De Joods-Israëlische antropoloog Maya Wind onderzocht in haar nieuwe boek de verwevenheid van Israëlische universiteiten met de staat en het leger, en pleit voor een academische boycot.
Mela Fuchs – De Morgen
‘Het zijn grondig gemilitariseerde instituten die in dienst staan van bezetting en apartheid.’
Maya Wind
Antropoloog
Voor demonstrerende studenten die een boycot eisen van universiteiten in Israël, komt de boodschap van de Israëlische antropoloog Maya Wind als geroepen; met haar nieuwe boek Towers of Ivory and Steel: How Israeli Universities Deny Palestinian Freedom wil ze het idee dat Israëlische universiteiten bastions van vrijheid en democratie zijn onderuit schoppen.
Volgens haar zijn ze medeplichtig aan het schenden van de rechten van Palestijnen. Een academische boycot is daarom de juiste stap, stelt ze.
Wind spreekt komende week op Nederlandse universiteiten. Volgende week spreekt ze ook op Belgische universiteiten. Ze zal te horen zijn aan de universiteiten van Leuven, Gent, Brussel en Hasselt.
De 34-jarige Wind is Joods en groeide op in Israël, maar woont nu in Canada, waar ze verbonden is aan de University of British Columbia.
Voor Towers of Ivory and Steel ploos ze allerlei archieven uit, en concludeerde dat de relatie tussen Israëlische universiteiten en de staat innig is.
Dat begint al met de fysieke ligging van de gebouwen. Die zijn volgens haar ontworpen als ‘buitenposten’ om overwegend Palestijnse gebieden ‘Joodser’ te maken.
Een campus van de Hebrew University is bijvoorbeeld gebouwd in illegaal bezet Oost-Jeruzalem, op de ruïnes van het Palestijnse dorp Sheikh Badr. En de Ariel University is gebouwd in de illegaal bezette Westoever en faciliteert de uitbreiding van nederzettingen.
Academische disciplines worden gebruikt in het voordeel van de Israëlische staat, zegt Wind. Het Weizmann Instituut en de Technion hebben bijvoorbeeld gezamenlijke onderzoeksprojecten met wapen- en droneproducenten Rafael en Elbit.
De daaruit voortkomende wapens en technologieën worden ingezet in de bezette Palestijnse gebieden en later in het buitenland verkocht met het stempel ‘in de praktijk getest’.
Archeologisch onderzoek speelt een rol bij de onteigening van Palestijns land, zoals in het dorp Susiya op de Westelijke Jordaanoever.
In 1969 streken daar de eerste Israëlische archeologen van de Hebrew University neer. Inmiddels ligt er een illegale nederzetting genaamd Susya pal naast de ‘nationale archeologische plek’ en is een deel van de Palestijnse inwoners verdreven. De huizen van de overgebleven bewoners worden met sloop bedreigd.
Op juridische faculteiten worden voortdurend interpretaties ontwikkeld die de Israëlische bezetting en oorlogsvoering rechtvaardigen, schrijft Wind.
Wetenschappers van de Universiteit van Tel Aviv bedachten bijvoorbeeld een nieuwe categorie mensen – geen strijders, geen burgers, maar personen die burgers lijken maar toch potentieel Israëlische operaties belemmeren – die het gemakkelijker maakt om meer Palestijnse burgerslachtoffers als ‘bijkomende schade’ af te doen dan onder internationaal recht is toegestaan.
Naast de medeplichtigheid van Israëlische universiteiten aan mensenrechtenschendingen, beschrijft Maya Wind de repressie binnen de academie.
Kritische stemmen worden in de kiem gesmoord. Palestijnse studenten die studeren aan Israëlische universiteiten worden tegengewerkt en in de gaten gehouden.
Hun ondervertegenwoordiging is met opzet gecreëerd, zegt Wind.
Zo zijn er officieuze limieten aan het aantal Palestijnse studenten in medische studies, wordt er bij huisvesting voorrang gegeven aan ex-militairen terwijl de meeste Palestijnen met Israëlisch paspoort niet in dienst hoeven, en maakt de onderontwikkeling van het openbaar vervoer vanuit hun dorpen en steden het woon-werkverkeer tot een struikelblok.
Vanuit haar hotelkamer in Dublin staat ze Trouw te woord. Het is laat, maar het deert niet, zegt ze.
“Er is een genocide aan de gang,
we hebben geen tijd te verliezen.”
U belandde in de gevangenis omdat u dienstplicht weigerde. Hoe kwam het dat u op zo’n jonge leeftijd al kritisch was?
“Op mijn vijftiende ontmoette ik een Palestijns meisje uit een dorp op de Westelijke Jordaanoever. Zij vertelde dat het leger een paar jaar geleden naar het huis kwam waar ze woonde, midden in de nacht, en haar vader meenam. Ze zag hem nooit meer terug. Later kreeg ze te horen dat hij was gestorven in een Israëlische gevangenis.
