Pierre Wunsch – Uiteindelijk zien mensen dat een elektrische auto duurder is


Politici mogen mensen geen blaasjes wijsmaken: de klimaattransitie zal ons geld kosten. Veel geld, meent Pierre Wunsch, gouverneur bij de Nationale Bank. Hij kleefde er – voor het eerst in ons land – een cijfer op: ‘De transitie gaat ons jaarlijks tot 2050 theoretisch 2,5 procent van het bbp kosten.

Pieter Gordts – De Morgen

18 januari 2025

Leestijd: 11 min


Ze hebben een punt als ze zeggen: ‘Dit is niet wat politici ons beloofd hebben’’
Pierre Wunsch

Hij houdt van cijfers. Van de gouverneur van de Nationale Bank verwachten we niets anders, maar toch.

Pierre Wunsch’ liefde om zijn ­betoog met cijfers en berekeningen te onderbouwen gaat zo ver dat hij zijn ergernis voor wie dat niet doet en zich toch mengt in het klimaatdebat, nauwelijks kan verhullen.

Dat overkwam hem op een conferentie in Moldavië, waar iemand van een internationale organisatie “mensen vertelde dat ‘we de grote kansen die de groene transitie met zich meebrengt nu moesten grijpen’”, zegt ­Wunsch.

Van zulke uitspraken krijgt hij de kriebels. Vooral omdat ze lijnrecht ingaan tegen zijn eigen argument, namelijk dat de klimaat transitie geld zal kosten.

Op Wunsch’ tegenkantingen kwamen echter vooral ­slogans terug, meent hij.

Om zelf niet in sloganeske taal te vervallen, spijkerde Wunsch zijn kennis over de klimaattransitie bij.

“Sowieso is dit een onderwerp waar we nog dertig jaar over zullen spreken. Dus doe ik graag een inspanning om me daarin te verdiepen.”

Nochtans vonden enkele ngo’s vorig jaar dat u net te weinig deed voor het klimaat. Zij vroegen de koning om uw herbenoeming tegen te houden. Pikte dat?

“Ik vond het ironisch. Al begreep ik het ook wel: ik heb een aparte positie als het gaat over wat de rol van de Nationale Bank moet zijn in het klimaatvraagstuk.

“In de Verenigde Staten gaat iedereen ermee akkoord dat een centrale bank geen beleid kan voeren. Dat is minder duidelijk in Europa. Wij voeren een ambitieus klimaatbeleid.

“Sommige mensen zeggen dat een centrale bank dat moet ondersteunen. Ik ben het daar niet mee eens. Het zijn politici die beleid voeren, een ­centrale bank niet, punt aan de lijn.

“Je zou je kunnen afvragen of we, indien we moeten bijdragen aan klimaatbeleid, ons ook niet bezig zouden moeten houden met werkgelegenheid, sociale gelijkheid, enzovoort.

” Een centrale bank is een onafhankelijke instelling. Dat is nodig om monetair beleid uit te voeren, wat nog altijd onze kerntaak is.

“Ik lees op sociale media dat ik een klimaatontkenner ben omdat ik van mening ben dat centrale banken een zeer beperkte rol moeten spelen. Niets is minder waar.”

Het heeft u niet tegengehouden om te berekenen hoeveel de klimaattransitie ons land zou kosten. Hoe groot is die?

“Ik baseer me onder andere op het boek van Bill Gates, Hoe we een klimaatramp kunnen vermijden.

“Eigenlijk is het eenvoudig: we ­hebben een aantal noden, zoals vervoer, ­verwarming of industrie. Voor elk van die sectoren moet je de vraag stellen hoe groot de kost is om van een bruine naar een groene technologie te gaan.

“Voor sommige is die kostprijs intussen nul, voor anderen is die kostprijs nog hoog.

“En in sommige sectoren, zoals een deel van de industrie en in de landbouw, zal er nooit volledig groene technologie voorhanden zijn.

“Dat is de reden waarom wij op termijn ook negatieve emissies nodig zullen hebben, of dus het terugnemen van CO2 uit de lucht, bijvoorbeeld via direct air captures (een soort (kool)stofzuiger die (kool)stof uit de lucht haalt, red.)

“Doe je die oefening voor elke sector, kom je op een theoretisch bedrag hoeveel het zou kosten om voor alle sectoren de overstap te maken naar groene technologie: iets meer dan 150 euro per ton CO2 die we vandaag uitstoten.

“Dat komt neer op een kostprijs van 3,5 procent van het huidige bbp van België, gespreid over 25 jaar. ­

“Omdat je er rekening mee moet houden dat onze economie elk jaar groeit, staat dat ­gelijk aan een jaarlijkse kost van 2,5 procent van het bbp tot 2050.

“Dat is vergelijkbaar met de kostprijs van de oliecrisis, maar dan jaarlijks. Het wil ­zeggen dat een deel van onze economische groei niet naar de verhoging van lonen of uitgaven van de overheid voor pakweg onderwijs zal gaan, maar naar klimaatoplossingen.

