Tijdens Free the Word! las Dikke Freddy een brief voor, gericht aan de voorzitter van PEN Vlaanderen Alicja Gescinska.
Aan Alicja Gescinska, voorzitster van de bond van de schrijvers die niet mogen zeggen wat ze willen.
Geachte mevrouw Gescinska,
Mijn naam is Freddy De Meester,
maar ik word, omdat ik graatmager ben, doorgaans Dikke Freddy genoemd.
Ik ben graatmager omdat ik,
door omstandigheden en door wat ik van mijn ouders heb geërfd, al heel mijn leven straatarm ben.
Ik heb in alle soorten asielen en gestichten verbleven. Ik heb geen diploma en geen rijbewijs.
Omdat ze beweren dat ik een kort lontje heb, gaan alle vrouwen bij mij lopen. Ik hou mij staande door uitkeringen en toevallige bijverdiensten.
Een van mijn bijverdiensten bestaat erin dat ik geregeld over mijn dagelijkse kloterij vertel tegen een schrijver die daarover stukken in de gazet schrijft.
Hij kort in ruil maandelijks mijn lopende rekening in café De Nieuwe Nachtegael met 40 euro af.
Hij beweert dat hij, omdat hij dat niet eerlijk zou vinden, zelf geen geld verdient met de stukken die hij over mij in de gazet schrijft.
Het kan zijn, maar tegelijk wordt hij wel bekend en beroemd dankzij mijn miserie.
Ik ben te weten gekomen dat het figuur in kwestie lid is van uw bond van schrijvers die niet mogen zeggen wat ze willen.
Het is daarom dat ik mij tot u richt.
Omdat de ‘brieven van Dikke Freddy’ gaan over de miserie waar ik alle dagen koppijn van heb, voel ik mij minstens voor de helft de schrijver ervan.
Maar ik mag niet zeggen wat ik wil.
Het figuur dat mijn brieven op papier zet, weigert de helft van mijn uitleg op te schrijven.
Als ik in mijn gehuurde kamer ’s nachts geen oog dicht doe omdat in de kamer naast de mijne zwarte mannen de hele nacht kabaal maken, weigert schrijvermans dat op te schrijven want dan zouden ze hem een racist noemen.
Ge zult zeggen, slaap dan overdag.
Wel dat gaat ook niet, want dan krijsen de madammen en bleiten de kinderen van die mannen zodanig dat horen en zien vergaan.
Maar ook dat wil schrijvermans niet opschrijven.
Dat mijn gat open en dicht gaat van de schrik wanneer ik, gelijk wanneer, in mijn buurt op straat loop: schrijvermans schrijft er niet over.
Hij heeft waarschijnlijk – hoewel hij er volgens mij nooit mee te maken krijgt, want in zijn straat hangen ze niet rond – zelf schrik van messentrekkende veertienjarige Marokkanen en van spierwitte heroïneverslaafde grootogen die toevallig geen heroïne voorhanden hebben.
Enfin, ik zou u nog tientallen voorbeelden kunnen opnoemen van zaken die een armoezaaier maagpijn bezorgen, maar waar niet over geschreven mag worden.
Ik verzeker u:
in de gazetten staat niet de helft van de waarheid.
Ik vind dan ook dat u de schrijver die zijn naam zet onder de ‘brieven van Dikke Freddy’ uit uw bond moet zetten.
Liever vandaag dan morgen.
En neem mij aan als lid.
U zal veel te weten komen.
Met de meeste hoogachting,
Dikke Freddy
Erik Vlaminck - Brieven van Dikke Freddy is een column van schrijver Erik Vlaminck.
Thuisbasis van de column is het webplatform Sociaal.net
Antwoord van Alicja
Lees ook
Klik op de hyperlinks en lees meer berichten
Brieven van Dikke Freddy - Alicja Gescinska
Bron: Free The Word!