De Leraarskamer – Ouders met een migratieachtergrond trekken ons gezag veel minder in twijfel

Yasin Burakcin en ­Sara Bomans (Limburg). © Jonathan Verschaeve

Onlangs kwamen de vijftig leerkrachten die dit schooljaar deel uitmaken van De Leraarskamers van Knack voor het eerst samen. Ze bogen zich over een heikel thema: lastige ouders. Hoe ga je om met ouders die je amper kunt bereiken en wat doe je als ze zich net te veel met de school bemoeien?

Ann Peuteman – Knack


Terwijl er een vervanger wordt gezocht voor een zieke leerkracht, moeten de leerlingen even op de speelplaats wachten. Hun jas hangt binnen aan de kapstok.

Een paar meisjes diepen hun smartphone op en sturen een berichtje naar hun ouders: ‘We moeten de hele tijd zonder jas in de kou staan. Straks bevriezen we nog.’

Een paar minuten later gaat de telefoon in het secretariaat over. Een moeder eist dat haar dochter ogenblikkelijk de klas weer in mag.

Zulke scènes zijn tegenwoordig schering en inslag in Vlaamse scholen. Als leerlingen de klas worden uitgestuurd of als er iets anders gebeurt waar ze het niet mee eens zijn, brengen ze hun ouders daar meteen van op de hoogte. Niet zelden reppen die zich dan naar school om te protesteren.

Zo goed als alle leerkrachten van de vijf provinciale Leraarskamers van Knack, die onlangs voor het eerst met elkaar in debat gingen, zijn het erover eens: veel vaders en moeders hechten tegenwoordig meer geloof aan het relaas van hun kind dan aan de versie van de leraar.

‘Als ouders vroeger te horen kregen dat hun kind iets verkeerds had gedaan, dan gingen ze blozend van schaamte naar huis. Nu zijn er veel ouders die de leerkracht terechtwijzen’, zegt Vanessa Ruttens, lerares in het eerste leerjaar.

‘Een vader vond dat we hem te veel stoorden met klachten over zijn zoon. Dus blokkeerde hij het nummer van de school.’

Yasin Burakcin
Leerkracht Engels

Niet alleen wit en hoogopgeleid

Met de meerderheid van de ouders kunnen leerkrachten heel goed ­samenwerken, maar er zijn er ook die het leven op school danig bemoeilijken.

Aan de ene kant hebben ze problemen met vaders en moeders die zich te veel met de schoolcarrière van hun kroost bemoeien.

Ze zitten letterlijk naast hun kinderen wanneer die huiswerk maken, hebben geregeld kritiek op de aanpak van de leerkrachten en vechten soms straffen en slechte punten aan.

Maar ook het andere uiterste geeft kopzorgen: ouders die zich nooit laten zien en op geen enkel bericht van school reageren.

In alle Leraarskamers wordt brandhout gemaakt van het hardnekkige cliché dat witte, hoogopgeleide ouders te betrokken zijn terwijl kansarme of anderstalige vaders en moeders zich nooit laten zien.

‘Zo zijn er heel wat welgestelde, Nederlandstalige ouders die te weinig met hun kinderen bezig zijn.

‘Ze hebben een drukke job en daarnaast ook een hele reeks randactiviteiten. En dan heb ik het nog niet eens over alle uren die ze met hun smartphone in de weer zijn. Daardoor volgen ze hun kinderen vaak minder en minder op’, zegt Filip Decuypere, leraar in het zesde leerjaar.

De Leraarskamer van Antwerpen.
© Helena Verfaillie

Aan de andere kant zijn er kwetsbare ouders die hun kind van heel nabij opvolgen.

Sommige leraars geven ook aan dat vaders en moeders met een migratieachtergrond hun gezag minder in twijfel trekken dan andere ouders.

‘Vaak zie je dat zij wel nog veel respect hebben voor de leerkracht en hun kinderen aanmanen om goed te luisteren en hun best te doen’, zegt leerkracht ruwbouw en dakwerken Yves Remue.

Vlnr.: Stef Van den Brande, Ellen Clincke, Ann ­Wesemael en Peter Venneman (Oost-Vlaanderen). © Sander Van Damme

Geen rapport

Dat neemt niet weg dat ouders die scholen totaal niet kunnen bereiken in veruit de meeste gevallen mensen zijn die het op de een of andere manier heel moeilijk hebben.

‘Die ouders heb zo veel aan hun hoofd: ze weten niet hoe ze de huur moeten betalen, zorgen voor een zieke partner of proberen werk te ­vinden’, zegt leerkracht Frans ­Brigitte Beeckman.

‘Misschien maken ze zich nog wel het minst van al zorgen om hun kind. Mijn zoon of dochter zit veilig op school en hangt tenminste niet op straat rond, denken ze.’

Vaak is het ook door de precaire financiële situatie van hun ouders dat sommige leerlingen nooit in orde zijn. Er zit niets in hun brooddoos, ze hebben overduidelijk een nieuwe bril nodig of hebben geen potloden in de tekenles.

‘Toen we op driedaagse uitstap naar De Panne gingen, hadden we alle leerlingen een lijst gegeven met de spullen die ze moesten meenemen, zoals een slaapzak, een handdoek en een zwembroek’, vertelt leerkracht beeld Michaël Marek.

‘Eén jongen kwam zonder bagage opdagen. De enige kleren die hij meenam, waren de regenjas en korte broek die hij die ochtend aan had. Echt schrijnend.’

Om die mensen toch te kunnen bereiken, halen scholen en leerkrachten al hun creativiteit uit de kast. Belangrijke berichten worden bijvoorbeeld niet alleen digitaal verstuurd maar ook op fluogeel papier naar huis meegegeven.

Sommige leraars blijven ouders net zo lang bellen tot ze zich voor het oudercontact inschrijven. Desnoods gaan ze bij die mensen thuis aanbellen.

‘In onze school krijgt een leerling geen rapport mee naar huis als zijn ouders niet zijn komen opdagen voor het oudercontact. Ook de infoavond die we organiseren, is voor iedereen verplicht’, zegt Zahra Choua, leerkracht gedrags- en maatschappijwetenschappen.

Sommige scholen (en gemeentebesturen) werken met brugfiguren die kwetsbare gezinnen thuis opzoeken om het schoolsysteem uit te leggen en hen meer bij de school proberen te betrekken.

Nederlands leren

Maar zelfs als moeilijk bereikbare ouders uiteindelijk door de schoolpoort stappen blijft echte communicatie vaak onmogelijk.

Een deel van hen spreekt amper Nederlands. Soms moet de leerling dan zelf tolken, maar dat is natuurlijk niet altijd even betrouwbaar.

Daarom doen leerkrachten vaak een beroep op anderstalige collega’s – als die er al zijn – om gesprekken te vertalen.

‘Het is bij ons op school al zover gekomen dat de islamleerkrachten anderstalige ouders opbellen of voor ons tolken tijdens het oudercontact’, legt leerkracht Nederlands Bram Janssens uit.

‘Wanneer zal de overheid eindelijk genoeg middelen vrijmaken om daarvoor echte tolken te kunnen inzetten?’

Al zou het natuurlijk nog veel gemakkelijker zijn als meer ouders goed Nederlands spreken.

Een meerderheid van de leerkrachten staat dan ook niet echt afkerig tegenover het voornemen van de nieuwe Vlaamse regering om ouders richting Nederlandse les te duwen. Sancties voor ouders die weigeren, vinden de meesten wel te ver gaan.

‘Ik snap die terughoudendheid, maar toch denk ik dat een verplichting in sommige gevallen een oplossing kan bieden’, zegt Chaimae Attiaoui, lerares in het vijfde leerjaar.

‘De voorbije jaren heb ik al verschillende keren anderstalige ouders ontmoet die geen enkele moeite doen om met de school te communiceren.

‘Hun kinderen zijn daar de dupe van, want sommige problemen – van pesterijen tot verbale en fysieke agressie – kan ik onmogelijk zonder de ouders oplossen.’

Vlnr.: Tania Byloos, ­Sara Bomans, Yasin Burakcin en Julie Duchateau ­(Limburg). © Jonathan Verschaeve

Smartschool verplicht

In het contact met de ouders van hun leerlingen blijken Smartschool en andere digitale onderwijsplatforms zowel een vloek als een zegen te zijn.

Op zich vinden veel lesgevers het handig dat alle informatie over de leerlingen op één plek wordt samengebracht. Alleen kunnen ze lang niet alle vaders en moeders langs die weg bereiken.

‘Bij ons moeten alle ouders een account op Smartschool hebben. Daar zijn we heel strikt in’, zegt leerkracht huishoudkunde en opvoedkunde Kevin Weyts.

‘Sinds het begin van het schooljaar heb ik sommigen al vijf keer per week opgebeld om erop aan te dringen dat ze zo’n account zouden aanmaken. Maar toch gebeurde er niets. Heel frustrerend is dat.’

‘Alle leerlingen – en dus ook hun ouders – hebben mijn gsm-nummer en daar heeft nog nooit iemand misbruik van gemaakt.’

Ann Wesemael
Leerkracht zorg

Een ander nadeel van die digitalisering is dat sommige ouders de klok rond contact zoeken met de leerkrachten van hun kind.

Af en toe is dat omdat er echt iets aan de hand is, maar meestal sturen ze ‘s avonds laat een bericht omdat ze de huistaak van hun zoon of dochter niet snappen, vragen ze een sportleerkracht of hij op zoek wil gaan naar een vergeten zwemzak of klagen ze dat hun tiener totaal onterecht is gestraft.

Op dat vlak vallen de leden van de Leraarskamer in twee groepen uiteen.

Sommigen zijn zo goed als altijd bereikbaar, zitten met de ouders van hun leerlingen in een whatsappgroep of drukken hen op het hart dat ze altijd mogen bellen.

Als hun leerlingen op stage zijn, vinden ze het maar normaal dat ze de hele tijd telefonisch bereikbaar zijn. Ook tijdens avond- of weekendshifts.

‘Alle leerlingen – en dus ook hun ouders – hebben mijn gsm-nummer en daar heeft nog nooit iemand misbruik van gemaakt’, zegt leerkracht zorg Ann Wesemael.

Anderen zweren net bij deconnectie.

‘Dat is geen overbodige luxe, want er zijn ouders die om elf uur ‘s avonds nog berichten sturen’, zegt Laura Alleman, leerkracht in het derde leerjaar.

‘Sommige collega’s reageren daar dan meteen op, en er zijn ook ouders die dat van je verwachten. Maar ik doe dat niet. Ik lees zo’n bericht de volgende dag wel. Als ze echt iets dringends te melden hebben, dan kunnen ze dat altijd in de schoolagenda schrijven.’

De Leraarskamer van West-Vlaanderen. © Helena Verfaillie

Nummer blokkeren

Er zijn ook ouders die vinden dat leerkrachten hun te veel berichten sturen.

‘Sommigen zeggen weleens half lachend dat we hen spammen’, vertelt leerkracht geschiedenis Seppe De Peuter.

‘Misschien is de conclusie wel dat we meer op maat van de ouders zouden moeten werken. De een wil over elk detail geïnformeerd worden, de ander krijgt liever wat minder meldingen.

‘De vraag is hoe we dat moeten organiseren. Ik word nu al knettergek van Smartschool.’

‘Als ik een kwade mail krijg van een ouder, denk ik: “De kleine zal lastig zijn of die mens heeft zelf een slechte dag gehad.”’

Niels Sinnaeve
Leerkracht lager onderwijs

Daarnaast is er ook nog een groep vaders en moeders die alle contact met de school vermijdt omdat ze toch alleen negatieve berichten over hun kind krijgen.

‘Een paar jaar geleden was er een leerling die op school de hele tijd vuurwerk afstak’, vertelt leerkracht Engels Yasin Burakcin.

‘Elke keer weer belden wij naar zijn ouders met de vraag om in te grijpen. Op een bepaald moment zei de vader tegen de directie: “Jullie bellen me veel te vaak op. Stop daarmee.”

Blijkbaar vond hij het gedrag van zijn kind niet storend, maar de telefoontjes van school wel.

‘In plaats van met dat kind te praten, blokkeerde hij het telefoonnummer van de school zodat we hem niet meer konden bellen.’

De Leraarskamer van Limburg.
© Jonathan Verschaeve

Geen hart

In elke Leraarskamer valt op dat leerkrachten opvallend veel begrip hebben voor die struikelende, aanmodderende of twijfelende ouders.

‘Vroeger kon ik echt van de kaart zijn na een boos bericht van een vader of moeder.

‘Ik zal ook nooit het moment vergeten dat een anderstalige ouder tegen me zei: “You have no heart.” Tegenwoordig besef ik veel meer wat daar allemaal achter kan zitten’, zegt Josfien Demey, die in een ­ziekenhuisschool lesgeeft.

‘Ook leerkracht lager onderwijs Niels Sinnaeve relativeert de uithalen van sommige ouders:

‘Als ik een kwade mail krijg, denk ik: de kleine zal lastig zijn of die mens heeft zelf een slechte dag gehad. Het helpt natuurlijk dat ik de gezinssituatie meestal een ­beetje ken.’

Onze leerkrachten pleiten dan ook voor veel meer wederzijds vertrouwen.

‘We zouden ons best wat milder mogen opstellen tegenover de ouders van onze leerlingen’, vindt leerkracht lager onderwijs Miette Plessers.

‘Leerkrachten staan vandaag onder grote druk, maar dat geldt zeker ook voor veel ouders. Ongelooflijk hoeveel ballen die mensen soms in de lucht moeten houden.’


De vijf provinciale Leraarskamers van Knack kwamen tot stand met de steun van de Koning Boudewijn Stichting en de Nationale Loterij.

De foto’s van de samenkomsten van de Leraarskamers van Knack worden gemaakt door Sander Van Damme, Helena Verfaillie en Jonathan Verschaeve, drie veelbelovende fotografiestudenten van het KASK & Conservatorium in Gent. Ze krijgen zo de kans om ervaring op te doen als persfotograaf.


Yasin Burakcin en ­Sara Bomans (Limburg). © Jonathan Verschaeve
Yasin Burakcin en ­Sara Bomans (Limburg).
© Jonathan Verschaeve

Lees ook


Bron: Knack

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven