Kun je geen namen onthouden en vergeet je steevast waar je sleutels liggen? Voor neurowetenschapper Boris Konrad is dat geen reden tot paniek. Met Je brein op orde schreef hij een boek vol tips om je geheugen aan te scherpen.
Stijn De Wandeleer – De Morgen
De volgorde van een kaartspel leert hij in een minuut uit het hoofd, om de namen van tweehonderd onbekenden te memoriseren heeft hij een kwartiertje nodig.
Met die laatste prestatie belandde hij zelfs in het Guinness Book of World Records.
Boris Konrad is neurowetenschapper aan het Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour in Nijmegen, en mag zich meervoudig kampioen geheugensport noemen.
Tussen 2004 en 2018 won hij met het Duitse team acht keer het Wereldkampioenschap Geheugensport. Nu heeft hij ook een boek uit, vol tips waarmee ook u uw geheugen kunt bijspijkeren.
Hebt u al die indrukwekkende prestaties te danken aan een uitzonderlijk goed ontwikkeld geheugen?
(Lacht) “Nee hoor. Laat me beginnen met te zeggen dat iedereens geheugen min of meer op dezelfde manier werkt.
“Sommige mensen denken dat hun geheugen anders of minder goed functioneert dan dat van een geheugensporter, maar dat is niet zo.
“Om ons dingen te herinneren moeten er in het brein nieuwe verbindingen worden aangemaakt die verder bouwen op kennis die al bestaat, zo eenvoudig is het.
“Dat proces verloopt bij zo goed als iedereen hetzelfde.
“Zoals bij elke vaardigheid zijn er natuurlijk mensen die beter dan gemiddeld presteren, en mensen die het minder goed doen. Maar die grote verschillen komen zelden door aanleg, en eerder door training.
“Neem nu het onthouden van namen: iemand die daar goed in is, heeft daar niet noodzakelijk een aangeboren talent voor.
“Misschien speelde die persoon als kind wel veel met poppen die allemaal een naam kregen, kon die daardoor ook sneller de namen van kinderen in de klas memoriseren, en lukt het daardoor ook als volwassene beter om de namen van nieuwe contacten te onthouden.
“Wie heel goed scoort op geheugentests, heeft doorgaans wel een snellere processing speed. Dat is de snelheid waaraan cognitieve processen verlopen, en die heeft ook een gunstige impact op hoe het geheugen werkt.”
Is iemand die goed scoort op een geheugentest automatisch ook slimmer?
“Niet noodzakelijk, al is er wel een samenhang. Als je duizend personen een geheugentest laat afleggen, zullen de honderd personen die het best scoorden waarschijnlijk gemiddeld een hoger IQ hebben dan de honderd personen die de laagste scores behaalden.
“Maar er zijn altijd uitzonderingen. Denk maar aan het typische voorbeeld van de professor die geen namen kan onthouden. Daar zit die training weer voor iets tussen.
“Als je in je jeugd vooral geïnteresseerd was in computers, om maar een voorbeeld te geven, en veel tijd alleen doorbracht, dan heb je je geheugen niet getraind om namen goed te onthouden. Dat heeft verder niks met intelligentie te maken.”
Onze hersenen bepalen zelf welke informatie nuttig is om op te slaan in het langetermijngeheugen, en welke het weer zonder problemen kan loslaten. Hoe gebeurt dat?
“Dat is nu net één van de dingen die neurowetenschappers ook nog niet goed begrijpen. Er zijn wel een aantal factoren waarvan we weten dat ze een invloed hebben.
“Als een gebeurtenis een grote emotionele reactie opwekt, zoals bij een verrassing of wanneer je iets te horen krijgt dat je totaal verbaast, dan is de kans groot dat die informatie langer blijft hangen.
“Ook informatie die verder bouwt op kennis die je al had, zal beter opgeslagen worden.
“Stel: je leest een stuk over een stad waar je in het verleden al op citytrip ging, dan zal je die informatie waarschijnlijk beter onthouden dan wanneer je nog nooit op die plek kwam.
“Sowieso vinden we droge informatie moeilijk om te onthouden. Dat komt omdat er dan maar één gebied in het geheugen geactiveerd wordt, dat van de taal. Dat is bij het onthouden van namen het geval, maar ook bijvoorbeeld als we een artikel in de krant lezen.
“Als we ons bij die informatie vervolgens ook een beeld kunnen oproepen, waar liefst ook wat emotie in zit, dan worden er meerdere delen van je geheugen gebruikt en zal je de informatie ook beter opslaan.
“Dat is een handig trucje dat je kunt gebruiken.”
Kun je ook beter worden in het onthouden van namen?
“Namen onthouden vinden veel mensen moeilijker. Het loopt vaak al mis wanneer ze nieuwe mensen ontmoeten en niet eens écht naar de naam luisteren omdat ze toch denken dat ze die snel zullen vergeten. Zorg er dus in de eerste plaats voor dat je de naam goed verstaan hebt.
“Ook daar kan het helpen om je een beeld voor de geest te halen. Als je iemand ontmoet, probeer dan eens te denken aan iemand die je kent met dezelfde naam. Beeld je dan in dat die twee personen aan het discussiëren zijn of een praatje maken. Zo link je de nieuwe informatie aan bestaande kennis.
“Ook herhaling werkt goed. Als je de naam van die nieuwe persoon in het gesprek nog eens kunt gebruiken, is de kans groot dat hij langer blijft hangen.
“Op een bepaalde manier – hoe weten we niet – markeert het brein die informatie als belangrijker, waardoor de kans groter is dat ze in je langetermijngeheugen terechtkomt.”
Onze digitale levens zorgen voor veel prikkels en afleiding. Maakt die voortdurende verstrooiing het moeilijker om nieuwe informatie te onthouden?
“Absoluut. Ons brein is eigenlijk helemaal niet gemaakt om zo snel en vaak tussen verschillende taken te schakelen.
“In een niet eens zo ver verleden moesten mensen ook snel kunnen schakelen, wanneer bijvoorbeeld een gevaarlijk dier het dorp binnenliep. Dat was dan even een moment van grote stress, maar het was wel eerder de uitzondering dan de regel.
“Als je vandaag vijftig keer per dag gestoord wordt door een melding op je telefoon, laat je eigenlijk elke keer een stressimpuls los op je brein. Dat heeft ook een impact op de werking van je geheugen.
“We slaan nieuwe informatie absoluut minder goed op als we aan het multitasken zijn, dat heeft onderzoek keer op keer aangetoond.
“Wanneer je tijdens het studeren dus om de vijf minuten naar je telefoon grijpt, is de kans kleiner dat nieuwe informatie in het langetermijngeheugen terechtkomt.
“Het werkgeheugen is namelijk de toegangspoort om nieuwe kennis in het langetermijngeheugen te krijgen, maar heeft slechts een kleine capaciteit.
“Wanneer je dat werkgeheugen de hele tijd belast door te multitasken, dan is er geen plek meer vrij om de informatie die je wél wil opslaan een plek te geven.
“De oplossing ligt voor de hand: we moeten weer meer focustijd inplannen, waarin we enkel met werk of met studie bezig zijn.
“Dat wil niet zeggen dat je dan meteen de hele ochtend moet vrijmaken, ook met werkblokken van twintig tot vijfendertig minuten bereik je al veel.”
Regelmatig je sleutels verliezen, je bril kwijtraken of vergeten dat je het licht hebt laten branden, zijn dat ook tekenen van problemen met het geheugen?
“Dat zijn situaties die iedereen weleens meemaakt, maar ze wijzen zeker niet op een geheugenprobleem.
“Raak je vaak je spullen kwijt, dan is dat eerder een teken dat je op een verkeerde manier met je aandacht omspringt.
“We leggen onze spullen vaak onbewust ergens neer, terwijl we aan het telefoneren zijn of in ons hoofd een meeting voorbereiden. Daardoor komt die handeling niet in het werkgeheugen terecht, en wordt ze dus ook niet opgeslagen.
“Dat valt gelukkig vrij eenvoudig te voorkomen. Wanneer je je spullen weglegt, zou je eigenlijk in je hoofd moeten zeggen: ik leg mijn bril nu hiér neer. Je zou dat zelfs luidop kunnen uitspreken. De actie komt dan wél in het werkgeheugen terecht, en de kans dat je je bril later terugvindt is meteen veel groter.”
Het testing effect is ook een goede manier om nieuwe informatie beter te onthouden, schrijft u. Wat is dat precies?
“Het komt er in het kort op neer dat je jezelf vragen stelt wanneer je nieuwe informatie onder ogen krijgt.
“Stel: je hebt een artikel gelezen, vraag je dan nadien eens af wat er nu eigenlijk in dat stuk stond. Wat vond je er interessant of vernieuwend aan? Wie kwam er aan het woord?
“Door jezelf zo uit te dagen met de informatie die je net hebt opgenomen, iets wat weinig extra tijd of moeite kost, ga je de informatie automatisch beter opslaan.
“Het positieve effect daarvan op de werking van ons geheugen is uitgebreid onderzocht.
“Laat je mensen een stuk in de krant vier keer lezen, dan zullen ze zich er een maand later waarschijnlijk niet veel meer van herinneren.
“Laat je hen de tekst één keer lezen en er nadien kort over vertellen, dan weten ze er een maand later nog veel meer van dan de eerste groep. Niet eens een beetje meer, maar echt een stúk meer. De informatie gaat dan veel beter het langetermijngeheugen in.”
Kunnen ook studenten die veel informatie uit het hoofd moeten leren daar lessen uit trekken?
“Zeker wel. De leerstof gewoon met een fluostift te lijf gaan zal niet helpen om de materie beter te onthouden. Dat is een te passieve benadering, waarbij je te weinig delen van het geheugen activeert. Je moet actief met de informatie aan de slag.
“Heel wat mensen geloven dat met de hand schrijven je helpt om beter te onthouden, maar onderzoek toont aan dat de fysieke handeling van het schrijven eigenlijk niet zo’n groot effect heeft.
“Maar door te schrijven ben je natuurlijk wel bewuster bezig met de leerstof, en denk je er dieper over na. Dat is dan weer wel nuttig.
“Samenvattingen maken, of jezelf ondervragen met behulp van steekkaarten zijn allemaal goede studiestrategieën.”
Bestaat er zoiets als een fotografisch geheugen?
“Nee, of toch niet op de Hollywood-achtige manier die we er ons bij voorstellen. Er zijn wel verschillen in hoe sterk ons visuele geheugen is.
“Sommige mensen kunnen enkele minuten na het lezen van een tekst nog een relatief helder beeld van dat stuk oproepen, maar veel langer zal dat effect niet blijven hangen.
“Het beste bewijs daarvoor is geheugensport. Als er zoiets als een fotografisch geheugen bestond, dan zouden die mensen probleemloos alle andere kandidaten verslaan, en daar ook veel geld mee verdienen. Maar dat gebeurt nooit bij de grootste kampioenschappen.
“Niemand ter wereld kan met een sterk visueel geheugen alleen een cijfercombinatie van veertig getallen uit het hoofd leren. Daar heb je echt geheugentechnieken voor nodig.”
U kreeg zoiets wel voor elkaar, en kunt in een minuut tijd de volgorde van een kaartspel uit het hoofd leren. Hoe doet u zoiets?
“Dat doet iedereen in de geheugensport eigenlijk op dezelfde manier: met de techniek van het geheugenpaleis.
“Die methode houdt in dat je in een omgeving die je kent, zoals je woning, een aantal punten vastlegt die je in gedachten op een bepaalde volgorde kunt doorlopen.
“Je begint bijvoorbeeld in de inkomhal, wandelt dan in gedachten voorbij het fornuis en de kachel, enzovoort. Voor ik ook maar één speelkaart zie, weet ik precies welke 52 punten ik door mijn huis zal passeren.
“Vervolgens probeer ik voor elke speelkaart een beeld te bedenken. Een acht is bijvoorbeeld een sneeuwman, de hartenkoning is een arts, bij de harten vijf stel ik me een hand voor. En dan begint het.
“Ik probeer me beelden voor de geest te halen: dat er een sneeuwman voor de kachel staat, dat er een arts aan mijn keukentafel zit, en ga zo maar door.
“Omdat ik veel geoefend heb kan ik dat hele proces best snel doorlopen, al zijn er ook mensen die het ondertussen nog sneller kunnen dan ik.”
Is het zo dat we informatie beter opslaan als we die voor het slapengaan nog eens herhalen?
“Dat klopt, ja.
“In je slaap begint de informatieverwerking, en wordt informatie uit het werkgeheugen naar het langetermijngeheugen doorgeplaatst. Wat dus net voor de slaap passeert, heeft een grotere kans om in de slaap naar boven gehaald te worden.
“Beter dan de informatie te overlopen, is om er ook nog eens over na te denken. Het is tegelijkertijd wel een afweging die je moet maken.
“Als je vooral stress krijgt door voor het slapen nog met je presentatie of examen bezig te zijn, zul je waarschijnlijk minder goed slapen, en wordt de informatieverwerking onderbroken.
“Dat proces willen we ook niet te veel verstoren, want de kwaliteit van onze slaap is heel belangrijk voor ons geheugen.”
Zijn er nog factoren die een invloed hebben op ons geheugen?
“Het brein is natuurlijk gewoon een onderdeel van je lichaam, dus alles wat niet goed is voor het lichaam, is ook niet goed voor je hersenen.
“Roken, vetrijke voeding eten of alcohol drinken zijn allemaal niet goed voor ons brein. Drink ook zeker genoeg water, liefst anderhalve liter per dag.
“Als je veel moet studeren of een belangrijke presentatie moet geven, dan is het ook geen goed idee om op voorhand veel koolhydraatrijke voeding te eten. Om die te verwerken is er veel energie nodig, die dan niet naar de hersenen kan gaan.”
Kunnen mindfulness en meditatie ook de werking van ons geheugen verbeteren?
“Absoluut. Toen ik vroeger begon met geheugensport had ik daar niet zoveel aandacht voor, omdat het spirituele aspect ervan me niet zo aanstond. Maar ondertussen is er ook wetenschappelijk onderzoek gevoerd, en staat het gunstige effect ervan buiten kijf.
“Eigenlijk is het eenvoudig: met de manier waarop we vandaag werken en leven komen onze hersenen veel te weinig in de rustmodus terecht. Meditatie kan een manier zijn om het brein juist wél een reset te geven.
“Door even meer focus op je zintuiglijke input te leggen, zoals je ademhaling of omgevingsgeluiden, komt je brein in een ruststand terecht.
“In die toestand bouwt het weer vermogen op om daarna op volle kracht nieuwe informatie te verwerken.”
3 TIPS OM JE GEHEUGEN TE TRAINEN
- “Leg altijd een notitieboekje op je nachtkastje. Ideeën die ons te binnen schieten vlak voor we in slaap vallen worden vaak niet goed opgeslagen, omdat het brein dan minder goed nieuwe verbindingen aanmaakt.”
- “Ontmoet je iemand nieuw, probeer de naam van die persoon dan terloops in het gesprek te gebruiken. De kans is groter dat je hem dan onthoudt.”
- “Gebruik het testing effect in je voordeel, en stel jezelf vragen wanneer je nieuwe informatie hebt geleerd.”
Bron: De Morgen