Bieke Purnelle – Waarom moet het altijd over de auto gaan, terwijl er zoveel prangender kwesties zijn

Laat bij de gemeenteraadsverkiezingen uw stem niet alleen afhangen van wat de partijen met de auto willen aanvangen. © Maarten De Bouw/dba

Het enige thema dat er blijkbaar toe doet in de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen, is de plaats van de auto, schrijft Bieke Purnelle. Gelieve de beleidsmakers niet lastig te vallen met trivia, zoals de kinder- en buitenschoolse opvang of het feit dat mensen nergens nog betaalbaar kunnen wonen.

Bieke Purnelle – De Standaard


Als verkiezingen het feest van de democratie zijn, dan zijn formatiegesprekken de kater achteraf.

Het vat is leeg, de mensen zijn naar huis, alles stinkt naar verschaald bier en zurig zweet, en opruimen vlot voor geen meter.

De evoluties aangaande de moeizame vorming van een paar regeringen vallen intussen te volgen op Instagram, waar tussen de fashioninfluencers en yogaprofeten nu ook regeringsonderhandelaars te smaken vallen, een genre voor liefhebbers.

Het ergste is dat we alles weldra nog eens overdoen op kleine schaal.

Kleine feestjes resulteren in even koppige katers als galabals, en bovendien kom je er de buren tegen, die van de overhangende, bladverliezende boom en die met de kat die in je bak met veldsla komt kakken.

Het voordeel is dat we niet verplicht zijn te gaan. We hoeven zelfs geen lauw excuus te verzinnen om thuis te blijven, want het mag gewoon, zonder dat iemand ons scheef bekijkt, behalve misschien die hypercorrecte maatschappelijk bewuste overburen met hun voortuin vol onkruid en hun bakfiets vol vergeten groenten die niemand echt graag eet.

“Mensen dwingen om te stemmen is niet meer van deze tijd”, aldus de liberalen die ons met die stommiteit hebben opgezadeld.

Liberalen zijn naar eigen zeggen nogal van de vrijheid. Zolang het niet de vrijheid betreft om niet hele dagen je kas af te draaien voor een hongerloon, maar passons.

Politicologen noemen de afschaffing van de opkomstplicht nu al “een historische vergissing die het draagvlak voor de democratie ernstig ondergraaft”.

Ik heb doorgaans niet de gewoonte zomaar dingen aan te nemen van politicologen, maar deze keer ben ik geneigd dat wel te doen.

Zelf doe ik al ruim 18 jaar mijn best om twee kinderen bij te brengen dat vrijheid relatief is en grenzen heeft, en vooral dat niet alles in het leven te kiezen valt, laat staan tof moet zijn. Mocht dat wel het geval zijn, dan zou geen van beiden ’s ochtends naar school vertrekken.

Trouwens, we sturen de mensen om de twee jaar naar de autokeuring. Blijkbaar is de democratie minder belangrijk dan de wielophanging van de gezinswagen.

Recent onderzoek leert dat het allicht niet zo’n vaart loopt met de democratische tamzakkerij. De meeste burgers blijven gewoon stemmen, ook als het niet moet.

De groene kiezers zouden de meest plichtbewuste zijn, met maar liefst 74 procent vrijwillige kiezers. Op een paar straatlengtes afstand volgen Vooruit en Open VLD, met net geen 60 procent.

Zelf vind ik 40 procent niet-stemmers een dramatisch cijfer, maar dat is vast een kwestie van perspectief.

Ik volg de lokale electorale debatten op veilige afstand, naïef hopend op slimme ideeën en mogelijke oplossingen.

Verkiezingen zijn tenslotte bedoeld om de mensen te kiezen die een stad of gemeente zullen besturen, en zoals we allemaal weten kampen onze steden en gemeenten met euvels van diverse aard.

In mijn stad is schijnbaar elk probleem gelinkt aan de plaats van de auto in de publieke ruimte, of liever: het gebrek aan plaats voor de auto.

Op welke miraculeuze wijze minder LEZ, meer doorstroming en meer parkeerplaatsen het gigantische woon­probleem in de stad zullen oplossen, is me niet helemaal duidelijk.

Ik betwijfel ook of meer auto’s de drugs- en dak­lozenproblematiek helpen lenigen. Maar als de toonzetters beslissen dat het over de auto gaat, dan gaat het over de auto.

Gelieve hen niet lastig te vallen met trivia, zoals de kinder- en buitenschoolse opvang of het feit dat mensen nergens betaalbaar kunnen wonen, waardoor ze naar randgemeenten trekken waar het openbaar vervoer en de fietsinfrastructuur bedroevend zijn, zodat ze in ieder geval een auto nodig hebben, wat dan weer tot gevolg heeft dat ieder lokaal debat over auto’s gaat.

Het maakt wel handig zichtbaar wie ertoe doet.

70 procent van de alleenstaanden met een laag inkomen heeft geen auto. In Brussel beschikt 51 procent van de gezinnen niet over een auto. Ter vergelijking: voor Vlaanderen ligt dat aantal op 23 procent.

Een percen­tage waar je vlot een verkiezing mee kunt winnen of verliezen, trouwens.

Al die mensen verplaatsen zich dus niet met een auto, maar met de fiets of met het openbaar vervoer.

Wat er met dat openbaar vervoer gebeurt, is een regelrechte schande, maar de verkiezingen gaan niet over de bus, want mensen die de bus nemen tellen niet mee.

Toen ik in Gent kwam wonen, reden er auto’s over de Graslei en was ieder plein een parkeerterrein.

Sommige mensen hebben heimwee naar die tijd. Meer zelfs, in hun dromen rijden ze met de auto de Hema binnen, raampje wijd open, onderweg een voordeelpak sokken en een setje fluostiften voor de kinderen meegraaiend en dan fluks en gezwind in tweede naar de kassa.

Het drive-inconcept biedt nog tal van onbenutte kansen.

Maar zulke wensen blijven dromen in een stad die bestuurd wordt door een demon, een mosgroene, autohatende dictator wiens giftige invloed tot ver buiten de stadsgrenzen reikt, vermits zijn bijnaam al werd gesignaleerd in chatgroepen tegen parkeermaatregelen en mobiliteitsingrepen van Brugge tot Schoten.

De coalitiepartners die elk mobiliteitsplan volmondig goedkeurden, blijken achteraf allemaal onder druk te zijn gezet, ocharme. Vergeleken met Gent is Noord-Korea een Chirokamp.

Partijen die willen besparen, zouden Filip Watteeuw (Groen) dankbaar moeten zijn.

Niet alleen blijkt hij de gedroomde vijand en zijn vijandbeelden onmisbaar in oorl… euh, verkiezingstijd, maar bovenal heeft hij bewezen dat je een stad kunt besturen met één schepen.

De rest heeft blijkbaar vijf jaar lang niets gedaan dat het vermelden waard is, dus weg ermee. Met het fortuin aan salarissen dat vrijkomt, kunnen we een paar duizend parkeerplaatsen aanleggen, de Graslei asfalteren en herwaarderen tot autogebied en alle fietsstraten weer proper zwart schilderen in plaats van vuil rood.

Wie weet is er zelfs genoeg over voor een drive-in stadsloket.

Bijkomend voordeel: het nijpende woonprobleem lost zichzelf op, want niemand wil op een parking wonen.


Bieke Purnelle is freelance­­schrijver en directeur van Rosa, kennis­centrum voor gender en feminisme.
Haar column verschijnt tweewekelijks op vrijdag.


Laat bij de gemeenteraadsverkiezingen uw stem niet alleen afhangen van wat de partijen met de auto willen aanvangen. © Maarten De Bouw/dba
Laat bij de gemeenteraadsverkiezingen uw stem niet alleen afhangen van wat de partijen met de auto willen aanvangen.
© Maarten De Bouw/dba

Lees ook

Klik op de hyperlink en ontdek meer berichten van

Bieke Purnelle


Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven