Het Reuzegom-proces was nog geen halve dag bezig, of de vragen kwamen al binnen: waarom noemt De Standaard de beklaagden niet bij naam?
Het is een vraag die opduikt bij elk spraakmakend proces: in welke mate identificeert de krant de verdachten? Lezers van deze krant weten dat De Standaard zich daarin steeds terughoudend opstelt. Tot aan de veroordeling geldt het vermoeden van onschuld. Verdachten worden daarom in principe hoogstens gedeeltelijk geïdentificeerd, met hun voornaam en de eerste letter van hun familienaam.
Alleen als het om publieke figuren gaat, wordt van die regel afgeweken. Of, uitzonderlijk, als het belachelijk wordt om de naam niét te noemen voor het proces begint. Dat zou, bijvoorbeeld, het geval geweest zijn als de krant Dutroux tot aan zijn proces Marc D. was blijven noemen.
De redactie beoordeelt elk geval op zich. Telkens weer moet het recht op privacy van de verdachte afgewogen worden tegen het recht op informatie van de lezer.
Toen deze krant uit Het Nieuwsblad een reconstructie overnam van het doopritueel dat Sanda Dia het leven kostte, benoemde ze de achttien aanwezige Reuzegommers met de bijnamen die ze voor elkaar gebruikten binnen hun studentenclubje. Dat maakte de lectuur van het artikel gemakkelijker dan mochten er alleen initialen gebruikt zijn, en het was voor buitenstaanders even anoniem.
De krant kreeg toen al kritische vragen over die anonimiteit. Ze zou de verdachten, die allemaal uit de ‘betere’ milieus in het Antwerpse kwamen, daarmee de hand boven het hoofd hebben willen houden. Daar was natuurlijk niets van aan. De redactie hanteerde gewoon dezelfde basisregel als in andere gevallen.
Toch doken bij de start van het proces gisteren al meteen dezelfde vragen op. Want ook nu werden de Reuzegommers alleen met hun bijnamen en de initialen van hun voor- en achternaam geïdentificeerd.
‘Is dat gebruikelijk?’, mailde een lezer naar de redactrice die het proces volgt. Bijna op hetzelfde moment kreeg ik van een andere lezer dezelfde vraag in mijn mailbox. Normaal wordt, wanneer het proces begint, de naam van de verdachten wel genoemd, merkte hij op.
Natuurlijk houdt de krant de Reuzegommers geen hand boven het hoofd
Karin De Ruyter
Dat is inderdaad zo. Processen zijn in principe openbaar, dan wordt de identiteit van de beklaagde(n) automatisch bekend. Alle Reuzegommers waren gisteren ook aanwezig op het proces. Had het dan nog zin om hun gezichten op de al vaak gebruikte groepsfoto van de studentenclub onherkenbaar te maken?
Ook hier koos de redactie er bewust voor om de zaak zo aan te pakken. ‘Dit is een bijzonder ingewikkelde zaak’, zegt de eindredacteur-factchecker van De Standaard, die zelf lang gerechtelijk verslaggever is geweest en die mee de deontologische krijtlijnen van de krant uitzet.
‘De rechters moeten afwegen wat de individuele strafrechtelijke verantwoordelijkheid is van ieder van de achttien verdachten.’
Zij staan voor de correctionele rechtbank terecht voor het toedienen van schadelijke stoffen, mensonterende behandeling, onopzettelijke doding en schuldig verzuim. In principe riskeren ze daarvoor tot vijftien jaar cel. Maar ze worden heel waarschijnlijk niet allemaal veroordeeld voor elk van die beschuldigingen. Misschien worden sommigen, die er alleen maar bij stonden en ernaar keken, veroordeeld wegens schuldig verzuim. Het is zelfs niet ondenkbaar dat sommigen vrijgesproken worden.
‘Zolang er geen uitspraak is, kiezen we er dus voor om hun identiteit niet vrij te geven’, aldus de factchecker. ‘Na de uitspraak kunnen we dat eventueel wel doen, voor degenen van wie de rechters geoordeeld hebben dat ze een grote verantwoordelijkheid droegen. Dat zullen we dan bekijken. Maar we zullen zeker niet de identiteit bekendmaken van verdachten die de gunst van de opschorting kregen of die zijn vrijgesproken’.
Een gerechtelijk verslaggever van de krant wijst er ook op dat er op sociale media al een soort heksenjacht ontketend werd tegen de verdachten, toen de gruwelijke details van het doopritueel aan het licht kwamen.
‘Moeten we daar nog eens aan meedoen door ook hun namen te grabbel te gooien in de krant?’, vraagt hij.
Als ik zie hoe hoog de emoties op sociale media vrijdag alweer opliepen nadat VTM Nieuws de beelden van de doop donderdagavond had uitgezonden, kan ik dat argument alleen maar onderschrijven. Het gaat er op sociale media al ruig genoeg aan toe, klassieke media moeten de gemoederen niet nog meer opruien. En al helemaal niet als dat vooral ten koste gaat van de nabestaanden van het slachtoffer.
Minstens even doorslaggevend vind ik de overweging dat sommige verdachten mogelijk vrijgesproken zullen worden of maar heel lichte straffen zullen krijgen. De deontologische code van de Raad voor de Journalistiek wijst erop dat journalisten in gerechtelijke verslaggeving ook rekening moeten houden met de kansen op herintegratie van veroordeelden.
Wel vind ik het nog altijd niet zo’n goed idee om in de verslaggeving de bijnamen van de verdachten te blijven gebruiken. Waarom hen niet gedeeltelijk identificeren met hun voornaam en het initiaal van hun familienaam, zoals de krant het ook doet in andere zaken?
De Reuzegommers hoeven niet voor de wolven gegooid te worden voor ze veroordeeld zijn. Maar we moeten ook niet de indruk wekken dat het hier een onschuldig clubje pubers betreft dat per ongeluk wat te ver ging. Sommigen van hen waren op het moment van de feiten de twintig al een eindje voorbij.
De ombudsvrouw houdt de redactie van De Standaard wekelijks een spiegel voor.
Lees ook
Bron: De Stadaard