“De meeste Israëliërs zijn onwetend over wat het leger doet en hoe het leven van Palestijnen eruitziet. Het verhaal van dat meisje klonk heel beangstigend en ondemocratisch. Dat was een keerpunt voor mij.”
Belgische studenten eisen een academische boycot van Israëlische universiteiten. U vindt dat een goed idee?
“Al twintig jaar lang zeggen Palestijnse academici, activisten en intellectuelen dat Israëlische universiteiten pijlers zijn van Israëls regime van onderdrukking.
“Mijn boek bevestigt dat. En de ervaring leert dat als je je op de pijlers van een regime richt, het daadwerkelijk kan instorten.
“Het boycotten van witte universiteiten was een integraal onderdeel van de strijd tegen apartheid in Zuid-Afrika. Toen dat systeem ten val kwam, zei de internationale gemeenschap nooit meer zo’n regime te zullen accepteren. En nu zijn we hier.”
Is de hoofdtaak van universiteiten niet om academische vrijheid te waarborgen, in plaats van om toezicht te houden op mensenrechtenschendingen?
“Hoe kunnen we serieus praten over academische vrijheid, als elke Palestijnse universiteit in Gaza is gebombardeerd?
“Hoe zit het met de academische vrijheid van Palestijnen? Met hun recht op onderwijs?
“Er bestaat op dit moment geen academische vrijheid, niet voor de Palestijnen, maar ook niet voor Joodse Israëliërs.
“Universiteiten moeten zodanig hervormd worden dat iedereen vrij en gelijkwaardig onderwijs kan volgen, het onderzoek kan doen dat hij of zij wil, óók over de staat en staatsgeweld.
“We vragen om meer academische vrijheid, niet minder.”
In de jaren tachtig onderzocht een groep historici de Palestijnse catastrofe en zette vraagtekens bij het Israëlische historische narratief. Hoe kon deze groep ‘nieuwe historici’ ontstaan als er geen academische vrijheid bestaat in Israël?
“Voor een blijk van het progressieve karakter van Israëlische universiteiten wordt nog altijd verwezen naar dat groepje van jaren geleden.
“Maar veel documenten over de Nakba (de verdrijving van Palestijnen in 1948, red.) zijn opnieuw geheim gemaakt, gevoegd bij de miljoenen artikelen die nooit toegankelijk geweest zijn voor het publiek of voor onderzoekers.
“Op één na zijn die historici allemaal vertrokken naar het buitenland, en de overblijver – Benny Morris – verdedigt nu het zionisme.
“Er zijn nauwelijks geleerden in Israël die kritisch zijn voor de staat.
“Nadera Shalhoub-Kevorkian is een van de weinigen die zich uitspreekt over het staatsgeweld in Gaza, maar zij is al jaren slachtoffer van intimidatiecampagnes en is nu geschorst, beschuldigd van opruiing en wordt ondervraagd door de Israëlische politie.
“Juist als we om de academische vrijheid van kritische Israëliërs geven, moeten we druk zetten op de universiteiten om te veranderen.”
Kunnen universiteiten niet beter van binnenuit worden hervormd?
“Hoelang gaan we daarop wachten? Totdat Gaza volledig etnisch gezuiverd is?
“Israël heeft meer dan 35.000 Palestijnen gedood in Gaza, onder wie meer dan 14.000 kinderen. Bijna twee miljoen mensen worden uitgehongerd.”
Critici zeggen: als je banden verbreekt met Israëlische universiteiten, maak je juist met het progressieve deel van de bevolking het gesprek onmogelijk.
“De boycot is niet gericht op individuele Israëlische academici; die zijn welkom om actief te worden in de strijd voor Palestijnse bevrijding.
“Het zijn instellingen die geboycot moeten worden. Want Israëlische universiteiten krijgen een speciale behandeling; de EU geeft meer financiering en uitwisselingsmogelijkheden aan hen dan aan welke Palestijnse of Arabische universiteit dan ook.
“Maar geen enkel universiteitsbestuur in Israël heeft op enige wijze bezwaar gemaakt tegen de vernietiging van álle elf Palestijnse universiteiten in Gaza, of tegen het doden van voorzitters van universiteiten, decanen, docenten en studenten. Geen woord.
“De banden verbreken is wel het minste wat de westerse academische gemeenschap kan doen.”
Toch zullen ook individuele wetenschappers een boycot voelen, bijvoorbeeld als ze voor onderzoek in het buitenland geen geld kunnen aannemen van hun Israëlische universiteit.
“Ja. Dekolonisatie móét ook ontregelend werken. Het is geen metafoor. Individuele academici dragen verantwoordelijkheid voor hun universiteiten.
