Apache – Achter meerwaardebelasting gaat gigantische besparing schuil

De meerwaardebelasting zou voor Vooruit uiteindelijk maar een schrale pasmunt zijn voor de besparingstrein die N-VA en MR op de rails wilden zetten. © Eric Lalmand (Belga)

Bart De Wever kon de onderhandelingen over een nieuwe regering dan toch niet uit het slop halen. De Franstalige liberalen hebben uiteindelijk de voor Vooruit cruciale meerwaardebelasting niet aanvaard. Al zou die belasting voor Conner Rousseau maar een schrale pasmunt geweest zijn voor de gigantische besparingstrein die door De Wever (en Georges-Louis Bouchez) op de rails werd gezet.

Karl van den Broeck – Apache


De ultieme onderhandelingen over de vorming van een zogenaamde Arizona-regering van N-VA, MR, Vooruit, Les Engagés en CD&V draaiden de voorbije week over het al dan niet invoeren van een meerwaardebelasting op aandelen.

Die werd door de rechtse partijen, met MR op kop, gezien als een linkse trofee en als een grote toegift aan de sociaaldemocraten van Vooruit

Vooruit en MR hadden er beide alle baat bij om – naar hun achterban toe – deze maatregel op de links/rechts-as te plaatsen en zo duidelijk te maken dat ze zich tot het uiterste hadden ingespannen om deze belasting binnen te halen of net af te serveren.

Maar hoe zit dat nu precies met die vermaledijde meerwaardebelasting?

Intussen ex-formateur Bart De Wever (N-VA) stelde in zijn zogenoemde supernota voor om de winsten die beleggers boeken bij het verkopen van aandelen en obligaties met 10% te belasten. Vooruit schoot het voorstel af omdat het gepaard ging met veel verzachtende maatregelen. 

Zo zouden de beurs- en de effectentaks – de bestaande belastingen op effectenrekeningen van meer dan 1 miljoen euro – aftrekbaar zijn en zouden beleggers ook de verliezen die ze lijden bij de verkoop van aandelen in mindering kunnen brengen. Er was ook een correctie voor de inflatie en een vrijstelling wanneer de gelden opnieuw worden geïnvesteerd. 

Een lege doos, zo concludeerden Vooruit-onderhandelaars Conner Rousseau en Frank Vandenbroucke. Daarenboven moest Vooruit ook nog een verlaging van de roerende voorheffing van 30 naar 25% slikken. 

Dit zou allemaal bovenop een hele reeks toegevingen op sociaal vlak komen:

  • een beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd

  • besparingen op ambtenarenpensioenen

  • minder premies voor nachtwerk

  • een strengere aanpak van langdurig zieken

  • afschaffen van het kunstenaarsstatuut

Voor Vooruit was het duidelijk: als de partij in ruil voor regeringsdeelname al die asociale maatregelen moest slikken, dan moest daar een duidelijke belasting op grote vermogens tegenover staan.

Anders zou de partij komende vier jaar moeilijk de razernij van de linkse oppositie – mét zusterpartij PS – kunnen trotseren.

In het partijprogramma stond een opbrengst van 1 miljard euro, maar het bedrag waarover de voorbije dagen gesproken werd was 500 miljoen euro.

Na een paar dagen onderhandelen beloofde De Wever aan Rousseau dat de verlaging van de roerende voorheffing niet zou doorgaan en dat de effectentaks zou worden verhoogd. Dat was echter niet naar de zin van MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez.

Die vond dat De Wever te veel toegevingen had gedaan aan Vooruit.

In een nachtelijke onderhandeling, kwam het tot een openlijk conflict waarbij Bouchez zowel Rousseau als De Wever zou hebben uitgescholden. 

En in zijn ultieme voorstel van donderdagnacht holde De Wever de belasting nog verder uit.

Tevergeefs: Bouchez bleef koppig weigeren, waarna De Wever zijn ontslag als formateur aanbood aan koning Filip.

Belasting op vermogens(winst)

Het eigenaardige is dat Bouchez het principe van de meerwaardebelasting eerder wel al had aanvaard. Daar zijn ook goede redenen voor.

