Emma Holten – Het is niet voor niets dat mannen oververtegenwoordigd zijn als het om depressies en alcoholisme gaat


‘Mensen willen meer rust.’ In Tekort draagt de Deense feministe Emma Holten (33) onze markteconomie ten grave en pleit ze voor de waarde van zorg. En vooral ook: een gelijke rol van mannen en vrouwen daarin.

Yannick Dangre – De Morgen

8 maart 2025

Leestijd: 15 min


‘Mannen wordt iets ontzegd dat hun leven kan verrijken.’

Emma Holten


Emma Holten ontwaakte naar eigen zeggen als feministe toen ze als twintigjarige het slachtoffer van wraakporno werd.

Ze begreep niet wat er gebeurde, waarom zoveel mensen haar zo slecht behandelden en waarom er geen gratis nazorg was.

Het deed haar op slag beseffen dat ze niet in de maatschappij leefde waarin ze altijd had gedacht te leven.

Drie jaar later, in 2014, werd ze in haar thuisland een beroemdheid toen ze over deze kwestie het project Consent maakte, waarin ze digitaal seksueel geweld aan de kaak stelt.

Sindsdien schuimt ze als spreekster podia af om over dit soort gendergerelateerd geweld en onze privacy op het internet te praten.

Toch wil Holten zich niet uitsluitend tot het seksuele domein beperken. Feminisme is voor haar een manier om ook in andere aspecten van de samenleving te kijken hoe het er werkelijk aan toe gaat.

Sinds 2019, na een lange hospitalisatie (waarover straks meer), zet ze haar tanden in de economie.

Na vijf jaar studeren en schrijven leidde dat tot Tekort, een boek dat in minder dan een jaar tijd al in tien talen is vertaald en haar lof opleverde van onder anderen Kate Raworth, die bekend is voor haar werk rond de donuteconomie.

“Ik heb duidelijk een snaar geraakt”, zegt een enthousiaste Holten, bij wie de vlotte en gestructureerde antwoorden een ervaren spreekster verraden.

“Het is nu eenmaal een feit dat de rol van vrouwen in de economie schromelijk onderschat wordt.

“Ik begin Tekort niet voor niets met een artikel waarin vrouwen een ‘kostenpost’ voor de samenleving genoemd worden.

“En nee, dat was geen satirisch artikel, maar een gedegen economische analyse, die helaas geen zeldzaamheid is.

“Het idee dat vrouwen de maatschappij geld kosten, komt voort uit de overtuiging dat zorg – die zij in grote mate verstrekken – geen waarde voor onze economie creëert.

“Dat is fundamenteel onjuist.”

U formuleert het in Tekort nog scherper: het is geen economische, maar een politieke keuze om zorg – en dus de zorgverstrekster – geen waarde toe te kennen.

“Dat komt omdat economie in wezen ook politiek ís.

“Laat ik meteen het grootste misverstand uit de weg helpen: economie is géén exacte wetenschap. Zelfs over de meest basale vragen als ‘wat is geld?’ of ‘wat is inflatie?’ bestaat onder specialisten enorme onenigheid.

“Om nog maar te zwijgen van het feit dat we elk jaar opnieuw verrast worden door bepaalde evoluties of fout ingeschatte effecten van maatregelen.

“Wat we als een ‘gezonde’ of ‘optimale’ economische toestand definiëren, is ook een keuze.

“Net zoals het een keuze van de gevestigde economen is om te propageren dat hoe meer waarde we met z’n allen creëren, hoe beter dat voor de samenleving is. Daar is echter geen enkel bewijs voor.

“Bovendien: zelfs als je het eens zou zijn om naar maximale productiviteit te streven, kun je dat via duizend verschillende beleidskeuzes verwezenlijken.

“Kortom, economie is ten diepste een kwestie van politieke keuzes.”

En onze samenleving is vooral meer dan economie, benadrukt u.

“Absoluut. Als je alleen maar naar de groeicijfers kijkt, zie je absoluut niet wat er gaande is bij je bevolking.

