Bieke Purnelle wordt soms wat ongemakkelijk als men het feminisme geestdriftig betrekt op populaire cultuur. Feministische organisaties liggen niet wakker van het orgasme van Nicole Kidman.
Bieke Purnelle – De Standaard
24 januari 2025
Leestijd: 6 min
Over weinig bevolkingsgroepen bestaan zoveel hardnekkige misverstanden als over feministen. Ooit beweerden kwatongen dat feministes vooral last hadden van penisnijd.
Niet stemrecht, het recht op onderwijs of gelijk loon voor gelijk werk, maar een piemel was wat die drieste vrouwmensen stiekem wilden.
Stemrecht, recht op onderwijs en gelijk loon voor gelijk werk zijn intussen een feit. Hoe het met de penisnijd zit, weet ik niet.
Wat ik wel weet, is dat veel mensen niet goed weten waarover ze het hebben als ze over “het feminisme” schrijven.
Zo las ik intussen een vijftal recensies en analyses over Babygirl, de nieuwe film van Halina Reijn, vol beschouwingen over de vraag of de film in kwestie nu al dan niet feministisch is.
Meer zelfs, de film was voor sommigen niet meer of minder dan “een rake reflectie op de netelige positie waarin het feminisme verkeert.” Toe maar.
Ik ben helemaal voor reflectie. Maar dat reflectie over de staat van het feminisme zou moeten ingegeven worden door een film over een succesvolle vrouw aan de top, die een stomende affaire heeft met haar veel jongere stagiair, dat had ik niet kunnen bedenken.
Het zijn zeker lastige tijden voor iedereen die zich identificeert als feminist, maar met de seksuele fantasieën van een fictief film personage heeft die heikele toestand evenwel weinig te maken.
De meeste vrouwen komen nooit in de buurt van de bedrijfstop of van stomende affaires met knappe, jonge stagiairs en hebben andere besognes.
‘Feminist’ op een T-shirt
Ik word soms wat ongemakkelijk als men het feminisme geestdriftig betrekt op populaire cultuur.
Ze doen maar, Beyoncé en Taylor en Halina.
“You go, girl” en “Girl power” en hartjes en zo, maar laten we alstublieft niet doen alsof je een belangrijk feministisch statement, laat staan een cruciale verwezenlijking neerzet door ‘feminist’ op een T-shirt te printen, popsongs over vrouwelijke emoties te brengen of een film te maken over een vrouwelijke ceo die in bed duikt met een jonge hunk.
De feministen van de tweede golf van de jaren 70 hadden zo hun eigen redenen om zich te verzetten tegen de populaire cultuur van hun tijd, die volgens hen een traditioneel, eendimensionaal vrouwbeeld schetste en reproduceerde.
Pas in de jaren 80 begonnen feministische actoren populaire cultuur te omarmen als een doeltreffend middel om een breed publiek te bereiken met emanciperende rolmodellen.
Het hedendaagse mainstreamfeminisme ziet populaire cultuur dan weer als een vrijplaats en een speeltuin.
Critici (m)opperen niet onterecht dat die romance vooralsnog geen erg succesvolle strategie blijkt te zijn en dat de verheerlijking van veel hedendaagse vrouwelijke rolmodellen wel opmerkelijk wit, middenklasse en individualistisch gekleurd is.
Wat stomende seks betreft, valt het feminisme dan weer min of meer uit elkaar in twee dominante groepen, met elk een eigen visie op seksualiteit.
De ene groep legt de focus op plezier, de andere op de risico’s.
Die tweespalt heeft haar wortels in de geschiedenis van de vrouwelijke seksualiteit, die eeuwenlang op rigide wijze werd gecontroleerd en gereguleerd.
De seksuele revolutie van de jaren 60 en de uitvinding van de pil gaven vrouwen seksuele vrijheid, maar leidde ook tot teleurstelling.
De vrijere seksuele moraal gaf mannen vlotter toegang tot de lichamen van vrouwen, die op hun beurt moeilijk nee konden zeggen zonder als preuts en onbevrijd te worden bestempeld.
