De beslissing van Matthias Diependaele om subsidies te schrappen voor een nieuwsagentschap met focus op het Zuiden is niet louter een kille, boekhoudkundige ingreep. Het past in een bredere dynamiek waarbij westerse democratieën zichzelf aanvreten en media een belangrijke rol spelen.
Tom Cochez – Apache
“Samen werken aan een warm en welvarend Vlaanderen.” Voor Vlaams minister-president Matthias Diependaele (N-VA) is dat, naar eigen zeggen, “niet zomaar een slogan, het is een belofte aan iedere Vlaming”.
In dat warm en welvarend Vlaanderen is volgens de Vlaamse minister-president die ook bevoegd is voor ontwikkelingssamenwerking geen plaats meer voor IPS Vlaanderen (Inter Press Service).
Diependaele schrapte van de ene dag op de andere, zonder enige vorm van overleg, de subsidies voor het nieuwsagentschap dat persberichten aanlevert over het Zuiden.
IPS Vlaanderen focust daarbij op ontwikkeling, economie, politiek, innovatie en milieu.
Wat IPS doet, is geen winstgevende discipline. Het brengt berichten over delen van de wereld waar veel mensen de blik liever van afwenden.
Het schrijft over thema’s die moeilijker aanklikbaar zijn dan verhalen over BV’s of vijf tips om uw raam te ontdooien bij de eerste winterprik.
IPS brengt nieuws met een maatschappelijk belang en dat verkoopt moeilijker.
Vrije markt
We zouden het kunnen hebben over de ijskoude kant van het warme Vlaanderen.
Over hoe een organisatie die het vooruitzicht had op subsidies voor drie jaar goed een maand voor de afloop van jaar één in de pers moest lezen hoe Matthias Diependaele haar het mes op de keel zet, zonder enig overleg.
In het warme Vlaanderen van Matthias Diependaele (N-VA) is er enkel nog plaats voor wat zichzelf verkoopt
Maar belangrijker is de achterliggende ideologische keuze. In het warme Vlaanderen van Matthias Diependaele is er blijkbaar enkel nog plaats voor wat zichzelf verkoopt.
Zeker wanneer het over journalistiek gaat, zijn de gevolgen van die visie nefast voor een democratie.
Het verschraalt nieuws onvermijdelijk tot nieuws dat verkoopbaar is. Maatschappelijke relevantie is geen argument meer in de afweging.
Tot wat zo’n doorgeslagen vrijemarktdenken binnen de media kan leiden, zagen we op 5 november in de Verenigde Staten.
De beslissing om de subsidiëring van IPS Vlaanderen te stoppen zal de Vlaamse schatkist niet vullen.
Het subsidieregister leert dat IPS Vlaanderen jaarlijks 135.000 euro steun krijgt. Om een idee te geven: dat is ongeveer evenveel als de Vlaamse subsidie voor het Vlaams Nationaal Jeugdverbond (VNJ), zeg maar de jeugdbeweging van Vlaams Belang.
De financiële gevolgen van het schrappen van de subsidies voor IPS Vlaanderen mogen dan al marginaal zijn voor de Vlaamse begroting, de impact van de beslissing overstijgt het persagentschap zelf.
IPS Vlaanderen mag onder zijn klanten immers onder meer Knack, de VRT-nieuwsdienst, MO* en de DeWereldMorgen rekenen.
Ook verschillende ngo’s steunen voor hun beleidswerk op de berichten van IPS Vlaanderen.
MO* volgende in de rij?
De onvermijdelijke verdere verschraling van het media-aanbod, eigen aan de keuze van Diependaele, lijkt bovendien niet enkel een Vlaamse kwestie.
Afgaand op zijn formatienota’s wil ook Bart De Wever (N-VA) federaal zwaar snoeien in het budget voor ontwikkelingssamenwerking.
De formateur wil het bedrag halveren met als uitleg dat ontwikkelingssamenwerking een regionale bevoegdheid is.
Alleen lijkt Diependaele niet van plan om het Vlaamse budget op te krikken. Integendeel, hij schrapt in de uitgaven.
Zet de aankomende federale regering fors het mes in de budgetten voor ontwikkelingssamenwerking, dan riskeert ook de werking van MO* ernstig in het gedrang te komen
Van die communautaire en ideologische scherpslijperij riskeert een ander nieuwskanaal het slachtoffer te worden: MO*.
Net zoals IPS Vlaanderen focust MO* – voluit Mondiaal Nieuws – op:
- Internationaal nieuws,
- Ontwikkelingssamenwerking
- Andersglobalisme.
Net zoals bij IPS Vlaanderen gaat het om nieuws dat moeilijker verkoopt dan pakweg de moeilijkheden die Jean-Marie en Carmen Pfaff ondervinden om hun villa in Brasschaat te verkopen of de ontmoeting tussen de grootste en de kleinste vrouw ter wereld.
Zet de aankomende federale regering effectief fors het mes in de budgetten voor ontwikkelingssamenwerking, dan riskeert de werking van MO*, dat deels draait op federale subsidies via die weg, ernstig in het gedrang te komen.
De (hangende) beleidsbeslissingen zetten de discussie op scherp: moet de overheid gedegen journalistiek stimuleren of is dat geen taak (meer) voor haar?
Content met content
Bekijken we de beleidsnota van Vlaams minister van Media Cieltje Van Achter (N-VA) dan lijkt het antwoord op die vraag duidelijk.
“Ondersteunen van diverse en kwaliteitsvolle journalistiek” ziet de minister als een speerpunt van haar beleid.
Kwaliteitsvolle journalistiek en onafhankelijke media zijn volgens Van Achter immers essentieel voor de werking van onze democratie:
“Ze geven toegang tot uiteenlopende standpunten en zijn betrouwbare informatie bronnen voor zowel burgers als bedrijven.
“Ze dragen bij aan de vorming van de publieke opinie en helpen mensen en bedrijven om een standpunt in te nemen en geïnformeerde keuzes te maken.”
De beleidsnota van mediaminister Cieltje Van Achter bevat vaker het woord ‘content’ dan de woorden journalist of journalistiek
Mooie woorden, maar kijken we naar de feiten en de eerste beslissing van Van Achters partijgenoot en Vlaams minister-president Diependaele, dan blijken de hooggestemde idealen haaks te staan op zijn concrete beleidsdaden.
Een ander veeg teken is dat Van Achters beleidsnota vaker het woord “content” bevat dan de woorden “journalist of journalistiek”.
Die vaststelling verraadt dat de ministeriële blik zich in de eerste plaats richt op mediabedrijven en niet op journalistiek.
Vroeger was journalistiek de grondstof waar mediabedrijven mee werkten. Vandaag is dat content en die naam is niet toevallig gekozen. Content hoeft immers niets met journalistiek te maken te hebben.
Dat kunnen we dagelijks vaststellen op de nieuwssites van reguliere media. Daar raken artikels die klassiek onder de noemer nieuws zouden vallen, steeds meer overschaduwd door een stroom van content die er niets meer mee te maken heeft.
Wie de sites leest, verneemt waar je de beste pizza in de buurt kan eten, hoe je de fiscus geen frank te veel betaalt of welke BV een nieuw lief heeft (en waarom).
Daarbij vervaagt ook het verschil tussen gekochte publiciteit en artikels.
Hoe de afnemende visbestanden de voedsel zekerheid in West-Afrika bedreigen of wat de betekenis kan zijn van een jonge bevolking voor een land als Nigeria lees je er al lang niet meer.
Klikfabriek
De overwoekering van nieuws door content, als een soort onkruid, loopt parallel met de opkomst van AI.
Titels en intro’s zijn steeds opzichtiger geen product meer van menselijk handelen.
AI suggereert de titels en de intro’s op basis van waar het meest op geklikt zal worden.
Een sterke emotie, een bekende naam, een consumentgerichte toevoeging: het werkt allemaal om de lezer over de streep te trekken.
Titels zijn ook steeds ongegeneerder verkeerd of nietszeggend. Ze vertellen vaak niets meer over de inhoud. Ze zijn enkel gemaakt om erop te klikken.
Die evolutie mag dan wel de kassa van grote mediabedrijven doen rinkelen, het is nefast voor wat Cieltje Van Achter als een van haar belangrijkste beleidsdoelen formuleert: diverse en kwaliteitsvolle journalistiek garanderen.
Vlaamse mediabedrijven zijn databedrijven geworden die zich nadrukkelijk spiegelen aan de grote techgiganten
In de feiten gebeurt dan ook exact het tegenovergestelde.
Het businessmodel van grote Vlaamse mediabedrijven zoals DPG Media en Mediahuis is al lang niet meer het verkopen van nieuws.
Het zijn databedrijven geworden die geld verdienen met de data die u er achterlaat. Ze spiegelen zich daarbij nadrukkelijk aan de grote techgiganten.
Onder het mom de eigen Vlaamse media bedrijven te willen helpen in de strijd tegen de Googles en de X’en van deze wereld, pleit de Vlaamse mediaminister in haar beleidsnota niet enkel voor “diverse en kwaliteitsvolle journalistiek”, maar vooral ook voor samenwerking tussen de grote mediabedrijven en ondersteunt ze de Vlaamse klikfabrieken bij hun verdere digitale transformatie.
Zeg maar bij de zoektocht om uw data nog beter te kunnen verzamelen en bewerken.
Het recente verleden leert dat de Vlaamse Regering voor dat soort maatregelen bedragen veil heeft die de subsidie van IPS in het niets doen verdwijnen.
Bij die twee beleidskeuzes – onverkoopbaar nieuws wegsaneren en de “productie van content” verder stimuleren – voegt zich het louter politiek-ideologisch geïnspireerde dedain voor die andere tak van de journalistiek die zich moeilijk zelf kan financieren: onderzoeksjournalistiek.
Deze week verscheen in De Morgen een opiniestuk waarin Apache de claims die Bart De Wever maakt in zowel De Morgen als De Standaard over de vastgoeddossiers in zijn stad – “Er is een canon van leugens gecreëerd” – volledig weerlegt.
Het artikel levert de bewijzen dat De Wever simpelweg liegt dat het gedrukt staat.
Er was een tijd dat politici zich daardoor aangesproken zouden voelden. Dat is de verleden tijd.
En het is nog erger: Bart De Wever noemt Apache consequent een “lasterlijk medium” en omschrijft de hem onwelgevallige berichtgeving als “riooljournalistiek”.
Ook daar wordt hij door niemand op aangesproken.
Musk achterna
En zo dreigt Vlaanderen de komende jaren meer en meer op de Verenigde Staten van Donald Trump te gaan lijken.
Met maatschappelijk relevant nieuws en onafhankelijke nieuwsmedia die verdwijnen, met nieuwsmedia die mét overheidssteun verder afglijden tot klikfabrieken en met politici die onderzoekjournalisten vogelvrij verklaren.
Trump 2.0 is geen marginaal Amerikaans fenomeen maar het gevolg van een systeem dat ook West-Europese democratieën van binnenuit aanvreet
Wanneer een mediabaas zich dan, gewapend met zijn miljarden en uw data, ook nog eens achter de autoritaire leider van dienst schaart en de laatste journalisten en media die tegengas geven wil vervolgen, is het einde van de democratie in zicht.
De overwinning van Trump maakt dat erg zichtbaar, maar de aanslag op de democratie gebeurt sluipend.
De stuwende krachten zijn, net als de achterliggende belangen groot. En ze hebben er alle belang bij dat een gericht antwoord uitblijft.
Een reden te meer om snel werk te maken van dat antwoord. Dat is een opdracht voor iedereen: voor lezers die van zich kunnen laten horen en voor journalisten die tegenwind kunnen geven.
Vanuit de “oude garde” klinkt af en toe kritiek. Walter Zinzen doet dat geregeld, en recent nog Yves Desmet in Knack:
“Nu lijkt de vraag eerder: wat speelt er op X, het vroegere Twitter? Wat zal clicks en abonnementen genereren? Daar is, denk ik, mijn breuk met de hedendaagse journalistiek ontstaan. Redacties moeten zo veel mogelijk inhoud creëren op een zo goedkoop mogelijke manier. En wat daarmee bespaard wordt, wordt gebruikt om een aantal vedetten aan boord te hijsen die goed scoren en dito verdienen, ten koste van de loonslaven. Ik maak er nu een beetje een karikatuur van, maar overdreven is het toch ook niet.”
En omdat er in de hemel meer vreugde is over 1 zondaar die tot inkeer komt dan over 99 rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben, citeren we ook nog even Klaus Van Isacker:
“De digital first flow op de redacties houdt de grootste risico’s in. Het zorgt voor slechte kwaliteit omdat basis checks wegvallen en de evaluatie van hoofdredacteurs en journalisten nu op basis van het aantal kliks gebeurt. Dominante nieuwssites zoals bijvoorbeeld HLN.be, met bijna drie miljoen unieke bezoekers per dag, hernemen systematisch wat trending is op sociale media, omdat ze weten dat die heel goed gelezen worden. Maar dat is een bazooka zetten op polarisatie, en daar spinnen figuren als Trump garen bij. Ik roep uitgevers, hoofdredacteurs en journalisten op om op dit vlak dwingend aan introspectie te doen.”
Maar het is bovenal een uitdaging voor democratische politici, van links zowel als van rechts, die begrijpen wat er op het spel staat en zien dat Trump 2.0 met zijn compleet van de pot gerukt legertje kandidaat-ministers en techgiganten geen marginaal Amerikaans fenomeen is maar het gevolg van een systeem dat ook West-Europese democratieën van binnenuit aanvreet.
Het wegsaneren van moeilijke journalistiek, het over de bol aaien van grote mediabedrijven die Elon Musk en Mark Zuckerberg achternalopen en het vogelvrij verklaren van lastige onderzoeksjournalistiek is niet het juiste antwoord.
Tom Cochez stond mee aan de wieg van De Werktitel, het latere Apache. Vandaag werkt hij als redacteur.
Lees ook
Klik op de hyperlink hieronder en vind andere artikels van
Bron: Apache