Met al de miljarden euro die Europa extra in defensie wil pompen, moeten we ons afvragen waar de grens ligt.
Hendrik Vos – De Standaard
11 maart 2025
Leestijd: 5 min
Aan een station in Parijs werd vrijdag een bom ontmanteld. Vijfhonderd treinen geannuleerd, ruim een half miljoen passagiers getroffen.
Oorlogstuig van lang geleden maakt nog altijd slachtoffers, vandaag een misnoegde reiziger, morgen een spoedgeval met een afgerukt been. Gerief ontworpen om te doden, blijft gevaarlijk, ook na vele decennia.
De productie van zo’n materiaal wordt drastisch opgeschroefd, weten we sinds de Europese top van vorige week: 800 miljard euro extra zal naar defensie gaan.
Er zijn helaas redenen voor.
De Russische president Vladimir Poetin wil gebiedsuitbreiding en in Oekraïne en omstreken hebben ze geen zin om weer onder controle van Moskou te komen.
Begrijpelijk, want tot welvaartstoename zal het niet leiden. Onder Russisch bestuur krijgen minderheden het hard te verduren en wie protesteert, riskeert vergiftiging met polonium. Journalisten vallen er uit het raam.
De beestachtigheid van het regime blijkt ook uit de aanvalsstrategie: meedogenloos worden bommen gedropt op burgers.
Terzijde: er zijn nóg mogendheden die dat doen, dag na dag, en zonder te verpinken. Het zou Europa sieren als het die even consequent zou veroordelen.
In Poetins doctrine mogen andere landen worden binnengevallen, zelfs al hebben die gekozen voor een toetreding tot de Unie.
Er zijn dure spullen nodig om ons daartegen te verdedigen en om Oekraïne te helpen.
We zullen kroonjuwelen verkopen en ons fameus in de schulden steken. Het is geld dat niet gaat naar kankeronderzoek, naar het repareren van putten in de weg of naar ontwikkelingssamenwerking.
Maar zonder luchtafweer was Kiev intussen allicht een archeologische site. We moeten het hoofd wel koel houden, ook en vooral te midden van het grof geschut.
Ten eerste, hoe akelig zijn regime ook is, Poetins leger raakte de voorbije maanden niet verder dan de verovering van dorpjes van niks.
Als er al Noord-Koreanen nodig zijn om de linies te verdedigen, dan het zal Russische leger straks geen kwartier opzetten onder het Atomium, zoals Navo-baas Mark Rutte recent suggereerde.
Achter de paniekzaaierij zit een agenda en daar moeten we niet klakkeloos in meestappen.
Ten tweede, de grootste dreiging voor ons is wellicht hybride oorlogsvoering – sabotage en cyberaanvallen. Die bestrijd je niet met spectaculair wapentuig en forse vuurkracht.
Ten derde, de meeste winst valt nog altijd te rapen bij intense samenwerking tussen lidstaten. Elk land organiseert traditioneel de eigen defensie, liefst met aankopen bij de plaatselijke wapenboer.
Versnippering is inefficiënt en dat besef sijpelt stilaan door, maar zolang we met 27 defensiebudgetjes werken, bereiken we nooit de kracht van een geïntegreerde strategie, zelfs al groeien de budgetjes elk apart fiks.
Intussen klinkt het dat we naïef waren en te lang te weinig in defensie hebben geïnvesteerd.
Maar juist die andere prioriteiten lieten ons toe Europa uit te bouwen tot wat autocraten vandaag een doorn in het oog is: vrije en stabiele welvaartsstaten met een behoorlijk uitgewerkte sociale bescherming.
Niet toevallig blijven buurlanden hopen dat ze op een dag tot die Unie kunnen toetreden. Weinig landen verlangen om tot Rusland te behoren.
Te meten aan het enthousiasme in Canada, Panama of Groenland, zijn er trouwens ook niet veel gebieden die graag bij de Verenigde Staten willen komen.
In het klassement van tot de tanden bewapende landen staan weinig plekken waar het prettig wonen is en of ze per se veiliger zijn, valt ook nog te bezien.
In verhouding tot het bbp voert Noord-Korea waarschijnlijk de lijst aan. In absolute cijfers wordt nergens meer in wapens geïnvesteerd dan in de Verenigde Staten. Het heeft hen niet belet om op 9/11 slachtoffer te worden van de spectaculairste terreuraanslag ooit.
Amerikaanse ambassades moeten wereldwijd omheind worden door Friese ruiters, net als die van Israël, een andere big spender als het over defensie gaat. Zo graag zijn ze gezien.
Had een Europa met een sterker leger Poetin tegengehouden? We zullen het nooit weten.
Wat we wél weten: wie over een joekel van een hamer beschikt, ontwikkelt de neiging om overal spijkers te zien en gaat er graag ook eens op kloppen. Dat draait zelden goed uit.
Tankfetisjisten en munitiejunks met hun haast orgastisch verlangen naar raketwerpers en artillerie hebben de wind in de zeilen, en Vorst heeft voor hen een fabriekshal in de aanbieding.
Maar van elk hypergesofisticeerd kanon bestaat er ook een megahypergesofisticeerde versie, meestal twee keer zo duur. Waar stopt het?
Nogmaals, geopolitiek is geen gezinspicknick.
Met een ploert in het Witte Huis en een griezel in het Kremlin, neem je best je voorzorgen.
Maar laten we het nooit vanzelfsprekend vinden om grenzeloos te investeren in tuig, bedoeld om te doden, te verminken, te vernietigen en te verwoesten.
Hendrik Vos doceert Europese studies aan de UGent. Zijn column verschijnt tweewekelijks op dinsdag.

© Roman Chop/ getty
Lees ook
Klik op de hyperlink hieronder
en vind meer columns van
Bron: De Standaard