Essay – Ilja Leonard Pfeijffer – Nu ook in de VS te behalen: een master in collectieve domheid


Harvard University zei onomwonden neen tegen het eisenpakket van de regering-Trump. Een krachtig signaal, schrijft Ilja Leonard Pfeijffer, want het is een constante in de geschiedenis dat dictators of regimes met auctoriële aspiraties hun macht willen bevestigen door universiteiten in hun achterzak te steken.

Ilja Leonard Pfeijffer – De Morgen

19 april 2025

Leestijd: 9 min


Afgelopen maandag 14 april werd Harvard University twee miljard dollar armer.

De Amerikaanse regering van Donald Trump besloot in lijn met haar eerdere dreigementen om dat astronomische bedrag aan toegezegde overheidssubsidies in te houden als reactie op het besluit van Harvard om de eisen die de regering aan de universiteit had gesteld niet in te willigen.

Die eisen waren de eisen die zij ook aan andere universiteiten kenbaar had gemaakt en die erop neerkwamen dat vier vermeende misstanden moesten worden gecorrigeerd.

Er diende te worden opgetreden tegen antisemitisme, waarmee werd bedoeld dat pro-Palestinaprotesten van de studenten de kop in moeten worden gedrukt.

Er werd transparantie geëist inzake de sollicitatieprocedures van wetenschappelijk personeel, waarmee werd bedoeld dat de regering wil controleren of er geen vrouwen of minderheden worden aangenomen op grond van inmiddels taboe verklaarde diversiteitsprogramma’s.

Tegelijkertijd werd er diversiteit geëist, in die zin dat er een einde dient te komen aan de vermeende dominantie van progressief gedachtegoed en dat gegarandeerd moet worden dat conservatieve standpunten vertegenwoordigd zijn in de universitaire curricula.

Ten slotte werd van de universiteit gevraagd om buitenlandse studenten te weren die afkomstig zijn uit landen die de regering als onvriendelijk beschouwt.

Waar andere universiteiten, waaronder met name Columbia University, hun financiering trachtten veilig te stellen door aan deze eisen tegemoet te komen, zei Harvard nee.

Hoewel deze weigering heldhaftig was, was zij minder heldhaftig dan zij leek, want Harvard is van alle Amerikaanse universiteiten de instelling die het zich het meest kan permitteren om zich de woede van de regering op de hals te halen.

Harvard is honderdveertig jaar ouder dan de Verenigde Staten van Amerika, heeft een budget dat groter is dan het bruto nationaal product van honderd verschillende landen en is de alma mater van acht Amerikaanse presidenten.

Dit neemt niet weg dat het verzet van Harvard een krachtig en noodzakelijk signaal was, want, zoals de voorzitter van de American Council on Education, Ted Mitchell, zei, als Harvard zou hebben gebogen, zou het voor de andere Amerikaanse universiteiten vrijwel onmogelijk zijn geworden om aan hun principes vast te blijven houden.

Deze eisen aan de universiteiten volgden op eerdere oekazes van het regime van Trump die de academische vrijheid inperkten.

Het beruchte Executive Order 14168, dat Trump aan het begin van zijn termijn in januari ondertekende, behelsde een verbod op specifieke woorden die zouden kunnen verwijzen naar sinds kort officieel van hogerhand verfoeide genderideologie of diversiteitsagenda’s.

Minder moedige minidictators in spe, zoals Geert Wilders, gebruiken het laffe wapen van de bezuinigingen

Onderzoeksprogramma’s die te maken hebben met de klimaatverandering zijn opgeheven.

Amerikaanse wetenschappers zijn in paniek. Ze zijn bang. Ze sturen wanhopige mails naar Europese collega’s, waarin ze zich uit angst van codewoorden bedienen.

Ik las over een decaan van een Amerikaanse universiteit die persoonsbeveiliging overwoog.

Frankrijk heeft een programma opgezet om Amerikaanse wetenschappers onderdak te bieden en Nederlandse wetenschappelijke organisaties zoals KNAW en het NIAS, die een fijn afgestelde voeling onderhouden met het wereldwijde academische klimaat, zijn tot de conclusie gekomen dat de bedreiging van Amerikaanse wetenschappers dermate serieus is dat zij zich willen openstellen om hun wetenschappelijk asiel te verlenen.

