Paul Jambers’ docu BDW politiek beest is een masterclass in journalistiek, schrijft Tom Naegels. Ze leert dat het écht niet nodig is om een politicus tien jaar lang te volgen.
Tom Naegels – De Standaard
Het is duidelijk bedoeld als het hart van de film, de kern, de goudader die wordt opengelegd na tien jaar graven.
“Een zeer goeie vondst, Paul”, complimenteert Bart De Wever er Paul Jambers zelf mee, in diens documentaire BDW politiek beest, die sinds woensdag in de bioscoopzalen (!) draait.
“Een zeer goede vondst. Da’s wellicht de beste definitie van een politiek beest: iemand die zijn geluk vindt in het nastreven van macht. Ik denk dat ge er niet dichter bij kunt komen.”
Jambers was er trots op.
“Hebt u dát een politicus ooit horen zeggen?”, begint het interview met hem in deze krant (DS 9 november).
“‘Geef me macht, het maakt me gelukkig.’ Welke politicus durft dat te zeggen? Het is dé quote van mijn film.”
Goh, niet om vervelend te doen, maar ik heb dat een politicus wel degelijk al ooit horen zeggen.
Bart De Wever namelijk, in het boek De ware De Wever, uit 2012, van toenmalig De Morgen-journalist Kristof Windels.
Die had destijds negen maanden in De Wevers kielzog mogen varen, voor een fly-on-the-wallreportage in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen.
In de inleiding al vertelt Windels over het openingscollege politicologie van professor Carl Devos (UGent), waar De Wever de vraag krijgt: “Waarover gaan deze verkiezingen?”
Daarop antwoordt hij: “Over het verwerven van macht. Daar gaat het uiteindelijk over: macht. Ik doe mee, omdat ik graag macht zou hebben.”
En Windels voegt daaraan toe: “In twee minuten tijd sprak De Wever zo liefst acht keer het woord ‘macht’ uit. Daar draaide het in al die belangrijke maanden dus om.”
Het is zo’n uitspraak die tegelijk zwanger is van betekenis, en compleet banaal. Een politicus wil macht – ja, duh.
Je kon de teleurstelling over Jambers’ film van de recensies scheppen als schuim van afvalwater.
Het is dan ook bijna niet te geloven dat je een toppoliticus tien jaar lang mag volgen, en dat je maar met dit terugkeert.
Ten dele heeft dat te maken met de onbegrijpelijke keuze om het verhaal toe te spitsen op de laatste twee verkiezingen, die zo recent zijn, en zodanig gemediatiseerd waren dat ieders brein er nog van verzadigd is.
Het jaaroverzicht valt vroeg dit jaar, dacht ik.
En ook: het is niet omdat jìj 79 bent, Jambers, dat ìk me het afgelopen halfjaar niet meer herinner.
Wanhopen
Het heeft ook te maken met De Wever, die weliswaar de indruk wekt dat hij zich niet gemakkelijk blootgeeft, maar die dat verbazingwekkend vaak wel doet.
Wie de N-VA-voorzitter wil horen reflecteren over wat het betekent om ‘een politiek beest’ te zijn, of wanhopen over wat er hem nog rest als zijn carrière ooit ophoudt, of wie hem onnozele sloffen wil zien dragen en iets huiselijks doen met vrouw en kinderen, die kan net zo goed terecht bij BDW – niet die van Jambers, sorry voor de verwarring, maar de gelijknamige (en veel betere) fly-on-the-walldocumentaire van Petra De Pauw, die in 2021 op de VRT uitgezonden werd en nog steeds op Youtube te bekijken is.
Of bij het drie kwartier durende interview met Eric Goens in Het conclaaf, dat eveneens op Youtube staat.
De belangrijkste journalistieke les die je uit Jambers’ film kunt leren, is dan ook: of je een politicus nu tien jaar volgt, of één jaar, of je doet één goed voorbereid lang interview, dat geeft hetzelfde resultaat.
En dat leert ons dan weer iets over het hele genre van de fly-on-the-wall reportage.
Ik snap de aantrekkingskracht ervan, zowel bij makers als bij het publiek. Het heeft iets machoachtigs: acht maanden in het kielzog! Een jaar! Tien jaar!
Het speelt in op de dichotomie tussen schijn en realiteit: we gaan ervan uit dat beroemdheden ons een masker voorhouden, maar dat dat wegvalt als je, zoals een antropoloog die bij een ander volk gaat wonen, maar lang genoeg in hun buurt blijft.
En er zijn schitterende voorbeelden van:
- In bed with Madonna (1991), over het pop-icoon op het toppunt van haar roem
- Some kind of monster (2004), over de mentale breakdown binnen Metallica
- Weiner (2016), over de door seksschandalen geplaagde New Yorkse politicus Anthony Weiner.
Ze overstijgen hun onderwerp en zouden nooit gemaakt kunnen zijn zonder die immersieve methode.
Warroom
Maar de streamingplatformen barsten ook van de documentaires waarin politici, zangers of sportfiguren achter de schermen precies doen wat je verwacht dat ze daar doen.
We hebben Taylor Swift een jaar gevolgd en kijk: ze maakt grapjes met haar muzikanten.
Jambers klopt zich op de borst dat hij erbij mocht zijn “in de warroom” en ik vind dat ook cool klinken – zo cool dat ik mijn kantoor, waar ik deze column schrijf, “de warroom” heb genoemd.
Maar u moet er eens op letten als u naar BDW gaat kijken: uit die warroom komen enkel sfeerbeelden.
Er is geen enkele registratie van een vergadering die een wezenlijke inkijk geeft in hoe macht verworven of gebruikt wordt – wat dan toch het onderwerp van dit portret zou moeten zijn.
Dus:
- Ofwel mocht Jambers bij die vergaderingen niet aanwezig zijn.
- Ofwel pakten ze niet goed op beeld.
- Ofwel staan er achter de schermen weer andere schermen, en openbaart macht zich elders, op een andere manier.
Uiteindelijk is de fundamentele vraag die elke journalist, schrijver, historicus, podcaster, documentairemaker of andere verteller die op zoek is naar een waarheid, zichzelf moet stellen:
Wat wil ik blootleggen dat een ander nog niet heeft getoond?
En pas dan: Welke methoden helpen mij daarbij?
Het probleem van de fly-on-thewalltechniek is dat die de volgorde omdraait.
De methode wordt alles. En die is zo tijds- en arbeidsintensief, dat je je het niet meer kunt permitteren om aan jezelf toe te geven: shit, hier heb ik nu tien jaar ingestoken, maar het levert niets op.
Lees ook
Klik op de hyperlink en lees meer berichten
Bron: De Standaard