De techbro’s denken dat alles op te lossen valt met technologie, schrijft Maud Vanwalleghem. Ook een vervelend probleempje als de dood.
Maud Vanwalleghem – De Standaard
28 januari 2025
Leestijd: 5 min
Wat me ’s nachts wakker houdt, is doorgaans voer voor mijn therapeut. Of voor een column.
Dezer dagen houdt Elon Musk mij uit mijn slaap. Ik zie zijn hoofd boven me zweven, ongevraagd hangt hij daar, grijnzend.
Dat hij overal en almachtig is, dat wist ik al. Maar dat hij mijn slaapkamer zou binnen dringen, had ik niet zien aankomen.
Ik wil niet aan hem denken, laat staan over hem schrijven. Don’t feed the troll, weet u wel. Maar het is sterker dan mezelf.
De oplossing, dacht ik, was me de wereld in te beelden als Musk overleden zal zijn. Want dat moment komt er onvermijdelijk aan.
De man is nu 53. We hoeven ons gewoon nog een goeie twintig jaar schrap te zetten, want de gemiddelde (en de jongste jaren dalende) levensverwachting voor witte mannen in de Verenigde Staten is 75 jaar.
Tegelijk besef ik dat het niets oplost. Want na een week met Donald Trump als president zagen we al wat muskisme op steroïden kan aanrichten, je mag er niet aan denken wat dat na 20 jaar zal zijn.
De andere reden waarom het geen zin heeft om me de wereld na Musk in te beelden, is omdat hij mogelijk nooit zal sterven.
Omtrent het probleem van onze eindigheid zei hij tijdens een podcastinterview met de Amerikaanse ondernemer en futurist Peter Diamandis:
“Dat is niet zo moeilijk op te lossen.”
De dood is razend vervelend, vinden veel techbro’s. Zo investeerde Larry Ellison van softwarebedrijf Oracle honderden miljoenen in onderzoek naar levensverlengende technologie.
Toen hem gevraagd werd waarom hij dat deed, antwoordde hij: “De dood maakt me heel boos.”
Zo ook Diamandis, die nu hij de zestig voorbij is, bijzonder is geïnteresseerd in onsterfelijkheid.
Vorig jaar publiceerde hij een boek getiteld Longeivity guidebook. How to slow, stop and reverse aging – and NOT die from something stupid.
Op de cover staat onderaan in kleine lettertjes: “With a chapter on women’s health”. Hoe attent.
Waarom zou je triviale bedreigingen als nucleair gevaar, hongersnood of klimaat opwarming willen bestrijden, als je als superintelligente en puissant rijke kerel niet eens hoeft te sterven?
De jongste jaren gingen we onze lichamen onder invloed van die techies uit Silicon Valley al meer en meer beschouwen als machines waarvan de parameters nauwgezet gecontroleerd en geoptimaliseerd kunnen worden.
Denk aan slaap- en meditatieapps en stappentellers. Dat zijn maar de kruimels die de megalomane miljardairs ons gunnen, terwijl zij hun lichaam “biohacken”.
Techwetenschapper en ondernemer Ray Kurzweil ontwikkelde een programma waarmee hij zijn biochemie herprogrammeert.
Hij zou naar verluidt honderden voedingssupplementen per dag slikken en een dag per week in het ziekenhuis spenderen om aan allerhande infusen te hangen.
Techcriticus Evgeny Morozov noemt die attitude “solutionisme”, een intellectuele ziekte die problemen op basis van maar één criterium erkent: of ze op te lossen zijn met een mooie, technologische toepassing binnen handbereik.
Of zoals Diamandis het verwoordt: “Als Groenlandse haaien honderden jaren oud kunnen worden, waarom wij dan niet? Het is ofwel een hardware-, of een software probleem.”
Een kwestie die op te lossen valt dus.
Tot mijn grote opluchting vindt Musk het eeuwige leven geen aangenaam vooruitzicht. Het zou leiden tot een rigide manier van denken in de samenleving, vindt hij.
Want mensen veranderen niet snel van mening, en daardoor zou er te weinig ruimte zijn voor nieuwe ideeën, aldus Musk.
Maar als ik me verdiep in de initiatieven van zijn bedrijf Neuralink, spreekt alles die overtuiging tegen.
Neuralink wil via neurotechnologie verlamde mensen in staat stellen om hun computers en telefoons te bedienen met hun gedachten.
In 2024 kregen we een eerste voorbeeld: een verlamde man die schaak speelt op een computer door de cursor met zijn brein aan te sturen.
Andere bedrijven en onderzoeksinstellingen doen gelijkaardig onderzoek.
Maar wat Musk beoogt, is de onsterfelijkheid van het brein. Nu gaat het nog om een beperkt implantaat in de vorm van een chip, maar op termijn moet dat een flinterdun neuraal vlies worden dat over de cortex wordt gedrapeerd.
Volgens Musk zal die neurale schil alles wat in het brein gebeurt registreren, ook herinneringen.
Het lichaam overlijdt, het brein is dan onsterfelijk. Dan kunnen alle gegevens uit het Musk-vlies geüpload worden in een ander fysiek lichaam of computer.
Ongetwijfeld hebben we dus binnen een halve eeuw te maken met Musks brein dat in verschillende vormen en op uiteenlopende manieren voortleeft.
We zijn nog niet van hem verlost.
Plotseling moet ik denken aan iets dat de Franse filosofe Françoise Dastur ooit schreef:
“De weerstand die men biedt tegen de oneindige cyclus van leven en dood,
is net diep menselijk.”
Maakt dat Musk dan ook menselijk?
Ik zie hem liggen in bed, tobbend over zijn nakende einde. En plots voel ik medelijden.
Maud Vanwalleghem is schrijver en voormalig senator (CD&V). Haar column verschijnt tweewekelijks op dinsdag.
Lees ook
Bron: De Standaard