Extreemrechtse politici verachten cultuur maar proberen er toch invloed op uit te oefenen, schrijft Ilja Leonard Pfeijffer, omdat de huidige politieke strijd vooral een culturele oorlog is waarin traditionele waarden verdedigd worden tegen globalisering en verandering.
Ilja Leonard Pfeijffer – De Morgen
‘De toenemende polarisatie tussen links en rechts gaat niet over de economie. De strijd gaat niet eens over immigratie’
Ilja Leonard Pfeijffer
Deze beschouwing begint in Otterlo, in de Nederlandse provincie Gelderland, waar in de rustieke bossen op de Houtkampweg 6 het Kröller-Müller Museum is gevestigd.
Van 29 april tot 3 september 2023 was daar een expositie te zien, die was getiteld Het futurisme & Europa. De esthetiek van een nieuwe wereld.
Deze unieke overzichtstentoonstelling over het futurisme en zijn invloed op de andere stromingen van de Europese avant-garde, waaraan vijf jaar was gewerkt en waarvoor sleutelwerken uit de hele wereld in bruikleen waren gegeven, was dermate belangwekkend dat zij de Nederlandse krant NRC inspireerde tot maar liefst twee grote beschouwingen, die op 3 mei 2023 werden gepubliceerd.
Het was de bedoeling dat de tentoonstelling vervolgens naar Italië zou reizen.
Vanwege de Italiaanse wortels van het futurisme en vanwege het grote aantal werken van Italiaanse kunstenaars dat was tentoongesteld, was dat niet meer dan logisch.
Er was een akkoord met het MAXXI, het museum voor moderne kunst in Rome. Alles was al geregeld, maar toen de curatoren zich vervoegden bij het Italiaanse ministerie van Cultuur voor de allerlaatste formaliteiten, stuitte de procedure op een persoonlijk veto van minister Gennaro Sangiuliano.
“Die tentoonstelling maken wij”, zei hij.
De minister van Cultuur blokkeerde de komst van de tentoonstelling omdat deze door buitenlanders was gemaakt.
Sappig schandaal
Om dit verhaal, dat deze week naar buiten is gekomen, beter te begrijpen moet ik vijf dingen uitleggen.
Ten eerste was Sangiuliano niet alleen lid van de regering van de neofascistische premier Giorgia Meloni, hij is ook een overtuigd fascist.
Al in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw, in de tijd waarin dat nog allerminst bevorderlijk was voor een politieke carrière, was hij lid van de Movimento Sociale Italiano, de politieke partij die de erfgenaam was van de fascistische partij die door Benito Mussolini was opgericht en die inmiddels is opgegaan in de partij van Meloni.
Het tweede punt is dat het futurisme een inspiratiebron voor het fascisme is geweest.
Mussolini heeft zelf verklaard dat zijn gedachtegoed voor een groot deel is gevormd door Filippo Tommaso Marinetti (1876-1944), de grondlegger van de futuristische beweging.
Dus voor iemand met de politieke oriëntatie van Sangiuliano is een expositie over het futurisme niet zomaar een expositie.
In zijn visie zou zo’n tentoonstelling dienstbaar moeten zijn aan het doel om de Italiaanse eigenheid en de wortels van het fascisme te propageren.
Waarom komt deze informatie nu pas in de openbaarheid? Dat brengt mij op mijn derde punt.
Onlangs, op 6 september jongstleden, is Sangiuliano afgetreden als minister van Cultuur vanwege een schandaal rond zijn minnares Maria Rosaria Boccia, dat alle opera’s en operettes in sappigheid naar de kroon steekt en dat ik graag uitvoerig uit de doeken zou doen als onze tijd van leven niet zo beperkt was.
Kennelijk werd het door de betrokkenen te riskant geacht om kritiek op zijn beslissingen te uiten terwijl hij nog minister was.
De timing van dit nieuws wordt overigens ook bepaald door het feit dat onlangs is aangekondigd dat de opening van de futurismetentoonstelling die Sangiuliano zelf heeft geëntameerd, is uitgesteld.
Die tentoonstelling is al bij voorbaat een flop. Geen enkel museum van aanzien wil zijn medewerking eraan verlenen door werken in bruikleen te geven. Dat is het vierde punt.
“Het is een fout te denken dat iedereen een tentoonstelling in elkaar kan flansen”, zegt de kunsthistoricus Fabio Benzi, die de curator was van de gecancelde tentoonstelling.
“Zoals het een fout is te denken dat iedereen minister van Cultuur kan worden.
“Het is eveneens een fout te denken dat een minister richting mag geven aan de cultuur van een heel land en dat hij de geschiedenis ervan mag herschrijven.”
Maar Fabio Benzi, is dat geen Italiaanse naam? Dat is mijn vijfde en laatste punt over deze affaire.
De ironie wilde dat de grote futuristen tentoonstelling in de bossen van Otterlo door een Italiaan was gemaakt.
De Doemberg op
De bemoeienis met de futuristen is niet de eerste demonstratie van culturele profilering die de extreemrechtse regering van Italië aan de dag legt.
Op 16 november 2023 vond in de Galleria Nazionale d’Arte Moderna e Contemporanea in Rome in aanwezigheid van premier Meloni de feestelijke opening plaats van een tentoonstelling die de realisatie vormde van een vurige persoonlijke wens van haar.
Het mag op het eerste gezicht verbazen, maar die hevig door haar verlangde exhibitie was gewijd aan leven en werk van J.R.R. Tolkien, en hoewel wij geneigd zouden kunnen zijn om de fantasiewereld van Midden-Aarde te associëren met onschuldig divertissement, was deze keuze voor Tolkien beladen met pregnante politieke significantie.
Kunst en cultuur worden door extreemrechtse politici geminacht en tegelijkertijd dermate belangrijk gevonden dat zij er ongelooflijk veel energie in investeren om deze naar hun hand te zetten
Fascisten en andere conservatieven herkennen zich in de manier waarop traditie en herinnering centraal worden gesteld in de saga In de ban van de ring.
De idylle van de knusse, provincialistische geborgenheid van de hobbitgemeenschap wordt bedreigd door duistere machten, waarin men de gevaren van globalisering, moderniteit, supranationale organisaties en linkse nivelleringsdrang kan projecteren.
De Italiaanse neofascistische beweging organiseerde van de jaren 1970 tot in de jaren 1990 ‘hobbitkampen’ voor haar jongeren.
Meloni heeft gezegd dat zij zichzelf met een hobbit identificeert, niet omdat zij slechts 163 centimeter lang is, maar, zoals zij zei, “het zijn de kleine handen die de wereld veranderen”.
Op de avond van 25 september 2022, waarop zij de verkiezingen won, plaatste haar zus Arianna dit bericht op Facebook:
“Ik zal je vergezellen op je beklimming van de Doemberg om de ring in het vuur te gooien, zoals Sam de gezel was van Frodo, wetende dat het jouw verhaal en niet het mijne zal zijn dat wordt verteld en zo is het goed.”
In de ban van de ring bevat een gedicht van de hobbit Bilbo Baggins, dat bekendstaat als het ‘Raadsel van Stapper’.
De slotregels ervan vormen een referentiepunt voor de fascistische beweging.
Ik citeer de originele Engelstalige amfibracheïsche trimeters:
The old that is strong does not wither,
Deep roots are not reached by the frost.
From the ashes a fire shall be woken,
A light from the shadows shall spring;
Renewed shall be blade that was broken,
The crownless again shall be king.
De regel over ‘diepe wortels’ die ‘niet bevriezen’ is meermaals door Meloni geciteerd.
“Ik beschouw In de ban van de ring niet als fantasy”, heeft zij gezegd. Zij beschouwt het boek als een heilige tekst.
Linkse hobby’s
Het is opvallend dat extreemrechtse politici en partijen de neiging hebben om zich enerzijds uitgesproken vijandig op te stellen tegen alles wat naar cultuur ruikt, terwijl zij zich anderzijds, zodra zij de kans daartoe krijgen, intensief met cultuur gaan bemoeien.
“Wenn ich das Wort Kultur höre”, zei Joseph Goebbels, “entsichere ich meinen Revolver.”
Desalniettemin organiseerde zijn ministerie in 1937 twee grote tentoonstellingen die tot doel hadden om richting te geven aan de kunst en cultuur.
Een die liet zien hoe het wel moest, de Große Deutsche Kunstausstellung, en een die liet zien hoe het niet moest, de beruchte tentoonstelling Entartete Kunst, die vele malen meer bezoekers trok dan de voorbeeldige exhibitie.
Kunst en cultuur trekken als torenspitsen en bliksemafleiders de minachting en het ressentiment van extreemrechtse populisten aan.
Het zijn de speeltjes van de elite die kapot moeten worden getrapt.
In Nederland spreken Geert Wilders en trawanten al zo lang over ‘linkse hobby’s’ als zij het over kunst en cultuur hebben dat die uitdrukking volledig ingeburgerd is geraakt.
Het extreemrechtse kabinet-Schoof, dat de facto door Wilders wordt geleid, is het eerste kabinet sinds mensenheugenis dat geen minister of staatssecretaris voor Cultuur heeft.
Dat is een statement, zoals het eveneens als een heldere boodschap aan de elite begrepen moet worden dat deze regering het btw-tarief voor kunst en cultuur wil verhogen.
Tegelijkertijd is Geert Wilders altijd de eerste om in de bres te springen voor bedreigde tradities zoals Zwarte Piet, door op hoge toon te verklaren dat deze deel uitmaken van de Nederlandse cultuur.
De Duitse extreemrechtse partij Alternative für Deutschland, schreef in haar verkiezingsprogramma dat zij voorvechter wil zijn van de “Duitse Leitkultur” en tracht zo de Duitse cultuurgeschiedenis te herschrijven.
Deze week heeft de afgevaardigde Oliver Kirchner van AfD in het deelstaatparlement van Saksen-Anhalt een motie ingediend tegen de architectuur van Bauhaus, omdat de idealen van die ontwerpschool in tegenspraak zouden zijn met lokale, traditionele manieren van wonen en leven en tot “vervreemding” zouden kunnen leiden.
De sentimenten die in deze motie waren vervat, vormden een akelig goed hoorbare echo van de kritiek die de nazi’s op Bauhaus hadden.
Dit is de extreemrechtse cultuurparadox: kunst en cultuur worden door extreemrechtse politici geminacht en tegelijkertijd dermate belangrijk gevonden dat zij er ongelooflijk veel energie in investeren om deze naar hun hand te zetten.
Hun verachting van cultuur en hun voortdurende bagatellisering van het belang ervan zijn ingegeven door hun haat jegens de elite, maar tevens hebben zij het oorspronkelijk socialistische concept van de ‘lange mars door de instituties’, zoals geformuleerd door Rudi Dutschke, geadopteerd en voeren zij, in de terminologie van de socialist Antonio Gramsci, een strijd om de ‘culturele hegemonie’.
Het gaat om cultuur. Cultuur is het enige dat telt, in beide kampen.
De toenemende polarisatie tussen links en rechts, tussen de winnaars en de verliezers van de globalisering, tussen de traditionele politieke partijen en de populisten, gaat niet over de economie.
De strijd gaat niet eens over immigratie, ook al heeft iedereen het daar voortdurend over.
De strijd gaat over immigratie in zoverre immigratie als een bedreiging wordt gezien voor de traditionele cultuur.
De strijd gaat over culturele waarden die veranderen onder invloed van emancipatie, wokeness, migratie, demografische ontwikkelingen en internationalisering.
De strijd die op dit moment binnen en buiten de politiek wordt uitgevochten, is een culturele oorlog en extreemrechts is zich daar nog bewuster van dan links.
Lees ook
Klik hier of op de hyperlink hieronder en vind andere berichten van
Bron: De Morgen