“Vandaag beleven we daar een pijnlijke illustratie van: we hebben nog nooit zoveel waarde gecreëerd, en toch blijkt uit alle onderzoeken dat mensen ongelukkiger zijn dan tien jaar geleden.”

Daar blijkt zelfs een term voor te bestaan: vibecession.

“De vibecession is het ultieme bewijs dat economische indicatoren helemaal niets over ons welzijn zeggen, terwijl de gevestigde economie dat wel pretendeert.

“Hoe beter het met de markt gaat, hoe beter het met de mensen is gesteld. Dat fabeltje verwijs ik graag naar de prullenmand.”

Toch blijft het streven naar maximale productiviteit de inspiratiebron voor bijna alle beleid.

“Klopt, en daar moeten we veel kritischer op zijn, net zoals op het gegeven dat we op de markt vertrouwen als ideale scheidsrechter.

“De markt bepaalt de prijs, en die staat in de dominante visie gelijk aan waarde.

“Dat heeft als vreselijk neveneffect dat alles waar je geen prijs op kunt plakken op slag waardeloos wordt.

“Onderwijs, mantelzorg, tijd met je vrienden doorbrengen, spelen met je kind: het vertegenwoordigt economisch niets, terwijl dat wel dingen zijn waar mensen gelukkig van worden.

“Dat is een andere, essentiëlere vorm van ‘waarde’.

“Je moet je als politicus afvragen: wil ik de beste economische cijfers kunnen voorleggen, of wil ik gelukkige burgers?

“De leidende klasse leeft vandaag nog altijd in de illusie dat het eerste automatisch tot het tweede leidt.

“Maar nee, toenemende welváárt leidt niet per se niet tot toenemend welzíjn. De laatste decennia zie je zelfs het tegendeel.”

Hoe verklaart u dat?

“Dat komt omdat we een gigantische zorgcrisis beleven. Mensen voelen zich niet meer gezien en gewaardeerd. Ze hebben het idee dat ze totaal geen macht meer over hun eigen leven hebben en dat de overheid niets voor hen doet.

“Hoewel de retoriek verschilt, zeggen Trump-stemmers en traditioneel linkse mensen eigenlijk hetzelfde: niemand bekommert zich om mij.

“Ik wil meer tijd met mijn familie spenderen, ik wil in een mooie gemeente wonen en vertrouw de grote bedrijven niet.

“Dat zijn bekommernissen waar de overheid in de praktijk niks mee doet.

“Het toenemende wantrouwen van burgers komt dan ook voort uit de legitieme bedenking: voor wie werken onze politici eigenlijk? Wat is hun doel? Economische parameters doen stijgen, ja, maar wordt mijn leven daar beter van? Nee.”

Hebben burgers niet vooral het idee dat de politiek machteloos is?

“Mensen hebben specifiek het gevoel dat het niet uitmaakt welke centrumpartij er aan de macht is. En ze hebben gelijk, want zowel centrumlinks als -rechts kijkt op exact dezelfde manier naar economie: ze willen meer groei, meer productiviteit, meer efficiëntie.

“Dat zijn ideologische keuzes verpakt in ‘objectieve’ streefdoelen.

“Maar mensen verlangen helemaal niet naar meer productiviteit en efficiëntie. Integendeel, mensen willen meer rust, minder door de markt gedomineerde levens.

“Dat verlangen is breed gedragen, van de neoconservatieve tradwives tot linkse partijen die een werkweek van vier dagen willen.”

Waarom blijven we dan toch naar al die gevestigde economen luisteren?

“Omdat we naar controle verlangen. Economen spelen precies de rol die wij willen dat ze vervullen.

“We willen een man in een pak die ons komt vertellen dat dit probleem exact zoveel miljard gaat kosten, zodat we weten waar we aan toe zijn. Dat voelt veilig, maar is natuurlijk een illusie.

“Niets maakt dat duidelijker dan economische prognoses. In de rapporten van de Deense Economische Raad is de groei gemiddeld één op de 35 keer correct ingeschat, en dat geldt voor zowat alle soortgelijke instellingen.

“Er gebeuren nu eenmaal onverwachte dingen en mensen maken aan de lopende band irrationele beslissingen. Zoals de Britse hoogleraar politieke economie Robert Skidelsky het treffend verwoordt:

“‘Voor economen is menselijk gedrag een bron van permanente teleurstelling.’”

‘We werken ons kapot, maar dat maakt ons leven alleen maar onaangenamer. Dát verklaart de politieke ruk naar extremen.’
Beeld Petra Kleis

Is onze menselijke aard niet geschikt voor de heersende economische modellen?

“Nee, want op de belangrijkste dingen die wij in het leven verlangen, zoals geborgenheid, tijd met dierbaren, onderwijs, gezondheid, valt geen waarde te kleven, waardoor die afwezig blijft in de economische en dus politieke overwegingen.

“Voor politici zal het altijd beter zijn als we meer werken en zij betere groeipercentages kunnen presenteren.”

Alles wat niet meetbaar is, verdwijnt uit het economische debat?

“Exact. Productie-output, werktijden, winstmarges, die kunnen we allemaal netjes in een grafiekje gooien om te tonen hoeveel waarde er wordt gecreëerd, maar bij zorg niet.

“Hoe bepaal je hoeveel begeleiders ideaal zijn voor een kleuter of zieke?

“Hoe plak je een prijs op iemand die geneest of een diploma haalt?

“Dat kunnen we niet, waardoor we die zaken wegfilteren. Erger nog, we zien zorg als verloren tijd waarin je productief had kunnen zijn.

“Dat is – zelfs in economisch opzicht – een enorme vergissing. Door zorg worden mensen immers beter, zodat ze daarna weer aan de arbeidsmarkt kunnen deelnemen.

“En als niemand tijd stopt in de opvoeding van kinderen, hoe komen we dan aan nieuwe, geschikte werkkrachten?

“Kortom, zorg heeft wél een enorme return on investment, ook al kunnen we die niet in cijfers uitdrukken.”

Daar komt het feministische kijken in uw discours. Het zijn – weinig verrassend – vooral vrouwen die die zorg verstrekken, zowel thuis als in de publieke sector.

“Ja, en daardoor produceren zij dus de meeste van die niet-meetbare waarde voor de maatschappij.

“In de officiële cijfers lijken vrouwen degenen die het minst bijdragen, terwijl niets minder waar is.

“Vandaar ook de nood aan feministische economie. We kijken daarbij niet alleen naar de arbeidsmarkt, maar ook naar het thuisfront.

“Zo zie je dat vrouwen niet alleen in groten getale onze scholen, bejaardentehuizen en ziekenhuizen bevolken, maar dat ze ook thuis de projectleidende rol hebben.

“Zelfs als de man in het huishouden evenveel doet als de vrouw, blijkt uit alle studies dat het de vrouw is die het werk delegeert. De man doet dus wel de vaat en brengt de zoon naar de voetbaltraining, maar je moet het hem vrágen.

“Je wilt niet weten hoeveel vrouwen me hebben gemaild met het bericht dat ze dit herkennen. (lacht)

“Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de stress van een man bij het thuiskomen afneemt, terwijl die bij een vrouw juist stijgt.”

Waarom nemen mannen hier, in tegenstelling tot op hun werk, niet het voortouw?

“Omdat ook zij vastzitten in die klassieke gezinsstructuur, die – andermaal – door onze gevestigde economie wordt bepaald. Mannen verdienen nu eenmaal meer. Die financiële bijdrage tot het gezin wordt als belangrijker beschouwd dan de bijdrage in de vorm van zorg.

“Dat heeft niet alleen tot gevolg dat zorg – zowel van vaders als van moeders – ondergewaardeerd wordt, maar ook dat we mannen verkeerd begrijpen. Voor hen is die financiële bijdrage immers óók een vorm van zorg.

“Zij denken: het beste dat ik voor mijn gezin kan doen, is geld verdienen opdat we een mooi huis hebben en op vakantie kunnen.

“Het lijkt alsof vrouwen hun gezin prioriteit geven en mannen hun werk, maar voor de meeste mannen is dat salariswerk dus óók zorgwerk.”

BIO

  • Deens-Zweedse feministische debater, online mensenrechtenactivist, hoofdredacteur van het Deense magazine Friktion

  • Geboren in 1991 in Kopenhagen

  • Afgestudeerd in de literatuurwetenschap aan de Universiteit van Kopenhagen

  • Werd in 2014 bekend in Denemarken door haar stellingname tegen wraakporno, nadat ze zelf slachtoffer was geweest

U ziet dan ook twee tragedies: een voor vrouwen én een voor mannen.

“Ja, want door het feit dat vrouwen thuis meer zorg verrichten en dus minder buitenshuis werken, maken ze minder carrière, bouwen ze minder pensioen op enzovoort.

“Maar aan de andere kant heb je mannen die altijd maar moeten werken en daardoor te weinig tijd met het gezin kunnen doorbrengen.

“Zorg is immers niet alleen een last, maar ook iets wat mensen vreugde schenkt.

“Het verbaast me dat zoveel mannen deze toestand accepteren, want zij hebben óók de behoefte om te verzorgen.”

U schrijft zelfs, tegen het traditionele feminisme in, dat maar weinig vrouwen met hen zouden willen ruilen.

“Daar ben ik van overtuigd. Het is niet voor niets dat mannen oververtegenwoordigd zijn als het om depressies, alcoholisme en eenzaamheid gaat.

“Dat komt omdat hun rol in ons model altijd die van werker is, en zelden die van zorgverstrekker. Hun sociale en emotionele noden worden dan ook veel minder gelenigd.

“Het feminisme streefde er vroeger naar om de levens van vrouwen meer op die van mannen te doen lijken, maar ik geloof dat het omgekeerde beter is.

“Als zowel de arbeids- als zorglast beter verdeeld was, zouden mensen veel gelukkiger zijn.

“Het speelveld op de arbeidsmarkt zou er ook gelijker door worden, want 8 à 9 uur per dag werken is voor een moeder met jonge kinderen onmogelijk, terwijl ze op de arbeidsmarkt wel vergeleken wordt met een man die dat in die fase wel kan of móét doen.

“Als geen enkele man daartoe bereid was, zou de hele verhouding veranderen.

“Dus ja, mijn boek is een aanklacht tegen de ongelijke zorgverdeling, maar het is ook een gevecht om mannen te láten zorgen.

“Mannen wordt iets ontzegd dat hen kan verrijken.”

In 2019 werd u zelf hard geconfronteerd met het belang van zorg. U werd gediagnosticeerd met colitis ulcerosa, een auto-immuunziekte die u tot lange verblijven in het ziekenhuis dwong.

“Daar is dit boek ontstaan. Net zoals de meeste mensen van mijn generatie ben ik groot geworden met een extreem gevoel van individualisme.

“Zeker in de jaren 90 heerste het idee dat je voor hulp op niemand hoefde te rekenen. Je kunt en moet alles zelf realiseren, en daar was ik destijds ook heel goed in: ik stond op de loopband terwijl ik mijn huiswerk aan het maken was.

“Zelfoptimalisatie ten top.

“Toen ik chronisch ziek werd, besefte ik voor het eerst: ik heb andere mensen nodig. Het feit dat ik vandaag dit interview kan doen, is omdat anderen voor me hebben gezorgd. Dat was moeilijk om aan mezelf toe te geven.

“Toen ik ziek was, voelde ik me een last voor mijn medemens. Tot mijn verbazing bleek dat niet zo te zijn, want ik ervoer dat mensen ook een enorme vreugde putten uit het zorgen voor een ander.

“Dat veranderde mijn wereldbeeld. Ik kreeg het gevoel: vandaag helpen jullie mij, maar later kan ik jullie helpen.

“Afhankelijk zijn van elkaar is geen schande, maar de logica zelve.”

Het onafhankelijkheidsideaal lijkt sinds uw kindertijd echter weinig veranderd, integendeel.

“Klopt. Het sterke individu, de ondernemer als een god die uit het niets waarde creëert, dat ideaalbeeld heerst nog sterk.

“We zijn doodsbang om ontslagen te worden, om mentale problemen te krijgen, om verliefd te worden, allemaal omdat het ons afhankelijk maakt van een ander.

“We beseffen nog niet half hoezeer dit ons persoonlijke leven én onze politieke cultuur verziekt.

“Het is in de eerste plaats ook een absurde ontkenning van de realiteit.

“Je hele leven lang ben je afhankelijk van ouders, leraren, liefdespartners, verplegers, mensen die het voedsel naar je supermarkt brengen, noem maar op.

“Dat ontkennen is eigenlijk ontkennen dat die mensen je gelijke zijn.”

U kijkt met nostalgie naar de jaren 50 en 60, toen de welvaartsstaat werd uitgebouwd.

“Die eis tot zelfredzaamheid heerste toen nog niet. Ik geloof oprecht dat we anders nooit het gratis onderwijs en de betaalbare zorg hadden kunnen uitbouwen waar we nu van genieten.

“Vandaag zou dat als absurd beschouwd worden: een voor de maatschappij enorm dure dienst zonder duidelijke cijfermatige return, ben je gek?

“Dat is het grote schandaal: we zijn vandaag rijker dan ooit en we beschikken over almaar meer helpende technologie, en toch heeft iedereen het gevoel dat er minder mogelijk is dan vijftig jaar geleden.

“Waar is al die extra gecreëerde waarde heen?”

Zegt u het maar.

“De top 1 procent van de bevolking heeft die gekaapt.

“Het is wraakroepend dat we de afgelopen dertig jaar zo’n immense meerwaarde hebben gecreëerd, maar dat de werktijden – nadat die van de jaren 1920 tot ’90 systematisch gedaald waren – sindsdien niet meer afgenomen zijn.

“Wat hebben drie decennia aan meer efficiëntie, productiviteit en hoger opleidingsniveau ons gebracht?

“Ons leven is nauwelijks veranderd, de arbeidsmarkt evenmin. Dat zorgt voor enorm veel frustratie bij de bevolking.

“We werken ons kapot en worden steeds beter in het multitasken, maar dat maakt ons leven alleen maar onaangenamer. Dát verklaart de politieke ruk naar extremen.

“Dat is voor mij ook de belangrijkste taak van politici vandaag: hoe die enorme stijging in waarde gelijk over de bevolking verdelen, in plaats van de superrijken het leeuwendeel voor zichzelf te laten pakken?

“Anders voorspel ik dat met artificiële intelligentie, die ook voor een enorme boost in productiviteit zal zorgen, exact hetzelfde zal gebeuren en de grote massa weer de dupe wordt.”

Kunnen we hier iets tegen doen?

“Ik doe m’n best. (lacht)

“Daarom wilde ik dit boek ook zo toegankelijk mogelijk schrijven. Ik wil laten zien dat het ook over jóúw leven gaat.

“Ik wil die economische, zogezegd objectieve taal ontmaskeren, want als je achter het gordijn kijkt, zie je dat er geen keuzes worden gemaakt voor ‘het algemeen belang’, maar voor de rijken.

“Toch blijf ik geloven dat als we de waarde van zorg in het economische debat meenemen en die gelijker over mannen en vrouwen verdelen, we tot een betere wereld zullen komen.”

Tekort

Emma Holten: ‘Het leven van mannen zou beter meer op dat van vrouwen lijken.’ Beeld Petra Kleis

Lees ook


Bron: De Morgen

Welkom op Facebook

Welkom op Bluesky

Naar de website


Scroll naar boven