De ongebreidelde machtsconcentratie in de figuur Bart De Wever is onhoudbaar. Voor zichzelf en voor zijn partij, maar zeker ook voor de Antwerpenaar.
Tom Cochez – Apache
De enige man die we, althans volgens zichzelf, mogen vertrouwen om als premier België voor het totale economische verval te behoeden, is niet enkel voorzitter van een partij die het einde van België wil bewerkstelligen, hij is ook kandidaat om zichzelf op te volgen als burgemeester van Antwerpen.
In eender welke andere democratie zou zo’n duivel-doet-al die premier én burgemeester wil spelen – en tussen de bedrijven door ook nog partijvoorzitter blijft – met recht en reden kiezersbedrog en machtswellust worden verweten.
In België, intussen zowaar ook aan de andere kant van de taalgrens, blijkt zo iemand een superman. Ook al wordt daar vroeg of laat ergens een prijs voor betaald.
Antwerpen staat met stip op nummer één.
Partijvoorzitter De Wever
“Geen avonturen, laat Bartje maar verder besturen.”
Het passeerde haast geruisloos: tussen de crashende super- en landingsnota’s door kondigde Bart De Wever eind vorige maand aan dat hij en niemand anders kandidaat-burgemeester voor N-VA in Antwerpen is.
De Wever ambieert een derde ambtstermijn van zes jaar.
De Wever werd N-VA-voorzitter in 2004 en vervolgens herkozen in 2008, 2011, 2014, 2017 en 2020. Keer op keer maakte zijn partij daarbij een uitzondering op de eigen statuten
Hij doet dat omdat niemand anders van zijn partij in Antwerpen dat kan.
De enige die de fakkel met enige geloofwaardigheid zou kunnen overnemen, is zijn jarenlange schepen en rots in de branding Koen Kennis.
Alleen wil niemand Kennis – die de naam heeft een onverbeterlijke bullebak te zijn – als burgemeester. Niet binnen N-VA en niet buiten N-VA.
Ambities voor het burgemeesterschap zijn er zeker ook bij de schepenen Annick De Ridder en Els Van Doesburg, maar geen van beiden is geschikt om een stad te leiden.
Laat staan dat een door de wol geverfd oliemannetje als Koen Kennis zou willen functioneren als ‘gewone schepen’ onder burgemeester Van Doesburg of burgemeester De Ridder.
De enige die bijgevolg overblijft, is Bart De Wever zelf. Als partijvoorzitter weet hij ook wat het is om zichzelf op te volgen.
De Wever werd N-VA-voorzitter op 23 oktober 2004 en werd vervolgens herkozen in 2008, 2011, 2014, 2017 en 2020. Keer op keer maakte zijn partij daarbij een uitzondering op de eigen statuten.
Zo komt het dat De Wever, een dikke week na de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober, zijn twintigjarig partijvoorzitterschap mag vieren.
Dat plaatst hem in de top drie van langst zetelende partijvoorzitters in de min of meer recente geschiedenis, netjes tussen Ludo Martens (PVDA) en Karel Dillen (Vlaams Blok).
Het beeld is helder:
- De Wever is partijvoorzitter omdat niemand anders het kan
- De Wever is burgemeester van Antwerpen omdat niemand anders het kan
- De Wever is formateur en kandidaat-premier omdat niemand anders het kan
Premier De Wever
De officiële aanduiding van Bart De Wever als lijsttrekker en kandidaat-burgemeester voor N-VA in Antwerpen gebeurde op 24 augustus, maar dat hij zichzelf wil opvolgen, maakte hij al eerder duidelijk. Hij kondigde het aan op een stadscongres van zijn partij, eind januari.
“Ik heb een palmares van twaalf jaar als burgemeester, het zou sterk zijn als ik dat niet zou verdedigen”, beargumenteerde hij zijn keuze toen op VRT.
Al in januari liet De Wever verstaan geen graten te zien in wat extra cumul en tegelijk premier van België en burgemeester van Antwerpen te willen zijn
Dat stadscongres vond plaats vier maanden voor de regionale, federale en Europese verkiezingen van 9 juni.
