David Crosby maakte deel uit van twee van de belangrijkste Amerikaanse bands uit de jaren zestig: The Byrds en Crosby, Stills & Nash. Hij was gitarist en vooral ook weergaloos zanger, met een geniaal gevoel voor harmonie en samenzang. Donderdag overleed hij op 81-jarige leeftijd.
Gijsbert Kamer – De Morgen
Dat David Crosby (1941-2023) nog leefde was volgens hemzelf een wonder.
Als songwriter en zanger blijft hij onsterflijk
Een doodsoorzaak is nog niet bekend, maar gezien alle drugs en alcohol die hij consumeerde tot in de jaren tachtig mag het een wonder heten dat hij zo lang geleefd heeft.
Dat vond hij zelf ook: waarom leef ik nog wel en Jimi Hendrix en Janis Joplin niet meer, vroeg hij zich in een van zijn vele openhartige interviews af.
Zijn dieptepunt was in 1985 toen zijn drugsgebruik hem in de gevangenis deed belanden, maar zijn wederopstanding daarna was miraculeus.
Hij overwon zijn verslavingen, trouwde in 1987 met zijn soulmate Jan Dance en publiceerde in 1989 de autobiografie Déjà vu, waarin hij zichzelf niet spaarde.
“Ik weet dat ik een ego heb, ter discussie staat slechts de omvang ervan”, noteert hij in het voorwoord. Maar het was wel onder andere Crosby’s ego dat The Byrds zo groot maakte.
Samen met Roger McGuinn en Gene Clark begon hij in 1964 de popgroep The Byrds met een baanbrekende folkrocksound.
TRIO
Met The Byrds zou Crosby vijf klassiekers van albums maken, een succes dat in 1965 begon met de door Bob Dylan geschreven hitsingle ‘Mr. Tambourine Man’.
Het geluid van The Byrds werd getypeerd door de twaalfsnarige Rickenbacker-gitaar van McGuinn, maar ook door de prachtige samenzang.
De stemmen van McGuinn, Clark en Crosby vormden een wonderschoon geheel, later hooguit overtroffen door een ander trio zangstemmen: Crosby met Graham Nash en Stephen Stills.
Crosby ontmoette de twee in 1968 bij Joni Mitchell thuis in Laurel Canyon, Los Angeles. Mitchell was toen nog een beginnende zangeres over wie Crosby zich ontfermd had en wier eerste album Crosby dat jaar zou produceren.
Stills kwam uit Buffalo Springfield en Nash uit het Britse The Hollies. Het drietal kwam er al zingend achter dat hun stemmen zich buitengewoon goed met elkaar mengden.
Zoals hun stemmen harmonieerden was niks minder dan een wonder, zo ervoeren ze het zelf voordat in 1969 het bewijs geleverd werd met hun debuutalbum Crosby, Stills & Nash.
Crosby, Stills & Nash is the debut studio album by Crosby, Stills & Nash (CSN), released in 1969 on the Atlantic Records label.
ARTISTIEK ONSTERFLIJK
Crosby vertrok ruim een jaar eerder uit The Byrds. Hij wilde zijn eigen liedje ‘Triad’, over een driehoeksverhouding, liever op een plaat zetten dan een cover van ‘Goin’ Back‘, een tweestrijd met McGuinn die Crosby verloor.
Zijn vier jaar in The Byrds zouden vijf nog altijd prachtige albums opleveren met Younger Than Yesterday als hoogtepunt.
Het door Crosby gezongen ‘Everybody’s Been Burned’ is een van zijn allermooiste, meest hartverscheurende liedjes.
Maar ook hits als ‘Eight Miles High’ (beïnvloed door Crosby’s liefde voor jazz van John Coltrane) en ‘Turn! Turn! Turn!‘ maakten The Byrds legendarisch.
Maar Crosby had de band niet meer nodig om zich artistiek zo mogelijk nog onsterflijker te maken.
Op het titelloze debuutalbum dat hij in 1969 met Stills en Nash uitbracht, staan naast het klassiek geworden vocale meesterstuk ‘Suite: Judy Blue Eyes’ ook Crosby’s eigen ‘Guinnevere’ en ‘Long Time Gone’.
Crosby, Stills & Nash is the debut studio album by Crosby, Stills & Nash (CSN), released in 1969 on the Atlantic Records label.
Later dat jaar voegde ook Neil Young zich bij het trio en maakten Crosby, Stills, Nash & Young in augustus op het Woodstock-festival veel indruk.
VIER EGO’S
Crosby overdreef ook niet toen hij later opmerkte dat dit viertal het gat vulde dat The Beatles in 1970 achterlieten.
Datzelfde jaar verscheen hun album ‘Déjà vu’ dat mede dankzij Crosby’s ‘Almost Cut my Hair’ een ongenaakbare rockklassieker werd en een enorm verkoopsucces. Maar gemaakt door vier ego’s die voortdurend met elkaar botsten.
Iedere tournee van Crosby, Stills & Nash al dan niet met Young erbij, liep uit op ruzie.
Ook na de wonderlijke wederopstanding van Crosby, eind jaren tachtig, was het voortdurend heibel tussen de vier. Niet dat Crosby er zelf mee zat, zijn ogen bleven twinkelen, ook als hij op het podium van niet meer zo heel grote zalen stond.
Alleen, of met CPR, de band van zijn verloren zoon James Raymond. In de jaren negentig werden vader en zoon herenigd.
Zo herinneren we ons Crosby het liefst. Een man die leefde voor zijn muziek, en naarmate hij ouder werd alleen maar productiever leek te worden.
MUZIEKRECHTEN
Maar helaas raakte hij ook verbitterd. Vanaf 2014 bracht hij nog vijf soloalbums uit.
Dat die geen commercieel succes werden, verweet hij vooral de muziekindustrie, de streamingdiensten in het bijzonder. Dat misschien zijn liedjes niet goed genoeg meer waren voor het grote publiek, daar wilde hij niet van weten.
Behalve Bob Dylan, Neil Young en nog wat generatiegenoten verkocht ook hij een paar jaar geleden zijn muziekrechten. Hopelijk heeft hij van de opbrengst nog kunnen genieten.
Zijn humeur op Twitter knapte er in ieder geval behoorlijk door op. In een van zijn laatste tweets liet hij nog weten gehoord te hebben dat de hemel ‘overschat’ is.
Maar in het grote orkest aldaar moet toch een mooi plekje zijn voor Crosby, al is het maar in het zangkoortje.
Crosby, Stills, Nash & Young Wembley Stadium, London, England September 14th, 1974
Lees ook
Vul hieronder de zoekopdracht Postuum in en vind meer berichten.
Bron: De Morgen