Kun je naar Europa kijken en toch niet depressief worden van het jaar 2024? Caroline de Gruyter denkt van wel.
Caroline De Gruyter – De Standaard
21 december 2024
Leestijd: 8 min
“Nu Europa zo gepest wordt, wordt het ook slimmer”
Caroline de Gruyter
- Donald Trump die opnieuw president wordt.
- Een DHL-vliegtuig dat neerstort in Litouwen nadat er eerder explosieven in DHL-pakjes waren gevonden.
- Datakabels tussen EU-landen onder de Baltische Zee die worden vernield.
- Houthi’s, gerekruteerd door Rusland, die in Oekraïne vechten.
- Rusland dat de Roemeense verkiezingen via sociale media van de rails laat lopen.
- Duitse fabrikanten wier orderboek leeg raakt omdat concurrenten uit China dankzij staatssteun goedkoper zijn.
- Elon Musk die campagne voert om de Britse regering af te zetten.
Het is bepaald geen business as usual in Europa – en dit zijn maar een paar voorbeelden.
Als iets het jaar 2024 typeert, is het wel het toenemende aantal bedreigingen van buitenaf. Veel Europeanen laten de kop hangen bij zoveel tegenspoed en zeggen gelaten: alles loopt van de rails.
Zij wijzen dan op de opmars van uiterst rechts, economische problemen en andere interne tegenslagen. Misschien.
Maar er is ook een andere manier om op de drempel van het nieuwe jaar terug te blikken, zonder meteen depressief te raken.
Er zijn ook allerlei dingen gebeurd in 2024 die wel de goede kant opgaan. En die Europa misschien zelfs helpen om zich wat beter te weren.
Daarvoor moet je eerst een paar stappen terug zetten.
Zo is er net een nieuwe editie verschenen van het boekje La crise de l’esprit, dat twee brieven bevat die de Franse dichter-filosoof Paul Valéry in 1919 schreef, vlak na de Eerste Wereldoorlog.
Europese grootmachten, stelde hij in die brieven vast, kwamen daar verzwakt uit.
Hele imperia waren van de kaart geveegd.
- Hoe moesten de brokstukken verder?
- Welke lessen kon Europa trekken?
Valéry voorspelde dat Europa, dat eeuwenlang de wereld domineerde, op een dag zelf gedomineerd zou worden door de rest van de wereld.
Europa heeft niet genoeg grondstoffen, voedsel of zelfs inwoners, schreef hij, om zo dominant te blijven. Het moest zich daarmee verzoenen om zich voor te bereiden op een nieuwe rol in de wereld. Die zou liggen op het gebied van kennis en cultuur.
Als de wereld een lichaam is, redeneerde hij, is Europa het hoofd.
Trotse, machtige Europese landen, die elkaar altijd naar het leven stonden en expansie in de koloniën gebruikten om elkaar af te troeven, zouden langzaam macht verliezen en steeds provincialer worden.
Ze zouden steeds meer moeten samenwerken om dingen voor elkaar te krijgen. In plaats van zich te verlaten op macht en massa zouden ze moeten inzetten op kennis, intelligentie en cultuur.
Ofwel: wie niet groot is, moet slim zijn.
Dat is het scenario dat zich nu in Europa ontrolt. Europa bepaalt niet meer wat er in de wereld gebeurt.
Bullebakken als Trump, Musk, Poetin en Xi, die juist wel massa en macht inzetten, bevechten elkaar in Europa en proberen het te verzwakken.
Nationale leiders in Europa hebben maar één manier om terug te vechten: gezamenlijk.
In hun eentje zijn ze te zwak – zelfs Frankrijk en Duitsland, voorheen de militaire en economische trekpaarden van Europa.
Franse soldaten, ooit wereldwijd gevreesd, worden uit het ene Afrikaanse land na het andere gegooid. Duitse fabrieken, eens toonaangevend, hebben nu moeite om te overleven. Zelfs de grootste Europese landen raken, kortom, hun status kwijt.
Eigenlijk wisten we al sinds de Tweede Wereldoorlog dat het deze kant zou opgaan.
Na 1945 waren niet meer Parijs en Londen, maar Washington en Moskou de epicentra van de wereld. De Amerikanen namen de heerschappij van de Britten over. Maar omdat zij zich over West-Europa ontfermden, en er een stootwil tegen het communisme van maakten, maakten de Europeanen zich weinig zorgen over hun tanende invloed.
De machtige Amerikaanse veiligheidsparaplu verdoezelde dat. Die cover is nu weg. In Washington liggen ze tegenwoordig meer wakker van China dan van de situatie in Europa. Mede door de verkiezing van Trump, die vindt dat Europeanen profiteurs zijn, is Europa’s evolutie van imperiaal naar provinciaal zo goed als voltrokken.
Vervelend, maar wel inzicht dat nuttig is als je je op de toekomst wilt voorbereiden.
Dat is waar we naar kijken als we terugblikken op het voorbije jaar. Iedereen beukt op Europa in. Alles wordt nu “weaponised”, als wapen tegen ons gebruikt:
- media
- onze eigen vrije markt
- infrastructuur
- vluchtelingen
- het internationaal recht
- opiniepeilingen
- verkiezingssoftware
- alles, alles
En bij elke dreun beseffen Europeanen dat ze alleen kunnen terugvechten als ze het samen doen.
