Oriana Skylar Mastro wijst ons op een ongemakkelijke waarheid: voor de Amerikanen is wat in Oekraïne gebeurt veel minder van tel dan het lot van Taiwan. Zeker nu de Chinese militaire macht almaar meer op punt staat, kantelen de berekeningen. “Een conflict is onvermijdelijk, maar het kan wel eindeloos uitgesteld worden.”
Annelien De Greef – De Standaard
Zieners
Hoe kunnen we de radicale veranderingen begrijpen die onze wereld ondergaat?
In de reeks ‘zieners’ zoeken we houvast en inspiratie bij vooruitziende denkers.
In deze aflevering: de Amerikaanse onderzoekster Oriana Skylar Mastro.
Mastro is als professor verbonden aan Stanford University waar ze zich op de militaire macht van China toelegt.
In het verleden werkte ze onder meer voor het conservatieve American Enterprise Institute.
Mastro staat met een been in de academische wereld en met een been in het Amerikaanse leger waar ze een kwart van haar tijd doorbrengt.
Momenteel adviseert ze het Amerikaanse ministerie van Defensie rond zijn China-strategie.
Ze heeft ook het oor van de inlichtingendiensten.
Mastro is de auteur van Upstart, how China became a great power waarin ze ontleedt hoe China uit het niets een grootmacht werd.
Ze studeerde Aziatische Studies aan Stanford University en heeft een doctoraat op zak van Princeton University.
Ze spreekt Mandarijn.
“Amper dertig jaar geleden was de vrees nog dat Taiwan China zou aanvallen”
Oriana Skylar Mastro
“Mama, gaan de Verenigde Staten vanaf nu echt alle oorlogen verliezen?”
Oriana Skylar Mastro was onlangs op stap met haar kinderen, toen haar zesjarige een onverwachte vraag stelde.
Ze luisteren te vaak mee als hun moeder interviews geeft over de militaire macht van China om er niet ongerust van te worden, vertelt ze aan de telefoon vanop een Italiaans eiland, waar ze met vakantie is.
Ze lacht, maar is meteen ook ernstig.
“Ik denk dat mensen niet goed beseffen hoe ver vooruit China militair al staat. Intussen is iedereen vergeten dat de Amerikaanse regering tot de jaren 90 vreesde dat Taiwan een aanval op China zou uitvoeren om zijn onafhankelijkheid door te drukken.
“Het Taiwanese leger was toen veel sterker dan het Chinese. Niemand maakt zich vandaag nog zorgen om dat scenario.”
Haar blik is bijzonder: met één oog kijkt ze naar China als onderzoekster aan Stanford University, het andere oog dient het Amerikaanse leger.
Ze kent de academische wereld en weet wat er in het Pentagon leeft.
In haar nieuwe boek Upstart, how China became a great power ontrafelt Mastro op indrukwekkende wijze de strategie die China in staat stelde om zo snel zo sterk te worden.
De militaire metamorfose van het land is daarin cruciaal. In 2000 had China nog 4 miljoen soldaten in dienst, maar veel verder dan samen heel luid “ingerukt, mars” roepen, kwamen die niet.
“Hun aantal bewees vooral hoe achtergesteld ze waren. De Chinese zeemacht was een veredelde kustwacht. Zelfs tot vijftien jaar geleden hadden de Chinezen niet eens schepen die in volle zee konden varen.
“Ze hadden geen duikboten en de eerste nucleaire onderzeeër die ze bouwden, verging tijdens zijn waterdoop.”
Het was niet te land, niet ter zee, en al helemaal niet in de lucht.
“De Chinezen hadden geen vliegdekschepen en hun piloten konden jarenlang niet in de nacht of over water vliegen. Pas tien jaar geleden kon het Chinese leger voor het eerst in volle vlucht bijtanken.”
Fast forward naar vandaag en Amerikaanse analisten kunnen niet anders dan verbaasd vaststellen dat China hen op heel wat vlakken – zeker als het om hoogtechnologie gaat – voorbijgestoken heeft.
Zo testte het drie jaar geleden als eerste land ter wereld hypersonische nucleaire raketten, om maar iets te noemen.
Voor wie in de schaduw van al het andere wereldnieuws China militair consequent in de gaten blijft houden – zoals Mastro doet – kwamen er alleen al de laatste weken weer heel wat puzzelstukjes bij om het plaatje nog wat verontrustender te maken.
Aan het begin van de zomervakantie, enkele dagen nadat de Navo tijdens haar top in Washington China verweten had een “cruciale rol” te spelen in de oorlog die Rusland voert, hielden Chinese en Wit-Russische soldaten in primeur samen militaire oefeningen op enkele kilometers van de Poolse en Oekraïense grens.
Niet veel later voerden China en Rusland onder hun tweetjes militaire kunsten uit in de Zuid-Chinese Zee – de spanningen zijn daar de laatste tijd te snijden.
En nog in juli verwees het Japanse ministerie van Defensie in een nieuw witboek voor het eerst naar de stijgende onrust tussen China en Taiwan om te besluiten dat de veiligheidssituatie van het land “sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog nooit ernstiger en complexer” was.
“Het valt niet uit te sluiten dat ook hier in de regio iets gelijkaardigs gebeurt zoals de Russische agressie tegen Oekraïne.”
Genoeg om even van te bekomen in volle zomerrust, hoewel Mastro er een hekel aan heeft als Taiwan en Oekraïne in een adem genoemd worden.
“Die twee conflicten zijn in haast niets met elkaar te vergelijken. Ik hoor vaak zeggen dat als Rusland verliezen lijdt, de Chinezen ook wel twee keer zullen nadenken over hun ambities in de eigen achtertuin, maar dat is onzin.
“Waarom denken we dat de Chinezen zich aan de Russen spiegelen als ze dat zelf helemaal niet doen?
“Daarnaast voert Rusland een landoorlog. Een conflict rond Taiwan zou een zeeslag worden, wat militair als water en vuur is.
“Oekraïne vecht bovendien terug tegen Rusland, terwijl Taiwan zich nooit tegen China zou kunnen verdedigen zonder een echte Amerikaanse interventie.
“En sowieso is Oekraïne economisch, politiek en strategisch eigenlijk niet belangrijk voor de toekomst van de internationale orde. Taiwan wel.”
Dat zien Europeanen wellicht toch net iets anders.
“Wel, sorry om het zo kras te stellen, maar Europa staat niet meer in het hart van wat echt belangrijk is voor de wereldorde.
“Het is een beetje zoals toen de VS in volle Koude Oorlog in Vietnam gingen vechten. Was dat belangrijk? Zeker wel, maar het was niet zo belangrijk als Berlijn verdedigen.
“Nu zijn de rollen omgekeerd en is Azië strategisch veel belangrijker dan Europa.
“Wat er in Oekraïne gebeurt, doet er regionaal natuurlijk wel toe, maar het is niet zo dat de wereldeconomie bijvoorbeeld zal instorten door dat conflict.”
Dat is ook waar J.D. Vance als kandidaatvicepresident meteen op leek aan te sturen: dat Washington de blik van Kiev naar Taipei moet verleggen. Maar doet het er dan niet toe hoe Rusland aangepakt wordt, al was het maar om een domino of inspiratie te verhinderen?
“Er zijn veel Amerikanen, zoals Stanford-collega H.R. McMaster (gewezen national security adviser van Donald Trump, red.), die erop hameren dat autocraten overal ter wereld aangemoedigd zullen worden als Oekraïne aan zijn lot overgelaten wordt.
“Ik wil toch waarschuwen voor het gevaar van slechte strategische keuzes. Amerikanen zetten misschien veel middelen in op conflicten elders, maar de Chinezen doen dat niet. Zij vechten geen oorlogen uit buiten hun grenzen.
“Het kost de VS heel veel. Laat mij benadrukken dat ik niet wil zeggen dat we onze steun aan Oekraïne moeten stopzetten. De manier waarop we het land nu steunen, kunnen we eindeloos volhouden zonder dat het onze doelen in Azië in het gedrang brengt.
“Maar als je mij vraagt of we ook troepen moeten sturen, dan zeg ik heel overtuigd: nee.”
Taiwan is voor China een haast existentieel dossier, maar waarom markeren ook de VS het in fluostift op de wereldkaart? Of om het met de recente woorden van Donald Trump te zeggen: het ligt uiteindelijk 15.000 kilometer verder.
“Er zijn veel redenen om in te zitten met het lot van Taiwan. Het kan een kwestie van de verdediging van de democratie zijn of een manier om te verzekeren dat cruciale technologie niet in de handen van de Chinezen valt.
“Maar nog vóór Taiwan een democratie was – en dat is nog niet zo lang het geval – en voor TSMC dé wereldspeler werd op het vlak van chipproductie, hadden de VS al gezworen het eiland te beschermen.
“Voor de Amerikanen is de verdediging van de internationale orde de geopolitieke inzet. Ze willen China niet zomaar de toekomst van het continent laten bepalen.
“De Chinezen houden echt goed in de gaten waarmee de Amerikanen hen allemaal laten wegkomen. Ze testen de grenzen af.”
“China gaat Japan of Australië nooit bezetten. Maar hun economische en politieke macht is zo groot dat ze met chantage de koers van die landen kunnen bepalen.
“Door Taiwan in te lijven, zouden ze een grens verleggen die problematisch is voor Washington in de toekomst. Ze kunnen dan ook militair hun macht afvinken.
“Voor Peking is Taiwan echt cruciaal. Er is geen andere kwestie waarover ze zo vastberaden zijn. Er is een discussie rond de Senkaku-eilanden met Japan en ook de Spratly-eilanden veroorzaken spanningen in de Zuid-Chinese Zee.
“Die plekken zijn strategisch, maar er woont niemand. Taiwan is een eiland van 30 miljoen mensen en van een totaal andere orde, want het is ook de inzet van wie de machtsstrijd om de Stille Oceaan wint.”
Om dat Rubicon-moment te verhinderen zullen de Amerikanen China moeten blijven afschrikken. Maar de Chinezen weten toch dat de VS niet staan te springen om een oorlog te beginnen rond Taiwan?
“Dat is inderdaad een gigantisch probleem. Een van de regels van de ‘deterrence’ (afschrikking, red), is sowieso dat je ingrijpt voor het te laat is.
“Het is niet zo dat de Amerikanen helemaal geen impact hebben. Zonder hun druk zouden de Chinezen Taiwan misschien al lang ingenomen hebben. En als Trump president wordt en zegt dat ze het mogen hebben, zullen ze daar wellicht ook meteen toe overgaan, maar het klopt dat we hen niet genoeg afschrikken.
“Dat de Chinezen hun leger nog niet gestuurd hebben, heeft meer te maken met hun inschatting dat het moment nog niet daar is dan met schrik. Ze willen hun militaire kracht wellicht eerst nog meer op punt zetten.
“Het Chinese leger heeft zich er jarenlang op toegelegd om impact te kunnen hebben op Amerikaanse operaties. In staat zijn om onze schepen te laten zinken, bijvoorbeeld.
“Dat is iets anders dan zelf een schip inzetten en daaraan werken ze volop. Dat is de bocht van president Xi Jinping.”
In uw boek schrijf u dat de Chinezen de Amerikanen op heel wat vlakken al kloppen.
“Het is niet zo dat de Chinezen in alles beter zijn dan de Amerikanen, maar de oorlog die de VS op het Aziatische continent zou beginnen, is anders dan de oorlog die China er moet voeren.
“China moet macht uitstralen over 300 kilometer, de VS moet een afstand van duizenden en duizenden kilometers overbruggen.
“Het verschil in wat ze politiek en militair moeten inzetten om hun doelen te bereiken, is ook groot. Wij moeten onze bondgenoten in de regio toegang vragen tot hun militaire basissen en zelfs hopen dat ze mee gaan vechten.
“Wat China andere landen vraagt, is veel eenvoudiger: niets doen en zich niet mengen. Het is dus niet alleen een kwestie van macht en kracht.”
Als je het zo bekijkt, lijkt Taiwan sowieso een verloren zaak?
“De VS zijn erg goed in zaken op het laatste moment toch nog in orde krijgen, maar nu begint het wat mij betreft toch erg spannend te worden.
“We komen op het punt dat Amerikaanse experten met een blik op de wereldkaart tot de conclusie zullen komen dat ze een oorlog alleen nog kunnen verliezen. Maar daar zijn we nog niet.
“Ik zeg graag dat een conflict rond Taiwan onvermijdelijk is, omdat de doelen van China en de VS niet te verzoenen zijn, maar het kan wel eindeloos uitgesteld worden met de juiste strategie.”
Hoe belangrijk zijn de Amerikaanse verkiezingen voor het lot van Taiwan?
“Heel belangrijk. Onze afschrikkingsstrategie steunt op hoe sterk we in Azië staan en dat wordt bepaald door hoeveel landen ons toegang willen geven tot hun militaire infrastructuur.
“Dat is alweer een groot verschil met China dat toegang heeft tot alle militaire basissen die het wil. Wij moeten het hebben van onze banden met landen als Japan en de Filipijnen, waarin de regering van Joe Biden veel geïnvesteerd heeft.
“Ik was net verschillende weken in Japan en daar ving ik de ongerustheid op over een tweede termijn voor Trump.
“Veel landen zullen ons in dat geval niet meer willen helpen, omdat ze hem niet vertrouwen, en terecht. Vier jaar Trump kon je nog als een anomalie zien, maar acht jaar zou een paradigmashift zijn.”
Al jaren beloven Amerikaanse presidenten een ‘pivot’ naar Azië die er nooit echt gekomen is. In een nieuw boek van twee analisten, Lost decade: the U.S. pivot to Asia and the rise of Chinese power, wordt dat de “grootste beleidsblunder genoemd sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog”. Bent u het daarmee eens?
“Ik ben het daar helemaal mee eens. Er werd gewoon nooit echt geloofd dat die bocht zo belangrijk zou zijn. Niemand dacht dat China echt zo machtig zou worden.
“Ik hoorde het jarenlang in het Pentagon: dat het niet nodig was om een strategie te bedenken om de macht van China te temperen, omdat het land het probleem wel zelf zou oplossen door in te storten.
“Daardoor hebben we ook niet geïnvesteerd in al die landen in het Globale Zuiden, waarvan Peking wel werk maakte.
“Wij deden geen moeite om de banden met een land als Indonesië aan te halen, omdat we het gewoon makkelijker vonden om nog wat meer met het Verenigd Koninkrijk of Duitsland te praten.
“Kijk naar de statistieken die ik mijn boek aanhaal over het aantal bezoeken naar die landen. Er zijn veel plekken waar een Amerikaanse president nog nooit een voet zette. Dat kan van Xi niet gezegd worden.”
Hoe komt het dat we nu zo verbaasd lijken over het ontwaken van de Chinese draak? Een kwestie van overmoed en arrogantie of gewoon een heel slimme strategie van China? Deng Xiaoping zei het ooit al: wacht je tijd af, verberg je kracht. Het is exact wat China deed.
“Het is niet helemaal onze schuld dat we het niet zagen, dat was net de strategie.
“De Chinezen hebben hun militaire opbouw lang uitgesteld omdat ze beseften dat ze anders alarmbellen zouden laten afgaan.
“Lange tijd gebeurde er dus helemaal niets en leek het alsof het land alleen economische en politieke ambities had en geen militaire.
“Ze bleven ook herhalen dat ze gewoon een ander soort land waren. Maar er was zeker ook hubris van onze kant. We zagen hoe ze de zaken anders aanpakten en dachten dat ze het dus wel verkeerd voor moesten hebben.”
“Het Belt and Road Initiative (een project van grote infrastructuur in onder meer wegen en spoorlijnen in het buitenland, red.) is daar een goed voorbeeld van.
“Amerikaanse analisten dachten eerst dat die nieuwe Zijderoute pas een strategische bedreiging zou worden als er ook militaire basissen op neergepoot zouden worden. En dat gebeurde niet.
“Maar China pakte het zo anders aan dat we niet beseften dat het land er toch onze belangen mee aan het schaden was.
“Ja, ze hebben veel inspanningen geleverd om landen economisch afhankelijk te maken, maar het Belt and Road Initiative was nooit alleen maar een economisch verhaal. Het maakt deel uit van een grotere strategie.
“Zo heeft Peking een heel netwerk aan landlijnen om op terug te vallen als de Amerikanen hen langs zee zouden blokkeren. Ze zijn dat allemaal al heel erg lang aan het uitdenken en uitbouwen.”
U schrijft in uw boek dat ze vaak keurig de regels van het internationale spel speelden om de indruk te wekken dat ze maar daarna de boel gewoon naar hun hand zetten. Zo aasden ze op de topfunctie bij Interpol om die instelling daarna massaal Chinese dissidenten te laten oppakken.
“China begon meer te investeren in VN-vredesmissies en ze traden door de jaren heen tot meer internationale instellingen toe.
“Ze tekenden ook akkoorden over wapencontroles. Maar dat ging vaak om zaken die ze sowieso toch niet van plan waren, maar waarvan wij ons niet konden voorstellen dat ze het niet zouden willen doen. Alleen beseften we niet hoe goed ze uiteindelijk zouden zijn in het manipuleren van die hele architectuur.
“Ze aasden op de topfuncties, zoals in het geval van Interpol, of op zitjes, zoals in de VN-Mensenrechtenraad en konden zo mee de agenda in hun voordeel kantelen.
“Het punt is dat we voortdurend met onze bril keken en zo te vaak onterecht gerustgesteld waren.”
Is er dan helemaal niets dat wij nog kunnen doen?
“Er is een belangrijke rol weggelegd voor Europa, maar ik heb soms de indruk dat jullie die rol niet willen spelen.
“Voor de Chinezen is de economische relatie met Europa echt cruciaal. Als jullie hen zouden laten boeten voor hun relatie met Rusland, dan zouden ze die relatie aanpassen.
“Nu merken ze dat ze Rusland kunnen laten doen en zelfs steunen zonder dat ze daarvan de gevolgen moeten dragen.
“Ik zeg inderdaad dat Europa strategisch niet meer zo belangrijk is, maar dat is ook jullie keuze. Jullie zouden een grote impact kunnen hebben op het land.
“Maar hoe strategisch willen jullie nog zijn?”
Lees ook
Lees andere gesprekken in deze reeks
Bron: De Standaard