“Welk deel van de groei? Niet zo veel, gezien dat onze economie ongeveer 30 procent groter zal zijn tegen 2050. Het is dus iets wat we zullen voelen, maar dat we wel kunnen opvangen als – en dat is de impliciete hypothese – ook anderen diezelfde inspanningen doen.”

Hoe bedoelt u?

“Dat ook de Verenigde Staten, China en de rest van de wereld geld uitgeven om de overstap naar groene technologieën te maken.

“Ik ben vrij optimistisch over de vraag of we in België de prijs van de groene transitie kunnen dragen. Maar over de internationale ­dimensie van de zaak ben ik minder optimistisch, omdat wij doorgaans ambitieuzer zijn op vlak van klimaat dan veel andere landen of regio’s in de wereld.

’Ik ben optimistisch over de vraag of we in België de prijs van de groene transitie kunnen dragen’

“In feite offeren we nu in Europa een deel van onze industrie op: hierdoor lopen we het risico dat veel energie-intensieve bedrijven zich verplaatsen naar regio’s in de wereld waar energie minder duur is.

“Het gevolg daarvan is twee keer negatief: voor het ­klimaat, omdat de uitstoot dezelfde blijft of zelfs stijgt – wij zijn vandaag efficiënter in energieverbruik dan de Verenigde Staten – en voor onze economie, omdat bedrijven verhuizen.

“In zo’n geval vrees ik voor de politieke gevolgen. Je krijgt dat niet uitgelegd. En het grootste risico inzake de klimaatverandering vandaag de dag is dat we de steun van de bevolking verliezen voor maatregelen.”

Hoe groot is die publieke steun?

“Minder groot dan we wellicht denken. Ten tijde van de klimaatmarsen leefde de ­perceptie dat er veel steun leefde bij de ­bevolking.

“In feite leren bevragingen ons al enkele jaren dat mensen wel zeggen dat ze het klimaat belangrijk vinden, maar ook dat de overgrote meerderheid niet bereid is daar veel voor te betalen.

“Toch doen we ­alsof de klimaatverandering positief is voor onze economie.

“We doen alsof we door ambitieuzer te zijn dan de rest en de basis voor een groene economie te leggen, we marktaandeel winnen in de rest van de wereld.”

Hebben politici mensen voorgelogen?

“Sommige zijn geneigd om een te rooskleurig of net pessimistisch beeld van de situatie te geven.

“Mensen die voor de Europese Commissie werken, vertellen me dat hen gevraagd wordt om met positieve verhalen te komen. We willen de steun van de bevolking.

“Maar op het einde van de rit zien mensen dat ze moeten betalen om hun huis te isoleren en dat een elektrische wagen duurder is dan eentje die rijdt op benzine.

“Dan hebben ze een punt als ze zeggen: ‘Dit is niet wat politici ons beloofd hebben.’”

Hoe reageren politici op die kritiek?

“Niet. Ik heb er eerder een probleem mee dat sommige van mijn argumenten fout worden weergegeven in de media en daar dan reacties op komen.

“Als ik zeg dat het dom is om de financiering van olie stop te zetten, wordt dat de kop boven een artikel zonder dat de rest van mijn redenering wordt meegenomen.

“Terwijl dat een basisles in de economie is: je moet werken aan de vermindering van de vraag naar olie.

“Probeer je het aanbod naar beneden te ­halen zonder aan de vraag te werken, dan stijgen de olieprijzen gewoon.

“De economie van Saudi-Arabië draait op olie. Rusland financiert er zijn oorlog in Oekraïne mee. Ze hebben ons niet nodig.

“Als wij stoppen met het financieren van oliemaatschappijen heeft dat nauwelijks impact.

‘Je zou je kunnen afvragen of ik deze ­uitspraken wel moet doen, omdat ze alleen polemiek opleveren’

“Je zou je kunnen afvragen of ik zulke uitspraken wel moet doen, omdat ze alleen polemiek opleveren. Maar ik doe het omdat we het klimaatdebat niet juist voeren.

“In plaats van het te hebben over welke inspanningen we moeten doen en wie daarvoor zal betalen, hebben we het al te vaak over het ‘vinden’ van geld.

“Waar ‘vind’ je geld? In de actuele publieke discussie wordt de indruk gewekt dat indien bankiers bereid waren om de transitie te financieren in plaats van oliemaatschappijen, het probleem pijnloos zou kunnen opgelost worden. Dat klopt ­gewoon niet.”

Wie zal er voor de klimaattransitie betalen?

“Wij. Als bedrijven moeten betalen voor de klimaattransitie wil dat alleen zeggen dat ze minder geld overhouden om lonen uit te betalen.

“Het is dus de bevolking die betaalt voor de klimaattransitie.

“Wie, wanneer en hoeveel precies: dat is afhankelijk van de technologische vooruitgang en het beleid dat we voeren. Maar dat is meestal niet transparant.

