Twintig jaar lang hebben politici van Vlaams Belang gedanst naar de pijpen van Vladimir Poetin. Als internationale waarnemers keurden ze nepverkiezingen goed. Ze voerden het woord op Russische congressen. Ze streden tegen Europese sancties. Ze introduceerden zakenlui en probeerden wapentuig te verkopen. Als we de voorbije twintig jaar terugspoelen, zien we achter de vaste fikser van Vlaams Belang, Frank Creyelman, de onmiskenbare gestalte opdoemen van één man: Filip Dewinter.
Jan Antonissen – De Morgen/Humo
Waarom de Russische fractie binnen Vlaams Belang zich onoverwinnelijk acht
In 2018 onthult Het Laatste Nieuws dat ons land het jaar daarvoor in stilte een Chinese diplomaat het land heeft uitgezet.
Shao Changchun, die zich uitgaf voor een vioolbouwer en met zijn vzw Europe China Cultural and Educational Foundation de culturele banden tussen China en Europa aanhaalde, werd verdacht van spionage: hij was meer geïnteresseerd in politieke dan in artistieke contacten, stond in een rapport van Staatsveiligheid. Hij had lijntjes lopen tot op het hoogste niveau van de Communistische Partij van China.
Tijdens zijn vijfjarige verblijf in België had de ‘informele diplomaat’ ook een adviseur die hem introduceerde in politieke kringen: Filip Dewinter, volksvertegenwoordiger voor Vlaams Belang. Hij liep jarenlang het vuur uit zijn sloffen voor Changchun:
- Dewinter regelde een rondleiding voor Chinese artiesten in het Federaal Parlement en een handelsseminarie in het Vlaams Parlement
- Dewinter tafelde met politici, de ambassadeur van Oezbekistan en een directeur van de federale politie
- Hij vloog naar Kazachstan en reisde in het gezelschap van Anke Vandermeersch, ook volksvertegenwoordiger voor Vlaams Belang, naar China om daar een cultuurprijs uit te reiken – en dat allemaal voor rekening van de vzw van meneer Changchun
Alleen al voor 2017 zou Dewinter 25.000 euro kosten hebben gedeclareerd, schreef Het Laatste Nieuws. ‘Een absurd bedrag’, reageerde Dewinter. De feiten zelf vocht hij destijds niet aan, maar vandaag minimaliseert hij ze.
Filip Dewinter: “Er is toen geen gerechtelijk onderzoek geopend. Er was geen enkele aanwijzing voor een misdrijf. Het hele verhaal is ingezakt als een soufflé.”
In 2019 klonk Dewinter schuldbewuster: hij had zijn rol als adviseur misschien te lichtzinnig opgevat.
‘Ik besefte niet in welk spel ik meespeelde. Nu heb ik mij wat meer geïnformeerd over de manier waarop Rusland en China in verschillende landen aan spionage proberen te doen, en begrijp ik dat je voorzichtig moet zijn.’
Heeft het voorval met Changchun van Dewinter een voorzichtig politicus gemaakt? Hij blaast hard in de telefoon.
Dewinter: “Als politicus moet je af en toe je nek uitsteken. Ik ben niet het type dat zijn voldoening haalt uit het openen van straten en pleinen, ik probeer een steen te verleggen in de rivier. Dat is controversieel: ik ga in tegen de mainstream van de links-liberale elite.”
Voorzichtig was Dewinter de voorbije jaren allesbehalve in zijn omgang met Russische diplomaten en politici. Met hen heeft hij zich véél verder gewaagd dan met de Chinezen. En hij was niet de enige: het Kremlin en Vlaams Belang vrijen elkaar al lang op.
Er is zelfs al een kruisbestuiving in de jaren 90, als Vlaams Belang nog Vlaams Blok heet. In 1992, kort na de instorting van de Sovjet-Unie, vliegt de oude Franstalige Brusselaar Jean Thiriart naar Moskou voor een ontmoeting met de jonge politicoloog Aleksandr Doegin.
Doegin heeft het niet begrepen op de toenadering van de nieuwe Russische president Boris Jeltsin tot het Westen. Hij ronselt medestanders in binnen- en buitenland voor een conservatieve tegenbeweging.
En Thiriart is een held in extreemrechtse kringen: met zijn ideeën over het ‘nationaal bolsjewisme’, een derde weg voorbij het communisme en het fascisme, geldt hij er als de belangrijkste Europese ideoloog na de Tweede Wereldoorlog.
Thiriart was in zijn jeugd een trotskist, maar tijdens de oorlog vervoegde hij Les Amis du Grand Reich Allemand, een Waalse splintergroep van de fascistische beweging Rex, waarvoor hij na de oorlog in de gevangenis vloog.
In de jaren 60 bedacht hij, als eerste, het begrip ‘Eurazianisme’. Hij pleitte voor één grote Europese ruimte, van Lissabon tot Vladivostok. Met de Russen erbij zou het echte Europa weer tot wasdom komen, los van het Amerikaanse imperialisme, dat de ziel van het oude continent aantast.
De Russen waren in de ogen van Thiriart niet de vijanden van extreemrechts, ze waren natuurlijke bondgenoten – tégen de VS.
Als Thiriart enkele maanden na zijn bezoek aan Moskou overlijdt, heeft Doegin het over het afscheid van ‘de laatste Europese held’.
Maar dan begint het pas.
Luc Michel, de secretaris van Thiriart, neemt de fakkel over. Hij pendelt tussen Brussel en Moskou om de heilsleer van het Eurazianisme te verspreiden. Hij zet zich, net als zijn leermeester, in de markt als een antifascist, terwijl hij in de jaren 80 lid was van het Front National. En ook de Brusselse afdeling van Vlaams Blok heeft geen geheimen voor hem.
Luc Michel: “Al meer dan veertig jaar werk ik met hen samen. We zitten op dezelfde golflengte: we zijn allebei anti-Belgisch en pro-Russisch – ook al is een deel van de partij rabiaat anticommunistisch. Maar als Vlaams Belang morgen de republiek uitroept, steun ik hen.”
Michel heeft Doegin één keer ontmoet, zegt hij. In Tripoli, waar hij járen van zijn leven heeft doorgebracht aan de zijde van Mouammar Kadhafi.
Michel dweept met dictators als Kadhafi, Slobodan Milosevic en Jozef Stalin. Maar de ontmoeting met Doegin was niet veel bijzonders, zegt Michel, alias de Man in het Zwart.
Michel: “Tegenwoordig staat hij bekend als de huisideoloog van de Russische president Vladimir Poetin, die het Eurazianisme ingang heeft doen vinden in het Kremlin. Dat is natuurlijk onzin. Thiriart en ik waren hem voor.”
Brusselaar Robert Steuckers, die in de jaren 90 heeft geprobeerd een Franstalige versie van het Vlaams Blok op te richten, kent Doegin ook persoonlijk.
Na de moord op Daria Doegina, de dochter van de Russische ideoloog, gaf hij op een bevriende site een uitvoerig interview over hun ontmoetingen.
Tegenover ons is hij kariger met commentaar. Hij heeft één boek van Doegin vertaald, zegt hij. Een interviewboek – van het filosofische oeuvre is hij afgebleven.
Robert Steuckers: “Die interviews heb ik vertaald omdat ze zo toegankelijk zijn. Wie in het voorlaatste jaar van het middelbaar onderwijs zit, kan de redeneringen van Doegin volgen. Het is niet David Criekemans die over geopolitiek spreekt, hè. Het is heel eenvoudig.”
Steuckers heeft sinds een jaar weer contact met Doegin via diens Braziliaanse site. ‘Maar’, zegt hij, ‘overschat zijn invloed niet.’
Steuckers: “Doegin is een zuivere ideoloog. Ik betwijfel of hij van veel praktische waarde voor Poetin is. Als ik burgemeester was, zou ik hem niet als adviseur inhuren.”
Dezelfde minimaliserende toon slaat Luc Pauwels aan. Pauwels, in wiens huis het Vlaams Blok letterlijk is ontstaan, is de uitgever van het ultraconservatieve driemaandelijkse tijdschrift Tekos.
Dat haalde in 2005 Doegin naar België voor lezingen in Brussel en Antwerpen, maar daar lijkt Pauwels liever niet aan te worden herinnerd. Hij beklemtoont de verschillen tussen Doegin en hemzelf.
Luc Pauwels: “Ik ben een vrijzinnige, hij is een orthodoxe katholiek. Hij leeft in een opgefriste versie van het communisme, ik doe dat zeker niet. Maar hij bracht wel een origineel geluid voort. Hij wilde een derde weg inslaan, hij vermeed het platgetreden Amerikaanse pad.”
Filip Dewinter, die zich in het begin van zijn carrière altijd als een Atlantist van de harde lijn heeft opgesteld, vindt niet dat radicaal-rechts in de loop der jaren een bocht naar Rusland heeft genomen.
Dewinter: “Ik ben zelf altijd een voorstander geweest van een zo groot mogelijk Europa. Een Europa los van de Verenigde Staten, dat zich uitstrekt van de Oeral tot de Noordzee.
“Ik ben altijd een overtuigd anticommunist geweest. Maar toen de Muur viel, was dat een kans om Midden- en Oost-Europa dichter naar ons toe te halen. Ook omdat het waardepatroon van de meeste Oost-Europese politici ons tot voorbeeld strekt. Ze applaudisseren niet voor migratie. Ze beklemtonen het belang van het gezin als hoeksteen van de samenleving – principes die door onze links-liberale elite worden verguisd.
“Ik zeg altijd: het enige goede dat het IJzeren Gordijn heeft opgeleverd, is dat het ginds de woke-ideologie heeft weggehouden.”
Het oorspronkelijke richtsnoer van Dewinter was niet Aleksander Doegin, zegt hij. Wel Vladimir Zjirinovski, dertig jaar lang de leider van Liberaal-Democratische Partij – in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden: een extreemnationalistische club.
Dewinter: “In het Vlaams Blok hadden we via Jean-Marie Le Pen (Front National, red.) contact met Vladimir Zjirinovski. Ik heb de fax van Zjirinovski nog liggen waarin hij voorstelt dat ik met Le Pen naar het Irak van Saddam Hoessein zou gaan om daar gijzelaars te bevrijden (in 1990, red.).
“Daar heb ik wijselijk voor bedankt. Maar in eerste instantie liep het contact dus via Zjirinovski.”
VADERTJE RUSLAND
In zijn boek Russia and the Western Far Right: Tango Noir beschrijft de Oekraïense politiek analist Anton Sjechovtsov heel nauwkeurig hoe de toenadering tussen Rusland en radicaal-rechts is verlopen.
Hij noemt Doegin en Zjirinovski de wegbereiders voor het autoritaire beleid van Vladimir Poetin.
Toen Poetin in 2000 aan de macht kwam, keek hij nog niet onmiddellijk in de richting van radicaal-rechts voor hulp. Dat gebeurde pas toen de bevolking in voormalige Sovjetgebieden in opstand kwam tegen frauduleuze verkiezingen: eerst in Georgië, later in Oekraïne en Kirgizië.
Poetin vermoedde in die opstanden de hand van het Westen. Van de weeromstuit besloot hij een alliantie aan te gaan met radicaal-rechts in Europa, de doodgravers van het westerse systeem.
Een strategische zet, schrijft Sjechovtsov in een haast eindeloze volzin:
‘Met het appel aan ‘traditionele waarden’, nationale identiteit en de rechten van de meerderheid, maar ook met het populistische taalgebruik over de gapende kloof tussen de elite en het volk, dwong Poetins rechts-autoritaire kleptocratie erkenning af bij de illiberale krachten in het Westen. De ideologen, bewegingen en partijen van radicaal-rechts gingen het Kremlin beschouwen als de leider van een internationale kruistocht tegen het decadente Westen met zijn liberalisme, multiculturalisme en bescherming van minderheden.’
Poetin had zijn buik vol van westerse waarnemers die na elke verkiezing in voormalig Sovjetgebied verklaarden dat er was geknoeid met de resultaten. Dat moest anders: in plaats van westerse instanties, zoals de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) of het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten (ODIHR), zou hij voortaan zélf het verkiezingsproces monitoren.
Hij schakelde de Russische nep-ngo CIS-EMO in, die via onderaanneming waarnemers ronselde van wie je van tevoren wist dat ze niet zouden zeuren over manipulatie of fraude. De taak van de waarnemers – politici van radicaal-rechts en, in mindere mate, radicaal-links – was eenvoudig: nepverkiezingen goedkeuren.
Zo wilde Poetin, beetje bij beetje, het rijk van de voormalige Sovjet-Unie in volle glorie herstellen. Het plan werkte: het ene voormalige Sovjetgebied na het andere voegde zich weer bij Rusland, want ‘het volk had gesproken’.
Verkiezingen en referenda wezen telkens uit dat de bevolking niets liever wilde dan terugkeren naar Vadertje Rusland.
Wellicht de grootste Europese onderaannemer die ‘betrouwbare waarnemers’ ronselde, was Luc Michel. In 2007 richt hij de Belgische vzw European Network for Political Monitoring (ENPM) op.
Het doel: ‘de promotie van de democratie, vooral via rechtstreekse uitingen van democratie waarbij de macht van het volk ten volle tot uiting komt’ – een verwijzing naar referenda.
Daartoe zet het ENPM een internationale ploeg van verkiezingswaarnemers in, doet het aan ‘volksopvoeding’, voert het strijd ‘tegen de racistische visie van ‘de schok der beschavingen’’, en beoogt het ‘de eenmaking van de Europese volkeren van de Atlantische Oceaan tot Vladivostok’.
ENPM is, kortom, een vehikel om de oude droom van het Eurazianisme te verwezenlijken.
In hetzelfde jaar stampt Michel in Frankrijk het beter bekende Eurasian Observatory for Democracy and Elections (EODE) uit de grond. EODE streeft precies hetzelfde na als ENPM.
Op de Facebookpagina staat een beknopt overzicht van de vele internationale missies: ‘Rusland, Oekraïne, Wit-Rusland, Kaukasus’.
Een ‘specialisme’ zijn ‘de oorlogen in voormalige Sovjetrepublieken’ en ‘de nieuwe leden van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten, zoals Transnistrië, Abchazië, Zuid-Ossetië, Hoog-Karabach’.
Michel stipt aan dat hij ook actief is in de Balkan, de regio rond de Zwarte Zee en, jazeker, Noord-Afrika en Libië.
Michel recruteert voor zijn internationale missies ook politici bij Vlaams Belang. Dat is makkelijk: hij kent de partij als zijn broekzak.
Michel: “De pijlers van onze samenwerking waren Johan Deckmyn en Frank Creyelman. Ze waren er altijd bij, ils venaient à tous nos missions. Ze spraken, als ik het goed heb, uitstekend Frans – dat heb je vreemd genoeg wel vaker met flaminganten. Als we het niet over migratie hadden, waren we het over alles eens.”
Johan Deckmyn herinnert zich dat hij, als Vlaams Parlementslid, twee keer naar Rusland is gereisd.
In 2011 heeft hij er de parlementsverkiezingen gemonitord, in 2015 heeft hij in Moskou, in het gezelschap van Filip Dewinter, een internationale conferentie bijgewoond van de Doema, het Russisch lagerhuis. Hij weet niet meer op vraag van welke organisatie hij de verplaatsingen heeft gemaakt.
‘Niet van de OVSE’, zegt hij. ‘Maar ook niet van Luc Michel.’
Johan Deckmyn: “Ik ga ervan uit dat ik met een officiële instantie te maken heb als ik word uitgenodigd om verkiezingen te monitoren. Ik heb mijn taak altijd ernstig opgevat. In 2011 heb ik ook een klacht ingediend toen ik een onregelmatigheid had opgemerkt.”
Als we Deckmyn achteraf laten weten dat politiek analist Anton Sjechovtsov hem ook vernoemt als waarnemer van de Oekraïense parlementaire verkiezingen in 2012, komt er geen antwoord.
Tanguy Veys (ex-Vlaams Belang): “Johan Deckmyn heeft me verteld dat hij samen met Frank Creyelman nog in Transnistrië is geweest. Dat was behoorlijk avontuurlijk. Ze hebben zelfs een hovercraft ingezet om hun bestemming te bereiken.”
ALARMPISTOOL
Frank Creyleman is niet bereid tot een gesprek met ons. Dat is jammer, want zijn rol verdient wel enige toelichting. Creyelman was tot voor kort de fikser van Vlaams Belang, vooral voor de missies in het Oosten. Hij is al zijn hele politieke leven de voouitgeschoven pion op het schaakbord van Filip Dewinter.
Creyelman groeit op in het Oost-Vlaamse Buggenhout, in een arbeidersgezin: zijn moeder werkt in een wasserij, zijn vader lijdt aan de ziekte van Parkinson. Het is rekenen om rond te komen in het gezin van vijf.
Op zijn 18de wordt Creyelman lid van de Vlaamse Militanten Orde (VMO), een extreemrechtse actiegroep. Daar ontmoet hij Filip Dewinter.
Dewinter: “Op een betoging in de Voer was dat, waar het er weer eens fel aan toeging: traangas, schermutselingen met de politie, klappen van de wapenstok.
“Frank was gewond geraakt: hij had zijn arm gebroken. Ik kende hem niet, maar ik heb me over hem ontfermd en heb hem achter de linies naar een hulppost gedragen. Na de betoging heb ik hem ook naar huis gebracht.
”Frank is een generatiegenoot. We hebben samen gemiliteerd: eerst bij de VMO, later bij het VB. Hij werd kopman in Mechelen, ik in Antwerpen.”
Creyelman verhuist in 1984 naar Mechelen, in 1994 wordt hij verkozen als gemeenteraadslid voor het Vlaams Blok en trekt hij steeds meer macht naar zich toe.
In 2000, als hij lijsttrekker is, breekt in de partij de pleuris uit. Een toenmalige partijgenoot wil alleen anoniem spreken.
Partijgenoot: “De partij was verdeeld in twee kampen: Gerolf Annemans versus Filip Dewinter, Vlaams versus rechts. Vanuit Antwerpen gaf Dewinter het signaal om het kamp-Annemans op te ruimen. Dat heeft Creyelman gedaan.”
De ruzie komt op straat. Het nieuws raakt bekend dat Creyelman de aankoop van zijn persoonlijke salon, ter waarde van 48.000 frank (1.200 euro), als politieke onkosten heeft ingediend. Creyelman daagt zijn vroegere fractiegenoot Ward Steffens voor de rechtbank omdat die hem ‘een dictator’ heeft genoemd.
Partijgenoot: “Om Dewinter en Creyelman hangt een zweem van affairisme, daarin vinden ze elkaar. Creyelman ging er ook prat op dat hij een centje had bijverdiend als croupier in casino’s. Hij vertelde graag dat hij met zakken vol geld over de daken van huizen was weggevlucht.”
Twee andere bronnen bij Vlaams Belang bevestigen de bijverdienste van Creyelman: ‘Frank was een croupier.’
Partijgenoot: “Creyelman is van niemand bang. Op een avond verscheen een lid van het VB stomdronken op het Mechelse secretariaat, met een alarmpistool in de hand. De man was zo ver heen dat hij op een bepaald moment in de lucht schoot: er klonk een enorme knal in de gang. Iedereen dook weg en durfde zich niet meer te verroeren.
“Maar Creyelman liep recht op die kerel af en nam zijn pistool af. ‘Ik heb wel vaker met zulke toestanden te maken gehad’, zei hij.”
Als politicus maakt Creyelman minder indruk. In de Mechelse gemeenteraad onderscheidt hij zich uitsluitend met uitspraken die flirten met de grens van het racisme. In 2007 stelt hij voor om, in de strijd tegen hangjongeren in de binnenstad, mosquito’s te installeren: apparaatjes die ultrasone geluiden voortbrengen die alleen jongeren kunnen opvangen.
Ook als gecoöpteerd senator maakt hij acht jaar lang niets klaar. De Standaard schrijft: ‘Creyelman is zowat de loser van de fractie. Aangezien hij zelf nooit verkozen raakt (wie hem bezig ziet, begrijpt waarom), moet de partij hem steevast coöpteren.’
En dan is er nog de Alfa Romeo P326 van senator Creyelman. In 2005 wordt die verscheidene keren door vandalen bewerkt, zonder dat duidelijk wordt door wie.
In 2007 veroorzaakt de auto, vlak bij het partijhoofdkwartier op het Brusselse Madouplein, een kettingbotsing. Creyelman rijdt in op een Twingo, die op zijn beurt tegen een VW-busje knalt. Wanneer Creyelman achteruit wegrijdt, mist hij op een haar na een passerende fietser. Hij raakt wel de voorkant van een Audi. Creyelman legt achteraf een positieve ademtest af: hij heeft gedronken.
Creyelman is een brokkenrijder, maar de partij legt ‘de Mechelse Dewinter’ weinig in de weg. In 2007 volgt hij Freddy Van Gaever op in het Vlaams Parlement. In 2009 wordt Creyelman zelfs voorzitter van de Commissie voor Buitenlands Beleid.
Michel: “Dat was interessant. Plots was Frank Creyelman de op twee na belangrijkste man van het Vlaams Parlement. Dat opende perspectieven.”
In Knack vertelt Creyelman dat in 2006 een nieuwe wereld voor hem is opengegaan toen hij, als internationaal waarnemer in Wit-Rusland, de derde herverkiezing van president Aleksandr Loekasjenko – bijnaam: de laatste dictator van Europa – meemaakte.
‘Ik heb in Rusland een manier van denken ontdekt die de links-liberale elite in Europa allang heeft afgeschaft. Er bestaat geen alles versmachtende politieke correctheid.’
Michel: “Creyelman heeft in de loop der jaren een indrukwekkend adressenboekje in Rusland verzameld.”
Veys: “Creyelman pakt graag uit met zijn Russische kennissen. Ik herinner me dat hij me een foto met Sergej Lavrov liet zien (de huidige minister van Buitenlandse Zaken van Rusland, red.). En Aleksandr Doegin, die kende hij ook.”
In 2011 heeft Luc Michel drie Vlaams Belangers opgetrommeld voor de parlementsverkiezingen in Rusland: Frank Creyelman, volksvertegenwoordiger Tanguy Veys en Vlaams Parlementslid Johan Deckmyn.
Het wordt een gedenkwaardige trip, niet het minst omdat ook twee andere VB’ers naar ginds trekken, volksvertegenwoordigers Peter Logghe en Yves Buysse, maar dan voor de OVSE, de door het Westen erkende organisatie voor verkiezingswaarneming.
Achteraf komen ze tot totaal verschillende vaststellingen.
Logghe verklaart in De Morgen: ‘We hebben in Moskou en Sint-Petersburg klaslokalen bezocht en echt straffe dingen gezien. Namen en adressen werden in het kieshokje bijgeschreven in de registers, terwijl wij erop stonden te kijken. Er was fraude op grote schaal. Dat heb ik ook zo beschreven in mijn rapport voor de Kamer.’
Johan Deckmyn, Luc Michel en Tanguy Veys daarentegen hebben niets wezenlijk verkeerds gezien.
Veys in De Morgen: ‘Alles is perfect verlopen.’
Tegen Humo vertelt Veys dat hij indertijd op uitnodiging van Civic Control naar Rusland is gereisd. Civic Control is de opvolger van CIS-EMO, de door de Russische overheid gecontroleerde ngo die verkiezingen monitort. Twee keer is Veys op het vliegtuig gestapt met bestemming Moskou.
Veys: “De eerste keer was voor een conferentie in de Kamer van Koophandel, waar we te horen kregen wat onze opdracht als internationale waarnemers precies inhield.
“Civic Control profileerde zich tégen OVSE. Het wilde de westerse kritiek weerleggen dat Russische verkiezingen werden gemanipuleerd.
“Op dat moment gaf ik Poetin nog het voordeel van de twijfel – dat doe ik nu niet meer. Maar ik dacht: ‘Goed, laat ik met eigen ogen controleren of het klopt wat de Russen vertellen.’”
Veys heeft nog foto’s van de conferentie. Luc Michel staat erop, de radicaal-rechtse Poolse politicus Mateusz Piskorski, Nick Griffin, Brits Europarlementslid van de British National Party, en tal van andere Europese vertegenwoordigers van radicaal-rechts.
Ook aanwezig: een paar verdwaalde vertegenwoordigers van radicaal-links.
Veys: ‘We waren, schat ik, met zijn dertigen.’
Twee maanden later vliegen Frank Creyelman en Johan Deckmyn ook mee naar de Russische hoofdstad.
Veys: “De avond voor de verkiezingen zijn we in Moskou op stap geweest. Creyelman kende de weg: hij heeft ons naar een bar gebracht, enfin, een discotheek waar je vrouwen niet te lang in de ogen mag kijken of het kost een hoop geld, als u begrijpt wat ik bedoel.
“Ik heb het niet te laat gemaakt. Ik had ’s anderdaags een vroege vlucht naar Novosibirsk, samen met Luc Michel. Maar de kans lijkt me aannemelijk dat Creyelman lang is blijven hangen. Hij moest ’s anderdaags in Moskou monitoren. En: hij is een man die de geneugten van het Russische leven kan smaken.”
Tanguy Veys blijft erbij: hij heeft op die ijskoude verkiezingsdag in Siberië, min elf graden, niets onheus opgemerkt.
Veys: “Maar ze laten je natuurlijk alleen maar zien wat ze willen laten zien. Achteraf voel je je gebruikt: je dient een bepaald doel. Ik heb dat ook tegen Luc Michel gezegd: ‘Het is goed geweest voor één keer.’ En ik heb het niet meer gedaan.”
Michel: “Zou kunnen. Veys was er niet zo vaak bij. Ik herinner me wel dat het op de luchthaven in Moskou, voor de terugvlucht, nog bijna uit de hand is gelopen. Deckmyn en Veys stonden te schreeuwen tegen Logghe en Buysse.
“De verwijten gingen over en weer: ‘Verraders!’ ‘Communisten!’ Als ik niet tussenbeide was gekomen, waren ze met elkaar op de vuist gegaan. En toen ze op Zaventem zijn geland, is daar opnieuw een gigantische ruzie ontstaan.”
Het is niet de laatste keer dat de liefde voor Rusland een splijtzwam is in de schoot van Vlaams Belang.
Begin 2013 gaat ENPM, de ngo van Luc Michel, op in het European Centre for Geopolitical Analysis (ECGA), een ngo van Mateusz Piskorski.
Piskorski, die zijn politieke carrière begon als neonazi, heeft jarenlang met Michel het leeuwendeel van de waarnemingen in voormalige Sovjet-gebieden verricht.
Michel: “We kennen elkaar al lang, sinds het begin van deze eeuw. Hij heeft nog een cursus aan onze zomeruniversiteit in Tripoli gevolgd.”
Michel en Piskorski zijn voortaan helemaal een twee-eenheid om een grote Europese ruimte te creëren ‘van Reykjavik tot Vladivostok’.
Enkele maanden later haalt Filip Dewinter de wereldpers. Hij duikt op in Syrië, dat door een bloedige burgeroorlog wordt verscheurd.
Een fact finding mission noemt hij het: hij wil met eigen ogen zien wat er precies aan de hand is, want de berichtgeving in Europese media vertrouwt hij niet.
Dewinter gaat in gesprek met vertegenwoordigers van de Syrische regering. President Bashar al-Assad krijgt hij niet te zien, dat zal pas twee jaar later gebeuren.
Dewinter maakt er geen geheim van dat hij in het regime van de Syrische dictator een bondgenoot ziet om Belgische jihadisten, die meevechten aan de zijde van de opstandelingen, op te sluiten.
‘De Syrische burgeroorlog dreigt te worden geëxporteerd naar België.’
Dewinter is niet alleen in Damascus. In zijn kielzog bevinden zich: Frank Creyelman, Luc Michel, Mateusz Piskorski en Nick Griffin, the usual suspects.
De Morgen noteert dat Dewinter en Creyelman geen visum hebben gekregen van de Syrische ambassade in Brussel.
‘Er gaan geruchten dat Rusland daarvoor zou hebben gezorgd.’ Ter herinnering: Rusland zal vanaf 2015 president Assad militair bijstaan in de burgeroorlog.
Michel: “Ik heb die eerste missie georganiseerd. En in 2014 heb ik de herverkiezing van Assad gemonitord met EODE. Dat was héél gevaarlijk.”
Dewinter ontkent dat hij in 2013 hulp vanuit Rusland heeft gekregen.
Dewinter: “We hebben altijd een goed contact gehad met de Ba’ath-partij van Assad, die nationalistisch en anti-islamistisch is. Russische hulp was niet nodig.
“En wat Luc Michel betreft: ik ken die man. Hij maakt deel uit van de radicaal-rechtse fauna en flora in Brussel en Wallonië, maar hij heeft mijn reizen in het buitenland nooit georganiseerd, ook niet in Syrië.
“In het verleden heb ik partijgenoten gewaarschuwd voor Michel. Hoe zij met hem omgaan, is hun verantwoordelijkheid. Ik was slechts met één doel in Syrië: het islamisme bestrijden.”
GEMISTE KANS
In het voorjaar van 2014 verschijnen plotseling ‘groene mannetjes’ op de Krim. ‘Aardige mensen’, zegt de Russische president Vladimir Poetin.
‘Ze zullen de rust en orde herstellen.’
Ze gaan gekleed in groene uniformen en hebben wapens van Russische makelij bij zich. Later zal blijken dat leden van de Wagner Group, een ongenadige Russische privémilitie, aan de operatie hebben deelgenomen.
“De groene mannetjes maken de weg vrij voor het referendum op de Krim, waarvan het resultaat van tevoren vaststaat: een grote meerderheid van de bevolking geeft aan weer bij Rusland te willen aansluiten.
Dat referendum is het pièce de résistance van Luc Michel. Hij is nog altijd trots op wat hij toen met EODE heeft neergezet.
Michel: “Ik heb 138 observatoren naar de Krim gehaald. 138! De meeste missies hebben er een dertigtal.”
Een van hen is – uiteraard – Frank Creyelman. Maar hij heeft nog twee vrienden uit de partij meegebracht: de Vlaamse VB-parlementsleden Christian Verougstraete en Jan Penris, sterkhouders van de zogenoemde clan-Dewinter.
Christian Verougstraete: “Frank Creyelman had contact met EODE en hij vroeg of ik niet mee wilde gaan. Achteraf bekeken was het niet opportuun, maar iedereen kan zich vergissen.
“De Krim is niet te vergelijken met de rest van Oekraïne, op het schiereiland is altijd Russische invloed geweest. De meerderheid van de bevolking is pro-Rusland. En Poetin was in onze ogen een stabilisator, hij bracht rust na de fratsen van Jeltsin.
“Hij deelde onze normen en waarden. Maar na de inval in Oekraïne denk ik daar natuurlijk anders over: wat Poetin heeft gedaan kan niet door de beugel.
“Ik beschouw het als een gemiste kans. Na de val van de Muur was er de mogelijkheid om een groot-Europa te vormen. Spijtig genoeg is dat niet gelukt. Ik vermoed: door toedoen van de Amerikanen.”
Jan Penris heeft geen spijt.
Jan Penris: “Als verkozene des volks beschouwde ik het als mijn plicht verkiezingen en referenda te monitoren. Ik zat er niet over in dat het referendum internationaal niet werd erkend. Mijn plicht kwam op de eerste plaats.
“Ik heb geen enkele onregelmatigheid vastgesteld, ook niet in het najaar, toen ik met Frank Creyelman en Christian Verougstraete de verkiezingen in de Donbas controleerde.
“Verkiezingen verlopen ginds opener dan bij ons. Mensen steken hun stemformulier in een glazen doos. Er komt geen computer aan te pas. En: de mensen zijn blij dat ze mogen stemmen. Het is een feest. Niet te vergelijken met de lange gezichten die je bij ons op verkiezingsdag ziet.
“(Op dreef) Ik ben een russofiel. Zeker sinds mijn scheiding: ik heb een Russische vriendin, zo leer je een volk kennen.
“Een Russin doorgrond je binnen de tien minuten, een Rus binnen de vijftien minuten.”
Als in het voorjaar van 2014 het nieuws lekt dat drie parlementsleden van Vlaams Belang op de Krim zijn geweest, en Creyelman op de ochtend van het referendum al boven zijn theewater was, haalt de voorzitter van de partij Gerolf Annemans hard uit.
‘Daar hadden ze niets te zoeken’, zegt hij in Reyers laat op Canvas. Annemans spreekt ook het vermoeden uit dat het drietal door het Russische regime is betaald.
‘Je kunt niet in één week een verkiezing organiseren. En internationaal waarnemen doe je volgens bepaalde regels, volgens objectieve normen.’
Interessant punt van de voorzitter: wie betaalt het rondreizende circus van de internationale waarnemers?
Michel: “Het parlement van de Krim heeft ons uitgenodigd. Zij hebben de reis- en andere kosten van de internationale waarnemers betaald. Zo gaat het altijd: het plaatselijke parlement draait op voor die dingen. Voor het overige krijgen mensen niet betaald van ons. Weet u waar dat wél gebeurt? Bij de OVSE! Daar krijgen ze 1.000 à 5.000 euro.”
Politiek analist Anton Sjechovtsov heeft andere informatie.
Anton Sjechovtsov: “Op de Krim hebben waarnemers 1.600 dollar gekregen voor vier dagen, plus een vergoeding van 250 dollar per dag. Maar dat waren de tarieven voor één bepaalde categorie, ik weet niet of ze voor iedereen golden.”
Een diplomaat die anoniem spreekt, merkt op dat geld niet alles is.
Diplomaat: “Onderschat niet hoe belangrijk het is dat doorgaans onzichtbare politici, backbenchers, plotseling met alle egards worden behandeld.
“Ze geven interviews voor de grootste Russische zenders, ze eten en drinken wat ze willen, ze slapen in de beste hotels – en niet noodzakelijk alleen: ze wanen zich gedurende enkele dagen toppolitici.”
Ook de betaling van Luc Michel blijft een goed bewaard geheim. Ongeveer iedereen is het erover eens dat zijn motor niet op financiën maar op ideologie loopt, maar daarmee betaalt hij zijn gasrekening niet.
Manuel Abramowicz, die Michel al jarenlang volgt voor de antifascistische site RésistanceS, heeft hem nooit een beroep weten uitoefenen.
‘Hopelijk betalen de Russische inlichtingendiensten hem.’
Michel: “Ik ken dat verhaal, dat ik voor de Russische militaire inlichtendienst zou werken. Nonsens. De partij betaalt me met bijdragen van kaderleden en crowdfundings.”
De partij waarnaar Michel verwijst, is de PCN (Parti Communautaire National-Européen), zeg maar: een eenmanspartij. Dat is dus hoogst onwaarschijnlijk.
Een oud-medewerker van Michel wil alleen anoniem spreken.
Oud-medewerker: “Hij laat zich zéker betalen door de Russische inlichtingendiensten, maar vermoedelijk niet alleen door hen. Het zou me niet verbazen als hij dubbel spel speelt.”
Het Wilfried Martens Centre, een Europese denktank, heeft zich voor het rapport ‘The Bear in Sheep’s Clothing’ (2016) verdiept in de financiering van ngo’s die door het Kremlin worden gecontroleerd.
Het centrum berekende dat de ngo’s alles bij elkaar 55 miljoen euro hadden ontvangen. Een peulschil. De denktank vermoedt dat het grote geld via stromannen ter bestemming komt en vergelijkt de praktijk met de financiering van terroristische netwerken.
Overigens: de reprimande van voorzitter Annemans heeft weinig gevolgen voor de drie parlementsleden op de Krim. Een sanctie blijft uit.
Twee maanden later trekt Frank Creyelman alweer de lijst van Faire Place Nette, een samenwerking van Vlaams Belang en Front National, in Henegouwen. De campagneslogan is vintage Creyelman: ‘Orval of Halal?’ Lijstduwer is Veroniek Dewinter, dochter van. De partij haalt de kiesdrempel niet.
In 2015 stemt Gerolf Annemans, die intussen Europarlementslid is, tégen de niet-erkenning van de Russische annexatie van de Krim.
Het verleidt Frank Creyelman tot enig leedvermaak in Knack:
‘Intussen zit Gerolf Annemans in een Europese fractie met Marine Le Pen, die de legitimiteit van het Krimreferendum erkent. Ik stel vast dat hij zich aan het pro-Russische verhaal heeft moeten aanpassen.’
De Russische fractie binnen Vlaams Belang acht zich onoverwinnelijk. Ze schakelt een versnelling hoger.
© Humo
Bijhorende Website
Onderweg 2.0
Bron: De Morgen/Humo