Onder meer econoom Ivan Van De Cloot is niet overtuigd dat deze maatregel effectief iets zal opbrengen, vooral wanneer minwaarden kunnen worden afgetrokken.

Van De Cloot kant zich trouwens tegen elke vorm van vermogensbelasting omdat die het ondernemerschap zou ondermijnen en ook tot kapitaalvlucht zou leiden.

Tekenend was dat de Vlaamse Beleggersfederatie de plannen niet meteen afschoot en ook de werkgeversorganisaties Voka en Unizo ermee instemden.

Op de keper beschouwd is de meerwaardebelasting op aandelen een wel erg beperkte vorm van vermogensbelasting.

De Oeso, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, spoort België al langer aan om een vermogenswinstbelasting in te voeren: een belasting op de toename van elke vorm van kapitaal, dus ook van onroerend goed. Die belasting wordt elk jaar geheven en niet enkel bij een verkoop.

Econoom Paul De Grauwe van de London School of Economics legt aan Apache het verschil uit tussen een vermogensbelasting en een vermogenswinstbelasting.

Er is immers heel wat semantische verwarring hierover, terwijl het in feite vergelijkbare systemen zijn.

“In principe zijn vermogenswinstbelasting en vermogensbelasting equivalent”, zegt De Grauwe.

“Neem dit voorbeeld: iemand heeft een vermogen van 100 miljoen euro, met een jaarlijks rendement van 4%. Hij heeft dus een vermogenswinst van 4 miljoen euro per jaar. Dat kan je belasten aan bijvoorbeeld een tarief van 50% – schiet mij niet dood, het is maar een voorbeeld.”

“Dus netto houdt die miljonair 2 miljoen euro inkomen over. Zijn vermogen stijgt dus met 2 miljoen tot 102 miljoen als hij dat netto-inkomen spaart. De belastinginkomsten zijn 2 miljoen per jaar.

“Maar je zou in plaats van deze vermogenswinstbelasting ook een vermogensbelasting kunnen heffen.”

“Een vermogensbelasting van 2% per jaar op 100 miljoen euro doet dan juist hetzelfde als een vermogenswinstbelasting van 50%.

“De miljonair met een rendement van 4% houdt 2% netto rendement over. Zijn vermogen stijgt tot 102 miljoen en de schatkist verdient 2 miljoen per jaar.”

“In de praktijk kunnen die twee systemen natuurlijk tot verschillende resultaten leiden. Problemen ontstaan bij het vastleggen van het rendement. In Nederland wordt met een fictief vast rendement per jaar gewerkt om dat probleem te ontwijken.”

De Grauwe vindt een meerwaardebelasting op aandelen zoals die door De Wever wordt voorgesteld:

“Inferieur aan een vermogensbelasting of vermogenswinstbelasting omdat ze slechts een deel van de vermogens belast.

“Het voordeel van een meerwaardebelasting is echter dat ze gemakkelijker te implementeren is dan een vermogensbelasting. Ik ben daar dus wel voor om pragmatische redenen.”

Columnist Rik Van Cauwelaert bracht vorige week in herinnering dat voor een vermogens(winst)belasting het bankgeheim moet worden opgegeven, iets wat ook in de supernota van De Wever staat.

Bescheiden linkse eisen

Opmerkelijk is wel dat de meerwaardetaks op aandelen niet in het verkiezingsprogramma van Vooruit stond.

De partij liet wel een vermogenswinstbelasting van 30% doorrekenen door het Planbureau.

Dat concludeerde dat de maatregel bijna 3 miljard euro zou opleveren.

Vooruit stelt ook voor om inkomsten uit vermogen en uit arbeid volgens dezelfde tarieven te belasten. Die maatregel zou maar liefst 9,7 miljard euro opleveren volgens het Planbureau.

Daarnaast pleitte Vooruit in zijn programma voor een verdubbeling van de effectentaks naar 0,33%. Die maatregel liet de partij niet doorrekenen.

Paul De Grauwe vindt een effectentaks geen goed idee. Dit systeem belast slechts een deel van het vermogen.

“Bovendien is de effectentaks in België een karikatuur van het idee dat de sterkste schouders het meeste moeten betalen.”

“De superrijken houden geen effectenrekening bij de banken en ontsnappen aan die belasting. Dit terwijl – relatief – kleine vissen ze wel moeten betalen.”

MR had alleen lastenverlagingen in zijn verkiezingsprogramma staan, maar aanvaardde in de Vivaldi-regering wel de effectentaks en in de regering-Michel I een verhoging van de roerende voorheffing naar 30%.

Uiteindelijk waren de eisen inzake vermogensfiscaliteit van Vooruit dus erg bescheiden. Ze zouden, zo lekte uit de onderhandelingen, amper nog 500 miljoen euro opbrengen.

De andere onderhandelaars begrijpen dan ook niet waarom Bouchez uiteindelijk de onderhandelingen opblies.

Als je naar de volledige fiscale hervorming kijkt in de nota van De Wever, is er sprake van een belastingverlaging van maar liefst 3 miljard euro.

Die miljarden worden niet gecompenseerd door inkomsten en zullen dus moeten worden gehaald in de uitgaven. Besparen dus.

Het beest uithongeren

Nog voor de echte onderhandelingen waren begonnen over bijvoorbeeld:

  • de ziekteverzekering
  • defensie
  • nieuwe kerncentrales
  • andere investeringen

sloeg De Wever een bijkomend gat dat het totale tekort op 30 miljard euro zou brengen.

De Grauwe ziet de bui al hangen:

“Dit zou een akkoord worden waarbij wordt gestart met een netto-belastingvermindering.

“Dat lijkt mij een valstrik van De Wever vergelijkbaar met wat Ronald Reagan in 1980 heeft gedaan met zijn starve the beast strategie:

“Start met een belastingvermindering. Die leidt vervolgens tot een onhoudbare budgettaire situatie.” 

“Nadien wordt het dan onvermijdelijk om de uitgaven, vooral sociale zekerheidsuitgaven, sterk te drukken.

“Dat was het ultieme doel van Reagan. Dat lijkt ook het doel van De Wever te zijn.”

De uitgeholde meerwaardebelasting en de verhoging van een weinig doeltreffende effectentaks zou dus een wel erg magere buit zijn geweest voor Rousseau.

Hij had zich meteen ook moeten klaarmaken om dwars voor de besparingstrein te gaan liggen die De Wever (en Bouchez) met zijn hulp op de rails zouden hebben gezet.

De race beginnen met een forse achterstand is nooit goed.

Het zou de semantische discussie over de vraag of dit een ‘centrumrechtse’ of een ‘investeringsregering’ zou zijn geworden vrij surrealistisch hebben gemaakt.

Een vermogens(winst)belasting is een logische maatregel voor een belastingsysteem dat mensen naar draagkracht hoort te belasten, zoals expert Michel Maus dezer dagen in herinnering bracht.

Het verwijt van heel wat (neo)liberale denkers dat hiermee geld wordt belast dat al een keertje belast werd (toen het verdiend werd), klopt niet. 

De meerwaardetheorie van – jawel – Karl Marx toont dat glashelder aan.

Geld dat geïnvesteerd wordt, brengt geld op door de meerwaarde die door arbeid van werknemers wordt gegenereerd.

Het verschil tussen de productiekost van een product en de verkoopprijs is pure winst. En die winst wordt telkens opnieuw gegenereerd en kan dus, in een rechtvaardig belastingsysteem, ook telkens opnieuw worden belast.


Apache-hoofdredacteur Karl van den Broeck is journalist sinds zijn 20ste. Eerst 18 jaar bij De Morgen, dan vijf jaar als hoofdredacteur bij Knack en sinds 2011 freelance. Cultuur (en dan vooral literatuur) politiek en geschiedenis zijn zijn passies.


De meerwaardebelasting zou voor Vooruit uiteindelijk maar een schrale pasmunt zijn voor de besparingstrein die N-VA en MR op de rails wilden zetten. © Eric Lalmand (Belga)
De meerwaardebelasting zou voor Vooruit uiteindelijk maar een schrale pasmunt zijn voor de besparingstrein die N-VA en MR op de rails wilden zetten. © Eric Lalmand (Belga)

Lees ook

Klik op de hyperlink hieronder en vind andere artikels van

Apache


Bron: Apache

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven