De Machtwacht – ’t Zijn zotten die werken niet meer laten lonen

Wie werkt, moet dat voelen. Wie niet werkt ook. © Fred Debrock/id

Er tekent zich een politieke consensus af dat werken meer moet lonen. Achter die slogan schuilen soms wel heel andere ideeën.

Jan-Frederik Abbeloos – De Standaard


Het staat letterlijk in de programma’s van zowel de N-VA, Open VLD als de MR: het verschil tussen werken en niet werken moet minstens 500 euro per maand bedragen.

In een interview met De Zondag noemde ook Vooruit-voorzitter Melissa Depraetere dat bedrag “een mooi streefcijfer”.

En zonder specifieke bedragen te noemen, is het credo “werken moet lonen” vaste prik bij alle andere partijen. 

“Het verschil tussen niet werken en werken moet groot ­genoeg zijn om zo de stimulans om aan de slag te gaan te versterken”, vat het programma van CD&V zowat de politieke consensus van 2024 samen.

Het doet denken aan de campagne van 2019, toen een hoger minimumpensioen dé belofte was die overal terugkwam.

Het streefcijfer was toen 1.500 euro.

Dat was destijds geboren uit brede verontwaardiging over de lage uitkeringen die niet zelden onder de armoedegrens bengelden, ook voor mensen die er hun hele loopbaan voor gewerkt hadden.

Allemaal werden ze gevoelig opgetrokken onder Vivaldi, soms tot 12 procent boven op de index. En met succes, onder meer het minimumpensioen ligt nu hoger dan het bestaansminimum.

Vandaag speelt een omgekeerde bezorgdheid, namelijk dat al die hogere uitkeringen het onvoldoende aantrekkelijk maken om een baan aan te nemen, ondanks de hogere minimum lonen.

Met alle gevolgen van dien voor de te lage werkzaamheidsgraad en misgelopen inkomsten voor de noodlijdende schatkist.

“De echte ongelijkheid is dat er mensen zijn die gaan werken en minder overhouden dan mensen die niet gaan werken”, stelde premier Alexander De Croo (Open VLD) zelfs vast tijdens zijn 1 meitoespraak vorig jaar.

Dat was een opmerkelijke bekentenis van de regeringsleider over de effecten van zijn beleid. De N-VA kopt die voorzet vanuit de oppositie sindsdien vlot binnen.

Wie het volledige leefloon voor een alleenstaande met kinderen – 1.741,29 euro – vergelijkt met het (bruto) minimumloon – 2.029,88 euro – moet effectief vaststellen dat het verschil tussen de twee onder Vivaldi zo’n honderd euro kleiner is geworden, tot 289 euro.

Werkloosheidsval staat open

Het vergelijken van dergelijke statuten is erg lastig, en het beeld wordt verder vertroebeld door de sociale voordelen die horen bij een uitkering – denk aan het sociaal energietarief – versus de alternatieve verloningen die (sommige) loontrekkenden genieten – denk aan maaltijdcheques of een hospitalisatie verzekering.

Maar dat de werkloosheidsval nogal wijd openstaat, kan niet ontkend worden. Wie als werkloze alleenstaande in België een baan aanneemt tegen een laag loon, ziet zijn inkomen door de band genomen met nog geen 6 procent toenemen, leren de recentste cijfers van Eurostat voor 2023.

94,4 procent van de “winst” door te gaan werken wordt wegbelast of verdampt door het wegvallen van sociale voordelen. Dat is zo goed als een Europees record, het gemiddelde in de EU ligt op 76,4 procent.

Die grote werkloosheidsval is een oud zeer waarmee België al lang sukkelt, maar onder de Zweedse regering-Michel werd ze wel wat kleiner volgens Eurostat, onder Vivaldi groeide ze opnieuw.

Van koopkrachtwet …

Hoe dat nu aan te pakken? Het is op dit punt dat de schijnbare consensus in de politiek uitmondt in een helder ideologisch conflict. Want het verschil tussen werken en niet werken groter maken kan op allerlei manieren.

Zo kun je óf de uitkeringen temperen óf werken beter verlonen.

Bij de tweede keuze rest de vraag wie de factuur betaalt: óf de werkgever via hogere brutolonen, óf de overheid via lagere belastingen en dus hogere nettolonen.

De meeste partijen werken weliswaar op verschillende van deze assen, maar de prioriteiten zijn helder.

Voor Vooruit zijn hogere minimumlonen zelfs “prioriteit nummer één”, aldus Depraetere op 1 mei.

De loonnorm moet een “koopkrachtwet” worden, die makkelijker opslag boven op de index toelaat.

Het weekend ervoor had ze een fiscale hervorming ook al “de absolute prioriteit” genoemd.

Maar ook die moet de lasten op arbeid verlagen en verschuiven naar vermogen, “want het geld moet van ergens komen”. Van de rijken en de bedrijven dus, niet door te beknibbelen op de uitkeringen.

Bij Groen valt eenzelfde boodschap te horen, bij PVDA uiteraard ook.

… naar uitkeringsnorm

Bij de andere partijen ziet het plaatje er toch anders uit. Zeker op rechts wordt er ook naar de uitkeringen gekeken en hun sterke groei van de voorbije jaren.

Zo stelt de N-VA bijvoorbeeld voor om de hoogte van het leefloon en de werkloosheidsvergoeding “enkele jaren” te blokkeren. Nadien moet een “uitkeringsnorm” verhinderen dat ze nog sneller kunnen stijgen dan de laagste lonen.

Ook de MR en CD&V huldigen dat principe in hun programma. CD&V en Open VLD willen sociale voordelen ook niet langer koppelen aan een statuut, maar aan het niveau van het inkomen. Zo kunnen ze geleidelijker uitdoven.

Maar bovenal willen al deze partijen een forse verlaging van de belastingen, via het verhogen van de belastingvrije som, het verlagen van de belastingtarieven, een uitgebreidere werkbonus, et cetera.

De N-VA legde daarover deze week een plan op tafel dat de belastingen met 2,1 miljard verlaagt. De kosten daarvan worden, samen met die voor de sanering van de begroting en de meeruitgaven voor defensie, verhaald op de overheid maar bovenal op de sociale zekerheid, waar de uitgaven minder snel mogen groeien dan vandaag, de werkloosheid beperkt wordt in de tijd en de uitkeringen dus tijdelijk geplafonneerd worden.

Het pakket werd eerder door de partij al expliciet geduid als een transfer van passieven naar actieven, tegenover de transfer op links voor hogere inkomens en vermogenden naar de lagere inkomens.

Typerend: voor de N-VA en CD&V moet de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid geschrapt worden. Voor Vooruit moet deze belasting daarentegen stijgen voor de hoogste lonen, zodat die voor de laagste lonen kan worden geschrapt.

Dergelijke verschillen hebben het voordeel van de duidelijkheid voor de kiezers, die straks dus in essentie een keuze maken tussen verschillende financieringsbronnen van het extra loon onderaan de inkomensladder.

Opvallend daarbij nog is dat geen enkele partij lagere belastingen op het loon wil verhalen op de loontrekkenden zelf via een hogere btw.

Alle partijen wezen een regelrechte broekzak-vestzakoperatie af in De Stemtest.

Ook daarover kan het debat na de verkiezingen dus kort zijn.


Wie werkt, moet dat voelen. Wie niet werkt ook. © Fred Debrock/id
Wie werkt, moet dat voelen. Wie niet werkt ook. © Fred Debrock/id

Lees ook

Klik op de hyperlink en ontdek meer berichten van

De Machtwacht


Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven