Uitspraak na uitspraak wakkert Vlaams minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) het wantrouwen van scholen en leerkrachten aan. ‘Mocht ze haar ongeëvenaarde slagkracht gebruiken om hen aan haar kant te krijgen, dan zou ze pas écht iets kunnen veranderen’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman in haar wekelijkse column De Zoetzure Dinsdag.
Ann Peuteman – Knack
Toen juf Renée vorige week televisie zat te kijken, begon ze zachtjes te huilen. Niet door zo’n melige kerstfilm waarin een rouwende weduwnaar met zijn opstandige kroost naar zijn geboortedorp terugkeert, maar door Het journaal en De tafel van Gert.
Eerst was er Vlaams minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) die naar aanleiding van de slechte scores van Vlaamse leerlingen op het vlak van wiskunde en wetenschappen aankondigde dat ons kleuteronderwijs ‘meer een klas en minder een crèche’ moet worden.
Vervolgens oreerde mediatrainer Jo De Poorter dat ze kinderen in zo’n kleuterklas beter iets zouden leren in plaats van alleen maar te knutselen en poppenkast te spelen. Al bood hij daar nadien wel zijn excuses voor aan.
Vooral de uitspraak van Demir kwam hard aan bij kleuterleerkrachten als Renée en bij uitbreiding bij het hele lerarenkorps.
‘Eigenlijk zegt die vrouw dat ik mijn werk niet goed doe en daardoor mee verantwoordelijk ben voor de tanende onderwijskwaliteit’, zegt Renée.
‘Terwijl ik me elke dag te pletter werk om mijn 24 kleuters voor te bereiden op leren rekenen, lezen en schrijven. En dat terwijl de meerderheid thuis geen Nederlands spreekt.’
Het was ook niet voor het eerst dat Demir het onderwijsveld de gordijnen injoeg.
Dat begon al met de aankondiging dat alle Vlaamse leerlingen op maandag 30 juni les moeten krijgen.
Met andere woorden: al die luie scholen moeten hun verantwoordelijkheid opnemen en tot de allerlaatste dag hun werk doen.
Daarnaast wil ze onder meer ook de schoolscores van de centrale toetsen publiek maken, smartphones uit het onderwijs bannen en misschien – het is maar een ideetje – het budget voor de Digisprong voor iets anders gebruiken. Aan ideeën geen gebrek.
Veel leerkrachten zijn hun vertrouwen in het onderwijsbeleid verloren. Dat herstellen zou de eerste opdracht van de nieuwe minister moeten zijn.
De minister lijkt alleen te vergeten dat grote veranderingen alleen een kans op slagen hebben als het werkveld mee is. In het onderwijs zijn dat dus de overbevraagde schooldirecties en leerkrachten.
Velen van hen zijn de voorbije jaren een groot stuk van hun vertrouwen in het onderwijsbeleid verloren. Dat herstellen zou de eerste opdracht van de nieuwe minister van Onderwijs moeten zijn.
In plaats daarvan lijkt ze scholen en leerkracht – zonder het zelf goed en wel te beseffen – de wacht aan te zeggen.
Misschien kan Demir in de leer gaan bij haar collega Caroline Gennez (Vooruit), die in de Vlaamse regering onder meer voor welzijn bevoegd is.
Ook in die sector zwol het ongenoegen over het Vlaamse beleid de voorbije jaren aan – zij het niet in dezelfde mate als in het onderwijs.
De nieuwe minister lijkt haar strategie daar helemaal op te hebben afgestemd: eerst naar iedereen luisteren, de sector van binnenuit leren kennen, vertrouwen opbouwen en dan pas het roer omgooien.
Ook de zorg- en welzijnssector is immers een tanker. Om die te keren heeft ze alle steun nodig die ze kan krijgen.
Dat wil zeggen dat alle initiatiefnemers en personeelsleden uit de sector het gevoel moeten hebben dat Gennez hún minister is.
Dat ze nu middelen heeft vrijgemaakt om Vlaams zorgpersoneel een eindejaarspremie te kunnen uitbetalen die even hoog is als die van hun collega’s in federale zorginstellingen, is alvast een gebaar dat kan tellen.
Op zo’n signaal zitten ze ook in het onderwijs te wachten. Leerkrachten en directies is het niet om een premie te doen, wel om een bewijs dat hun minister in hen gelooft, achter hen staat en het voor hen wil opnemen.
Als Zuhal Demir haar ongeëvenaarde slagkracht zou gebruiken om hen weer zelfvertrouwen te geven, dan zou het hele Vlaamse onderwijs daar wel bij varen.
Sterker nog: dat zou haar kansen om een koerswijziging in te zetten en ook nog te doen slagen danig vergroten.
Renée is er ondertussen niet gerust op. De uitspraken van Demir en De Poorter blijven door haar hoofd spoken.
‘Weet je wat het ergste is? Hun woorden bepalen het beeld dat mijn vrienden, mijn kinderen en de ouders van mijn leerlingen van leerkrachten – en dus van mij – hebben.
‘Om mijn werk echt goed te kunnen doen, moet ik trots op mijn job zijn. Het zou fijn zijn als de minister me daar een handje bij zou helpen.’
Lees ook
Bron: Knack