het hier wel gezien met ons tweetjes, het wordt tijd om er iemand bij te halen.’”

Dat dilemma van Tom Barman heb je nooit gehad?

“Ik snap wat Tom zegt, dat je altijd íéts moet verwaarlozen. Drie kinderen, dat vraagt veel tijd. De tijd die rest, steek ik in mijn muziek. Vriendschappen krijgen daar weleens onder te lijden.

“Maar dEUS is een groep die veel internationaal getourd heeft, mijn werkterrein is Vlaanderen. Ik kan ook wat huishouden doen.

“Ik heb redelijk veel tijd om thuis te zijn, optreden is voor ’s avonds. Ook Marta, die portretten schildert, kan haar agenda plannen.”

‘Welkom’ schreef je in 2018 voor je oudste zoon Gabriël: ‘De wereld van vandaag vroeger lag ik er wakker van / Maar nu dat ge hier zijt voel ik mij vreemd genoeg relaxed.’ Met de drie kinderen die jullie intussen hebben en de instabiliteit in de wereld: ben je nog even relaxed?

“Welnee, dat is dus omgeslagen. Toen die kleine werd geboren, dacht ik: fuck it, laat me hier maar in mijn kleine bubbel zitten. Wat ik vreemd vond, want ik zag andere andere mensen zich net wel zo’n zorgen beginnen te maken zodra ze vader of moeder werden.

“Tegenwoordig is die angst bij mij ook wel wat terug. Terecht, toch? Wie maakt zich geen zorgen over de toekomst, en vooral die van onze kinderen?

“Tegelijk ben ik niet iemand die dan rechtveert: en ík moet daar iets aan doen! Ik probeer ook maar dag na dag te overleven, zoals de meeste mensen.”

Die ongerustheid uitte je in je recente single ‘De ander’, die je ook op Onderweg zette.

“Met al die onlinekanalen is het gemakkelijker dan ooit om te zagen op een ander, maar die ander, dat ben je zélf.

“Ik geloof trouwens niet dat mensen meer zagen dan vroeger, het is gewoon gemakkelijker geworden doordat we de hele tijd op onze telefoon zitten.”

Nu je zelf naar de rustiger groene rand buiten de standskern bent opgeschoven: voel je rond je de verrechtsing?

“Die beweging is al een tijdje aan de gang: stadscentra worden linkser, buiten de stad zijn de mensen bang dat de tramlijn wordt doorgetrokken of boos omdat de bus níét meer rijdt.

“Ik ben gaan stemmen, maar daarna heb ik het allemaal niet meer gevolgd. Ik weet enkel dat de N-VA de winnaar van de verkiezingen is, eerder dan Vlaams Belang. Wat me tevreden stemt, omdat het erger kon.

“Er zit geen groot principe achter mijn desinteresse, ik heb er gewoon geen zin meer in. Op dat vlak ben ik de voorbije jaren zeker cynischer geworden.”

Het is dat cynisme dat zovelen op extreemrechts heeft doen stemmen. Begrijp je dat?

“Ja. En iets begrijpen en begrip hebben voor iets zijn twee verschillende dingen. Ik keur die keuze niet goed, maar ik begrijp de onvrede die aan de basis ervan ligt.

“Tegelijk begrijp ik niet hoe je voor een partij kunt stemmen die aan onze rechtsstaat wil knabbelen.

“Ik hoorde op de radio dat advocaat.be aan de alarmbel heeft getrokken: vooral Vlaams Belang, de PVDA en de N-VA hebben voorstellen die tegen de rechtsstaat indruisen.

“Ik snap niet dat je, gesteld dat je zoals ik dat radiobericht hebt gehoord, op zo’n partijen kunt stemmen. Maar ik begrijp vanwaar de impuls komt.

“Het is in mijn ogen ook niet dat het volk zomaar cynischer is geworden, de politiek heeft dat veroorzaakt door er een farce van te maken.

“De politiek moet eerst haar geloofwaardigheid terugkrijgen wil ze de mensen weer mee krijgen Maar de bomma moest ook al niets van politiekers hebben. Misschien is het iets van alle tijden.”

dEUS is een groep die veel internationaal getourd heeft, mijn werkterrein is Vlaanderen. Ik kan ook wat huishouden doen.’
Beeld Charlie De Keersmaecker

TIERLANTIJN

Zowat heel Vlaanderen denkt dat ‘Spiegel’, je duet met Raymond van het Groenewoud, ‘Tierlantijn’ heet. Hoe kwam je op dat catchy tierlantijntje?

“Echt, geen idee. Ik heb geen spraakgebrek, maar toch een zeker gebrek aan vocabulaire. Daardoor maak ik rare woordkeuzes.

“Ik ben soms jaloers op eloquente mensen die prachtige volzinnen bouwen. Misschien is dat gebrek aan eloquentie van me wel een voordeel in de songschrijverij.

“Ik moet wroeten naar woorden, krijg dan rare ingevingen, zodat ik denk: what the fuck, van waar komt dat nu?

“Zelfvertrouwen heb ik nooit gehad in de muziek.”

Zegt de man die het Sportpaleis al liet vollopen en altijd de kalmte zelve blijft, die geen barstje in zijn harnas laat zien.

“De drang om me te uiten was er altijd al, maar ik ben ook altijd heel onzeker geweest over wat ik kan.

“Ik heb intussen wel een zekere formule beet om te schrijven, maar die heeft weer met dat zelfvertrouwen te maken: ik mag mezelf niet zitten tegen te werken. Ik móét denken: ik kán schrijven.

“Het is dus nog steeds een beetje boksen tegen die onzekerheid, maar dat is niet per se slecht: ik heb nog altijd het gevoel dat er groeimarge is. Daardoor ben ik zelfs benieuwd naar de muziek die ik in de toekomst zal maken.”

In oktober word je veertig. Kijk je daarnaar uit?

“Ik voel wel een premidlifecrisis opkomen. Niet dat ik een motor wil kopen, maar ik denk wel: amai, veertig, als ik nog dingen wil doen, moet ik ze nu in gang zetten. Want, fuck, binnen tien jaar ben ik vijftig. Niet dat het leven dan voorbij is, maar…

“Een heel simpel voorbeeld: ik voel wel de drang om mijn conditie wat op te krikken. Ik heb nog nooit in mijn leven een goede conditie gehad.”

En wat doe je daar dan aan?

“Niks. Maar het zit wel in mijn kop dat ik het niet moet blijven uitstellen.”

Toen Humo naar aanleiding van vijftig jaar hiphop een aantal Belgische hiphoppers samenzette, moesten Blu Samu en Shaka Shams tafelgenoot Flip Kowlier googelen.

“Allez?”

Kowlier zat er niet mee in: ‘’t Hof van Commerce heeft iets betekend voor de generatie van Zwangere Guy, maar dit is wéér een andere generatie.’

Kowlier en ’t Hof had indertijd de chance dat ze de enigen waren, met hun West-Vlaamse boom-bap hiphop.

“Net zoals ik ook op het juiste moment kwam met iets wat niemand deed, iets tussen rap en kleinkunst.”

Maar er is maar één Vlaamse rapper die het Sportpaleis al heeft gevuld. En iederéén kent Tourist LeMC.

“Dat Sportpaleis, of toch zeker de Lotto Arena, dat had Flip Kowlier met ’t Hof van Commerce ook gekund als hij van Antwerpen was en niet van West-Vlaanderen.

“Ik heb het geluk dat ik van ’t Stad ben en dat die grote zaal hier toevallig staat. Ik denk echt dat dat in mijn voordeel heeft gespeeld.

“Gisteren had ik op straat nog een ‘fan’ die me herkende, en die me niet herkende. ‘O, hier sè, Metejoor passeert hier.’

“Ik hoor dat dikwijls tegenwoordig (lacht).”

‘Ik weet zeker dat er diehards zijn die mijn deelname aan ‘Liefde voor muziek’ uitverkoop vinden. Maar ik ben allang geen hiphoppers’ hiphopper meer.’ Beeld Charlie De Keersmaecker
Waarmee we bij je deelname aan Liefde voor muziek zijn beland. Ik hoorde een K3-lid je in het recente seizoen van dat programma – je was zelf niet in de buurt – ‘een megadroogkloot’ noemen.

(lacht) Ik moest even slikken toen ik dat hoorde, dat geef ik toe. En dat ze dat erin laten. Maar wellicht doen ze dat omdat het gewoon ook klopt. Ik ben geen tafelspringer.

“Paniek, enthousiasme… Ik ken al die gevoelens, maar ik temper ze gemakkelijk.

“Zeker in zo’n gezelschap, met rasentertainers als Stan, trek ik me graag terug in de rol van observator.”

Liefde voor muziek heeft zeker mee de muren gesloopt tussen wat al dan niet ‘credibel’ is in de muziek. Heb je zelf met die vraag geworsteld voordat je drie jaar geleden voor het eerst aan dat programma deelnam?

“Toch wel, ja. Maar uiteindelijk zeg je: fuck that. We hebben het daar achter de schermen ook wel over gehad.

“Iemand als Regi ligt er nu eens niks wakker van wat men in de alternatieve hoek van hem denkt. Hij maakt toch de ene hit na de andere.

“Het zijn vooral alternatieve muzikanten die kritiek hebben op populaire dingen en wakker liggen van hun eigen imago.

“Maar dat is allemaal aan het kantelen, en dat is goed. Al weet ik zeker dat er diehard hiphoppers zijn die mijn deelname aan zo’n programma uitverkoop vinden.

“Maar ik ben allang geen hiphoppers’ hiphopper meer, ik sta in verschillende werelden. Dat is net eigen aan Tourist: ontheemd zijn, nergens 100 procent thuishoren. I love it.

“Ik zit ook gráág in de tv-wereld. Om het werk zelf én je leert er leuk volk kennen.”

Je bracht eerder dit jaar op Streamz De harde kern, onder meer over de diehards van voetbalclub Royal Antwerp. Wat vond je van de kritiek dat die documentairereeks je als kijker achterlaat ‘zonder harde inzichten over de dadendrang van casuals’?

“Er zijn twee recensies van verschenen, die het programma allebei eerder afbraken.

“Ik denk: omdat ze geschreven zijn vanuit een antigeweldhouding. Dan snap ik dat zo’n docu niks voor jou is.

“Maar naar mijn gevoel werd er wél een verklaring gegeven: de harde kern zoekt elkaar op voor de kick, omdat ze het plezant vinden om te vechten.

“Vind ik dat angstaanjagend? Ja. Keur ik dat af? Niet per se.

“In en rond de stadions geweld veroorzaken, dat is iets anders. Dan betrek je er mensen bij die er niks mee te maken hebben. Maar als mannen elkaar in een bos willen opzoeken om te vechten: who cares? Als dat is wat ze graag doen in het leven.

“Hoe groepen al dan niet samenleven, dat is een onderwerp dat me intrigeert. Dat komt door die jeugd in de Seefhoek: ik was vaak de enige Belg tussen de Marokkanen, of het enige ‘Marokkanenvriendje’ tussen de Belgen.

“Documentaires maken is ook iets wat ik graag zou blijven doen. In een onbekende, nieuwe wereld stappen: dat is een prachtig alternatief voor verre reizen maken (lacht).”

Tot voor kort kluste je nog bij als maatschappelijk assistent: twee nachten per week deed je de nacht in een centrum voor kwetsbare gezinnen. Stel dat het televisiewerk toch stopt: zou je nog kunnen terugkeren naar die job?

“Dát zou het probleem niet zijn. Het probleem zou zijn: afkicken van de spotlights.

“Het is plat om te zeggen, maar optreden, camera’s: dat is verslavend. Zelfs voor een nuchtere mens als ik, die daags na zijn optreden in het Sportpaleis gewoon op de fiets springt naar zijn werk.

“Ik zou die aandacht missen, dat geef ik grif toe.”

© Humo


Tourist LeMC - Beeld Humo
Tourist LeMC – Beeld Humo

Bron: De Morgen/Humo

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven