Filosoof Patrick Loobuyck – Veel politici en opiniemakers zouden meer Marc Van Ranst moeten zijn


Waarom zijn wij allemaal schildpadden in een diverse samenleving? En hoe komt het dat professoren in stamverband leven? Filosoof Patrick Loobuyck werpt in zijn nieuwste boek intrigerende vragen op en pretendeert niet eens dat hij alle pasklare antwoorden kent.

Tine Peeters – De Morgen

7 februari 2025

Leestijd: 22 min


‘Ik wil andere burgers oproepen om even onsexy te zijn als ik.’

Patrick Loobuyck


Loobuyck is een van zijn geloof gevallen, naar Gent uitgeweken West-Vlaming met vier zonen.

In zijn jeugd supporterde hij voor Club Brugge, maar ook in zijn voetballiefde switchte hij van kamp: hij is nu fan van AA Gent. Een keuze die hij zich de laatste seizoenen misschien beklaagt, maar dit terzijde.

De bovenstaande paragraaf is meer dan een poging om deze professor moraalfilosofie wat kleur en reliëf mee te geven. Ze illustreert de hoofdstelling van zijn laatste boek over groepsdenken, In de ban van wij en zij.

Of we het nu willen of niet, we behoren allemaal tot hedendaagse stammen, clubs of kliekjes die onze morele denkbeelden en politieke opvattingen bepalen.

Loobuyck toont die dwingende mechanismen haarscherp:

“Wij zijn allemaal rabiate wij-zij-denkertjes. Breinonderzoek toont aan dat dit groepsdenken niet cultureel, maar biologisch bepaald is.”

Als we zo gedetermineerd zijn, geraken we dan ooit af van dat groepsdenken?

“Nee. Je kunt niet ingaan tegen die onderverdeling in groepen. We doen dat automatisch, van kindsbeen af.

“Beeld je eens in dat een persoon niet in groepen zou kunnen denken. Hij zou niet kunnen zeggen: mijn gezin, mijn stad, mijn land, mijn voetbalploeg. Die persoon zou zichzelf niet kunnen identificeren en niet in de maatschappij kunnen functioneren.

“Al die groepen liggen echter niet van tevoren vast. In een land of een gemeenschap is nationalisme de geëigende manier om een groepsgevoel te creëren.

“Dat nationalisme kan exclusief of inclusief zijn. Of je sluit minderheidsgroepen uit of je zorgt dat ze zich welkom voelen. De verhalen die politici, journalisten of opiniemakers vertellen, definiëren dat gemeenschapsgevoel. Zij zijn dus verre van onschuldig.”

Bio

  • Geboren op 1 oktober 1974 in Brugge
  • Woont in Gent en is vader van vier zonen
  • Is moraalfilosoof en hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen
  • Schrijft opinies voor ‘De Morgen’, ‘De Standaard’, ‘Le Soir’ en ‘Knack’
  • Schreef diverse boeken, ­waar­onder ‘De seculiere samenleving‘ (2013), ‘Burgerschap‘ (2022) ­en ‘In de ban van wij en zij (2025)’
In een poging om dat groepsgevoel hier wat te stutten, werd enige tijd geleden De canon van Vlaanderen opgetuigd. Vond u dat een ­geslaagd verhaal?

“Veel progressieve collega’s – in het bijzonder de historici – boorden dat hele project al bij voorbaat de grond in. Deze sceptici vonden de canon a priori racistisch omdat ze verwachtten dat die enkel oog zou hebben voor de autochtone witneus en mensen met een andere huidskleur of godsdienst zou uitsluiten uit ‘onze club’.

“Mijn linkse collega Jan Dumolyn (hij sympathiseert met PVDA, red.) was lid van de canoncommissie en heeft het hard te verduren gekregen. Hij kleurde buiten de lijntjes van zijn groep en kreeg meteen het etiket ‘nestbevuiler’ of ‘verrader’ opgeplakt.

“Zulke onafhankelijke denkers vind ik zeer fascinerend. Ze worden onbetrouwbaar geacht door hun oorspronkelijke groep en leiden vaak een eenzaam leven.”

Worden mensen die hun groep verlaten altijd uitgesloten?

“Nee. Als een buitenstaander iets doet waardoor zijn nieuwe groep erop vooruitgaat, krijgt hij veel krediet.

“Denk aan Etienne Vermeersch, die atheïst werd en meteen op het schild werd gehesen door de vrijzinnigen. Of topsporters van diverse origine die ons land olympische medailles bezorgen.

“Andere mensen met hetzelfde uiterlijk en dezelfde afkomst – maar met mindere sportieve prestaties – zullen er vaak nooit helemaal bij horen.

“Migranten – of hun (klein)kinderen – krijgen die stempel van ‘allochtoon’ zelden helemaal van zich afgeschud.

‘We kunnen mensen met een migratie­achtergrond niet ­blijven vragen om steeds ­opnieuw hun loyaliteit te bewijzen’

“Wie tot een nieuwe groep wil toetreden, moet zijn uiterste best doen om te tonen dat hij erbij wil horen.

“We moeten er als samenleving echter voor oppassen dat we hierin niet overdrijven. We kunnen mensen met een migratieachtergrond niet blijven vragen om steeds opnieuw hun loyaliteit te bewijzen.”

Nog even over de canon: is dat een voorbeeld van ‘verlicht patriottisme’? U breekt daar een lans voor in uw nieuwste boek.

“Ja. De critici hadden ongelijk: de canon laat de diversiteit in onze samenleving deel uitmaken van onze geschiedenis. Ze toont ook de akelige bladzijden uit ons gedeelde verleden, zoals het kolonialisme en de collaboratie.

‘Politieke emoties zijn veel belangrijker om mensen zich thuis te laten voelen dan rationele overwegingen’

“Deze canon kan een middel zijn om van je samenleving te houden.

“Zoals filosoof Martha Nussbaum terecht zegt: samenleven en solidariteit zijn geen abstracte of bloedeloze gegevens; we moeten betrokken zijn.

“Politieke emoties zijn veel belangrijker om mensen zich thuis te laten voelen dan rationele overwegingen.”

Is het een fout van links om nationalisme te verwerpen?

“Links doet te vaak alsof nationalisme een nare spruitjeslucht verspreidt. Progressieven laten zich ook dikwijls meewarig uit over de geborgenheid die een gemeenschapsgevoel kan bieden. Zonder gemeenschapsgevoel is het echter moeilijk om de solidariteit te bereiken die een welvaartsstaat nodig heeft.

“Rechts heeft dan weer het probleem dat het nationalisme te statisch en te essentialistisch definieert. Ze negeren dat een nationale identiteit voortdurend verandert en mede wordt gevormd door alle mensen die hier zijn.

“Rechts heeft het ook heel moeilijk om bijvoorbeeld de islam en mensen van een andere origine een gelijkwaardige plek te geven in Vlaanderen.

“Over de hele wereld zie je dat groepsidentiteiten steeds vaster komen te liggen en dat er steeds meer politici zijn die teruggrijpen naar de religieuze wortels van hun cultuur.

“In het identiteitsdiscours worden ‘onze christelijke normen en waarden’ ingezet om zich af te zetten tegen moslims, wat ik hoogst irritant vind.”

Georges-Louis Bouchez zal waarschijnlijk het wij-zij-denken proberen te institutionaliseren in De Wever I Beeld Stefaan Temmerman
Op welke manier?

“Als het over ‘onze normen en waarden’ gaat, blijven politici altijd bewust vaag.

“Betekent die zinsnede dat er hier godsdienstvrijheid heerst en dat er kerktorens én minaretten mogen verrijzen?

“Of betekent het dat wij christelijk zijn en dat er net geen minaretten mogen komen?

“Hetzelfde geldt voor de hoofddoek. Voldoet iemand met een hoofddoek niet aan ‘onze normen en waarden’, of betekent het juist dat zij vrij mag kiezen wat ze draagt?

“Het grote probleem bij de hoofddoek is dat er een mismatch op zit. Historisch gezien is het een symbool van de onderdrukking van de vrouw.

“Maar er zijn studentes aan de universiteit in Antwerpen, waar ik lesgeef, die dat totaal anders zien. Zij dragen een hoofddoek als feministisch statement.

‘”Als jullie een vrije samenleving zijn met godsdienstvrijheid en vrouwenrechten, dan kies ik zelf wat ik draag’, redeneren zij.

“De hoofddoek is dus een symbool met meerdere ladingen geworden, die bovendien voortdurend verschuiven. De hoofddoek in Iran is niet hetzelfde als de hoofddoek in een Vlaamse grootstad.

“In overheidsfuncties kan een hoofddoekenverbod soms nog gerechtvaardigd zijn, maar in de privésector merk ik een enorme evolutie.

“In 2013 werd HEMA nog veroordeeld omdat het een vrouw met een hoofddoek had ontslagen. Nu werken in alle winkels op de Meir vrouwen met een hoofddoek.”

‘De hoofddoek is een symbool met meerdere ladingen geworden. De hoofddoek in Iran is niet hetzelfde als de hoofddoek in een Vlaamse grootstad.’ Beeld Irene Van Impe
In uw boek breekt u een lans voor multiculturalisme. ‘Soms moeten we het verschil erkennen om mensen het gevoel te geven dat ze erbij horen’, schrijft u. Wat bedoelt u daar concreet mee?

“Integratie is voor mij geen culturele aanpassing. Het gaat erom of mensen zich willen en kunnen identificeren met en participeren in de samenleving. In mijn visie kun je mensen het best een zetje geven om daar te geraken.

“Zeg niet tegen moslims: jij moet je aanpassen, jij mag niet langer halal eten of meedoen aan de ramadan. Dan blijven mensen het gevoel hebben dat ze hier niet thuishoren.

“Zeg wel: ik hou zo goed mogelijk rekening met de ramadan en jouw religieuze eetgewoonten. Een werkgever die dat doet, zal daar juist baat bij hebben. Want zijn islamitische werknemers zullen zich beter voelen op hun werkplek en zich harder inzetten.

“Hetzelfde geldt voor scholen: bied op de spaghettiavond of schoolbarbecue ook eten zonder varkensvlees aan.

“Heel snel roept rechts dan: islamisering! Soumission! Maar dat klopt niet. Je handelt dan juist vanuit het uitgangspunt van onze samenleving. Wij proberen immers iedereen op voet van gelijkheid en gelijkwaardigheid te behandelen.”

Toch zorgt dat gehakt in de spaghettisaus in veel ouderraden voor discussies die Zwarte Piet-proporties aannemen. Mensen voelen zich meteen aangetast in hun identiteit.

“Ja, veel mensen krijgen dan het gevoel dat de werkelijkheid met hen op de loop gaat en dat ze geen Vlaming meer kunnen zijn. Ik ben ook geen relativist.

“Het is niet omdat je het gehakt in de spaghettisaus aanpast, dat je ingaat op alle vragen van nieuwkomers met een andere religieuze achtergrond.

“Je kunt bijvoorbeeld niet toegeven aan de vraag van conservatieve moslims, getuigen van Jehova of chassidische Joden dat hun kinderen geen seksuele voorlichting krijgen.”

Maar waar ligt de grens? Welk toetsingskader blijft er over als u niet wilt spreken over ‘onze normen en waarden’?

“Het toetsingskader is respect voor ieders vrijheid en gelijkwaardigheid. Als je de vrijheid van iemand kunt vergroten zonder de vrijheid van anderen te beknotten, dan zou ik daarop ingaan.

“Een ander belangrijk criterium is of je morele argumenten of praktische overwegingen hebt om een bepaalde regel in de samenleving te hanteren.

“Ik snap bijvoorbeeld niet waarom er in sommige steden eindeloos wordt getreuzeld met het toelaten van islamitische begravingen. Daar mogen praktische obstakels niet in de weg staan.

“Bij seksuele voorlichting primeren uiteraard de morele argumenten. Alle kinderen hebben recht op informatie, ook over seksualiteit.

“Ik hoor van sommige schooldirecteuren dat ze niets durven ‘toe te geven’ omdat veel Vlaamse ouders vrezen voor een ‘slippery slope’ die tot een totale heerschappij van de islam op scholen zal leiden.

“Maar als de principes van je samenleving intact blijven, dan kun je de krijtlijnen toch wel wat opschuiven, zodat meer mensen zich aanvaard weten?”

U werpt op om klassiek Arabisch te onderwijzen. Met zo’n voorstel zet rechts u toch meteen weg als een wereldvreemde linkse gek?

“Maak van dat idee maar niet de titel. (lacht) Nee, serieus: naast het feit dat we daarmee jongeren een levende taal zouden aanleren, zou het door onze mensen met Arabische roots ook gezien kunnen worden als een vorm van erkenning.

“Die taal heeft ook een enorme rijkdom en stimuleert wellicht evengoed de hersenen van onze jongeren als de dode talen Latijn en Grieks.

“Die talen stammen trouwens ook uit vreemde culturen. Ik ging net met een van mijn zonen naar Gladiator. Vrolijk word je daar niet meteen van.”

In uw boek roemt u viroloog Marc Van Ranst omdat hij – volgens u – met slechts twee woorden onze multiculturele samenleving een grote dienst heeft bewezen.

“Tijdens de pandemie kreeg hij de vraag hoe moslims de coronaregels konden respecteren tijdens de ramadan.

“Hij antwoordde: ‘Ik weet hoe belangrijk de ramadan is voor onze mensen.’

“Door die twee woorden wisten de moslims meteen: wij horen erbij.

“Velen van hen zeiden achteraf dat de houding van Van Ranst hen hielp om de strenge coronaregels te volgen.

“Dat is de integratie-erkenningsparadox.

“Veel politici en opiniemakers zouden meer Marc Van Ranst moeten zijn. Erken het verschil, waardoor mensen zich meer zullen integreren.”

‘Er bestaat een integratie-erkenningsparadox. Erken het verschil, waardoor mensen zich meer zullen integreren’
Uw boeken lezen als een idealistische handleiding voor de multiculturele samenleving. Maar in de échte maatschappij is er toch juist meer racisme en wantrouwen?

“Elke mens heeft een schildpadreflex wanneer hij met nieuwe zaken wordt geconfronteerd. Extreemrechtse en identitaire politici zetten daar een megafoon op en pompen die angst op. Links doet wel eens meewarig over die angst of duidt ze te snel als racisme, wat ook geen goed antwoord is.

“Politici moeten het gevoel van verlies, dat veel mensen ervaren in een veranderende samenleving, ernstig nemen.

“Wij zijn niet voorgeprogrammeerd om in een multiculturele samenleving te leven. Politici dragen een grote verantwoordelijkheid om mensen daarin wegwijs te maken.”

Welke politicus doet dat?

Bart Somers (Open Vld), burgemeester van Mechelen en voormalig minister van Inburgering, vindt vaak de juiste toon.

“Hij zegt dat we veel verwachten van nieuwkomers, maar ook dat ze hier welkom zijn. Tegelijk maakte hij de Vlamingen duidelijk: flip niet bij elke hoofddoek.

“Bij de huidige ministers of partijvoorzitters zie ik geen gelijkaardige politicus.”

Ontmoedigt u dat? De politici luisteren niet erg naar uw discours.

“Tja, misschien blijf ik daarom maar boeken schrijven? (lacht) Moedeloosheid ligt gelukkig niet in mijn aard. Met mijn discours zal ik altijd een beetje vechten tegen de bierkaai, omdat ik mensen vraag contra-intuïtief te denken.

“Het is veel makkelijker om wij-zij-denkertjes te blijven.”

Klimaatwetenschappers krijgen depressies omdat niemand naar hen lijkt te luisteren. U gaat vrolijk verder?

“Ja. Ik zie ook wel dat sommige discussies al decennia in cirkels draaien. Maar ik zie ook de veranderingen.

“De acceptatie van de multiculturele samenleving vertaalt zich misschien niet electoraal, maar de geesten schuiven wel op. Het pure, platte, rauwe racisme vermindert toch?”

Vlaams Belang haalde toch nooit zoveel stemmen?

“Ja, de schroom om voor die partij te stemmen is ook volledig weg. Maar die toenemende macht van extreemrechts, ook in de publieke ruimte, motiveert me juist.

“Wat ik ook wel bemerk, is dat het discours van Vlaams Belang verschoven is. Ze gaan geen migranten meer deporteren met C-130’s.

“Ze aanvaarden veel meer dan enkele decennia geleden dat er hier migranten zijn. Al blijven ze natuurlijk wel alle moslims stigmatiseren.”

Consulteren politieke partijen u soms?

“Ja. Ik ga weleens langs bij politieke partijen, maar ik zou niet de influisteraar van één partijvoorzitter willen zijn. Ik zou wel iets meer willen worden gehoord. Politici mogen zeker meer mijn discours overnemen. (lacht)

“Maar eigenlijk zie ik mijn rol anders: ik wil in de eerste plaats de democratie verdedigen, niet een politieke partij. Dát wij verkiezingen hebben, is veel belangrijker dan wie die verkiezingen wint. Wij hebben een systeem waarin de macht niet verabsoluteerd wordt. Macht wordt hier gedeeld en is eindig.

‘Dát wij verkiezingen hebben, is veel belangrijker dan wie de verkiezingen wint. Macht wordt hier immers gedeeld en is eindig’

“Dat is meteen ook mijn grootste probleem met Trump.

Trump is democratisch verkozen, maar hij is geen democraat: hij blijft maar hameren op de zogenaamde fraude bij de vorige verkiezingen.

“Veel meer dan acht jaar geleden is hij ook ingebed in een wereldwijde opstand van rechts-identitaire bewegingen met antidemocratische trekjes. Die lijnen lopen via Amsterdam, Rome, Boedapest en Bratislava naar Washington.

“Hij is de verpersoonlijking en een exponent van die machtige rechtse golf.”

U weigert zich uit te spreken over de rol van de media en de opkomst van radicale partijen. Waarom?

“Ik besef dat dit geen sexy positie is, maar soms zeg ik gewoon: ik weet het nog niet.

“Ik wil andere burgers oproepen om even onsexy te zijn als ik. Wat meer twijfel, wat meer intellectuele bescheidenheid zou het maatschappelijke debat deugd doen.

“Ook over AI of economie verdedigen mijn gespecialiseerde collega’s totaal tegengestelde standpunten. Wie ben ik dan om daar iets over te zeggen? Moraalfilosofen zijn ook maar mensen.”

Academici zijn – uw woorden – ‘tribaal’. Wat bedoelt u daarmee?

“Veel academici zitten gevangen in hun scholen of denktradities. Hierdoor kan er in bepaalde vakgroepen of disciplines een pensée unique ontstaan, wat de zoektocht naar nieuwe kennis en inzichten fnuikt.

“Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat er een zware ondervertegenwoordiging is van rechts-conservatieve academici, zeker in de sociale en humane wetenschappen.

“Universiteiten stimuleren de ideologische diversiteit hier niet genoeg. Ik mis meerstemmigheid.”

Hoe kunnen ‘linkse’ faculteiten rechtse studenten of onderzoekers aantrekken?

“Bij vacatures in de filosofie gaat het nu vaak over ecologie, klimaat of genderdiversiteit. Waarom schrijf je geen vacature uit over nationalisme? Dan trek je meteen een ander profiel aan.”

Bent u zelf ooit tegen die pensée unique gebotst?

“Niet zwaar. De Maarten Boudry’s van deze wereld botsen veel meer. Ik houd er altijd rekening mee dat er in mijn auditorium niet alleen links-progressieve mensen zitten.

“Ik probeer steeds de verschillende kanten van het debat te schetsen en ben het dus niet eens met collega’s die graag hun eigen mening vertolken in hun lessen. Dat kan ertoe leiden dat je maar de helft van het verhaal vertelt.

“Een universiteit is geen sekte, zoals Theo Francken ooit zei, maar een universiteit moet er wel alles aan doen om te voorkomen dat ze een sekte wordt.”

Op bepaalde universiteiten krijgen professoren de raad om de cartoons niet te tonen die tot de moordpartij bij Charlie Hebdo leidden. Hoe staat u in die discussie?

“Vanuit de dienst Diversiteit kunnen professoren tegenwoordig het advies krijgen om ‘triggerwarnings’ te geven voordat ze gevoelige onderwerpen aansnijden. Vergelijk het met de waarschuwingen bij een Netflix-serie.

“Ook die diensten zitten vaak grotendeels gevangen in hun groepsdenken en worden steeds extremer in hun standpunten en adviezen.

“Zij willen terecht drempels wegnemen voor minderheden, maar dit mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van het onderwijs en de vrijheid van meningsuiting.”

‘Op intellectueel vlak is een ­auditorium een brave space en geen safespace. Mensen moeten zich uiteraard goed en veilig voelen op een universiteit, maar meningen ­mogen er botsen’
Gebruikt u triggerwarnings?

“De enige triggerwarning die ik geef, is dat ik geen triggerwarnings gebruik. Wat niet betekent dat je bot moet zijn of mensen moedwillig moet beledigen.

“Op intellectueel vlak is een auditorium een brave space en geen safespace. Mensen moeten zich uiteraard goed en veilig voelen op een universiteit, maar meningen mogen er botsen.

