Jeroen Meus gaat op zoek naar de mensen die hem met troostende woorden en eigen getuigenissen door de eerste 365 dagen zonder broer hebben geholpen.
Aflevering 1
Jeroen spreekt een brief in voor zijn overleden broer
Op 21 augustus 2022, dag 233 zonder zijn broer, begint Jeroen aan zijn gesproken brief naar Wim.
Een familiefeest, de eerste schooldag, … elke dag houdt een herinnering aan Wim in zich.
Een briefje van de 91-jarige Maria zorgt voor een bijzondere reünie.
Jeroen bereidt samen met Ann het verjaardagsfeest ter ere van haar zoon Nathan voor.
Het is de eerste keer dat hij er zelf niet bij zal zijn.
Radiopresentator en comedian Iwein Segers verloor afgelopen zomer zijn oudere broer Lander, heel onverwacht, tijdens een wandeltocht naar Santiago de Compostela.
In een ontwapenend gesprek ontdekken Jeroen en Iwein hoezeer hun verhalen gelijklopen.
Dagen zonder broer
Benjamin Praet – Het Nieuwsblad
“Dat er ook ruimte is voor stilte, versterkt het programma alleen maar”
“Ik weet het niet”, zegt radiopresentator Iwein Segers wanneer Jeroen Meus vraagt hoe het gaat.
Segers verloor zijn broer Lander voorbije zomer toen een zonneslag hem tijdens een voettocht naar Compostella fataal werd. Plots, in een vingerknip.
De broer van Meus overleed goed een half jaar eerder, op de laatste dag van 2021.
Een brute apotheose van een bruut ziekteparcours, want kanker komt nooit beleefd aankloppen.
Maar hun streven is hetzelfde: de wereld opnieuw ineen puzzelen. Een mooi plaatje proberen leggen met een stukje minder.
Meus stelt het zo: “Wim was de zoon die elke ouder zich zou wensen. De coolste papa, de liefste man, de beste vriend.”
De dood baart superlatieven, keer op keer. Maar dat deert niet. Superlatieven zijn de brandstof van mooie herinneringen. En mooie herinneringen zijn het dichtste dat we bij onsterfelijkheid kunnen komen.
Ze maken bovendien komaf met de angst die sluimert in het verwerken: dat het zou samengaan met vergeten.
Rouwen moet je leren, weet Meus ook. Het bezoeken van de begraafplaats biedt daarom nog geen rust.
Hij vindt het “abstract”. Confronterend, ook.
En rouwen is ook hoogst individueel.
Hij is graag alleen met zijn gemis, terwijl dat voor Ann, die een jaar geleden haar zoon haar Nathan verloor en voor zijn verjaardag een festival organiseert, juist de slechtste momenten zijn.
Koeien melken
Toch zijn er strohalmen.
Er is een vage universele blauwdruk voor alle mensen: elk z’n eigen hel, maar wel voor iedereen de hel. Gelukkig heelt het tot op zekere hoogte als je het leed kunt benoemen.
Het programma maken loutert Meus, en met hem iedereen in een gelijkaardige situatie.
Dat in Dagen zonder broer ook ruimte is voor stilte – zelfs als twee mensen samen zijn – versterkt alleen maar.
Mooi is ook zijn visite bij Maria, een lieve negentigplusser die hij opzoekt in haar woonzorgcentrum. Ze heeft geen schrik voor de dood, maar vindt het leven tegelijk “nog altijd aangenaam”.
Maria verloor haar ouders en broer lang geleden, maar spreekt nog elke dag met hen. Zo zijn ze er nog, of toch een beetje. Wijsheden hoeven niet altijd in dikke boeken te staan.
Maria heeft nog dromen. Ze wil nog eens naar zee – “Onze zee, niet die van Holland” – en ze wil een koe melken.
Die kleine viering van het leven is aandoenlijk. Het zorgt er meteen voor dat in het programma te midden van alle verdriet hoop en warmte gloren.
Net zoals bij de schuif met rouwkaartjes die Meus opentrekt. Een schuif vol medeleven, vol empathie.
“Het beste wat in de mensen zit, zit hierin”, zegt hij.
Eigenlijk geldt de quote van Iwein Segers voor de hele uitzending: Dagen zonder broer is in essentie een verhaal van ‘niet weten’.
Maar door het tóch te vertellen, ben je alweer een stapje dichter bij de catharsis.
Dagen zonder broer
Sasha Van der Speeten – De Morgen
Wim Meus beschikte over een fantastische muzieksmaak
Wim Meus beschikte over een fantastische muzieksmaak. Zijn lievelingsnummers kronkelden door de eerste aflevering van Dagen zonder broer.
Jeroen Meus, uw en mijn favoriete televisiekok, worstelde er prachtig onbeschroomd met zijn rouwproces.
Wim, de broer uit de titel, ontviel hem een dik jaar geleden, getackeld door een schurftige, laffe kanker. Wat doe je dan met je verdriet?
Je smoort het met een zoektocht naar verlossing. In dit geval: een uitmuntend televisieprogramma.
Bij een resem lotgenoten zocht Jeroen houvast mits tedere, wankele interviews waar hij zich ietwat meewarig leek vast te klampen aan immer afbrokkelende restantjes moed, bungelend boven zijn imaginaire ravijn.
De gesprekken kerfden diep en nietsontziend. Een 91-jarige vrouw wier familieleden haar vroeg waren ontvallen, was dankbaar dat ze zo lang mocht leven.
De moeder en de broer van een jongeman die bruut uit het leven werd weggerukt, organiseerden een minifestivalletje te zijner nagedachtenis. Aldaar schonken ze zijn kleren weg aan de bezoekers die er meteen een morzeltje ziel cadeau bij kregen.
“There’s always the sun”, zongen The Stranglers in de achtergrond, “always, always, always the sun.”
Bij de radiopresentator Iwein Segers vond Jeroen Meus een spiegel voor zijn verdriet.
Segers’ broer Lander stierf vorige zomer onverwacht tijdens een wandeltocht naar Compostella.
Op het terras achter Landers leegstaande huis deelden de mannen wanhoop en vertwijfeling bij een lege asbak en een droge koffiekop.
Toen ze een zucht later door een bos slenterden, weerklonk ‘Hot Scary Summer’ van Villagers en de mannen zongen mee.
“Mijn soundtrack van de zomer”, aldus Segers, “da’s echt het nummer dat alles kapotmaakt… allee… dat mij breekt.”
Villagers was niet toevallig een van de favoriete bands van Wim Meus, zo bleek, en dus ook van Jeroen.
DICTAFOON
We zagen Jeroen ook bij het graf van zijn broer waar hij hun bloedband een privilege noemde.
“Het zou tof zijn als ge af en toe eens iets kon terugzeggen”, mompelde hij met doorzeefde stem in de dictafoonberichtjes aan Wim die in dit programma als voice-over dienden.
Noem het therapie. Thuis bij het afwassen spatte hij per ongeluk een aantal druppels over Wims doodsprentje.
“I’ve been looking so long at these pictures of you”, zong Robert Smith van The Cure.
“That I almost believe that they’re real / I’ve been living so long with my pictures of you / That I almost believe that the pictures are all I can feel.”
Pfoei! We zullen onszelf moed indrinken voor afleveringen 2 en 3. Met Villagers op repeat.
“It’s our dearest ally, it’s our closest friend / It’s our darkest blackout, it’s our final end / My dear sweet nothing, let’s start anew / From here on in it’s just me and you.”
Dagen zonder broer, iedere woensdag om 20.45 uur op Eén en op VRT MAX.
Dagen zonder broer
Lieve Van de Velde – De Standaard
Pijn voor beginners
‘’t Is paella. Ik ga er een feest van maken, Wikke.’
Op 21 augustus, 233 dagen nadat Wim Meus de strijd tegen darmkanker heeft verloren, spreekt broer Jeroen die woorden in op zijn dictafoon.
Hij doet het vaak. Dingen vertellen alsof zijn broer nog meeluistert aan de andere kant. Die bandjes beluistert hij dan weer opnieuw in de auto, en dat doet hem goed. Het is zijn manier om te rouwen en te verwerken, bekent hij. Hij weet niet of het de beste manier is, maar het helpt hem.
Over rouwen zijn boeken geschreven, artikels neergepend, slimme woorden gezegd. Over hoe een mens van ontkenning naar woede, depressie en aanvaarding gaat, met nog een paar wetenschappelijke gefundeerde fasen onderweg.
Maar hoe dat dan écht gaat, hoe dat voelt en hoe je daarmee omgaat, dat moet een mens maar zelf uitzoeken wanneer het zo ver is. ‘Sterkte’, hoor je, en voilà, het leven gaat door.
Enter Jeroen Meus.
De man die Vlaanderen leerde koken, leert Vlaanderen nu dat rouwen niet zo simpel is.
De dood van zijn broer Wim blies Meus het voorbije jaar omver. In een driedelige reeks probeert hij te vatten hoe je zoiets verwerkt. Niet door te praten met experts, wel door met lotgenoten af te tasten wat zij, en hijzelf, doormaken.
Het is een riskant uitgangspunt, net omdat het snel kan ontaarden in oeverloze zakdoeken televisie.
Maar kijk, geen tearjerker, wel een eerlijke verkenning van wat dat dan precies is, dat rouwen. Niet dat er geen ontroerende scènes in zitten.
Neem nu Meus die bij het graf van zijn broer op een stoel zit, als was hij Ricky Gervais in After life, en vertelt hoe zo’n graf hem niet de verlangde rust brengt, maar enkel de harde confrontatie met het feit dat zijn broer echt weg is.
Of Meus die bij Iwein Segers op het terrasje ontdekt dat er nog een asbak en een lege kop koffie staan van diens broer Lander, die vorige zomer onverwachts overleed tijdens de tocht naar Compostella.
Mooi ook hoe Segers en Meus als twee verweesde broers bij elkaar aftoetsen wat ze voelen, en wat helpt om de pijn wat te verdoven.
Of Meus die de moeder van de plots gestorven Nathan helpt met het sorteren van kleren van haar zoon, en de mix van onhandigheid en verbondenheid daarbij.
Even beklijvend: hoe Meus met de negentigjarige Maria, tien jaar geleden een hartveroverend personage in zijn reportagereeks Goed volk, discussieert over de vraag of verwerken wel oké is, want of je dan niet ook vergeet.
Die gesprekken smeden de connectie tussen hem en elke kijker die de pijn van het rouwen (her)kent. Daar zit net de kracht van het programma.
Want ook al lijkt het vooral louterend en therapeutisch voor Meus zelf, het wordt breed genoeg opengetrokken om ver voorbij het navelstaarderige ikje te landen en een universeel menselijk verhaal neer te zetten, een noodzakelijk verhaal.
Bron: VRT Max