Het NIAS overweegt om zijn Safe Haven programma, dat bedoeld is voor wetenschappers die worden vervolgd, voor Amerikanen open te stellen.

“Wie had dat gedacht”, zei NIAS-directeur Jan Willem Duyvendak, “het land dat bekendstond als de hoeder van academische vrijheid. Het is eigenlijk te vreselijk voor woorden.”

Als deze initiatieven van het Amerikaanse regime uitsluitend inhoudelijke sturing van wetenschappelijk onderwijs en onderzoek beoogden, zou dit zorgwekkend genoeg zijn. Maar het is erger dan dat. De academie als zodanig ligt onder vuur.

Op 2 november 2021 vond de National Conservatism Conference plaats in Orlando, Florida. De slottoespraak werd verzorgd door J.D. Vance, die zich in die tijd in Ohio kandidaat had gesteld voor een zetel in de senaat en die thans zoals bekend Trumps vicepresident is.

‘Beter rood dan expert’

Zijn redevoering was getiteld The Universities Are the Enemy.

“Als wij de dingen voor elkaar willen krijgen die wij willen doen voor ons land en voor de mensen in ons land”, zei hij, “moeten we de universiteiten in dit land oprecht en agressief aanvallen.”

Hij sloot af met een citaat van Richard Nixon: ‘De vijand is een professor.’

Het is dit sentiment waarvan ook Elon Musk recentelijk blijk gaf, toen hij op 5 april iemand op X van repliek diende die de economische analyses van Peter Navarro, een belangrijke handelsadviseur van Trump, verdedigde met het argumentum ex auctoritate dat de man in kwestie een doctoraat van Harvard heeft:

‘Een PhD in economie van Harvard is iets slechts,’ schreef Musk, ‘niet iets goeds’.

Het is een constante in de geschiedenis dat dictators of regimes met auctoriële aspiraties in een vroeg stadium hun macht proberen te bevestigen door naast het parlement, de rechtsspraak en de pers ook de universiteiten verregaand onder hun controle te brengen.

De aanvallen op de wetenschap, de academische vrijheid en professoren droegen op verschillende momenten verschillende maskers en waren telkens op een andere manier gemotiveerd, maar stemden akelig overeen wat betreft het beoogde effect.

Vrijwel onmiddellijk na het aantreden van Adolf Hitler als rijkskanselier werden de Duitse universiteiten gezuiverd van joodse, socialistische en communistische medewerkers.

De attitude van de nationaalsocialisten was wellicht niet antiwetenschappelijk te noemen, maar wel uitgesproken anti-intellectualistisch.

De curricula en onderzoeksprogramma’s werden gegermaniseerd. Er was zelfs sprake van ‘Duitse natuurkunde’, die geacht werd de relativiteitstheorie en de kwantumfysica te weerleggen, omdat deze als joodse aberraties werden beschouwd.

In de jonge Sovjet-Unie werden de universiteiten hardhandig geharmoniseerd met de stalinistische ideologie van het regime.

De Chinese Culturele Revolutie was zonder twijfel het meest verregaande voorbeeld van inperking van de academische vrijheid op laste van het regime.

‘Beter rood dan expert’ was een slogan van de Rode Garde.

Mao sloot de universiteiten en zijn gardisten vervolgden, vernederden en vermoordden de professoren.

Kennis als zodanig werd beschouwd als een abject privilege van de bourgeoisie en als een reactionaire kracht die met wortel en tak moest worden uitgeroeid.

Na de islamitische revolutie werden de universiteiten in Iran aanvankelijk gesloten en vervolgens gezuiverd van westerse invloeden.

Tijdens de dictatuur van Pinochet werden de universiteiten in Chili onder militaire controle geplaatst en hervormd conform de ideologie van het regime.

Viktor Orbán heeft de Central European University, die was gesticht door George Soros, uit Hongarije verdreven met het argument dat de universiteit zich schuldig zou maken aan politieke inmenging.

De Hongaarse Academie van Wetenschappen is onder controle van de regering geplaatst en individuele universiteiten worden bestuurd door stichtingen die aan het regime zijn gelieerd.

In Turkije zijn de universiteiten gezuiverd van politieke tegenstanders van Recep Tayyip Erdoğan op grond van de beschuldiging dat zij banden met de Gülenbeweging zouden onderhouden.

De curricula zijn hervormd conform de nationalistische en morele waarden die door de regering worden gedicteerd.

In Rusland zijn de universiteiten sinds 2022 verplicht om patriottistische waarden te doceren en het standpunt uit te dragen dat Oekraïne een vijandige mogendheid is.

Robert Fico heeft aangekondigd dat hij de vakgroepen geschiedenis en sociologie van de universiteiten in Slowakije wil hervormen omdat deze verwesterd zouden zijn.

Vicepremier Matteo Salvini van Italië heeft herhaaldelijk met een glimlach op zijn gezicht verklaard dat professoren vijanden van het volk zijn.

Minder moedige minidictators in spe, zoals Geert Wilders in Nederland, gebruiken het laffe wapen van de bezuinigingen, dat niet minder effectief is.

Het offensief is een aanval op de elite, die de in Trumps ogen buitengewoon onwenselijke neiging aan de dag legt om zelfstandig na te denken

De reden waarom universiteiten dictators een doorn in het oog zijn, is dat zij de neiging vertonen om waarheden te verkondigen die door hen onwenselijk worden geacht.

Zo zijn de wetenschappelijk bewezen theorieën over klimaatverandering onacceptabel voor de regering van Trump.

Hetzelfde geldt voor:

  • De wetenschappelijk onderbouwde vaststelling dat het in biologisch opzicht onhoudbaar is om aan te nemen dat er slechts twee seksen bestaan

  • Historisch onderzoek dat de gruwelen van het slavernijverleden blootlegt

  • Sociologische studies naar de systematische achterstelling van bepaalde bevolkingsgroepen

De aanval op de academie is in eerste instantie een aanval op deze waarheden.

Minstens zo belangrijk is de ideologische component. De genoemde toespraak van Vance in Orlando gaat vooral hierover.

De Amerikaanse universiteiten worden door hem en nu ook door de Amerikaanse regering als progressieve broeinesten en linkse propagandamachines beschouwd, die de jeugd van Amerika indoctrineren met verwerpelijke ideeën over wokeness, Palestina, kritische rassentheorie en het problematische verleden van de grootste natie op aarde.

Omdat de nieuwe machthebbers het propagandistische potentieel zien van universitaire opleidingen, trachten zij de academie te hervormen tot een spreekbuis van hun eigen opvattingen.

Hun inspanningen om controle te krijgen over de universiteiten maakt deel uit van een cultuurstrijd, de ‘lange mars door de instituties’, zoals Rudi Dutschke dat noemde, die, in de terminologie van Antonio Gramsci, een strijd is om de ‘culturele hegemonie’.

Uitvinding van Google

Maar het offensief tegen de academie is vooral een aanval op de wetenschap zelf, omdat Trump weet dat de wetenschap en de waarheid de meest formidabele tegenstanders zijn van zijn bewind.

Wie regeert bij de gratie van leugens en alternatieve waarheden, moet de hoeders van wetenschappelijke methoden van waarheidsvinding als zijn aartsvijand beschouwen.

Het offensief is een aanval op de elite, die de in zijn ogen buitengewoon onwenselijke neiging aan de dag legt om zelfstandig na te denken, en het is een populistische bevrediging van onderbuikgevoelens bij zijn achterban, waar het idee heerst dat het gezonde volksgevoel geen wetenschap nodig heeft en waar sowieso geen respect meer is voor specialisten, omdat iedereen sinds de uitvinding van Google een specialist is en omdat alles een mening is geworden.

Als zodanig heeft de aanval ook onmiskenbare revanchistische trekken.

Het offensief tegen de universiteiten is een aanval op de intelligentie, omdat collectieve domheid de meest solide machtsbasis vormt voor elke dictator.


Harvard University besloot om de eisen die de regering-Trump aan de universiteit had gesteld niet in te willigen. Rebecca Fertinel / Sophie Park / NYT


Lees ook

Klik op de hyperlinks hieronder
en vind andere berichten van

Ilja Leonard Pfeijffer

EssayUSA


Bron: De Morgen

Welkom op Facebook

Welkom op Bluesky

Naar de website


Scroll naar boven