Anton Jäger is historicus van het politieke denken aan het Leuvense Hoger Instituut voor Wijsbegeerte. Zijn column verschijnt tweewekelijks op woensdag. Hij buigt zich over Conner Rousseau en de huidige mediademocratie.
Anton Jäger – De Morgen
Is Conner Rousseau een “idioot”?
Een jaar geleden gebruikte Vlaams acteur Jo Hens de term, nadat de gewezen partijvoorzitter in sportschoenen op koninklijke visite was gegaan.
Het woord werd ook bovengehaald voor zijn nachtelijke gesprekken in café ’t Hemelrijk waarvan de transcriptie vorige week in menig krant circuleerde — de beruchte misstap die Rousseau uiteindelijk het voorzitterschap kostte.
Enkele kwesties bleven opvallend onderbelicht in het debat omtrent Rousseaus demissie.
- De keuze van de politie om de bodycamopnames te delen
- De rivaliteit tussen N-VA en Vooruit voor het Sint-Niklase burgermeesterschap
- De nervositeit omtrent de Vlaamse coalitiedans in 2024, die gevoelig anders zou kunnen liggen zonder een machtig Vooruit
Ze kwamen de laatste week vooral terloops aan bod.
De affaire blijft desalniettemin tekenend voor de transformatie van de hedendaagse partij. De nieuwe mediademocratie werkt niet zonder leiders.
Vooruit moet ‘onthoofd’ verder, klonk het vrijdagavond bij De Morgen. Forse taal, maar het onderliggende punt lijkt onbetwistbaar.
Als kiezers gaan zweven en partijen leden verliezen kan enkel een mediaster de inboedel nog redden. Vooral traditionele partijen verliezen leden en bezwijken vaker in peilingen en uitslagen. Een loyaal zuilenelectoraat is er niet meer.
Een onlineprofiel weegt dan zwaarder dan interne steun in de partijraad.
‘Bonapartisme’ is een oudere term die het nieuwe leidersideaal moet samenvatten. Dat woord komt niet van de Franse keizer. Het stamt wel van zijn neef Napoleon III, die na de revolutie van 1848 erin slaagde om zich tot alleenheerser van Frankrijk te laten verkiezen, vooral door de Franse boerenbevolking.
ZAK AARDAPPELEN
Karl Marx vergeleek die boeren in 1852 met een “zak aardappelen” die geen “organisatie of gedeelde belangen” hadden.
De Franse landbouwer berustte liever in “de idiotie van het rurale leven”.
Velen lazen in die opmerking een afkeer van het platteland. Die interpretatie is niet subtiel genoeg. ‘Idiotie’ had in de negentiende eeuw een radicaal andere betekenis dan vandaag.
Net als bij de term ‘idiolect’ of ‘idiosyncratisch’ stond het amper voor een gebrek aan intelligentie of dommigheid.
Het ging eerder over een fundamenteel private ingesteldheid — de idioot was iemand die zich van het publieke leven had afgekeerd en niet actief deelnam aan politiek. Een apolitiek persoon dus.
Dat was in het geval van Franse boeren zeker geen onredelijke vaststelling.
Marx’ boerenstand werkte doorgaans in familieverband, ver van de stad. Het ene gezin bleef geografisch gescheiden van het andere.
In tegenstelling tot fabrieksarbeiders hadden ze daardoor minder snel de neiging om zich in vakbonden of andere instituten te organiseren.
Eerder uit desinteresse dan dommigheid zou de boer destijds voor Napoleons neef kiezen; de achternaam ‘Bonaparte’ was op zich genoeg voor een stem.
Marx’ boerenstand bestaat vandaag niet meer. De analytische kern van zijn betoog blijft wél pertinent. Op talrijke vlakken doet de nieuwe publieke sfeer, waarin burgers geen lid meer zijn van partijen maar digitaal steeds luidruchtiger hun voorkeuren communiceren, aan zijn notie van ‘idiotie’ denken.
GIJZELAAR
Dat geldt zeker voor een volbloed kind van de mediademocratie als Rousseau.
Officieel leek de voormalige voorzitter de partij op een flinkse koers te hebben. De vraag is of er bij die koerswisseling veel ideologie kwam kijken.
Rousseaus racistische opmerkingen zijn een passieve weerspiegeling van enkele courante Vlaamse vooroordelen.
Zijn bredere erfenis is er dan één van toenemend conformisme: het idee dat de rechtse ‘grondstroom’ in Vlaanderen politiek niet in te dammen valt en maar beter kan worden gevolgd.
Conner werd zo meer een gijzelaar van een verrechtsende samenleving dan een links tegengewicht ervoor — een positie waar Melissa Depraetere zich niet direct uit wil manoeuvreren, en op een iets bedeesdere manier zelfs versterkt. En Conner mag in een vergevingsgezind Vlaanderen zeker op een tweede kans rekenen.
In die strikt technische zin is de voormalige partijleider dus wel degelijk een ‘idioot’: het product van een tijdperk waarin burgers online nauwer met elkaar verbonden zijn maar ook steeds privater denken, waarin almaar luider gecommuniceerd wordt maar minder nagedacht over de meningen die men verkondigt.
Dat doet al te sterk denken aan de Franse boeren die Marx ooit beschreef.
Lees ook
Klik hier of op de hyperlink hieronder en vind andere columns van
Bron: De Morgen