“Er is geen noemenswaardige beweging van Joodse Israëliërs die luisteren naar wat Palestijnse academici – hun collega’s – slechts een paar kilometer verderop al jaren zeggen, namelijk: jullie universiteiten vernietigen ons actief.”
U heeft het niet alleen over de vernietiging van lichamen, maar ook over de vernietiging van kennis.
“Neem de Tantura-affaire. Een Israëlische masterstudent aan de Universiteit van Haifa, Teddy Katz, was nieuwsgierig naar het geweld dat vlak bij zijn campus plaatsvond.
“Het Palestijnse dorp Tantura werd net als vele andere dorpen etnisch gezuiverd in 1948, met bloedbad en verkrachtingen incluis, uitgevoerd door de Israëlische Alexandroni-brigade.
“Katz interviewde zowel Palestijnse overlevenden als voormalige leden van de militaire brigade over het bloedbad. Zijn onderzoek bevestigde eerdere bevindingen van Palestijnse onderzoekers.
“De scriptie kreeg een hoog cijfer en verdween in de archiefkast, tot de Israëlische journalist Amir Gilat ze vond. Toen die vervolgens alsnog in de publiciteit belandde en de geïnterviewde veteranen een rechtszaak aanspanden, trok de universiteit Katz’ titel in, verwijderde de scriptie uit de universiteitsbibliotheek en beweerde dat de bevindingen verzonnen waren.
“De universiteit weigerde Katz juridisch bij te staan.
“De zaak kwam in 2022 weer boven water toen een Israëlische documentairemaker diezelfde brigades interviewde.
“De inmiddels tachtig- of negentigjarige veteranen gaven openlijk toe vrouwen te hebben verkracht en burgers te hebben afgeslacht. Maar de universiteit weigerde hun beschuldigingen jegens Katz opnieuw te onderzoeken.
“Die affaire maakt duidelijk hoe Israëlische universiteiten de verdrijving van de Palestijnen in 1948 ontkennen.
“En het vernietigende effect daarvan is vandaag te zien: sinds zeven maanden vindt er Palestijnse onteigening plaats op een schaal die we sinds de Nakba (‘ramp’ in het Arabisch, red.) niet hebben gezien.”
Israëlische universiteiten hebben daar volgens u een aandeel in?
“Ja, want die werken onwetendheid in de hand. In de Israëlische samenleving ontkennen we nog steeds dat onze staat gesticht is door de massale verdrijving en etnische zuivering van Palestijnen.
“Universiteiten, als plekken van kennisvergaring, spelen daarin een rol. Door iets te ontkennen, kan het opnieuw gebeuren.
“De rol van universiteiten is ook nog directer, door juridische interpretaties te ontwikkelen die Israël beschermen tegen aansprakelijkheid voor oorlogsmisdaden, studenten te trainen in hasbara (staatspropaganda) om te zorgen dat er tegenwicht is voor de aanzwellende internationale kritiek, en door wapens te ontwikkelen en soldaten te trainen die bij de genocide worden ingezet.”
Israël wordt aangevallen van verschillende kanten, zijn vijanden zijn dichtbij. Is het niet logisch dat universiteiten helpen het veiligheidsapparaat van het land te verbeteren?
“Dat is wat zionisten over de hele wereld beweren. Maar Israël is een van ’s werelds grootste exporteurs van wapens en oorlogstechnologie, en die hele industrie is gebouwd om de militaire bezetting van Palestijnen in stand te houden. Niet om de veiligheid te handhaven.
“De Verenigde Naties, toonaangevende mensenrechtenorganisaties en juridische experts zijn het erover eens: Israël is een apartheidsstaat. Dát is waar de oorlogsindustrie voor bedoeld is.”
Toch bleek in oktober vorig jaar dat de zorgen om veiligheid in Israël reëel waren.
“Maar die aanval was nooit gebeurd zonder 76 jaar onteigening en overheersing.
“Het fundamentele geweld komt van de Israëlische staat.
“Als Israëliërs veilig willen zijn, is een regime nodig waarin iedereen vrij is, tussen de rivier en de zee. We hebben onze samenleving gemaakt door middel van geweld, maar we kunnen die opnieuw maken.
“Wanneer Israëliërs denken aan dekolonisatie, aan Palestijnse vrijheid, dan denken ze aan hun eigen dood. Dat is een gefabriceerd iets.
“Palestijnse vrijheid is een bedreiging voor hun suprematie, ja, maar niet voor hun leven.”
Gaat u ooit nog terug naar Israël?
“Ik zou graag terug willen naar Jeruzalem om de apartheid te ontmantelen en deel uit te maken van de wederopbouw.
“Tot die tijd zet ik me in voor de boycotbeweging, omdat ik geloof dat we er alleen kunnen komen met internationale druk.”
Overzicht
Lees alle berichten in deze categorie
Bron: De Morgen