België of Frankrijk alleen kan Facebook of X niet disciplineren als die de regels overtreden. Maar als de eurocommissaris het doet, passen de Californische giganten hun gedrag aan en betalen ze miljardenboetes.
Waarom? Omdat ze niet zonder de Europese interne markt kunnen, de grootste en rijkste ter wereld.
Regeringsleiders in Europa ontdekken kortom, juist doordat iedereen hen probeert te bullyen, waar hun soevereiniteit ligt in dit soort gevallen: niet bij de natiestaat, maar in het lidmaatschap van de grotere club.
Je kunt migratie en artificiële intelligentie alleen collectief beheersen. Goed nieuws, dus, dat de Europese AI Act en het Migratiepact er dit jaar eindelijk doorkwamen.
Wie deze dynamiek begrijpt, is de Hongaarse premier Viktor Orban.
Laatst legde hij een groep Zwitsers in een toespraak uit waarom hij niet uit die vreselijke EU stapt (en andere populisten evenmin): omdat het lidmaatschap hem meer politiek gewicht geeft dan hij met zijn kleine landje buiten de EU zou hebben.
Het levert hem subsidies op uit Brussel (hoewel steeds minder), hij kan meebeslissen over beleid dat hij zelfs buiten de EU nog zou moeten volgen en kan iedereen vertellen: kijk eens hoe belangrijk ik ben, ik blokkeer wapenleveranties aan Oekraïne en EU-statements over Gaza!
Hij kan een groot EU-land bij de strot grijpen en concessies lospeuteren en doet dat constant. Buiten de EU was hem dat nooit gelukt – Poetin had hem rauw voor het ontbijt gegeten.
Over Europese soevereiniteit gesproken: in 2024 hebben de regeringsleiders voor het eerst sterke, capabele Europese leiders benoemd om de Europese instellingen te leiden.
Voorheen kozen ze vaak zwakkelingen die ze konden controleren, of mensen met genoeg tact zoals Herman Van Rompuy om de regeringsleiders te laten schitteren. Nu begrijpen ze dat deze tijden vragen om serieuze, capabele mensen in Brussel.
Dat is, net als het feit dat uiterst rechts er bij de Europese verkiezingen amper op vooruitging, een van de opstekers van 2024.
Nu Frankrijk en Duitsland in een machtsvacuüm zitten, is de EU ineens de stabiele factor.
In 2024 werkte ze, op verzoek van de lidstaten, aan nieuwe handelsverdragen, migratiedeals met Arabische landen, hulp aan Oekraïne en economische consolidatie van de westerse Balkan.
De Ierse politicoloog Brigid Laffan merkte terecht op dat de EU, die vroeger vooral een regeltjesmachine was, tegenwoordig ook “een dienstverlener” is aan de lidstaten.
Ook burgers lijken aan te voelen dat je niet alleen soevereiniteit weggeeft, maar ook krijgt door lid te zijn van de EU.
Volgens de laatste eurobarometer, van begin december, vertrouwt 51 procent de EU – niet denderend, maar wel de hoogste score sinds 2007.
74 procent steunt de euro (81 procent in de eurozone), de hoogste score ooit.
Volgens de meesten moet de prioriteit in de Europese politiek bij defensie en veiligheid liggen, gevolgd door migratie en klimaat. De Europese Commissie heeft niet voor niets de eerste defensiecommissaris ooit.
Regeringsleiders, die alle beslissingen nemen in Brussel en steeds machtiger worden (waarbij ze het Europees Parlement geregeld buitenspel zetten), hebben de afgelopen jaren in elke crisis collectieve oplossingen gezocht – eurocrisis, migratiecrisis, pandemie, Oekraïne.
In 2024, in een turbulente geopolitieke situatie, gingen ze daarmee door. Al geven ze dat nog altijd niet graag toe, ze beseffen hoeveel ze te verliezen hebben als ze het niet doen.
Zo kroop Europa ook in 2024 als een krab voort:
- Anticiperend op Trumps dreigende handelstarieven en Amerikaanse digitale giganten
- Reagerend op China dat onze markt overspoelt met staatsgesubsidieerde producten en aast op Europese chiptechnologie
- Reagerend op Poetin die een snoeiharde hybride oorlog tegen Europa voert
De Europese reactie is, als altijd, nogal secondair: traag en niet altijd even doeltreffend. Dat kun je betreuren, maar Europa heeft nu eenmaal 27 regeringen.
In 2024 hebben coryfeeën als Mario Draghi, Enrico Letta en Sauli Niinistö uitstekende, scherpe rapporten geschreven over wat Europa moet doen om steviger te staan.
Donderdag, op de Europese top, bespraken regeringsleiders sommige aanbevelingen.
Gaan ze alles uitvoeren? Helaas niet. Alle landen hebben diverse culturen, geografieën, taboes en eisen.
Onderhandelingen kosten tijd en leveren zelden topresultaat. Misschien moeten burgers in 2025 ook eens ophouden met dat te verwachten.
2024 was in veel opzichten een rotjaar, maar Europa vecht terug. Op zijn eigen, onvolkomen manier. Precies zoals Paul Valéry heeft voorspeld.
Caroline de Gruyter is Europa-correspondent, standplaats Brussel.
Lees ook
Bron: De Standaard