Toespraak van Bart Engelaar tijdens de Nationale herdenking van 80 jaar bevrijding van het fascisme in het Fort van Breendonk.
“De waanzin die zich hier heeft afgespeeld,
wil ik nooit meemaken”, zegt Bert Engelaar, topman van het ABVV.
“Vandaag zijn er landen waar dezelfde praktijken voorkomen als hier in Breendonk.
Dat is een realiteit die we niet van ons weg mogen duwen.”
Holocaust-overlever Simon Gronowski
was aanwezig op de herdenking.
Samen legden ze bloemen neer om alle verzetshelden te eren.
Leestijd: 5 min

Simon Gronowski.
Held.
Dames en heren,
vrienden,
kinderen,
Kameraden,
Vandaag spreken we op een plek die zelf spreekt.
Breendonk.
De muren hier ademen nog.
Ze zuchten.
Ze zwijgen.
En dat zwijgen… is oorverdovend.
Dit fort was ooit een hel op aarde.
Niet symbolisch – maar werkelijk.
Hier stonden mensen urenlang rechtop, in hun eigen urine.
Hier klonk het gehijg van honden… en het huilen van mensen die hun naam niet meer mochten uitspreken.
Een van hen was Jacques Frydman, gevangene nummer 2.
Hij arriveerde op 21 september 1940, een van de eerste gevangenen van dit fort.
Jacques beschreef later hoe hij en anderen werden onderworpen aan onmenselijke omstandigheden.
Hij getuigde over de vernederingen, de honger, de angst.
Toch hield hij vast aan zijn menselijkheid.
Hij zei: “Ik bleef mezelf herhalen: ik ben geen beest. Ik ben een mens.”
Zoveel mensen dachten:
“Als ik zwijg, overleef ik.”
“Als ik gehoorzaam, word ik gespaard.”
Maar de stilte redde hen niet.
En toch kwam de dag waarop het schieten stopte.
De dag waarop de poorten openbraken.
De dag waarop de mensen terug naar adem hapten en de hemel weer blauw durfde zijn.
8 mei 1945.
De bevrijding.
Niet alleen van het land.
Maar van de geest.
Van de knoop in de borst.
Van het idee dat haat altijd wint.
En die bevrijding kwam niet vanzelf.
Ze kwam door mensen.
Door moed.
Door het verzet.
Door vrouwen die onderduikers verstopten onder de vloer.
Door postbodes die geheime brieven bezorgden.
Door studenten, arbeiders, priesters, havenarbeiders… die besloten:
“Ik denk. Ik durf. Ik doe. Ik maak het verschil.”
Ze kozen voor gevaar.
Omdat ze weigerden medeplichtig te zijn.
Een jonge vrouw – Suzanne Spaak – liet 60 joodse kinderen ontsnappen uit weeshuis en trein.
Ze werd gepakt. Gefolterd.
Vlak voor de bevrijding geëxecuteerd.
Haar laatste woorden waren:
“Laat hun namen leven.”
En vandaag leven wij.
In vrijheid.
We kunnen trouwen met wie we willen.
Stemmen op wie we willen.
Zeggen wat we voelen.
Gelovig zijn. Of niet.
En dus vragen we ons af:
Wat doen wij met die vrijheid?
Geven we ze door?
Verdedigen we haar als ze wordt uitgedaagd?
Of laten we haat opnieuw binnenkruipen langs achterdeuren van angst en desinformatie?
Vrienden, de vrijheid is nooit vanzelfsprekend.
Ze moet verzorgd worden.
Als een plant.
Als een kind.
Als een herinnering die niet mag verdwijnen in de ruis van onze tijd.
En daarom staan we hier vandaag.
Niet om te herdenken wat geweest is.
Maar om te beseffen: wat wij vandaag zijn, is gebouwd op hun pijn.
Op hun kracht.
Op hun opoffering.
Maar ook vandaag, vandaag nog, sterven mensen in Gaza, in Oekraïne, in Congo, in Soedan.
Vandaag nog worden burgers begraven onder puin, vallen kinderen ten prooi aan wapens van grootmachten, wordt de taal van oorlog opnieuw normaal.
Daarom richt ik mij vandaag – vanuit Breendonk – tot onze regering.
Tot zij die macht dragen.
Tot zij die zwijgen waar men moet spreken.
Tot zij die al gesproken hebben.
België mag geen land zijn dat herdenkt in mei,
en zwijgt in juni.
Een land dat de doden eert,
maar de levenden in de steek laat.
Ik vraag u, ministers, premiers, parlementsleden:
Waar staat u?
Waar staat België wanneer ziekenhuizen worden gebombardeerd?
Wanneer miljoenen mensen op drift raken door oorlog?
Wanneer kinderen in naam van “veiligheid” hun ouders verliezen?
De boodschap van 8 mei is helder:
Als men zwijgt, is men medeplichtig.
Ik vraag u – nee, ik eis – namens allen hier vandaag:
Spreek.
Kies kant.
Toon moed. Liefde.
Niet alleen in woorden, maar in beleid.
In diplomatie. In menselijkheid.
En maak van 8 mei een wettelijk betaalde feestdag.
Niet uit nostalgie.
Maar uit noodzaak.
Om te tonen dat dit land zijn geschiedenis niet alleen herinnert, maar ernaar handelt.
Mes chers amis,
Aujourd’hui, nous ne parlons pas seulement du passé.
Nous parlons de notre avenir commun.
Ce fort… n’est pas qu’un monument.
C’est une mémoire vivante.
C’est une leçon.
C’est une promesse.
Une promesse de dire NON à l’oubli.
NON à l’indifférence.
Et OUI – à la solidarité, à la dignité,
à l’humanité.
En dus vragen wij dit.
Hier. Vandaag. Samen.
Maak van 8 mei opnieuw een betaalde, wettelijke feestdag in België.
Niet voor ontspanning.
Maar voor herinnering.
Voor bewustwording.
Voor verbinding.
Laat scholen op 8 mei stilstaan.
Laat kinderen hun grootouders vragen:
“Wat betekende de oorlog voor jou?”
Laat ons vertellen over wat het betekent om mens te blijven, in een tijd die het afleert.
Laat 8 mei geen voetnoot zijn.
Maar een fundament.
Laat het een dag zijn van collectief geweten.
Van zorg voor elkaar.
Van hoop die sterker is dan angst.
Laat ons samen zeggen:
Nooit meer oorlog.
Plus jamais la guerre.
Nooit meer Breendonk.
Plus jamais Breendonk.
Altijd 8 mei.
Toujours le 8 mai.
Dank u.
Merci

Lees ook
Lees ook
Vul hieronder de zoekopdracht Holocaust in en vind meer berichten.
Bron: De Morgen