De federale formatiegesprekken zijn stilgevallen, ook na een weekje vakantie. De tweede ‘supernota’ van formateur Bart De Wever (N-VA) leek nog te veel op een onderhandelingsnota van zijn partij. In ijltempo fabriceerde hij dan maar een derde. Die van de laatste kans. Maar De Wever moet drie meerderheden tegelijk vormen: een federale, een Vlaamse én een Antwerpse. En die zijn alle drie met elkaar verbonden.
Karl van den Broeck – Apache
Het begon allemaal zo voorbeeldig. De verkiezingsuitslag was duidelijk voor iedereen.
Omdat Vooruit een stembusakkoord met N-VA verkoos boven een links front en de PS in de touwen ligt, zouden de volgende federale en Vlaamse regering centrumrechts zijn met een likje rode verf.
De regeerakkoorden die formateurs Bart De Wever en Matthias Diependaele (N-VA) zouden onderhandelen, zouden opnieuw aansluiten bij het beleid van de regering-Michel.
Zelfs koning Filip leek een gelukkig man toen hij in zijn 21-julitoespraak de verkiezingsuitslag omschreef
Een paar toegevingen aan de sociaal democraten zouden wel volstaan om de partij van Conner Rousseau te overtuigen en de respectieve regeringen zouden snel de eed afleggen.
Zelfs koning Filip leek een gelukkig man toen hij in zijn 21-julitoespraak de verkiezingsuitslag omschreef als “een kans die we moeten grijpen om voor ons land een nieuw samenhangend project uit te tekenen.”
“Het huidige momentum biedt voor de federale staat, de regio’s en de gemeenschappen de mogelijkheid om beter samen te werken, uitgaand van de sterkten van elk niveau.”
Supernota
Dat koninklijk favoritisme schoot meteen in het verkeerde keelgat van PS-voorzitter Paul Magnette, maar ook Conner Rousseau zette zijn hakken in het zand.
Het moest nu maar eens gedaan zijn de volgende regeringen centrumrechts te noemen.
Hij had het over een “investeringsregering” en daarbij moest Europa ook maar begrijpen dat heel wat investeringen best buiten de begroting worden gehouden.
De onderhandelaars vertrokken met een gerust gemoed op vakantie nadat formateur De Wever een compromisvoorstel aankondigde
Als vanouds gebruikte hij de sociale media om zijn ongenoegen te ventileren, iets wat deed denken aan de onzalige formatiepogingen in 2019 en 2020 toen de onderhandelaars meer via (toen nog) Twitter en de blog van Wouter Verschelden met elkaar communiceerden dan aan de onderhandelingstafel.
De Wever slaagde erin de rust te doen weerkeren en kopstukken van zijn partij (zoals Jan Jambon), maar ook de grootste klapekster van allemaal (MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez) te doen zwijgen.
De Wever kondigde aan dat hij een “supernota” zou schrijven die doorgerekend was zodat de budgettaire gevolgen ervan duidelijk zouden worden.
De 27 miljard euro besparingen die Europa vraagt, zouden in elk geval gespreid worden over twee legislaturen en zouden neerkomen op de helft echte besparingen en de helft “hervormingen”.
De onderhandelaars van N-VA, Vooruit, CD&V, MR en Les Engagés vertrokken met een gerust(er) gemoed op vakantie terwijl De Wever naarstig voort werkte aan zijn compromisvoorstel.
Maatregelen
Op Vlaams niveau deed Diependaele ondertussen alsof hij verder onderhandelde.
Voor elk beleidsdomein zijn er werkgroepen die aftoetsen over welke voorstellen er een mogelijk akkoord is en welke voorstellen moeten besproken worden in een centrale werkgroep waar de kopstukken de knopen zullen doorhakken.
Ondertussen regent het lekken. Ook dat is anders dan in het begin van de formatie.
Toen beleefden we haast een uniek moment: niks lekte uit en even leek het erop alsof er inderdaad snel een regering zou komen.
Een kleine greep uit de voorstellen die – klaarblijkelijk – worden besproken:
- Er komt een lastenverlaging voor loontrekkenden
- Er komt een meerwaardebelasting van 10 procent op de opbrengst van beleggingen (tot 6.000 euro belastingvrij
- Ook ‘minderwaarden’ worden gecompenseerd
- De effectentaks op beleggingsportefeuilles van groter dan 1 miljoen gaat omhoog
- De intresten op spaarboekjes worden voortaan volledig belast
- De roerende voorheffing daalt naar 25 procent
- Btw-tarieven van 6 en 12 procent worden geharmoniseerd tot 9 procent
Er wordt gemorreld aan de index, maar die blijft wel grotendeels overeind (bij inflatie van meer dan 4 procent, stijgt enkel het nettoloon, energieprijzen krijgen minder gewicht in de indexkorf, KvdB).
- Werkloosheidsuitkeringen kunnen minder snel stijgen
- Wie na twee jaar werkloosheid een laatste jobvoorstel van de VDAB weigert, krijg geen uitkering meer. (Maar wie zelf ontslag neemt zou voortaan wel kunnen stempelen)
- Nachtwerk wordt soepeler
- Flexi-jobs worden uitgebreid
En dan de pensioenen:
- Wie minder dan 35 jaar werkt, krijgt een “malus”
- Wie langer werkt krijgt een “bonus”
- Het volledige minimumpensioen is er enkel voor wie 35 jaar gewerkt heeft
- Het SWT (brugpensioen) verdwijnt helemaal
- Speciale pensioenstelsels (NMBS, Defensie) worden afgeschaft. (Over het pensioenstelsel van journalisten lekte nog niks uit)
- De ambtenarenpensioenen stijgen niet mee met de lonen van de actieve ambtenaren (perequatie)
Onaanvaardbaar
Let op: al deze maatregelen (die niet toevallig uitlekten in de beurskranten L’Echo en De Tijd) mag u in de voorwaardelijke wijs zetten. Ze zijn immers nu al onverteerbaar voor zowel Vooruit, CD&V als Les Engagés.
Ook eerdere gelekte voorstellen: (vakbonden moeten rechtspersoonlijkheid krijgen en zouden de werkloosheidsuitkeringen niet langer mogen uitkeren, premies voor nachtwerk worden verminderd, …) zijn onaanvaardbaar.
Vanuit N-VA-kringen werd de druk opgevoerd: als dit geen voldoende basis is voor verdere onderhandelingen, dan gooit De Wever de handdoek in de ring
Die partijen hebben ook problemen met de zuinige bijdrage van de grote vermogens.
De meerwaardebelasting van 10 procent is wel erg laag, ook in vergelijking met de buurlanden (België en Luxemburg zijn de enige Oeso-landen die zo’n belasting niet kennen).
Bovendien trok Vooruit naar de kiezer met een voorstel om de effectentaks te verruimen naar alle vermogens boven de 1 miljoen euro. Het ziet er niet naar uit dat dat in de “supernota” staat.
En morrelen aan de index zonder het versoepelen van de loonnorm (zodat vakbonden opnieuw meer vrijheid krijgen om loonsverhogingen te onderhandelen met de patroons) is voor Vooruit eveneens moeilijk te verteren.
Omdat ook de (tweede versie van) de supernota van De Wever niet aanvaardbaar was voor zijn coalitiepartners (behalve voor MR), werd een werklunch met de kopstukken afgelast.
Dat was een symbolische tegenslag voor De Wever die maandag naar de koning moet. Om daar niet met lege handen aan te komen, amendeerde hij in ijltempo zijn tweede supernota.
De derde, definitieve nota werd gisteren voorgelegd aan de onderhandelaars.
Vanuit N-VA-kringen werd de druk opgevoerd. Als dit geen voldoende basis is voor verdere onderhandelingen, dan gooit De Wever de handdoek in de ring.
Het klinkt een beetje als: “hou me tegen of ik schiet”.
Frank Vandenbroucke
Zo worden, elf weken na de verkiezingen, de weeffouten van deze formatie alsmaar duidelijker.
Bart De Wever zit niet goed in zijn rol.
Het is begrijpelijk dat de andere partijen moeite hebben met een formateur die onderhandelingsnota’s op tafel legt die een doorslagje zijn van zijn eigen verkiezingsprogramma.
Waarom zit Jan Jambon dan nog mee aan tafel als N-VA-onderhandelaar?
De rechterzijde zou zich wel eens kunnen vergissen wanneer ze in ‘professor Vandenbroucke‘ een onvoorwaardelijke bondgenoot vermoeden
Meteen wreekt zich ook de spoed die De Wever heeft gezet achter de onderhandelingen.
Als informateur heeft hij het terrein veel te oppervlakkig verkend.
De koudwatervrees van Vooruit was erg voorspelbaar. Als enige linkse partij in de federale en Vlaamse regering, speelt ze hoog spel.
Niet alleen de parlementaire oppositie (Groen, PVDA), maar ook de vakbonden en de rest van het middenveld staan te trappelen om te mobiliseren tegen een centrumrechts regeerakkoord.
Ondertussen wordt in de pers de druk opgevoerd. Opvallend was de haast pathetische oproep van Isabel Albers, hoofdredacteur van De Tijd, aan vicepremier Frank Vandenbroucke (Vooruit).
Hij moest de (te) linkse krachten in zijn partij maar overtuigen dat de voorstellen die nu op tafel liggen, de juiste zijn. Anders zou hij zijn afspraak met de geschiedenis missen.
Het is moeilijk om in het hoofd van Vandenbroucke te kijken, maar de voorstellen die hij (en de pensioencommissie die hij leidde) destijds deed om de pensioenen te hervormen bevatten in elk geval ook een “financiering op basis van vermogen”.
En misschien is Vandenbroucke wel te vinden om besparingen te zoeken in de ziekteverzekering, maar dan vooral bij de ereloonsupplementen.
De rechterzijde zou zich dus wel eens kunnen vergissen wanneer ze in “professor Vandenbroucke” een onvoorwaardelijke bondgenoot vermoeden.
Diependaele
Het probleem is ook onderhandelingstechnisch erg complex.
De Wever heeft begrepen dat het erg moeilijk is om partijen voorstellen te doen aanvaarden die niet in hun programma staan, als ze geen uitzicht hebben op een “trofee” (een “vette vis” in het vreselijke Wetstraatjargon) die die toegeving kan compenseren.
Zo zou Vooruit wel kunnen leven – vermoedelijk – met een aanpassing van de index, op voorwaarde dat de loonnorm wordt versoepeld.
Verhogingen van de BTW-inkomsten en lastenverlagingen voor bedrijven moeten dan weer gecompenseerd worden met hogere lasten op vermogens.
De vijver met ‘vette vissen’ waarin de federale onderhandelaars kunnen hengelen, is veel te klein
Idealiter worden de Vlaamse onderhandelingen samen met de federale gevoerd.
Zo zou het misschien makkelijker zijn om de sociaaldemocraten te overtuigen om te besparen op federale sociale departementen als er in ruil forse Vlaamse investeringen in welzijn of onderwijs worden beloofd.
En CD&V kan misschien wel gepaaid worden om toegevingen te doen aan formateur De Wever, als Diependaele hen iets toewerpt in het stikstofdossier of in het groeipakket (kinderbijslag).
Idealiter schuift De Wever dan ook Diependaele aan de kant, en start hij onderhandelingen in een “Vlaamse werkgroep” aan de federale onderhandelingstafel.
Nu is het een beetje zoals schaken op twee borden tegelijk. Daarbij kan je geen pionnen of paarden van het ene bord naar het andere verschuiven.
Het venijn zit in de kleine details.
Wat als Vooruit – pakweg – “vette vissen” kan binnenhalen op Vlaamse niveau in de werkgroep cultuur en media (herfinanciering van de VRT, bijvoorbeeld) maar op federaal niveau de ontmanteling van het kunstenaarsstatuut moet slikken?
‘Profiteurs’
Dat laatste is geen willekeurig voorbeeld. Apache verneemt dat in de eerste en tweede supernota van De Wever staat dat de uitkering voor kunstenaars zoals ze is uitgewerkt in het gloednieuwe kunstenaarsstatuut geharmoniseerd moet worden met de werkloosheidsuitkeringen.
Dat slaat zowel op de hoogte van de uitkering, op de voorwaarden als op de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt.
De eerste en tweede supernota van De Wever morrelen aan de uitkering voor kunstenaars zoals ze is uitgewerkt in het gloednieuwe kunstenaarsstatuut
Dit voorstel komt linea recta uit het N-VA-programma (De Wever liet in het verleden vaak optekenen dat kunstenaars profiteurs zijn die maar honderd dagen per jaar moeten werken om een uitkering te krijgen).
Als deze paragraaf overeind blijft dan sneuvelt een paradepaardje van Frank Vandenbroucke die van een ordentelijk kunstenaarsstatuut een erezaak had gemaakt.
Van MR en Les Engagés moet Vandenbroucke geen steun verwachten. Zij willen de uitkering uit de sociale zekerheid halen en onderbrengen in een soort fonds dat gespijsd moet worden met bijdragen van bijvoorbeeld Netflix of met fiscaal aftrekbare giften van mecenassen.
Een bevoegdheid van … de gemeenschappen.
In de sector voelen de beroepsfederaties en de vakbonden de bui al hangen. In een persbericht tonen ze zich “uitermate bezorgd over de recente politieke standpunten inzake de sociale bescherming van kunstwerkers.”
Het probleem Antwerpen
We staan op een kleine tien weken van de gemeenteraadsverkiezingen.
Bart De Wever zal na 13 oktober ook nog een meerderheid moeten vormen in Antwerpen. Daar heeft hij naar alle waarschijnlijkheid niet alleen Vooruit voor nodig, maar ook Groen.
Als de verkiezingsuitslag van 9 juni een graadmeter kan zijn voor die van oktober, dan zal De Wever enkel met linkse partijen een meerderheid kunnen vormen.
De centrumrechtse partijen heeft hij al vermorzeld: zowel CD&V als Open Vld bestaan bijna niet meer in ’t Stad.
De Wever mag – jawel – Apache (en Humo) danken voor de onthullingen over “spion Dewinter”.
Die hebben ertoe geleid dat de lijsttrekker van Vlaamse Belang, en al decennialang dé challenger van elke democratische kandidaat-burgemeester van Antwerpen, een lame duck geworden is.
Om in Antwerpen een meerderheid te vormen, heeft De Wever naar alle waarschijnlijkheid niet alleen Vooruit nodig, maar ook Groen
Anderzijds staat de PVDA op forse winst en zal de verleiding voor Groen groot zijn om zeker in de districten meerderheden te vormen met de partij van Jos D’Haese.
Het leidt geen twijfel dat De Wever daarover spijkerharde garanties wil van zijn toekomstige coalitiegenoten op ’t Schoon Verdiep. Maar die komen misschien wel met een prijs aan de federale of Vlaamse onderhandelingstafel…
Bart De Wever combineert al jarenlang drie jobs:
- Partijvoorzitter
- Burgemeester
- Parlementslid
Nu krijgt hij er ongewild drie nieuwe bij:
- Belgisch formateur
- Vlaams formateur
- Antwerps formateur
Het verschil met zijn andere drie jobs is dat hij als formateur iets moet doen wat hij nog nooit heeft gedaan: compromissen sluiten, in de stoel van zijn tegenstander gaan zitten en de wereld vanuit hun standpunt bekijken.
In de regering-Michel stapte hij op omdat Kris Peeters te links was (sic), een verwijt dat de voormalige voorzitter van de werkgeversfederatie Unizo enkel als een geuzennaam had kunnen aannemen.
In Antwerpen walste hij zijn coalitiepartners plat zodat ze amper nog bestaan of op apegapen liggen.
En ook op Vlaams niveau drukte hij in zowat alle dossiers het N-VA-standpunt door, waardoor CD&V (en Open Vld) op revanche azen.
Icarus
Maar misschien zit de belangrijkste oppositie wel in zijn eigen partij.
Er is ongetwijfeld een groep N-VA’ers die een coalitie met Vlaams Belang (of eventueel een kabinet met gedoogsteun van de partij van Van Grieken) had verkozen boven een coalitie met de socialisten.
En er is ook de orthodoxe Vlaams-nationalistische vleugel. Die moet wennen aan het idee dat de toekomstige premier Bart De Wever elke week op de koffie gaat bij koning Filip, naast de koning zit bij het Nationale Défilé en mee de 200ste verjaardag van Dierbaar België zal moeten voorbereiden.
Ex-parlementsvoorzitter Jan Peumans maakte er eerder al grapjes over.
Icarus De Wever weet dat zowat alle andere partijen, en dan vooral CD&V, geduldig wachten op payback time
In de kritiek (off the record) op de tweede supernota van De Wever dook vorige week ook het zinnetje op dat de formateur “geen wervend project heeft” voor de toekomstige regering. Dat is erg ironisch.
Als Vlaams-nationalist kan De Wever eigenlijk geen “wervend” project voor België uitwerken. Hij kan hoogstens als een soort notaris (cfr. Wilfried Martens) “op de boel passen”.
Anderzijds heeft hij zich door zijn keuze voor confederalisme (en dus niet voor Vlaamse onafhankelijkheid) expliciet binnen de Belgische context gepositioneerd.
De Vlaamse welvaart kan enkel binnen een hervormd België gevrijwaard worden. Onafhankelijkheid zou neerkomen op een revolutionair avontuur met alle gevolgen van dien.
Ergo: wat wil De Wever met België doen als hij het niet meer wil afschaffen? Het is een vraag die voor hem schier onoplosbaar is.
Misschien dreigt er wel een Leterme-scenario voor De Wever.
De christendemocratische voorman haalde in 2007 bijna 800.000 voorkeurstemmen maar raakte daarna verstrikt in eindeloze regeringsonderhandelingen.
Zijn eerste regering hield het maar enkele maanden uit, zijn tweede kwam er maar toen Herman Van Rompuy president van Europa werd.
Leterme trok zich in 2011 terug uit de Belgische politiek. Hij was te dicht bij de zon gaan vliegen en zijn tegenstanders (ook in zijn eigen partij) schoten hem uiteindelijk uit de lucht.
Icarus De Wever weet dat zowat alle andere partijen, en dan vooral CD&V, geduldig wachten op payback time.
Apache-hoofdredacteur Karl van den Broeck is journalist sinds zijn 20ste. Eerst 18 jaar bij De Morgen, dan vijf jaar als hoofdredacteur bij Knack en sinds 2011 freelance. Cultuur (en dan vooral literatuur) politiek en geschiedenis zijn zijn passies.
Lees ook
Klik op de hyperlink hieronder en vind andere artikels van
Bron: Apache