Het is het najaar van 1985. Ik ben net achttien geworden en studeer wat men toen Germaanse talen noemde aan de Antwerpse universiteit. Iedereen van dat jaar, we zijn met meer dan tweehonderd studenten, is wit, voor zover ik me dat kan herinneren.
Samen met een handvol mensen zie ik er wat anders uit dan de rest. Ik heb een coldwavekop, mijn kleding is zwart, mijn muziekkeuze verschilt grondig van de meerderheid van mijn jaar en tegelijk ben ik uiteraard zo groen als wat achter mijn oren.
Leden van de studentenvereniging willen dat ik meedoe aan het doopritueel voor de eerstejaars. Ik weiger, want ik beschouw mezelf als ‘cool’ en cool volk laat zich niet dopen.
Een paar doopmeesters dringen aan.
Ze hebben het eerst over het belang van de groep en dat ik in feite verplicht ben om er deel van uit te maken. Dat is het laatste wat ik wil horen. Ik ben cool en hoor nergens bij.
Ze beginnen dan wat te dreigen.
Nu word ik wantrouwig. Mijn buikgevoel vertelt me dat het helemaal niet gaat om de groep. Het gaat om iemand die anders is dan de rest te vernederen. Ik weiger nog steeds en mijd de campus tijdens de doopweek.
Ik ben een man geworden die belang hecht aan rituelen. Samen met mijn vrouw en wat verwante zielen maken ze een deel uit van ons leven.
Een ritueel verbindt een groep en transformeert ook op individueel vlak. Maar de kern is altijd gelijkwaardigheid, anders werkt het ritueel uiteraard niet. Zodra een ritueel een speeltuin wordt voor persoonlijke frustraties, uitsluiting in plaats van verbinding, wordt het duister.
Sanda Dia was niet wit.
Tijdens een doopritueel in het najaar van 2018 werd hij dood gefolterd. Er bestaat geen ander woord voor. De studenten die dit op hun geweten hebben, kregen een taakstraf van de universiteit die dertig uren besloeg.
De Leuvense rector verklaarde zich diep geschokt.
Dooprituelen werden tijdelijk verboden en er werd een doopcharter opgesteld. Het studentenblad Veto meldt dat dit niet zonder slag of stoot gebeurde.
Sommige studentenverenigingen hebben zich er heftig tegen verzet. Er werd bedreigd en gepest, wat dan weer gemeld werd bij het Steunpunt Grensoverschrijdend Gedrag.
Uiteindelijk werd het charter getekend door 150 studentenverenigingen.
NIEUWE FEITEN
Er zijn nu ‘nieuwe feiten’ naar boven gekomen, wat wil zeggen: details van wat Sanda Dia heeft moeten doorstaan, en de KU Leuven wil zich bezinnen.
De kerels die dit hebben gedaan komen uit voorname families. Een van hen is de zoon van een rechter. We weten door filmpjes en boodschappen onderling dat ze hebben geprobeerd om sporen uit te wissen.
Op 4 september komt deze zaak voor de raadkamer die moet beslissen of dit voor de strafrechter moet komen voor ‘opzettelijke toediening van schadelijke stoffen, onopzettelijke doding en onterende behandeling’.
Als samenleving kunnen we niet anders dan op de wijsheid van die raadkamer vertrouwen.
Deze zaak houdt ons wel allemaal een spiegel voor. Binnen de campus is een doopcharter zeker een eerste stap. Maar de rector beseft allicht nu ook dat er meer moet gebeuren.
Wat Sanda Dia is overkomen zal altijd onaanvaardbare pijn blijven voor zijn ouders, zijn geliefden en zijn vrienden. Waar ik voor vrees is dat studentendopen als ritueel nog steeds een excuus kunnen zijn voor uitsluiting en geweld.
Vernedering kan echt geen basis zijn voor een ritueel. Macht uitoefenen op anderen of in groep je wil opdringen aan anderen die zich daar naar moeten schikken omdat het nu eenmaal traditie is, heeft niets met een doopritueel te maken. Het is misbruik.
Er wordt nog steeds lacherig over gedaan en jonge mensen worden nog steeds onder druk gezet om er aan mee te doen. Hoed u overigens voor mensen die dit een traditie blijven noemen.
Tradities hoeven helemaal niet onaantastbaar te zijn. Wie dit een traditie acht en blijft verdedigen, blijft blind voor het geweld dat deze traditie inschakelt ten behoeve van het zogenaamde groepsgevoel.
Wanneer dit opnieuw zou gebeuren, hebben we als samenleving niets geleerd na de dood van een jongen die nu gewoon op de studiebanken had moeten zitten.
We kunnen nu niet weg kijken en dit jeugdzondes noemen. Dat zijn ze immers niet.
Het is uitsluiting onder het mom van een ritueel. En we kunnen evenmin zeggen dat dit ‘ontspoord gedrag’ is. Dat is het niet. Het is de essentie van wat geweld is.
Bron: De Morgen