De Gedachte – Zuhal Demir beschaamt niet alleen zichzelf, maar ook Bart De Wever en Matthias Diependaele

Zuhal Demir heeft net de eed afgelegd als minister van Onderwijs, op 30 september. Beeld Eva Beeusaert - Belga

Zuhal Demir kondigde aan dat ze graag haar gloednieuwe ministerpost inruilt voor die van burgemeester in Genk. ‘Het is nog nooit gebeurd dat een minister in de week van de eedaflegging meldt dat ze de boel in de steek wil laten’, schrijft hoofdcommentator Bart Eeckhout.

Bart EeckhoutDe Morgen


Toen kersvers minister van Onderwijs en Werk Zuhal Demir (N-VA) verklapte dat ze meteen weer ontslag neemt uit de Vlaamse regering als de kiezer in Genk haar de kans geeft om burgemeester te worden, hadden de moppentappers van de sociale media hun grap snel klaar. Het was vaak een variant van dezelfde mop: misschien moeten we de Genkenaars een steuntje in de rug geven om het goede te doen.

Alle grapjasserij terzijde is het engagement van minister Demir wel redelijk gênant.

Een blik op de cijfers leert dat het alleszins geen ijle belofte is. Zes jaar geleden, bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen, zat de toen nog veel minder bekende Demir cd&v-burgemeester Wim Dries al op de hielen, en in juni was de N-VA-lijst in Genk groter dan die van de christendemocraten.

Het is dus goed mogelijk dat mevrouw Demir de daad bij het woord zal moeten voegen.

Het is al eerder gebeurd dat ministers een portefeuille ruilen in een andere regering. Het is al gebeurd dat burgemeesters het gemeentehuis verlaten om minister te worden. En het is zelfs al eerder gebeurd dat ministers de regering verlaten om burgemeester te worden – Louis Tobback deed het dertig jaar geleden in Leuven.

Maar wat nog nooit – werkelijk nog nooit – is gebeurd, is dat een minister in de week van de eedaflegging koudweg meldt dat ze het plan opvat om de boel in de steek te laten.

Met dit manoeuvre beschaamt Zuhal Demir niet alleen zichzelf maar ook haar partijleider, Bart De Wever en haar minister-president Matthias Diependaele.

Nog maar enkele dagen geleden werd ons, brave burgers, het verhaal opgelepeld dat Demir zelf, meteen na de verkiezingen, de post van Onderwijs opgeëist had bij haar voorzitter. Die stevige bevoegdheid moest haar klim in de partijrangorde weerspiegelen.

Zuhal Demir had kortom zin in een ‘toffe post’, om de vroegere woorden van haar regeringscollega Caroline Gennez (Vooruit) nog eens te gebruiken. Tot ze, vijf dagen na de eedaflegging, blijkbaar geen zin meer had, of meer zin in weer eens wat anders.

We kunnen discussiëren over de plannen van de regering-Diependaele met onderwijs. Maar er valt niet te discussiëren over het belang van onderwijsbeleid.

Dat uitgerekend de minister die het vertrouwen krijgt om die cruciale, zware verantwoordelijkheid op te nemen na één schoolweekje komt vertellen dat een burgemeesterssjerp ook wel leuk is, is ronduit destructief voor goed bestuur.

Zelfs als Demir uiteindelijk toch blijft zitten, weten haar gesprekspartners dat de minister ook andere plannen heeft.

Natuurlijk is dit schadelijk voor het al tanende vertrouwen in de politiek. Dat groeiend wantrouwen zal zich niet meteen uiten in afkeuring voor mevrouw Demir zelf. Zo een-op-een werkt dat niet altijd. Zij zal de voorkeurstemmen wel blijven binnenrijven.

Maar daaronder groeit een dieper cynisme en onbehagen over politiek als een spectaculair spiegelpaleis, waarin politici in eerste instantie aan de eigen loopbaan denken.

Het wordt steeds moeilijker om die kritiek te ontzenuwen. Want hoe kun je respect afdwingen voor de politiek als politici er zelf geen respect voor hebben.


Zuhal Demir heeft net de eed afgelegd als minister van Onderwijs, op 30 september. Beeld Eva Beeusaert - Belga
Zuhal Demir heeft net de eed afgelegd als minister van Onderwijs, op 30 september.
Beeld Eva Beeusaert – Belga

Lees ook


Bron: De Morgen

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven