Als ‘man die in woorden denkt’ was Cees Nooteboom een ogenblik jaloers op kunstenaar Giuseppe Penone. Want kunst sluit, als het goed is, nooit betekenissen uit.
Hans Cottyn – De Standaard
Waar schrijver Cees Nooteboom en beeldend kunstenaar Giuseppe Penone elkaar precies voor het eerst hebben ontmoet, is onduidelijk. Volgens de een was het in Stockholm, volgens de ander in Genève. Kan gebeuren met wereldreizigers.
Maar het is niet belangrijk, ze hadden elkaar overal kunnen ontmoeten en ze deden dat ook met en door hun werk.
Penone leerde Nooteboom later beter kennen via een Italiaanse vertaling van zijn gedichten.
Toen er in Museum Voorlinden in 2022 een overzichtstentoonstelling werd georganiseerd, vroeg de curator aan Nooteboom over de beelden van Penone te schrijven. Die tekst kwam in de catalogus bij de tentoonstelling terecht. Dat essay verschijnt nu apart als Bomen waarin stenen bloeien.
Penone (76) geldt als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Arte povera.
Hij groeide op in een ruige streek in Piemonte waar hij op een stuk beboste boerengrond van zijn vader zijn eerste stappen als kunstenaar zette. Zijn materiaal als beeldhouwer, in zijn eigen woorden: ‘de eenvoudigste en innigste onderdelen van het bestaan, of het nu gaat om geluiden, stenen, regen, bomen, mensen.’
Zijn werken grijpen in de natuur en de tijd in, onderzoeken mythische verbonden tussen landschappen en mensen. Bonken van beelden, knoestige beelden.
Nooteboom (90) kennen we als dichter, romancier en reisschrijver. In alle aspecten van zijn schrijverschap is hij ruim gelauwerd. Maar ook als essayist is Nooteboom boeiend en standvastig.
Zijn beschouwingen over kunst, fotografie en architectuur zijn gebundeld in Wat het oog je vertelt, en ook in deze mooie, intuïtieve, onbevangen, liefdevolle aftasting over het werk van Penone is kijken een avontuur.
Rolkeien
Stenen oefenen een grote aantrekkingskracht uit, dat weet het koppel dat vastzit in Turkije omdat ze er enkele in de koffer staken voor in de visbak.
Dat weet ook Ian McEwan, die in zijn eentje voor een rush zorgde op de rolkeien van Chesil Beach.
Bomen zijn even aantrekkelijk. Alleen neem je ze niet zomaar mee, of je moet Giuseppe Penone zijn, met een tractor, een kettingzaag en een poëtische blik.
Hierover gaat het werk van Penone: het ‘langzame veranderen van hout in een boom’.
‘De man die in woorden denkt is een ogenblik lang jaloers geweest op een man die hoog op een constellatie met een witte doek naar een boom mag zwaaien omdat hij daar iets mee van plan is’, schrijft Nooteboom.
Ja, hij heeft wel zijn stempel gedrukt op zijn stek op het eiland Menorca, waar hij al een halve eeuw een deel van het jaar woont en werkt.
Hij plantte er vijftig jaar geleden twee palmen. De twee vrienden waren toen al reuzen, want ‘we moesten diep bukken naar de grond.’
Ondertussen, na een lang en rijk leven, zijn die palmen volgroeid maar ook ziek. Een tuinman bouwde een staketsel om ze recht te houden, een Penone zonder het te weten.
Nu ruimt Nooteboom de gevallen bladeren en twijgjes op, als ‘de bediende van zijn vergankelijkheid’.
Talayots
Was ik Penone maar, voel je Nooteboom denken, kon ik ook maar in de weer zijn met bomen en rotsen en water, in plaats van me stil te moeten bezighouden met de abstracte vormeloosheid van woorden die alles willen zeggen, of waarvoor je woordenboeken nodig hebt om ze een beetje te begrijpen, als je er al in slaagt de juiste van de vier betekenissen te kiezen.
Nooteboom herhaalt het later, als hij noteert dat schrijven denken is zonder boom.
‘Daarom ben ik jaloers. Daarom kijk ik met meer dan normale begeerte naar al die gemaakte objecten. Het is verrukkelijk als wat je gedacht hebt de vorm van een ding kan aannemen, als je dat ding in een zaal kunt zetten, aanraken, zien.’
Penone is misschien, zo mijmert Nooteboom, een verre nazaat van de eerste Menorquinen die grote stenen bouwsels als bergen hebben nagelaten. Die zogenaamde talayots zijn grote raadsels.
We weten niets van die vroege stapelaars, dat ‘volk van Penones’, wat ze overlieten is even geheimzinnig als de bronzen boomstammen en de in het museum gerangschikte keperbalken die Penone een ‘herhaling van het woud’ heeft betiteld.
Kunst sluit, als het goed is, nooit betekenissen uit, loopt altijd een stap voor de oplossing uit.
De kunstenaar zoekt ergens op de schaal tussen het evenement en het universele een vrij moment van inzicht, ergens waar je de ander raakt, een heilig verbond.
Deze schrijver en kunstenaar hebben veel gemeen, waar ze elkaar ook ontmoeten.
Lees ook
- Connie Palmen
Over inspirerende vrouwen (en één man) - Tinneke Beeckman
Zelfkennis haal je niet uit een selfie - Jorn De Cock
Welke boeken leest u het best om te begrijpen wat in Israël gaande is - Stefan Hertmans en Arnon Grunberg
De essays - Ken jezelf door literatuur en filosofie
Dit zijn de beste non-fictieboeken van het moment
Bron: De Standaard