Geert Schelkens hekelt de achterhaalde visie op bereikbaarheid van de stad Antwerpen. Het is nog steeds te makkelijk om het centrum binnen te rijden met een auto.
Geert Schelkens – De Standaard
Twee jonge zussen werden vorige week, op de eerste stralende ochtend sinds lang, in het centrum van Antwerpen gegrepen door een vrachtwagen. Ze overleden ter plaatse. Ze hebben amper geleefd. Een trauma voor hun ouders, familie, de joodse gemeenschap, de buurt en de bestuurder van de vrachtwagen.
Het ongeluk gebeurde aan een kruispunt dat sinds kort niet langer conflictvrij was. De discussie die daarop volgde, kende een vreemd en teleurstellend verloop met alleen maar verliezers.
Hoe de beslissingen over het kruispunt genomen zijn, zullen we wellicht nooit weten. Wat wel duidelijk was, is dat verkeersdoorstroming een doorslaggevend argument was voor schepen van Mobilitieit Koen Kennis (N-VA).
Daarmee komen we bij de kern van dit drama. De stad Antwerpen kreunt onder de aanhoudende verkeersdruk van gemotoriseerd verkeer in haar binnenstad.
Conflicten tussen gemotoriseerd verkeer en zwakke weggebruikers zijn een gevolg van enkele parameters, zoals het volume van het verkeer en de inrichting van de openbare wegen.
Verkeersriolen
Een van de pijnpunten in Antwerpen is dat het nog steeds te makkelijk is om de stad binnen te rijden met een auto.
Invalswegen zoals de Plantin Moretuslei, Mechelsesteenweg en Turnhoutsebaan blijven helaas grote verkeersriolen waarlangs je het centrum probleemloos kunt bereiken. Wie in die straten woont, betaalt daar een hoge prijs voor: geluidshinder, gevaar en luchtverontreiniging.
Ondanks de herinrichting van de Leien is het nog steeds mogelijk de stad diagonaal te doorkruisen via het drukke kruispunt aan de Meirbrug. Het is hallucinant te zien hoe een massa verkeer de stroom winkelende klanten aan de Meir kan kruisen.
Welke middelgrote Europese stad heeft nog zo’n conflictzone in haar topwinkelstraat?
Ook de aanhoudende verkeersstroom langs de Scheldekaaien blijft de binnenstad afsnijden van de stroom waaraan ze haar bestaan dankt en waarmee ze weer verbinding zoekt.
Het is hallucinant hoe een massa verkeer de stroom winkelende klanten aan de Meir kan kruisen
Het stadsbestuur dient vooral de belangen van inwoners uit de tweede gordel van randgemeenten, van Kapellen over Schilde tot Aartselaar.
Dat zijn welvarende gemeenten met een groot aandeel vrijstaande woningen in een groene zone, het ideaal van de jaren zeventig dat mee aan de basis lag van de stadsvlucht in de vorige eeuw. Werken, uitgaan en winkelen doen ze in de stad, wat verplaatsingen genereert.
Steden zoals Bordeaux en Straatsburg bewijzen dat het anders kan. Ze zijn qua grootte vergelijkbaar en hebben eveneens een grote historische binnenstad.
Jaren geleden al hebben ze een ambitieus verkeersplan uitgewerkt met een verkeersluw centrum, grote randparkings en een openbaar vervoer met moderne trams, een hoge frequentie en nachtritten.
Het is heerlijk in die steden te vertoeven en te ervaren hoe een stad in de 21ste eeuw kan herleven.
In Antwerpen wordt het openbaar vervoer net afgebouwd, is het materieel verouderd, worden buslijnen ingekort en is er de intentie om tramlijnen stop te zetten. De systematische besparingen bij De Lijn hebben zichtbare gevolgen.
Parkeerplaatsen opofferen
Ook de vele parkeerplaatsen in de stad zijn een pijnpunt. Antwerpenaren zeggen graag ‘Antwerpen is ’t stad en de rest is parking’.
Ik vrees dat het eerder omgekeerd is. In de buurt van de Groenplaats, een van de voornaamste historische pleinen, bevinden zich talloze publieke en private parkings.
De stad plant bij de aanleg van het Steenplein aan de Schelde ook een nieuwe ondergrondse parking. Zo blijft het historisch centrum massaal veel autoverkeer aanzuigen. De stad moet dat externe verkeer valabele alternatieve bieden aan de stadsrand.
Het parkeerprobleem treft ook de inwoners van de stad. Bij de plannen voor de heraanleg van een plein in Borgerhout is de wijk zelf vragende partij om meer groen aan te planten en daarvoor parkeerplaatsen op te offeren. Mensen zijn zelfs bereid over te stappen op een deelauto om de parkeerdruk te verminderen.
Toch wil de stad in haar ontwerp geen parkeerplaatsen schrappen. Een andere visie op het parkeerbeleid dringt zich op.
Dat een duidelijke visie op verkeer in deze stad ontbreekt, moet je ook zien in de bredere context van leefbaarheid.
Antwerpen is een van de slechtste leerlingen van de Europese klas op het vlak van luchtkwaliteit en is een van de filekampioenen.
Steden blijken bovendien heel kwetsbaar te zijn voor extremere hitte. De klimaatopwarming maakt dat de aanplanting van extra groen in straten en op pleinen meer dan welkom is.
Ook Antwerpen zal klimaatdoelen moeten halen. Daarvoor moet het stadsbestuur doordachte keuzes maken en heilige huisje durven aan te pakken. Wellicht kan het bestuur dat niet alleen, en moet de Vlaamse overheid ondersteuning bieden.
In de lijn van de recente aanbevelingen van de Oeso zijn rekeningrijden, zones met vergunningen, performant openbaar vervoer en een globaal verkeersplan voor de hele stad en stedelijke regio noodzakelijk.
Deze stad verdient beter dan de achterhaalde visie op bereikbaarheid uit een vorige eeuw.
De kinderen die zich vanaf vandaag weer te voet of met de fiets verplaatsen naar school, moeten dat veiliger kunnen doen en gezonder kunnen ademen. Zo wordt een stralende ochtend ook een mooie dag.
Bron: De Standaard