In die dagen bepleitte De Wever nog de vorming van een minikabinet dat zou moeten focussen op economisch herstel en tegelijk de confederale omslag moest voorbereiden. De teerling, zo betoogde De Wever, was toch al geworpen.
Hij kende toen al de verkiezingsuitslag: “In Wallonië ga je een linkse meerderheid krijgen, in Vlaanderen een centrumrechtse. Tel je die twee op, dan krijg je een minikabinet waarin je van gemeenschap tot gemeenschap kan onderhandelen.”
Onder de Wetstraatstolp, waar het geheugen al langer plaats heeft gemaakt voor grenzeloze bewondering voor strategische bespiegelingen, is die periode al een tijdje geklasseerd.
Maar Bart De Wever liet toen, als kandidaat-premier van zo’n minikabinet, wel al verstaan geen graten te zien in wat extra cumul en tegelijk premier van België en burgemeester van Antwerpen te willen zijn.
“Ik ben zeker niet de eerste en ook niet de enige toppoliticus in dat geval, om de lokale politiek te combineren met nationale mandaten. Het is ingewikkeld, maar voor een grote stad is dat wel nuttig.”
Eind mei boorde De Wever dan finaal eventuele premierambities bij socialisten, liberalen en christendemocraten definitief de grond in.
“Ik ben de enige die ik zelf vertrouw om premier te worden”, liet hij weten in een interview met De Standaard.
De verkiezingen pakten op 9 juni iets anders uit dan De Wever vooraf wist, maar de situatie is dezelfde: hij wil premier worden.
Voor de tweede keer in enkele maanden tijd werkt hij momenteel als formateur aan een coalitie die moet bestaan uit N-VA, christendemocraten, Vlaamse socialisten en Waalse liberalen.
Op Vlaams niveau wordt gewerkt aan een coalitie tussen N-VA, CD&V en Vooruit.
Burgemeester De Wever
Met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen verdampte de voorbije weken de hoop op een snelle regeringsvorming.
De Wever zelf heeft het intussen over een boemeltrein, niet langer over een TGV richting nieuwe federale regering. Zonder te vermelden dat hij de man aan het stuur is.
Ook in Vlaanderen heeft de initiële hoop op een snelle en propere landing intussen plaats gemaakt voor pessimisme.
In cruciale dossiers moest Vooruit te vaak plooien voor de autoritaire stijl van de Antwerpse N-VA
De formatiemotor sputtert dus. Met name Vooruit is blijkbaar niet van plan om zich de komende jaren net als CD&V en Open Vld volledig te laten vermorzelen door N-VA.
Ook in Antwerpen lijkt de partij intussen geleerd: in de schoot van de lokale coalitie met N-VA kon ze nog enigszins wegen op de eigen departementen, maar in cruciale dossiers moest ze te vaak plooien voor de autoritaire stijl die de Antwerpse N-VA sinds haar verkiezingsoverwinning in 2012 typeert.
“De autoritaire stijl zit intussen in de muren van het stadhuis. Die moet er dringend uit”, liet Patrick Janssens optekenen in een interview in De Standaard, nadat hij zijn rentree op de Antwerpse lijst van Vooruit kenbaar had gemaakt.
Janssens maakte vooral een punt van die autoritaire stijl en van de nauwe banden tussen projectontwikkelaars en het stadsbestuur onder De Wever. Komend van een coalitiepartner was zijn kritiek hard:
“De projectontwikkelaars zijn in Antwerpen véél te machtig geworden. Het stadsbestuur deed er alles aan om hen te helpen hun doelstellingen te bereiken. Dat kan niet de bedoeling zijn. Het moet precies omgekeerd: de politiek moet het kader vastleggen, de regie in handen nemen en vervolgens ontwikkelaars zoeken die die plannen uitvoeren.
“Ik vind het trouwens zorgwekkend dat dat boek van nieuwssite Apache, over de vastgoedconnecties rondom het stadsbestuur (De vrienden van het vastgoed, red.), eerst niet gepubliceerd raakte. De uitgever vreesde de represailles van het stadsbestuur. Hoe ver is het dan gekomen?”
Kwetsbaarheid
Het blijft afwachten hoe stevig Vooruit de komende weken in de clinch zal gaan, maar met stadsontwikkeling stampt de partij alleszins stevig tegen de achilleshiel van Bart De Wever.
Ook andere progressieve partijen in Antwerpen proberen dat thema overigens mee op de agenda te krijgen. Moeilijk is dat niet: de Antwerpse N-VA, en met name Annick De Ridder, heeft hen bakken munitie gegeven om het beleid en haar autoritaire stijl volledig met de grond gelijk te maken.
Krijgt De Wever een tik federaal, dan zijn er onvermijdelijk ook gevolgen in Vlaanderen en in Antwerpen
Zijn persoonlijke en innige relaties met vastgoedlobbyisten zoals Erik Van der Paal en wijlen Koen Blijweert maken overigens ook Bart De Wever zelf bijzonder kwetsbaar op dat thema. Het laatste woord daarover is nog niet geschreven.
Die kwetsbaarheid, in combinatie met de ongebreidelde machtsconcentratie in één figuur, is bijzonder riskant. Niet alleen voor Bart De Wever en zijn partij zelf, maar op alle bestuursniveaus.
Krijgt De Wever een tik federaal, dan zijn er onvermijdelijk ook gevolgen in Vlaanderen en in Antwerpen. Ook het omgekeerde is waar: ontploft het in Vlaanderen of in Antwerpen, dan deelt het federale niveau onvermijdelijk mee in de klappen.
Alle partijen hebben elkaar in een soort meervoudige houdgreep. Bart De Wever zit er bovenop.
Of denkt iemand gemeend dat Vooruit federaal en Vlaams kan meebesturen zonder dat Bart De Wever spijkerharde garanties vraagt dat ze in Antwerpen geen meerderheid bouwen met Groen en PVDA, gesteld dat zoiets mogelijk zou zijn na 13 oktober?
Open for business
De plek waar het risico op ongelukken het grootst is, is Antwerpen. Daar delegeert Bart De Wever het meest aan politici die boven hun gewicht boksen. Als het de partij communicatief goed uitkomt, vuurt De Wever wel eens een patriot-raket af.
Gaat het over een vergunning op maat voor Ineos, de verbrandingsoven van Isvag, Oosterweel of andere grote ‘Antwerpse’ dossiers die op Vlaams niveau beslist moeten worden, dan duwt De Wever graag het gaspedaal in.
Maar hij doet er het zwijgen toe telkens wanneer zijn Antwerps college in een lastig parket komt, bijvoorbeeld door de nauwe banden met projectontwikkelaars, de autoritaire stijl van zijn schepenen, de cocaïne-oorlog die zijn stad plaagt of een cyberaanval die zijn stad lamlegt.
De aanpak van De Wever om met hyperbolen en retorische hoogstandjes alle kritiek af te serveren werkt enkel zolang coalitiepartners zijn aanpak slikken en media blij zijn met zijn primeurtje
Het betekent niet dat die problemen er niet zouden zijn. Wie praat met mensen dicht bij het beleid hoort vaak dezelfde klachten terugkomen:
- Het beleid is bijzonder ad hoc
- Met weinig overleg
- Een soms stuitend gebrek aan visie
Open for business, zoals Annick De Ridder het graag noemt, is de belangrijkste sturende kracht.
De aanpak van De Wever om daar systematisch van weg te kijken en met hyperbolen en retorische hoogstandjes alle kritiek af te serveren werkt enkel zolang coalitiepartners zijn aanpak slikken en media blij zijn met de primeurtjes die hij hen toewuift en hem nauwelijks durven aan te spreken op zijn concreet beleid.
Tekenend daarvoor is dat zelfs “geen avonturen, laat Bartje maar verder besturen” passeert zonder dat iemand zich blijkbaar de vraag stelt of het wel een goed idee is om tegelijk premier van België en burgemeester van Antwerpen te zijn.
’t Is dat Bart De Wever het gezegd heeft: zoiets is geen probleem voor de man die alles kan.
Tom Cochez stond mee aan de wieg van De Werktitel, het latere Apache. Vandaag werkt hij als redacteur.
Lees ook
Klik op de hyperlink hieronder en vind andere artikels van
Bron: Apache