Dankzij het doorzettingsvermogen van de makers deed de docureeks Godvergeten wat justitie had moeten doen: duidelijkheid brengen in het leed van de slachtoffers en in het verzuim van de katholieke kerk. Maar niet enkel binnen de kerk werd volkomen verkeerd gehandeld. Dat gebeurde ook binnen justitie en dat is zowel voor de slachtoffers en de families maar ook voor alle andere burgers even erg. Daarom mogen de misbruiken binnen justitie evenmin onder radar blijven.
Walter De Smedt – Apache
Het zijn de grote vragen die je aan Godvergeten kan overhouden: hoe konden de misbruiken zo lang blijven duren? Waarom werd daar niets aan gedaan?
Dat de kerk er alles aan deed om het in de doofpot te houden en de daders eerder verplaatst dan bestraft werden, is duidelijk.
Omdat het om misdrijven gaat, moet ook naar het instituut gekeken worden dat als voornaamste opdracht heeft de misdrijven op te sporen en te vervolgen.
Waarom werden priesters slechts uitzonderlijk vervolgd en veelal licht gestraft? Wat hebben de parketten en de rechtbanken eraan gedaan? Deze vraag is in de reeks slechts zijdelings aan bod gekomen.
Over de Operatie Kelk, de huiszoekingen en inbeslagnames bij de kerk kan echter wel meer worden gezegd.
Zo werd de rol van een kamervoorzitter van het hof van beroep in Brussel, van de parlementaire onderzoekscommissie en vooral van de toenmalige justitieminister Stefaan De Clerck erin vergeten.
Omdat de Brusselse onderzoeksrechter Wim De Troy informatie had over het bestaan van bewijsstukken, documenten en op computers opgeslagen informatie had hij geen keuze.
Hij deed huiszoekingen en nam de overtuigingsstukken in beslag. Had de onderzoeksrechter besloten die huiszoekingen niet te doen, dan had hem dat nadien, bij de behandeling voor en door de strafrechter, kunnen verweten worden.
De kerkelijke overheid verzette zich echter op alle manieren tegen de inbeslagname.
Wat kon er verkeerd gaan met de Operatie Kelk? Indien er in de in beslag genomen stukken wat nuttigs zat, zou dat op een eerlijke en tegensprekelijke manier worden beoordeeld. Indien er niets verkeerd bijzat, was dat een bewijs van onschuld.
Maar het werd niet op een eerlijke en tegensprekelijke manier afgehandeld.
Tussenkomst minister
Ondanks het feit dat het Hof van Cassatie had gesteld dat de overtuigingsstukken bewaard moesten blijven, organiseerde het hof van beroep in Brussel een zitting waarin over de teruggave aan de kerk werd beslist. Dat gebeurde zelfs zonder dat de slachtoffers er weet van hadden.
Dat de Operatie Kelk op een sisser is uitgedraaid, ligt dus niet enkel aan de kerk.
Dat was voornamelijk het gevolg van de tussenkomsten van de toenmalige justitieminister Stefaan De Clerck.
Het is een minister verboden zich te mengen in een lopend gerechtelijk onderzoek. De Clerck deed het toch en op erg actieve manier. Hij maakte een protocol waardoor de procureur moest samenwerken met de commissie-Adriaenssens, een commissie van de verdachte partij.
Bovendien matigde de commissie zich een bevoegdheid aan die enkel de procureur heeft: het oordelen over de opportuniteit van de vervolging, het al dan niet zonder gevolg laten van verder onderzoek en het uitsluiten van een rechterlijke beoordeling.
Door de door de justitieminister betrachte samenwerking tussen de vervolgingsambtenaren van het parket en de commissie van de verdachte werd ook de geheimhouding van het onderzoek geschonden en dat is een misdrijf op zich.
De rol van de justitieminister kwam aan bod in de parlementaire afhandeling.
“Marc Verwilghen, gewezen minister van Justitie, meende dat het ‘protocol’ de creatie betreft van een alternatief circuit. Er dient volgens hem evenwel vermeden te worden dat er twee soorten van rechtstoegang zouden zijn, namelijk een via justitie en een andere via een protocol en de kerkelijke overheden.”
“Mevrouw Laurette Onkelinx, gewezen minister van Justitie, vond dat het ‘protocol’ erin bestaat een particuliere instelling te belasten met de klachtenbehandeling, om te bepalen of de aangeklaagde feiten al dan niet strafbare feiten zijn en of die strafbare feiten aan de rechterlijke macht ter kennis moeten worden gebracht.
“Dat is voor haar echt een probleem. Zij vindt dat het ‘protocol’ tussen de procureurs-generaal een grote breuk heeft veroorzaakt in de regelingen die bepalen hoe ver het gerechtelijk apparaat mag gaan”.
Gevaarlijk precedent
Uit haar eigen werkzaamheden besluit de parlementaire commissie:
“Door in dit geval een soort officiële erkenning en dus een specifieke status te geven aan een privaatrechtelijke commissie kon het ‘protocol’ bij het publiek verwarring doen ontstaan en de slachtoffers doen geloven dat de commissie-Adriaenssens zich in de plaats stelde van de officiële rechtsbedeling door het gerecht, met instemming van dat gerecht.
“Hoewel de ontmoetingen die zijn voorafgegaan aan de redactie van dat ‘protocol’, alsook de commentaren die er daarna op zijn gegeven, de interpretatie ervan dusdanig hebben bijgestuurd dat de tekst uiteindelijk de kritiek kon weerstaan, en hoewel het buiten kijf staat dat de opstellers van het protocol te goeder trouw handelden, kunnen we er niet omheen dat het om een gevaarlijk precedent kan gaan.”
- Een kamervoorzitter van een hof van beroep die de meeste elementaire verplichting van het eerlijke proces, het recht van de slachtoffers op tegenspraak, schendt om de overtuigingsstukken in een lopend onderzoek aan de verdachte terug te geven
- Een justitieminister die de grondwettelijke scheiding der machten opzijschuift, het verbod om tussen te komen in een lopend gerechtelijk onderzoek aan zijn laars lapt
- Een justitieminister die een protocol maakt om het parket te dwingen samen te werken met de verdachte, en daardoor ook de geheimhouding van het vooronderzoek schendt.
Het zijn geen banale disfuncties. Het is dan eveneens de vraag hoe de parlementaire commissie ondanks ze deze disfuncties vaststelde ermee is weggekomen.
In het besluit noemde de commissie de actie van justitieminister Stefaan De Clerck een gevaarlijk precedent.
Het ging evenwel niet enkel over verwarring. De actie van de justitieminister had tot gevolg dat de Operatie Kelk werd gedwarsboomd.
De tussenkomst van een kamervoorzitter van het hof van beroep had tot gevolg dat de overtuigingsstukken aan de verdachte werden teruggegeven.
Door deze handelingen werden een openbaar en tegensprekelijk debat en een rechterlijke uitspraak over het mogelijk verzuim binnen de kerk belet.
Onregelmatige handelingen
Wat kan er binnen justitie erger zijn dan dat? In het besluit van de parlementaire commissie werd er echter aan voorbijgegaan.
Nergens geeft de commissie aan op wat de aangehaalde “goede trouw” is gesteund. Er wordt ook niet gezegd dat het om een gevaarlijk precedent gaat, enkel dat het daar om “kan” gaan.
Niet enkel de kerk heeft gefaald. Ook de toenmalige justitieminister en minstens één magistraat stelden onregelmatige handelingen om een openbaar en tegensprekelijk proces te beletten.
Dat is volkomen in tegenspraak met de bewering van professor kerkelijk recht Rik Torfs.
In De Morgen van 23 september liet Torfs optekenen:
“Nul volslagen nul. Het instituut kerk heeft vandaag geen enkele macht meer. Dat voelt men ook heel goed aan, anders zou de kerk vandaag niet zo frontaal worden aangevallen. Met weet dat men het zich kan permitteren om eerder wat te zeggen.”
De feiten tonen wat anders. Ook binnen justitie hebben verantwoordelijken zich gepermitteerd om niet enkel eerder wat te zeggen maar het ook te doen.
De gewezen eerste cassatievoorzitter Jean De Codt had gelijk: dit is geen rechtstaat meer, het is een schurkenstaat geworden.
Walter De Smedt is gewezen raadslid van Comité I en Comité P. Hij bracht in juni 2020 het boek ‘Het land van de onbestrafte misdaden. Waarom faalt justitie?‘ uit bij uitgeverij Kritak.
Lees ook
Lees alle berichten in deze categorie
Wie vragen heeft of hulp zoekt bij seksueel grensoverschrijdend gedrag, misbruik of geweld kan terecht bij hulplijn 1712.
Bron: Apache