“Als ik hierover lesgeef, toon ik de cartoons, want je kunt de impact ervan niet vatten wanneer je ze niet gezien hebt.”

Uw antwoord op al dat groepsdenken heet combinatiedenken of ‘tegelijk twee of meerdere dingen zeggen’. Is dat geen slap alternatief?

“‘Slap’ is nog een vriendelijke kwalificatie. (lacht) Critici zullen mijn combinatiedenken ook wel laf of relativistisch noemen.

“Mijn pleidooi is niet om altijd enerzijds, anderzijds te zeggen of om geen standpunt in te nemen. Mijn pleidooi is wel dat we ons ervan bewust moeten zijn dat onze mening vaak te snel vastligt door onze groepsaffiniteit.

“Dat moeten we doorbreken door ook naar andersdenkenden te luisteren. Ik ben zelfs bereid om bij te leren van mensen met wie ik het moreel fundamenteel oneens ben.”

Geldt dat ook voor Holocaust-ontkenners of antivaxers?

“Combinatiedenken heeft ook zijn grenzen. Wie de wetenschap ontkent of het niet nauw neemt met de democratie of mensenrechten, daar moet je geen tijd aan verspillen.”

Bent u niet bang dat u wollig overkomt? Zelfs cd&v claimt dat ze ‘het juk van de wolligheid’ heeft afgeworpen.

Sammy Mahdi heeft mij ooit een T-shirt met ‘tjeef’ opgestuurd. Zij hadden daar toen hun geuzennaam van gemaakt. (lacht)

“Combinatiedenken is voor politici totaal niet aantrekkelijk. Dat is de tragiek van elke politicus.”

Sammy Mahdi heeft mij ooit een T-shirt met ‘tjeef’ opgestuurd. ’ Beeld Hannes Blockx
Politici zijn professionele polariseerders?

“Ja. Individuele politici kunnen haast geen combinatiedenkers zijn. Om verkozen te raken, moeten ze juist het wij-zijdenken versterken en de emoties van hun kiezers oppoken.”

Moet Bart De Wever dan niet de ultieme combinatiedenker zijn? Eerst als formateur, nu als premier?

“Ja, daar valt wat voor te zeggen. Al is compromissen sluiten wel iets anders dan combinatiedenken.

“Een compromis betekent water bij de wijn doen, terwijl combinatiedenken draait om de zoektocht naar nuance en de integratie van verschillende perspectieven zonder die meteen te verzwakken.

“Maar een combinatiedenker zal wel makkelijker een waardig compromis kunnen aanvaarden.

“Alle lekken uit de formatiegesprekken toonden aan dat de partijvoorzitters hun eigen groepsidentiteit moeilijk konden overstijgen. Ze vormden lange tijd geen eigen groep, los van hun partij, waarin vertrouwen heerste.

“Mocht ik partijvoorzitter zijn, dan had ik het vreselijk gevonden om daar te zitten.

“Afgelopen week zagen we trouwens hoe sterk het wij-zij-denken blijft spelen, bijvoorbeeld tussen MR en Vooruit over de meerwaardebelasting.

“Ook in de Vivaldi-regering zijn de ministers wij-zij-denkertjes gebleven. Ze hebben zelden het beleid van collega-ministers verdedigd. Niet slim, vind ik, maar blijkbaar vonden zij dat zelf wél aantrekkelijk.”

Gaat die regering wel ooit een groep kunnen vormen als Georges-Louis Bouchez op de stoep blijft tegenwerken?

Bouchez zal waarschijnlijk het wij-zij-denken proberen te institutionaliseren in De Wever I. Niet alleen Bouchez, maar elke politicus en elke politieke partij zit gevangen in dezelfde contradictie.

“Wie polariseert, krijgt direct aandacht, wat vervolgens naamsbekendheid en electorale macht kan opleveren.

“Maar dat botst met het streven naar kwalitatief bestuur en vertrouwen in de politiek. Als een paar politici het spel op die manier blijven spelen, zullen de anderen gedwongen worden om hen te volgen en zal er nooit een ploeg op het veld staan.”

‘Wij zijn niet voorgeprogrammeerd om in een multiculturele ­samenleving te leven. Politici dragen een grote verantwoordelijkheid om mensen daarin wegwijs te maken.’
Beeld Stefaan Temmerman
Wringt het voor u dat een Vlaams-nationalist nu Belgisch premier is?