“Neem nu de isolatievoorwaarden voor woningen. Dat wordt voorgesteld als de goedkoopste manier om de uitstoot te verminderen, onder het motto dat ‘de goedkoopste energie de energie is die je niet verbruikt’. Dat geldt misschien voor een koude douche, maar het verhaal is ingewikkelder.

“Ten eerste is het plaatsen van isolatie in verouderde woningen om die naar een hoog energielabel te brengen duur.

“Het is tegenwoordig ook moeilijk om stielmannen te vinden om die te plaatsen. En veel hangt af van het type woning: in de stad is het moeilijk om een warmtepomp te plaatsen in een rijwoning of isolatie te steken achter een beschermde gevel.

“Neem dertig verschillende huizen en je krijgt dertig verschillende oplossingen. Erken je dat niet, dan loop je het ­risico dat het beleid niet duurzaam is, omdat de bevolking niet akkoord zal gaan.”

Laten we even teruggaan naar het boek van Bill Gates. Mag ik daaruit concluderen dat u gelooft dat de oplossing voor de ­klimaattransitie in technologie ligt?

“Ja, ik ben een technologieoptimist. Ik geloof niet dat we door een gedragsverandering de klimaatopwarming zullen tegengaan.

“Laten we zeggen dat de transitie voor 80 procent gedragen zal worden door technologie en 20 procent door ons gedrag.

‘Hoe sneller we groene technologie gebruiken, hoe beter, denken we.
Dat klopt niet’

“Dat wil voor alle duidelijkheid niet zeggen dat we altijd moeten wachten tot een nieuwe groene technologie goedkoper is.

“Wel moeten we bij elke nieuwe technologie de vraag stellen hoe groot het verschil in kostprijs evolueert tussen de vervuilende en groene variant en wie het verschil betaalt. Doe je dat niet, dan heb je geen goede basis voor je beleid.

“Wel lijkt het mij een goed idee om ­zoveel mogelijk nadruk te leggen op die technologieën die bijna competitief zijn.”

Zoals elektrische wagens?

“Bijvoorbeeld. Al lijkt het mij daar net slim om ons genoeg tijd te geven.

“We hebben het idee dat hoe sneller we een groene technologie gebruiken, hoe beter dat is. Maar is het wel een goed idee om de beperkte begrotingsmiddelen die we hebben in te zetten voor een technologie die over vijf tot tien jaar sowieso goedkoper zal zijn?

“Wat je zeker niet moet doen, is een subsidie uitreiken om ­sneller te gaan en daarna beslissen om die toch af te schaffen.

“Zo’n jojobeweging creëert alleen meer onzekerheid.”

Is het niet naïef te denken dat bedrijven sowieso overstappen naar groene technologieën? Europese auto producenten hebben getalmd met investeren in elektrische wagens omdat auto’s met een verbrandingsmotor nog veel geld opbrengen.

“Het feit dat ik technologie-optimist ben, wil niet zeggen dat ik geloof dat de markt altijd de juiste oplossing zal vinden en we sowieso naar een groene economie zullen evolueren.

“Sommige technologieën, zoals zonne-energie, hebben geen overheidssteun meer ­nodig. Maar om cement, beton of staal te produceren, zullen we nog lang moeten wachten voor we een competitieve, groene technologie hebben.

“Het is belangrijk dat we beleid voeren om de noodzakelijke voorwaarden te creëren om nieuwe technologieën rendabel te maken.

“Als de verbrandingsmotor verboden wordt tegen 2035, is het duidelijk. Dus akkoord, er moet beleid gevoerd worden. Al denk ik niet dat de overheid voldoende flexibel is om die innovatie volledig te dragen.”

En al zeker niet in Europa, vindt u. ‘The US innovates, China replicates and Europe ­regulates’, placht u te zeggen.

“Voor een deel hebben wij de oorlog al verloren.

“De productie van zonnepanelen komt niet meer terug naar Europa. Windmolen­fabrikanten trekken steeds meer naar China.

“Wij zullen ook niet meer de plek zijn waar de beste wagens ter wereld gemaakt worden.

“De Europese auto-industrie zal niet instorten, maar we zullen wel marktaandeel verliezen.

‘Europa heeft de oorlog al verloren. De productie van zonnepanelen komt niet meer terug’

“Eigenlijk maakt dat deel uit van een ­breder debat.

“We houden in Europa niet van disruptie, wel van controle en wetgeving. Wij houden niet van Elon Musks ondernemerschap of Steve Jobs.

“De eerste reactie van ­Europa op de opkomst van artificiële ­intelligentie?

“‘Laten we wetgeving maken!’”

Hoe we een klimaatramp kunnen vermijden

Pierre Wunsch: ‘We hebben ook negatieve CO2-uitstoot nodig, dus het wegnemen van koolstof uit de lucht, bijvoorbeeld via direct air captures.’ Beeld Wouter Van Vooren

Lees ook

Klik op de hyperlink hieronder
en vind meer berichten

Interviews


Bron: De Morgen

Welkom op Facebook

Welkom op Bluesky

Naar de website


Scroll naar boven