Palestijns-Syrische dichter Ghayath Almadhoun – Ik heb twee keer verloren – Eerst Syrië en nu Gaza

Ghayath Almadhoun © Fred Debrock

De gedichten van de Palestijns-Syrische dichter Ghayath Almadhoun zitten vol passie, maar zijn nooit bedoeld om te troosten.

Samira Ataei – De Standaard


“Iedereen die ik achterlaat, heeft twee opties: sterven of naar mij komen.”

Ghayath Almadhoun


“Wij zijn de dingen die jullie op jullie schermen en in jullie kranten hebben gezien. Als jullie de moeite nemen om de stukjes bij elkaar te leggen, als een puzzel, dan zullen jullie een duidelijk beeld van ons krijgen. Zo duidelijk, dat jullie niet in staat zullen zijn om nog iets te doen.”

Ze konden gisteren geschreven zijn, de slotverzen van het gedicht ‘Wij’.

Maar Ghayath Almadhoun (45) schreef ze zestien jaar geleden al.

Als zoon van een Syrische moeder en een Palestijnse vader groeide hij op in het Palestijnse vluchtelingenkamp Yarmouk in Damascus – hij noemt het zijn “tweede thuis”.

Op 2 september 2008 slaagde hij erin Syrië te ontvluchten. Op zijn 29ste kwam hij in Zweden terecht.

Tweeënhalve maand later zag hij hoe een Israëlisch offensief in Gaza, zijn “eerste thuis”, zowat 1.400 Palestijnen doodde.

En begon hij te schrijven.

Fred Debrock
Fred Debrock

“Wij die zijn rondgestrooid als granaatscherven, van wie het vlees door de lucht vliegt als regendruppels, aan iedereen in deze beschaafde wereld bieden wij onze oprechte verontschuldigingen aan, mannen, vrouwen en kinderen, omdat we onopzettelijk in hun veilige huizen zijn verschenen, zonder toestemming te vragen.

“Wij bieden onze excuses aan, omdat we onze afgerukte lichaamsdelen in hun sneeuwwitte geheugen hebben geprent, omdat we het beeld van de normale, complete mens in hun ogen hebben geschonden, omdat we zo schaamteloos waren om plotseling op te duiken in het journaal, op de internetpagina’s en in de kranten: naakt, met alleen ons bloed en onze verkoolde resten.

“Aan alle ogen die niet rechtstreeks naar onze wonden durven te kijken bieden wij onze excuses aan, uit angst dat ze kippenvel zullen krijgen.”

De Duitse schrijver Stefan Weidner omschreef ‘Wij’, dat in 2017 werd opgenomen in Almadhouns tweede dichtbundel Ik hier, jij daar, als een voorbeeld van vernietigende directheid.

Het lijkt een antwoord op een crisis die haar urgentie heeft verloren. Of op meerdere crisissen – in het leven van Almadhoun zijn er oorlogen genoeg.

De dichter heeft geen nood aan eindeloos nieuwe synoniemen voor pijn, leed of verlies. Hij put niet uit fantasie. Zijn ademloze poëzie is zijn werkelijkheid.

Vloeken op de fiets

Die werkelijkheid begon bij zijn vader. Die was een baby van zes maanden toen de familie Almadhoun in 1948 uit de Israëlische stad Asjkelon werd verdreven. Ze vluchtten naar Gaza.

In 1967 werd de vader van Ghayath Almadhoun gearresteerd en naar Egypte verdreven. Hij belandde in Syrië en werd verliefd op een vrouw uit de Syrische stad Daraa. Ze bouwden een leven op, Ghayath werd geboren.

“Mijn grootmoeder bleef achter in Gaza”, zegt Almadhoun.

“Ze heeft de stem van haar zoon, mijn vader, tientallen jaren niet gehoord.”

De vernietigende directheid zit niet alleen in Almadhouns poëzie, ook zijn levensverhaal vuurt hij in korte zinnen op mij af, met schorre stem.

“Mijn vader kon geen contact opnemen met zijn moeder. Tot ik naar Zweden vluchtte en hen met elkaar liet bellen. Mijn grootmoeder kon niet goed meer horen, maar oh, wat was ze een waterval aan woorden.”

Almadhoun wordt stil. “Gruwelijk, toch?”

Hij wijst naar zijn nieuwste bundel Ik heb een afgehakte hand voor je meegenomen die tussen ons in ligt.

De ring met een grote turquoise edelsteen aan zijn vinger valt op. Verder is Almadhoun van kop tot teen in het zwart gekleed.

Hij haalt zijn eigen exemplaar boven.

“In het Arabische schrift kun je aan de letters zien dat die afgehakte hand aan een vrouw wordt gegeven. Vraag me niet aan wie, dat doet er niet toe.

“Ik heb de uitgeverij gezegd dat ze voor de Nederlandse vertaling de titel mocht kiezen. Maar ze hebben die zo gelaten.

“Is het niet té?”

Nee, helemaal niet. De toon is meteen gezet.

“Ik mag me gelukkig prijzen met mijn Nederlandse vertaler (Djûke Poppinga, red.).”

Fred Debrock
Fred Debrock
En al die andere vertalers. In hoeveel talen is uw werk inmiddels vertaald, zowat 35?

“Het is niet omdat mijn werk in meer dan dertig talen is vertaald, dat dat meteen veel goeds voorspelt.

“Dat betekent dat er nog meer mensen toegang hebben tot mijn gedichten. Wat als zij mij allemaal verschrikkelijk slecht vinden?

“Vertalingen kunnen je meer aandacht opleveren, maar ze kunnen ook je kans vergroten om de slechtste dichter aller tijden te worden. Dan gaan alle deuren dicht. Nooit meer een uitnodiging onder de deurmat!”

Gelooft u dat?

“Ja, omgekeerd werden sommige van de beste Arabische dichters nooit vertaald.

“Ik heb als Arabische schrijver geluk dat mijn werk überhaupt vertaald wordt. Maar ik moet toegeven dat ik met de Nederlandse taal een speciale band heb.

“Ik heb een tijdje geleden enkele maanden in Amsterdam gewoond. Geloof je mij als ik zeg dat ik op de eerste dag al fietste en meteen begon te vloeken? (lacht)”

Mogen we dat een voorbeeld van geslaagde integratie noemen?

“Ja. (lacht)”

Vanwaar die speciale band met het Nederlands?

“Mijn Nederlandstalige lezers zijn bijzonder. Ik vertaal en lees al hun recensies. Ze begrijpen mijn werk op een dieper niveau.

“Voor mijn tweede bundel heb ik ook samengewerkt met een Nederlandse dichteres, Anne Vegter.

“Zij schreef gedichten als reactie op mijn werk. Ik was heel tevreden over die samenwerking.

“Soms kan het gebeuren dat schrijvers en lezers, hoewel ze afkomstig zijn uit twee verschillende culturen, elkaar bijzonder goed verstaan.”

Zwarte melk

Zo vernietigend direct als Almadhoun kan zijn, zo ontwapenend traag is hij ook.

De dichter stelt graag vragen. Voor Almadhoun zijn verhalen, net als het leven, des te sappiger als ze weerhaken hebben.

Terwijl hij in zijn vrije tijd rijmgedichten verzint voor zijn vrienden die de oed bespelen, pent hij achter de schrijftafel vooral postmodernistische of zoals hij zelf zegt: “post-post-post­modernistische” – teksten neer.

Het resultaat zijn lyrische prozateksten over geweld en trauma.

Ze zijn rauw en fragmentarisch, maar enigszins behapbaar door de intellectuele reflecties.

Tussen de brokstukken voert Almadhoun grote denkers op. In de kanttekeningen brengt hij de lezer op een zijspoor.

Een voorbeeld: “The New York Times zegt dat melk wit is, Paul Celan zegt dat melk zwart is, mijn moeder zegt dat er geen melk is!”

Het is een spel, legt Almadhoun uit.

“Soms lijken die voetnoten op een fragment van Wikipedia. Maar dat zijn ze niet. Ze zijn poëzie. En als je Wikipedia tot poëzie kunt verheffen …”

… dan hebt u het summum bereikt?

“Ja, zoiets.”

Het versterkt het effect dat uw gedichten doorgaans hebben: ze zijn een klap in het gezicht. In ‘Voedselketen’ schrijft u: “In een rustig restaurant met uitzicht op de Middellandse Zee bestelde ik gebakken vis. Het smaakte Syrisch.”

“Het zinnetje erboven is nog belangrijker:

‘Elke overeenkomst tussen dit gedicht en de verbeelding berust op toeval.’

“Dat was ook echt zo. Het moet 2015 of 2016 geweest zijn. Ik was op een eiland en bestelde gegrilde dorade. Het smaakte echt naar Syriërs.

“Niemand weet hoeveel Syriërs er al zijn gestorven op de Middellandse Zee. We zullen het ook nooit weten.”

© Fred Debrock
Er zit veel woede in uw gedichten.

“Woede is, net zoals verdriet, een oprecht gevoel. Oprechtheid is essentieel voor een goed leven.

“Wat kan ik zeggen? Ik ben geboren in Syrië en heb Syrië verloren. Ik kom uit Gaza en heb nu ook Gaza verloren.

“Mijn eerste papieren kreeg ik toen ik in Zweden aankwam, tot dan was ik staatloos. Maar ik had niet meer problemen dan andere mensen.