Alles komt terug en het is altijd wat.
Het zal best dat die veelheid aan visies verwarrend is. Het feminisme is dan ook geen bedrijf. Er staat geen ceo aan het roer, er is geen hr-afdeling, geen marketingstrategie. Het heeft geen officiële en geen afgelijnde targets.
Het feminisme is een zootje ongeregeld.
Het bestaat uit tal van – soms conflicterende – ideeën, stromingen en bewegingen die alleen gemeen hebben dat ze gelijke rechten voor vrouwen zeggen na te streven.
Iedereen die dat wil, kan zich feminist noemen. Er bestaat dus niet zoiets als “dé visie van dé feministen”.
Helaas of godzijdank, afhankelijk van hoe men het bekijkt.
Waarom artikels en beschouwingen over feminisme zo vaak over seks gaan, dat las ik overigens niet terug in de beschouwingen omtrent Babygirl.
Het antwoord is nochtans verbluffend eenvoudig: seks levert clicks en likes.
Niemand wil lezen over de gapende pensioenkloof, onbetaalde zorgarbeid of het aantal vrouwen dat jaarlijks sterft door een gebrek aan toegang tot legale en veilige abortus.
Dat zijn de thema’s waar feministische organisaties en actoren van wakker liggen, niet het orgasme van Nicole Kidman.
Reproductieve rechten staan wereldwijd onder druk, er wordt meer seksueel geweld gerapporteerd dan ooit en om de 11 minuten wordt er een vrouw vermoord, dus bespaar ons al die hoogdravende analyses van een populaire film.
Ga ernaar kijken, vind hem goed of niet, haal er iets uit voor jezelf, eender wat, maar doe niet alsof de film iets fundamenteels over het feminisme zou vertellen.
Bijwerkingen van het succes
Het feminisme heeft het inderdaad moeilijk; niet omdat mensen schijnbaar tegenstrijdige seksuele fantasieën hebben en andere mensen daar een film over draaien, maar om tal van substantiële redenen.
Eerst en vooral botst de beweging op de bijwerkingen van haar eigen succes en verwezenlijkingen.
Basisrechten zoals stemrecht, onderwijs, en toegang tot werk zijn al decennia wettelijk verankerd en worden als vanzelfsprekend beschouwd, waardoor men niet meer beseft dat die rechten te danken zijn aan feministische strijd en niet voor altijd zijn verworven.
Wie het wereldnieuws een beetje volgt, zou dat intussen moeten begrijpen.
Daarnaast blijft men feministen halsstarrig afschilderen als radicaal, militant, kwaad, gefrustreerd en mannenhatend, stereotypen die handig worden ingezet om de inhoud van het debat over gelijkheid en rechtvaardigheid te delegitimeren.
De nadruk ligt op conflict (smeuïg) in plaats van op constructieve verandering die iedereen ten goede komt (saai).
Voorts wordt ongelijkheid vandaag vooral gezien als een individuele kwestie in plaats van een structureel probleem. Wie hard genoeg zijn best doet, komt er wel. In die visie is werken aan gelijke kansen overbodig.
Diepgewortelde maatschappelijke normen en ideeën over vrouwen en mannen blijken hardnekkiger dan verwacht. Ze in vraag stellen roept weerstand op, zeker in onzekere tijden waarin mensen vooral houvast zoeken.
Bovendien is de feministische beweging het doelwit van een politieke backlash, omdat conservatieve en radicaal-rechtse actoren daarbij te winnen hebben.
Het is geen toeval dat radicaal-rechtse politici zo hard van leer trekken tegen alles wat nog maar ruikt naar feminisme, een beweging die volgens hen “het kerngezin bedreigt” en “de samenleving ontwricht”.
Als dat geen voer voor wat rake reflectie is
Bieke Purnelle is freelanceschrijver en directeur van Rosa, kenniscentrum
voor gender en feminisme.
Lees ook
Klik op de hyperlink
en ontdek meer berichten van
Bron: De Standaard