“Misschien wringt dat minder voor mij dan voor De Wever zelf. (lacht) Want hij heeft toch wel een rabiaat en strijdvaardig parcours als Vlaams-nationalist.

“Op zich hoeft een Vlaams-nationalist niet tegen een federaal België te zijn. We zijn allemaal een lasagne van identiteiten.

“In de debatfiches van N-VA merk je dat nu al: ‘wij zijn nu voor België’, zeggen ze in allerlei varianten, ‘omdat dit Vlaanderen beter maakt’.

“Het riedeltje van N-VA dat er twee publieke opinies zijn in dit land – een rechtse in Vlaanderen en een linkse in Wallonië – is nu wel uitgezongen, omdat MR en Les Engagés de verkiezingen gewonnen hebben.

“In deze regering zal de linkse tegenmacht net in Vlaanderen zitten, bij Vooruit.”

Bart Eeckhout, de hoofdcommentator van deze krant, schreef onlangs: ‘Ik doe het vaak, van mening veranderen en ik kan het iedereen aanraden.’ Is dat combinatiedenken?

“Hij is een van de weinige journalisten die ik soms loobuyckiaans vind. Meer mensen zouden de moed, de durf en het lef moeten hebben om een stap achteruit te zetten en het hele debat te aanschouwen.”

Vloekt dat niet met de tijdgeest, die intellectuele twijfel?

“Ja. Want sociale media nodigen je elke ochtend uit om je Grote Mening te verkondigen en enkel The Daily Me te lezen, een selectie van alle mogelijke meningen, gesneden op jouw maat.

“Sociale media zijn in dat opzicht wel dubbel: ze kunnen ervoor zorgen dat mensen terechtkomen in filterbubbels of echokamers. Wij zijn immers niet bedraad om de waarheid te achterhalen. Wij zijn bedraad om in een groep samen te leven en samen te werken.

“Maar sociale media maken veel informatie ook meteen bereikbaar.

“Steeds meer onderzoek toont aan dat veel gebruikers er zichzelf niet in de etalage zetten, maar er vooral kennis zoeken. Gooi die sociale media dus niet meteen van je gsm, maar gebruik ze verstandig.”

‘Ik vind het vaak gewoon niet slim om mee te gaan in zo’n opwelling van emoties. De bekende mensen die op hun sociale media koketteerden met hun ontdoping, vond ik ook potsierlijk’
U ging ook lijnrecht in tegen de tijdgeest toen u kritiek gaf op ‘het emotionele opbod’ na de documentaire Godvergeten.

“Het was lang geleden dat ik nog zo’n ruzie had gemaakt. De verontwaardiging en het emotionele opbod bleven zich toen maar opstapelen.

“Op den duur moest de katholieke kerk tot op de grond afgebrand worden, elke Vlaming zich laten ontdopen en de godsdienstles helemaal verdwijnen. Niemand leek nog bereid te kijken naar de stappen die de kerk de afgelopen tien jaar wel degelijk heeft gezet.

“Ik vind het zeer relevant om over levensbeschouwelijke vakken en kerkfinanciering te discussiëren, maar niet op zo’n moment.”

Maar zo werkt het maatschappelijk debat toch? Elke discussie heeft toch een actuele aanleiding?

“Ja, vaak ontstaat er een interessante discussie om de verkeerde redenen. Ik vind het gewoon niet slim om mee te gaan in zo’n opwelling van emoties.

“De bekende mensen die op hun sociale media koketteerden met hun ontdoping, vond ik ook potsierlijk.”

Was dat geen gebrek aan empathie van uw kant?

“Neen.”

Dat was kort en krachtig.

“Als intellectueel en filosoof heb ik de taak om te zeggen: let op, verlies je niet helemaal in je – wellicht terechte – verontwaardiging. Daarna moet je terug tot rede komen, zeker wanneer je pleit voor fundamentele veranderingen.

“Ik zal altijd blijven terugdeinzen én waarschuwen voor eenheidsdenken.”

In de ban van wij en zij

Patrick Loobuyck: ‘Wie polariseert, krijgt meteen aandacht – en dus macht.’
Beeld Stefaan Temmerman

Lees ook

Klik op de hyperlink
en lees meer berichten
in deze categorie

Interviews




Bron: De Morgen

Welkom op Facebook

Welkom op Bluesky

Naar de website


Scroll naar boven