“Oorlog heeft meerdere lagen. Ik ben op dit moment niet in Gaza. Ik weet niet eens hoeveel familieleden ik daar heb verloren.

“De dokters die de doden tellen en de journalisten die hun verhalen optekenen, zijn ook dood.”

“Het is de rode draad in mijn leven: iedereen die ik achterlaat, heeft twee opties. Ofwel sterven ze, ofwel komen ze naar mij.

“Ik woon nu in Berlijn, waar er een enorme Syrische gemeenschap is. Ons land mogen we verloren hebben, maar daarom zijn wij dat nog niet.”

U woont afwisselend in Stockholm en Berlijn. Hoe hebt u het voorbije jaar beleefd als Syrisch-Palestijnse schrijver in Duitsland?

“Berlijn is Duitsland niet, en omgekeerd. Ik leef in wat ik de ‘bevrijde zones’ noem.

“In Neukölln en Kreuzberg, waar duizenden artiesten van over de hele wereld samen komen, hangt een kosmopolitische sfeer.

“Duitsland is een ander verhaal. Het is heel racistisch.

“Vorig jaar was ik de eerste artiest die ze hebben gecanceld bij Haus für Poesie. Ik heb twee jaar met hen samengewerkt.

“Op 5 oktober 2023 (twee dagen voor de Hamas-invasie, red.) stuurden ze me nog dat alles in orde was voor de opening van het door mij gecureerde event Kon­tinentaldrift – Das arabische Europa.

“Op 12 oktober moesten ze de samenwerking vanwege ‘een gebrek aan financiële middelen’ plots stopzetten.

“Niet veel later werd de prijsuitreiking van Adania Shibli afgelast op de Frankfurter Buchmesse.

(Shibli zou tijdens een ceremonie op de boekenbeurs van Frankfurt de LiBeraturpreis ontvangen, een prijs voor vrouwelijke auteurs uit Afrika, Azië, Latijns-Amerika of de Arabische wereld. De uitnodiging werd ingetrokken “door het conflict in Israël en Palestina”. Meer dan 1.500 auteurs, onder wie Nobelprijswinnaars Annie Ernaux, Abdulrazak Gurnah en Olga Tokarczuk, ondertekenden een brief met kritiek, red.).”

“Er volgden meer dan 185 andere gevallen die openbaar zijn gemaakt. En dan zijn er nog eens honderden waarover niet werd bericht, uit angst om als antisemiet te worden weggezet. Een aanzienlijk deel van hen is trouwens van Israëlische of Joodse komaf.

“Het is de grootste golf van censuur die we sinds de jaren 30 hebben meegemaakt. Met dat verschil dat het nu niet onder fascistische regimes, zoals in Italië of Spanje, of onder het naziregime plaatsvindt.

“Dat is het meest ontstellende: dit gebeurt in een democratie.

“En weet je waarvoor zij gecanceld worden?

“Omdat ze roepen: ‘Ceasefire now. Stop met bombarderen.’

“Als Duitsland denkt dat het hiermee zal wegkomen, heeft het verkeerd gedacht.”

Hebt u overwogen om Berlijn te verlaten?

Karl Marx zei: geschiedenis herhaalt zich, eerst als tragedie, dan als farce.

“Ik ben niet weggevlucht om mijn vrijheid opnieuw afgenomen te zien worden. Ik blijf.”

In uw gedichten verwijt u het Westen hypocriet en arrogant te zijn. Zou u zichzelf als een politiek schrijver omschrijven?

“Dat is een complexe vraag. Ik heb het gevoel dat ik me moet verdedigen.”

Waarom?

“Mijn poëzie is een reflectie op mijn leven. Dus moet er iets mis zijn met mijn leven, want ik zou mijn gedichten niet politiek noemen.

“Laten we de doos van Pandora openen:

  • “Ik ben een Palestijn die geboren is in Syrië.

  • “Ik ben een migrant. Weet je hoeveel mensen mij haten, alleen al omdat ik een migrant ben?

  • “Ik ben daarnaast ook een vluchteling.

  • “Ik ben moslim. (pauzeert)

  • “En ik ben een man.

“Conclusie: in het Westen kan ik van eender wat beschuldigd worden.

“Ik heb het recht om over mijn leven te reflecteren, net zoals mijn Zweedse vrienden dat mogen.

“Zij schrijven over de winter, depressies of de natuur. Dat noemen we toch ook geen politiek?

“Maar als ik schrijf over terreur, nachtmerries en vrienden die sterven, dan is dat plots politiek.”

Ik hier, jij daar
Ik heb een afgehakte hand voor je meegenomen

Ghayath Almadhoun © Fred Debrock
Ghayath Almadhoun © Fred Debrock

Lees ook



Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven