Iedereen weet het ondertussen: Europa moet op eigen benen staan, zeker nu in de VS een staatshoofd aantreedt dat geen hoge dunk heeft van het oude continent. Jonathan Holslag heeft weinig hoop dat dit ook echt zal gebeuren.
Jonathan Holslag - De Morgen
‘Europa heeft nooit de moed getoond om zich tegen autoritaire leiders te verweren.’
Jonathan Holslag
Zowat alle Europese hoofdsteden kijken angstig naar wat de nieuwe Amerikaanse president voor ons in petto heeft.
Nu is het moment aangebroken: Europa moet eindelijk op eigen benen leren te staan. De verkiezing van Donald Trump maakt dat onvermijdelijk.
Dreigementen met invoerheffingen en harde uitspraken over de NAVO vragen om meer Europese samenwerking.
De respectloze tirade van Elon Musk richting de Duitse bondskanselier en een Franse Eurocommissaris dwingt de Frans-Duitse as om zich te herpakken.
De afgelopen weken hoorde ik ook herhaaldelijk dat het democratische Europa zich moet wapenen tegen wat sommigen omschrijven als een ontluikende Amerikaanse dictatuur.
Zeker nu het Congres stevig in de greep van de Republikeinen is, staat er geen rem meer op Trump. Wat er aan tegenmacht resteert, walst hij zonder scrupules weg.
Wat Donald Trump ook bekokstooft, het is allerminst zeker dat zijn leiderschap een vorm van Europese wedergeboorte zal inluiden.
Zelfs als hij zich ooit echt zou ontwikkelen tot een drieste autoritaire leider of een soort dictator, is het verre van zeker dat dit tot eensgezind Europees verzet zal leiden.
De lange geschiedenis, met name op de lange termijn, leert ons dat kleine landen zelden in staat zijn tot gezamenlijke actie wanneer ze geconfronteerd worden met een gedeelde dreiging.
De recente geschiedenis van opkomende sterke leiders en dictators toont dat de Europese Unie hier vooral zeer opportunistisch en zelfdestructief mee is omgegaan.
De voorbeelden zijn legio. Telkens volgde op de aanvankelijke golf van verontwaardiging een periode van inertie en futloosheid.
Merkel onder druk
Laten we bij Vladimir Poetin beginnen. Al sinds zijn aantreden in december 1999 ontstond beroering over zijn drang om vergelding te nemen voor de vernedering van de val van de Sovjet-Unie en zijn harde militaire optreden in de Kaukasus.
Toen een Franse journalist hem tijdens een bezoek aan Brussel over die interventie ondervroeg, reageerde Poetin snedig dat de journalist zich mocht laten besnijden om moslim te worden.
Ook met binnenlandse dissidenten maakte Poetin genadeloos korte metten.
“Elk land moet zelf bepalen hoe het zijn overheid organiseert”, legde de Russische president uit aan zijn Europese gesprekspartners.
Toen pro-Europese politici in Georgië in 2003 de macht grepen, was Poetin razend, beschuldigde hij het Westen ervan achter deze Rozenrevolutie te zitten en waarschuwde hij voor vergelding.
Dat Vladimir Poetin zich steeds meer als een autoritair leider manifesteerde, baarde velen in Europa zorgen.
In 2003 werd de liberale oppositieleider Sergei Joesjenkov voor zijn woning doodgeschoten. Toch kozen de Duitse kanselier en de Franse president er in 2004 voor om de banden aan te halen.
Poetin beloofde een goedkope en betrouwbare gasleverancier te worden, precies wat kanselier Gerhard Schröder nodig had voor zijn industriepolitiek.
De relaties bleven echter verslechteren.
In 2006 waarschuwde Poetin Europa dat het economische zwaartepunt naar Azië verschoof.
Dat jaar werd de Russische dissident Aleksandr Litvinenko in Londen vermoord met polonium. Alle sporen wezen naar het Kremlin.
In 2007 vermaande Poetin Angela Merkel dat Europa niet de enige energieafnemer was.
Hij zette de nieuwe kanselier bovendien extra onder druk door tijdens een gesprek een hond binnen te laten, goed wetende dat zij daar bang voor was.
De klap op de vuurpijl kwam dat jaar met een vlammend betoog in München, waarin Rusland het hele Westen de mantel uitveegde.
Daarna gebeurde er… niets.
Het jaar daarop gingen Gazprom en Europese investeerders onverstoord verder met de voorbereiding van de Nord Stream pijpleiding, hoewel waarnemers toen al waarschuwden voor de groeiende Europese afhankelijkheid.
Nog geen drie maanden na de Russische invasie in Georgië suste de Duitse overheid dat Nord Stream goed zou zijn voor de Europese energieveiligheid.
Xi en de Oeigoeren
In 2013 trad een andere sterke leider op het toneel: de nieuwe Chinese president Xi Jinping.
Europese zakenlui en politici waren euforisch over Xi, die naar verwachting zijn economie verder zou hervormen en democratische experimenten zou voortzetten.
Het jaar daarop lanceerde Xi echter een ongeziene zuivering binnen de Partij.
Onder het mom van de strijd tegen corruptie liet hij honderdduizenden gezagsdragers oppakken. Dissidenten werden het mikpunt en werden zelfs in het buitenland opgespoord.
Net zoals Poetin tien jaar eerder, benadrukte Xi dat andere landen zich niet met China’s interne aangelegenheden moesten bemoeien.
In zijn zogenoemde ‘Chinese droom’ legde hij de nadruk op zelfredzaamheid, soevereiniteit en de wedergeboorte van de Chinese macht.
In 2015 reisde Xi naar België en enkele andere Europese landen. Het enthousiasme in Europa was nog steeds onverminderd groot.
De respectloze tirade van Elon Musk richting de Duitse bondskanselier en een Franse Eurocommissaris dwingt de Frans-Duitse as om zich te herpakken
In 2017 versnelde Xi Jinping zijn machtsgreep. De Communistische Partij gaf hem met een herziening van de grondwet ongekende bevoegdheden, waarna hij onmiddellijk de censuur en propaganda verder aanscherpte.
Het verbod op Winnie the Pooh, omdat critici hem als evenbeeld van Xi opvoerden, was aan de ene kant bijna potsierlijk, maar illustreerde ook hoe strak de teugels werden aangehaald.
Dat jaar verdwenen meer dan honderdduizend Oeigoeren in heropvoedingskampen.
Tegelijkertijd speelde Peking handig in op de verdeeldheid binnen Europa. Griekenland blokkeerde een kritische mensenrechten resolutie, terwijl Duitsland al zijn principes overboord gooide zolang het maar auto’s kon verkopen.
De Oost-Europese landen werden aangepakt als bevoorrechte partners in het zogenoemde 16+1-initiatief. Ondertussen wedijverden alle Europese landen om de ultieme bestemming van de nieuwe Chinese zijderoute te worden.
Die hang naar financieel gewin werd niet in het minst verstoord door de ongekende repressie in Hongkong.
Hoewel Peking aanvankelijk beloofde de autonomie van de metropool te respecteren, werd die met een veiligheidswet onderuitgehaald, waarna duizenden jonge demonstranten achter de tralies verdwenen.
Ondanks de crisis in Hongkong en de daaropvolgende corona-epidemie veranderde de Europese houding vooral op papier.
Een nieuwe strategie bestempelde China als een systemische rivaal, maar politieke leiders en zakenmensen bleven zakelijk gewin boven alles stellen.
Moord in het consulaat
Terwijl Xi Jinping elke hoop op democratisering in China de kop indrukte, maakten verschillende nieuwe sterke leiders in het Midden-Oosten duidelijk dat ook de roep om democratisering na de Arabische Lente mocht ophouden.
In Egypte liet veldmaarschalk Abdel Fatah al-Sisi zich in 2014 met 97 procent van de stemmen tot president verkiezen.
Hij sprak zich ferm uit richting Europa:
“Jullie hebben Egypte de rug toegekeerd, en dat zullen wij niet vergeten.”
In de jaren daarna zuiverde hij tienduizenden critici weg, haalde de banden aan met China en Rusland en benadrukte telkens opnieuw dat niemand zich met zijn binnenlands beleid moest bemoeien.
Ondertussen kwam de ene na de andere Europese delegatie naar Caïro om te praten over vluchtelingen, de koopvaardij door het Suezkanaal en grote bouwcontracten.
Een groot deel van de Europese rechterflank adoreert Trump, ook al heeft zijn beleid zware gevolgen voor de Europese welvaart
In Saudi-Arabië had Mohammed bin Salman intussen de controle over de binnenlandse politiek stevig in handen genomen.
In 2015 startte hij een brutaal offensief in het naburige Jemen.
In 2017 liet hij een groot aantal prinsen en andere politieke figuren opsluiten.
Er kon geen twijfel over bestaan: MBS was de nieuwe meester van de oliestaat. Dat leek de Europese investeerders weinig te deren.
In 2018 rolden Londen en Parijs de rode loper uit voor de kroonprins. In Londen reden bussen rond met het portret van MBS, werden propaganda-affiches opgehangen boven bruggen, en ontving de koningin hem met ongekende pracht en praal.
Nog geen drie maanden later liet MBS de kritische journalist Jamal Khashoggi vermoorden en in stukken snijden in een consulaat in Turkije.
Amper een jaar later mocht hij Europese leiders verwelkomen tijdens een G20 top in Riyad.
“Er zijn nu eenmaal niet veel landen die Saudi-Arabië geboycot hebben vanwege die Khashoggi-kwestie”, merkte de Franse president Emmanuel Macron fijntjes op.
De afgelopen decennia heeft Europa toegezien hoe tal van sterke leiders opkwamen, vaak met een genadeloze houding ten aanzien van binnenlandse dissidenten, een uitgesproken nationalistische visie op de economie en een ronduit neerbuigende houding tegenover westerse democratieën en mensenrechten.
Europa heeft nooit de moed getoond om zich daartegen te verweren. Het heeft nooit aangezet tot het versterken van de eigen eenheid. En dus is Europa er nooit echt sterker van geworden. Integendeel.
Ondanks de opkomst van dergelijke autoritaire leiders, ondanks hun negatieve houding en ondanks de vele waarschuwingen die Europese politici kregen, hebben zij zich steeds verder afhankelijk gemaakt van deze leiders.
De recente geschiedenis biedt weinig reden tot optimisme over de kans dat Europa zich onder Trump zal herpakken.
Nu al vallen een aanzienlijk deel van de Europese bevolking en de rechterflank van de politiek in schaapachtige bewondering voor de nieuwe president, zonder enig oog voor het feit dat ‘Make America Great Again’ verstrekkende gevolgen heeft voor de Europese welvaart.
Europese politici haasten zich om Trump stroop om de mond te smeren, hopen op Amerikaanse investeringen en werpen zich op als afnemers van Amerikaanse olie.
Noem me gerust somber, maar ik vrees dat Trump ook dit keer Europa niet wakker zal schudden.
Lees ook
Klik op de hyperlinks hieronder en vind meer berichten
Bron: De Morgen