Historicus en patriot Lode Wils is op 95-jarige leeftijd overleden. Hij maakte komaf met de fabeltjes uit de Vlaams-nationale hagiografie. Uiteindelijk legde hij zich neer bij de onttakeling van het land.
Bart Brinckman – De Standaard
Op de laatste pagina van Op zoek naar een natie (2020) richtte Lode Wils zich tot Bart De Wever.
Of de N-VA-voorman wilde uitgroeien tot de “Vlaamse Boris Jeltsin”?
Begin jaren 90 deed die Russische president de Sovjet-Unie verdampen, waarbij onder meer de Oekraïners en de Wit-Russen hun onafhankelijkheid kregen.
Volgens Vladimir Poetin ging het om de “grootste ramp uit de Russische geschiedenis”.
Lode Wils was pleitbezorger voor de Vlaamse Canon, omdat die voor “drie vierde” ook voor de Belgische kon doorgaan.
De Leuvense historicus vreesde dat de “voltooiing van Vlaanderen”, met onder meer het afstaan van de hoofdstad, op een even grote ramp zou uitdraaien. Wils schatte zijn voormalige student nochtans hoog in.
“Wellicht is hij de knapste staatsman in Vlaanderen, al had ik liever gehad dat hij een historicus was gebleven”, zei hij aan Knack.
Hij hoopte dat de N-VA-voorzitter de moed had om te verzaken aan de in de partijstatuten geconsacreerde onafhankelijkheidsgedachte.
De dag dat De Wever voor de vijftiende keer als formateur naar koning Filip trok, koos Lode Wils (95) voor euthanasie.
Als historicus verzorgde Bart De Wever in 1998 het lemma van Wils in De nieuwe encyclopedie van de Vlaamse beweging.
“Het Vlaams-nationalisme was hem nooit genegen, een gebrek aan genegenheid dat al snel wederzijds werd”, schreef de latere politicus.
De jongste editie van de Encyclopedie schrapte evenwel het deel na de komma.
Ooit hadden Vlaams-nationalisten inderdaad een kwade klant aan die recalcitrante professor die klassieke aannames naar de prullenmand verwees.
Door de jaren heen groeiden flink wat van zijn stellingen evenwel uit tot gemeengoed.
“Zijn bevlogenheid en onverschrokkenheid wekten veel beroering en tegenspraak”, besluiten Lieve Gevers en Louis Vos in Wetenschappelijke tijdingen, een nummer naar aanleiding van zijn 95ste verjaardag.
“Meer dan eens werd hij beticht van tunnelvisie.
Nestbevuiler
“Wils heeft nooit populariteit gezocht. Integendeel, hij leek er behagen in te scheppen te provoceren”, schreef oud-student en bezieler van de Vlaamse canon Emmanuel Gerard naar aanleiding van Wils’ emeritaat in Ons erfdeel.
Snel manifesteerde hij zich als een ‘mythejager’ in de krochten van de Vlaams-nationale hagiografie.
Flamenpolitiek en activisme (1974) sloeg in als een bom.
Wils bestempelde collaborerende Vlaamse activisten tijdens de Eerste Wereldoorlog als een “marionettenbeweging” van de Duitse bezetter. Niks idealisme, enkel opportunisme.
Het scheldwoord “nestbevuiler” bleef niet uit.
De Gentse historicus Bruno De Wever beschouwt Wils, een geboren Antwerpenaar, als de “belangrijkste maar ook productiefste geschiedschrijver van de Vlaamse beweging”.
Zijn zesentwintigste en laatste boek, Vlaamse beweging, sociale beweging?, verscheen vorig jaar.
Hij schreef over de Antwerpse Meetingpartij, de christendemocratie, het daensisme: over alles en iedereen die iets betekende voor dat Vlaams-nationalisme.
Toevallig rolde hij in zijn onderwerp, na zijn proefschrift over kanunnik Jan David, hoogleraar aan de KU Leuven en voorman van de Vlaamse beweging.
Gerard loofde de “zeer grote coherentie” van Wils’ historiografische onderzoek.
Hij blies de stelling aan flarden dat België een ongelukkig bedenksel was van de grote mogendheden in 1830.
Resoluut prees hij De Bourgondiërs van Bart Van Loo.
Voor Wils ontstond België als een protonatie al in de vijftiende eeuw. De Vlaamse beweging zou geboren worden uit het enthousiasme voor de Belgische omwenteling.
De Antwerpse schrijver Hendrik Conscience mocht dan een flamingant zijn, hij was ook een belgicist.
Collaboratie
Uiteindelijk veroorzaakte de Eerste Wereldoorlog een cesuur. De activisten werd opgesloten, de flaminganten bleven met lege handen achter.
Tijdens het interbellum vermengde het antibelgicisme zich met een antidemocratische overtuiging, omdat België niet via democratische weg ten gronde kon worden gericht.
In de Tweede Wereldoorlog liep het opnieuw fout. Collaborateurs trachtten zich te verantwoorden. In plaats van het vaderland België te verraden, hadden ze dat andere vaderland Vlaanderen ‘bevrijd’.
Dat gaf, samen met het gevoel van een onrechtvaardige repressie, vrij baan aan het naoorlogse separatisme.
Volgens de historicus kan het Vlaams-nationalisme zich nooit helemaal losmaken van dat oorlogsverleden.
“Het nationalisme wordt voor een belangrijk deel gedragen door de collaboratie. Je kunt een jas uittrekken, maar het verleden niet”, zei hij daarover.
Meer dan eens ging Wils het gevecht aan met vakgenoten die volgens hem onterecht het idee van een Vlaamse natie hadden “geconstrueerd”.
Hij putte inspiratie uit het werk van de Tsjechische historicus Miroslav Hroch. Die poneerde dat nationale bewegingen alleen succes hebben als ze oog hebben voor alle sociale groepen in de samenleving.
Met taal, letterkunde, folklore en geschiedenis alleen lukt het niet om een staat te vormen. Volgens Wils was dat vooral de verdienste van katholieke actoren, het joeg vrijzinnige historici de kast op.
Het Belgische gevoel
In De Standaard noemde Wils zichzelf een “product van het Belgisch patriottisme in de Tweede Wereldoorlog”.
Hij herinnerde zich hoe de tranen over zijn wangen vloeiden toen in de kerk de Brabançonne weerklonk. De Duitsers hadden het volkslied verboden, met uitzondering van de nationale feestdag en de dag van de dynastie. Dat “Belgische gevoel” zou nooit meer wegebben.
Critici noemden hem weleens smalend een “katholieke cultuurflamingant”, bezield “met een oprecht maar verouderd patriottisme”.
Als publieke intellectueel betreurde maar aanvaardde hij de voortschrijdende onttakeling van België.
Niet gespeend van ironie was hij een groot pleitbezorger voor de Vlaamse canon, omdat die voor “drie vierde” ook voor de Belgische kon doorgaan.
“Uit die sociologische verklaring van wat een natie is, blijkt dat het inderdaad van belang is dat mensen van eenzelfde land ook gemeenschappelijke kennis en een historisch gevoel delen. Dat is natievormend”, zei hij in een van zijn laatste interviews.
Toch zou hij altijd de zienswijze van Frans Van Cauwelaert delen. Over de Antwerpse legendarische christendemocraat schreef hij een indrukwekkende biografie.
Vlamingen moesten steeds uitgaan van hun meerderheid en hun strategische positie niet verzwakken door ondoordachte splitsingseisen, want voor elke toegift aan de Franstaligen moet er flink worden betaald.
Dat compromis kan nationalisten volgens Wils alleen frustreren. Met alweer een verdere radicalisering van het anti-Belgische nationalisme als gevolg.
Lees ook
Bron: De Standaard