De Palestijnse universiteitsprofessor Zakaria Shehab (38) heeft het noorden van Gaza nooit verlaten. Hij ziet van dichtbij hoe het Israëlische offensief, na een jaar, opnieuw losbarst in Jabalia.
Samira Ataei – De Standaard
“Wij lijden elke dag duizend keer opnieuw.”
Zakaria Shehab
In zijn 38-jarige bestaan is er niets geweest wat Zakaria Shehab van zijn thuis heeft weg gedreven. Geen enkele internationale beurs kon de universiteitsprofessor overtuigen Gaza, ondanks al zijn problemen, voorgoed te verlaten.
Hij was tevreden over zijn leven als docent Frans in het dichtbevolkt strookje Palestijns land.
Met zijn vrouw Soha (33), hun dochters Assel (11), Nour (9) en Ro’a (1), en zoon Fadi (7) had Shehab zich gevestigd in de wijk Alghbari, dicht bij de stad Jabalia.
In dit gebied begon het Israëlische leger vorig jaar zijn tegenoffensief om Hamas “met wortel en tak” uit te roeien.
De Palestijn liet toen de oproepen tot evacuatie links liggen. Shehab zei ons daarover vorig jaar in oktober:
“Als het Israëlische leger ons vraagt om van het noorden naar het zuiden te gaan, waar moeten die één miljoen inwoners in het zuiden dan naartoe? Wij zouden op straat belanden.”
De massale exodus was zonder hem en zijn familie.
Shehab bleef in Jabalia en vertelde hoe militaire vliegtuigen aanvallen op vluchtende gezinnen uitvoerden.
In de eerste weken van de oorlog had De Standaard frequent contact met Shehab.
Via foto’s, video’s, spraakberichten en telefoongesprekken gaf de Palestijn in de zeldzame momenten van contact een unieke inkijk in het oorlogsleven in noordelijk Gaza.
Tot de verbinding almaar slechter werd en Shehab soms maandenlang van de radar verdween.
Ondertussen heeft Israël, in de schaduw van de oorlog in Libanon, van noordelijk Gaza opnieuw zijn mikpunt gemaakt.
Op beelden van vorige week was te zien hoe de aanval op Jabalia in alle hevigheid losbarstte, met vele tientallen doden tot gevolg.
Ook al waren onze berichten van eind augustus, begin september en begin oktober onbeantwoord gebleven, toch zochten we opnieuw contact met Shehab.
We zitten vast
Het is dinsdagavond, iets voor acht. Ping. Bericht uit Gaza.
“Tot nu toe gaat het goed met ons”, zegt Shehab in een spraakbericht van ruim zeven minuten.
“We zijn nog altijd in Jabalia. Het leger heeft onze wijk nog niet bereikt. Maar ze zijn niet ver weg.”
Israël zegt dat er “aanwijzingen” zijn dat Hamasstrijders in noordelijk Gaza “opnieuw terroristische infrastructuren” aan het bouwen zijn. Het riep de overgebleven inwoners, naar schatting zo’n 300.000 mensen, op om te evacueren.
Ook Shehab krijgt berichten en telefoontjes met Israëlische verzoeken om het noorden te verlaten.
Deze keer kán de Palestijn – zelfs mocht hij willen, zegt hij – niet vertrekken.
“We zitten vast”, zegt Shehab.
“We zijn al meermaals op de vlucht geslagen vanwege de Israëlische bommen. Elke ochtend worden we wakker met een melding om naar het zuiden te gaan, maar hoe moeten we dat doen? Er is een dubbele blokkade in het noorden van Gaza.”
Shehab legt uit dat naast de corridor, die alles ten noorden van Gaza-Stad van de rest van de landstrook afsnijdt, Israël door zijn aanvallen op Beit Lahiya, Beit Hanoun en Jabalia nog een ‘corridor’ creëert.
Daarmee bedoelt hij dat het noorden van Gaza nog eens in tweeën gesplitst wordt, waardoor de steden dubbel geïsoleerd worden.
Slapen op brokstukken
“Begrijp je wat ik je probeer uit te leggen?”, gaat Shehab verder.
“Wij worden voor het blok gezet. Niet één keer, maar twee keer. Tegelijkertijd gaan de aanvallen gewoon door.
“Het Israëlische leger valt aan met militaire vliegtuigen, tanks, drones en quadcopters, chaque jour.
“De zogenaamde doelwitten zijn burgers die zich eenvoudigweg op straat bewegen, of zich op het verwoeste dak of balkon van een huis begeven.”
“Wat moeten we doen?”, gaat Shehab verder.
“We worden bedreigd en gewaarschuwd, maar kunnen nergens heen. Het noorden wordt zo goed als volledig geblokkeerd, en in Gaza-Stad is het merendeel van de gebouwen ook verwoest. Schuilplekken blijven daar ook een doelwit van het Israëlische leger.
“Er is hier een slachting aan de gang.”
Zijn stem klinkt rustig. Hij stottert soms, maar maakt elke zin af.
“Er is na een jaar oorlog geen verschil meer te zien tussen een huis of een straat. Hier zijn geen tenten zoals in het zuiden. De meesten slapen op de brokstukken van vernietigde huizen, of op straat. Alle schuilplekken die voorhanden waren, zoals scholen of moskeeën, worden omgevormd tot dezelfde berg puin.”
“Nu valt Israël het noorden opnieuw binnen,” gaat Shehab verder, “met, in tegenstelling tot de eerste keer, wel degelijk een plan.
“Israël wil het hele noorden inlijven, maar moet eerst af van alle burgers. En dus worden wij op elke mogelijke manier gedwongen om weg te gaan. Wij worden wakker en worstelen de hele dag door.”
Honderd familieleden kwijt
“We worstelen om water te vinden, om eten te voor onze kinderen te vinden. Mijn kinderen zijn al meermaals ziek geworden als gevolg van ondervoeding. Er is een systematisch gebrek aan voedsel, behalve de occasionele blikken kikkererwten.
“We worstelen om medicijnen te vinden. En ’s avonds worstelen we om een veilige slaapplek te vinden. We zijn gedoemd om ons dagelijks leven als marionetten door te brengen.”
“Het is niet alleen mijn realiteit”, gaat Shehab verder.
“Dit is het dagelijkse leven van duizenden andere gezinnen. Ik ben al meer dan honderd familieleden kwijtgeraakt. Israël heeft vorig jaar tweemaal een bloedbad tegen mijn familie aangericht.
“In oktober verloor ik meer dan 70 mensen die op de vlucht waren en dachten dat ze veilig waren.”
“In december bombardeerde Israël een wijk van tien huizen, waarbij ik 27 dierbaren verloor. En nu is mijn broer zijn voeten kwijt, en mijn zus haar been.
“Wij lijden elke dag duizend keer opnieuw. En dit alles gebeurt voor de ogen van deze stille wereld.”
Lees ook
Overzicht
Lees meer berichten in deze categorie
Bron: De Standaard