Marc Reynebeau – Van het Wetstraatfront geen nieuws


Als het waar is wat de formateur Bart De Wever op tv vertelt, moet hij de koning vrijdag slecht nieuws melden, schrijft Marc Reynebeau. Als is het niet zo zeker dat hij dat zelf slecht nieuws vindt.

Marc Reynebeau – De Standaard


Soms komen pikante nieuwtjes op erg ongewone plekken aan het licht. Zoals de intentie die MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez vorige week prijsgaf tijdens een lezing aan de Leuvense universiteit.

Mocht hij eventueel minister worden in de volgende federale regering, dan zou hij dat baantje cumuleren met dat van partijvoorzitter.

Politici cumuleren er almaar onbeschaamder op los, maar dit zou toch wel een vrij ongebruike­lijke combinatie zijn.

Bouchez voert daar een bijzondere reden voor aan. Het is de voorzitter die het laatste woord heeft bij het aanwijzen van wie namens de partij toetreedt tot een regering – of eruit moet vertrekken.

Die macht wil Bouchez, mocht hij minister worden, niet uit handen geven, vooral om zijn politieke lot zelf in handen te houden en daarvoor niet afhankelijk te worden van wat zijn opvolger zich in het hoofd zou kunnen halen.

Er hangt een geur van paranoia rond die stelling.

Alsof in de partij samenzweerders al een opvolger klaar hebben die Bouchez, zodra die overstapt naar de Wetstraat, prompt een mes in de rug zal ploffen.

Aannemelijker is de hypothese dat hier sprake is van controledrang en zucht naar rauwe macht.

Le parti, c’est moi.

Het is Bouchez allicht niet ontgaan hoe zijn collega-voorzitter Bart De Wever (N-VA) al 20 jaar opereert door postjes te cumuleren zonder zich veel aan te trekken van institutionele formalismen.

En daar komt hij ook mee weg, zowel in zijn partij, bij zijn politieke partners en concurrenten, en bij de kiezer.

De Wever staat trouwens, mocht ‘Arizona’ ooit tot stand komen met hem als premier, voor dezelfde keuze.

Hij zal zich dan niet alleen als burgemeester van Antwerpen moeten laten vervangen, ook het voorzitterschap van de partij staat dan ter discussie.

Het partijvoorzitterschap en het ministerschap vergen verschillende loyaliteiten, die maar deels overlappen.

Bij de voorzitter staat het partij­belang centraal, in een regering primeert een andere solidariteit, die binnen de coalitie en rond het regeerakkoord.

Dat Bouchez in die combinatie niet zo beslagen is, bleek afdoende in de nu aflopende regeerperiode, met Bouchez én de MR als coalitiepartners in de Vivaldi-regering (een naam die nog door hem is bedacht).

Terwijl de voorzitter zich haast voortdurend als leider van de oppositie tégen Vivaldi gedroeg en die regering nagenoeg vleugellam maakte.

Bouchez heeft een sterk, maar ook behoorlijk populistisch argument voor die drang naar persoonlijke almacht: zijn electorale gewicht, vooral het sterke mandaat dat de kiezer de MR dit jaar heeft gegeven.

Al lijkt hij daarbij te vergeten dat in Wallonië een meerderheid níét voor zijn partij heeft gestemd en in Vlaanderen zelfs helemaal niemand.

Die verblinding maakt het hem moeilijk om compromissen te sluiten tijdens onderhandelingen.

Hij acht het vanzelfsprekend om zijn eigen partijprogramma voor het volle pond te laten doorwegen in een regeerakkoord.

Die fixatie op het eigen programma is wat de combinatie van het ministerschap en het voorzitterschap zo riskant maakt.

Want daar zal zijn dubbele loyaliteit onvermijdelijk leiden tot een botsing tussen de trouw aan het bestuursakkoord en de trouw aan het partijprogramma.

Dat verklaart mee waarom het kwintet partijen dat al een halfjaar lang beweert de Arizona coalitie op de been te zullen brengen, daar dit jaar alvast niet in zal slagen.

Wat de praatgrage Bouchez nu helder maakt – en anderen in de schaduw hem misschien graag horen zeggen – is dat met de voorrang die het partijbelang krijgt, besturen almaar moei­lijker wordt.

Meer dan ooit komt de profilering op het voorplan te staan, wat alleen maar een tendens kan versterken die al langer zichtbaar is: een politiek regime dat permanent in campagne­modus verkeert.

Dan kan het onmogelijk toekomen aan beleid, omdat regeren altijd compromissen en het af­wegen van belangen inhoudt, wat strijdig is met het ‘zuivere’ profiel dat centraal staat in elke politieke campagne.

Het was al een veeg teken dat formateur De Wever al van lang voor de verkiezingen met zoveel woorden zei – en nu nog altijd zegt – dat hij helemaal geen zin heeft om het kantoor in de Wetstraat 16 te betrekken, alsof het nationale belang hem helemaal niet kan boeien.

Ook dat is een variante op het Bouchez-denken, waarin het ministerschap maar een deeltijdse baan kan zijn naast het partijvoorzitterschap.

De kiezer en de democratie verdienen beter dan die parti­cratische navelstaarderij.

Als de regel is dat alles gestaag vooruitgaat in de onderhandelingen zolang daar niets van uitlekt, dan is die episode nu afgesloten.

In het VTM-programma Het conclaaf kwamen begin deze maand partijvoorzitters aan het woord die niet alleen de verplichte discretie doorbraken, maar van wie nog moeilijk te geloven is dat ze het menen met de vorming van een nieuwe federale regering.

Vooruit-voorzitter Conner Rousseau raakte er in een dovemansgesprek verwikkeld met zijn MR-collega Bouchez, waarbij de indruk rees dat zij, na bijna een halfjaar onderhandelen, nog nooit eerder een discussie hadden gevoerd over het belasten van vermogens en vermogenswinsten, iets wat Rousseau eist en waar Bouchez mordicus tegen is.

Over dat strijdpunt is de formateur dus nog geen centimeter opgeschoten.

Het sterkt wat uittredend vicepremier Frank Vandenbroucke (Vooruit) laatst stelde, ook op tv: er is in al die maanden alleen over cijfertjes onderhandeld, niet over politiek.

Meer nog, die al te veel in de media kwetterende “generatie jonge voorzitters” berispend, stelde De Wever, zonder zich zelf wat aan te trekken van de discretieplicht, dat hij het zelf amper nog zag zitten met de formatie.

Wat hem dus goed uitkomt, hij heeft er toch geen zin in.

Het verbijsterende daarbij is dat VTM al die uitspraken vastlegde op het moment dat het weer leek op te schieten, toen Vooruit de aarzelingen had overwonnen en weer volop aan de formatie ging deelnemen.

Wat is er dan al die tijd gebeurd en besproken tijdens de onderhandelingen?

Het enige zichtbare resultaat was de aanwijzing van Hadja Lahbib (MR) als Europees commissaris.

Als ze in het paleis ook naar VTM kijken, zal De Wever daar toch wat uit te leggen hebben als hij daar vrijdag weer een verlenging van zijn mandaat moet vragen.


Georges-Louis Bouchez: klein applausje voor zichzelf. © belga

Lees ook

Lees meer berichten van

Marc Reynebeau


Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Welkom op Bluesky

Naar de website


Scroll naar boven