Ze redden steeds meer levens, met nieuwe krachtige wapens tegen ‘de keizer aller ziektes’. Toch zullen kankerexperts Hans Wildiers, Luc Colemont en Sylvie Rottey dinsdag op Wereldkankerdag 2025 geen overwinningsroes voelen.
Barbara Debusschere – De Morgen
1 februari 2025
Leestijd: 19 min
‘Globaal wordt het beter, maar op individueel niveau zijn er nog altijd drama’s.’
Hans Wildiers
Oncoloog
“Dankzij dit interview zullen we minstens één leven redden”, zegt maag-darmarts Luc Colemont stellig, terwijl hij in een stukje goed doorbakken vlees prikt.
“Maar eigenlijk is over kanker spreken even bizar als over dé auto spreken. Net zoals er heel veel verschillende auto’s zijn, zijn er ook heel veel verschillende kankers die zich allemaal anders gedragen. Verwacht van mij dus geen algemene waarheden.”
De bezieler achter de vzw Stop Darmkanker zegt het minzaam maar resoluut. Want hij heeft ervaring met hoe de media een en ander soms al te zeer versimpelen, zoals wanneer ze melden dat “een medicijn kanker doet verdwijnen.”
“Dat kan niet”, beamen oncoloog Hans Wildiers (UZ Leuven), gespecialiseerd in borstkanker, en oncoloog Sylvie Rottey (UZ Gent), die vooral strijdt tegen urologische tumoren (nier, testis, blaas).
“Er zal nooit één medicijn kanker verslaan. Daarvoor zijn kankers te verschillend, zelfs binnen één type”, zegt Wildiers.
“Zo blijken borstkankers een verzameling zeldzame ziektes.”
Rottey: “En een longtumor kan op DNA-niveau meer op een borsttumor dan op een andere longtumor lijken. Hoe meer we ontdekken, hoe complexer het wordt.” (lacht)
Er wordt vanavond geregeld gelachen.
Voor de meesten is een gesprek over kanker geen gezellig onderwerp bij het diner, maar na een lange dag in het ziekenhuis is het voor Wildiers en Rottey een ontspannend moment.
Ze wisselen anekdotes uit en nemen enthousiast het cadeau in ontvangst dat Colemont meebracht: zijn nieuwe boek De grote boodschap. Hoe we samen darmkanker de wereld uit helpen.
“Een kanker die jullie misschien minder goed kennen”, zegt hij grijnzend.

Wat alle kankers gemeen hebben, is dat ze ontstaan in onszelf. Ze liggen te slapen in onze genen en wanneer ze wakker schieten, maken ze misbruik van biologische mechanismen die we nodig hebben om te leven, zoals de celdeling.
“Het is mogelijk dat we fataal verbonden blijven met deze oeroude ziekte.
“Kanker zit vastgenaaid in onze genen”, zo verwoordt kankerspecialist Siddhartha Mukherjee het in zijn met een Pulitzer bekroonde boek De keizer aller ziektes.
Hoe ver staan we vandaag?
Colemont: “De boodschap is dubbel. Er is zeker reden tot hoop. Toen ik als arts begon, was de diagnose uitgezaaide darmkanker een doodvonnis en had je nog zo’n zes maanden te leven. Nu is dat al vaker dertig maanden of meer.
“Dankzij de bevolkingsscreening is het aantal darmkankers de laatste tien jaar ook al met 30 procent gedaald. En dat cijfer omvat niet eens al het vermeden leed, ook bij familie en vrienden.
“Ik denk dat ik nog zal meemaken dat darmkanker een chronische ziekte is en dat we patiënten met uitzaaiingen stabiel zullen kunnen houden en genezen.
“Maar in ons land zijn er nog steeds acht begrafenissen per dag door darmkanker, en minstens de helft daarvan is te voorkomen.
“Jammer genoeg doet slechts de helft van de mensen mee aan de gratis bevolkingsscreening vanaf 50 jaar. Er is nog veel voorlichtingswerk nodig.”
Rottey: “We kunnen optimistisch zijn. Dankzij betere behandelingen zijn de vooruitzichten voor veel patiënten steeds beter. Maar er is nog veel werk.
“Veel van mijn patiënten hebben uitzaaiingen en zijn dus niet te genezen. Maar met de huidige immunotherapie (waarbij het eigen immuunsysteem wordt ingezet tegen de tumorcellen, red.) slagen we er nu in een klein deel lange tijd tumorvrij te houden.
“Dat is schitterend en iets wat we ons vijftien jaar geleden niet konden voorstellen.
“Al wil ik niet meegaan in de hype rond immunotherapie.”
Hoezo?
Rottey: “In principe zou die therapie bij alle vaste tumoren moeten aanslaan, maar dat lukt niet. En bij de kankers die er het best op reageren, zoals huid-, nier- en blaaskanker, lukt het niet bij iedereen.
“Uit een recente studie bij nierpatiënten blijkt dat bepaalde immunotherapie na acht jaar zorgt voor een complete remissie (dan zijn er geen tekenen van kanker meer te zien, red.) bij 12 procent. Dat is mooi, maar nog beperkt.
“We willen dat slaagpercentage optrekken. Daarom werk ik aan klinische studies naar medicijnen die tumoren gevoeliger kunnen maken voor immunotherapie.
“Maar ondertussen vragen bijna al mijn patiënten naar immunotherapie alsof het een wondermiddel is. Dat is een misvatting. We kunnen sommigen verbluffend goed helpen, maar veel anderen niet of onvoldoende.”
Colemont: “Bij darmkanker biedt immunotherapie één à anderhalve patiënt op de tien een betere uitkomst.”
Hoe is de situatie geëvolueerd voor wie borstkanker krijgt?
Wildiers: “We hebben vooruitgang geboekt. Er gaan nu minder mensen dood aan borstkanker, maar ongeveer een kwart van de patiënten sterft er nog steeds aan.
“In ons land gaat het om ruim 2.000 patiënten per jaar.
“Wij zien in het UZ Leuven jaarlijks een paar patiënten met tumoren waar geen kruit tegen gewassen is. Daar sta je dan met je indrukwekkende behandelingen.
“Globaal wordt het beter, maar op individueel niveau zijn er nog altijd drama’s.”
Waarom zijn kankers zo moeilijk definitief klein te krijgen?
Rottey: “Omdat kankercellen erg veranderlijk en verschillend kunnen zijn. Bij leukemie kennen we ‘merker’-eiwitten die op alle tumorcellen zitten. Als je daar doelgerichte immunotherapie op loslaat, kun je de ziekte verslaan. Maar bij vaste tumoren blijkt dat moeilijker.
“Er is recent onderzoek in Nature verschenen over de uitgezaaide tumorcellen van overleden nierpatiënten.
“Per patiënt kunnen er wel tientallen tot honderden soorten tumorcellen voorkomen. Ook veranderen ze in de loop van de behandeling. Ze passen zich steeds weer aan en worden zo resistent tegen medicatie.
“Dat maakt het heel uitdagend om een solide tumor volledig te vernietigen. Het is een van onze grootste frustraties.”
‘Kanker maakt je als arts nederig. Je kunt nooit met 100 procent zekerheid zeggen hoe een kanker zal evolueren’
Hans Wildiers
Wildiers: “Om die mysteries op te lossen is er veel meer onderzoek nodig op tumorweefsel van overleden patiënten met uitzaaiingen.
“Er moeten meer inspanningen worden geleverd om terminale patiënten te vragen of ze weefsel willen afstaan.”
Maken jullie soms mirakels mee?
Wildiers: “Heel af en toe. Een jonge patiënt van me had triple-negatieve borstkanker, de slechtste variant, met uitzaaiingen in de lever. Maar na de chemotherapie bleek dat de tumor volledig was verkalkt. Twintig jaar later is ze nog altijd kankervrij.
“Kanker maakt je als arts ook nederig. Je kunt nooit met 100 procent zekerheid zeggen hoe een kanker zal evolueren.”
Welke vooruitgang is er bij de drie klassieke behandelingen: chemo, radiotherapie en chirurgie?
Wildiers: “Bij borstkankers zorgen antibody-drug conjugates nu voor een grote doorbraak. Dat is chemotherapie die wordt gekoppeld aan een antilichaam, gericht tegen bepaalde tumorantigenen (moleculen aan het oppervlak van de tumor, red.).
“Dat gerichte antilichaam leidt de chemo naar de tumorcellen, en door die aanpak komt de chemo in veel hogere concentraties in de tumor terecht. Deze methode blijkt vaak efficiënter dan klassieke chemotherapie.
“Ook is de kankerchirurgie nu vaak minder ingrijpend, wat het herstel bevordert en het risico op complicaties verkleint.”
Hoe gepersonaliseerd is een behandeling tegenwoordig?
Rottey: “We gaan daar steeds verder in en bepalen nu vaker de mutaties van de tumor. Op basis daarvan kunnen we uitzoeken welke medicijnen zouden kunnen werken. Die aanpak, next-generation sequencing, wordt steeds meer ingezet.”
Colemont: “Toen ik in 1988 begon, hadden we twee soorten medicatie en wisten we dat die bij een op de zeven à acht patiënten een beetje zouden helpen. Maar we wisten niet bij wie.
“De anderen kregen dus de bijwerkingen zonder dat ze iets aan de medicatie hadden.
“Nu varen we al wat minder blind en kunnen we op basis van biomarkers veel preciezer zeggen wat bij wie gaat werken.
“Bij ongeveer 10 procent van de darmkankerpatiënten met tumoren die gevoelig zijn voor immunotherapie is er zelfs een kans van 90 procent dat het werkt.”

Wat hebben borstkankerpatiënten aan immunotherapie?
Wildiers: “Niet zoveel, helaas. Alleen bij triple-negatieve borstkanker (goed voor zo’n 15 procent van alle borstkankers, red.) kan het de kans op overleven met 5 procent verbeteren. Voor die 5 procent is dat het verschil tussen leven of dood.
“Maar we kunnen niet identificeren wie die 5 procent zijn. Dus geven we de medicatie aan een grote groep patiënten met lokale triple-negatieve borstkanker, al kost dat ruwweg 100.000 euro per patiënt.
“Hopelijk kennen we binnen een tiental jaar biomarkers die ons tonen wie iets aan die medicatie zal hebben en wie niet.”
Rottey: “Ik vrees dat het trager zal gaan. Dit onderzoek is zeer intensief en echt trial-and-error.”
Wildiers: “Dat begrijp ik, maar ik ben hoopvol. Ondertussen zetten academische onderzoekers, zoals de Breast International Group, ook meer in op de-escalatie.”
Wat is dat?
Wildiers: “Minder behandelen.
“Vroeger kregen veel patiënten met lokale borstkanker preventief chemo, nu zoeken we hard naar wie het nodig heeft en wie niet.
“En bij borstkankerpatiënten is het aantal mensen bij wie we de okselklieren volledig wegsnijden sterk gedaald, waardoor het risico op lymfoedeem in de arm veel kleiner is geworden.
“Jammer genoeg zijn studies naar de-escalatie moeilijk te financieren, omdat de farma-industrie niet enthousiast is over onderzoek gericht op behandelingen afbouwen.
“Nochtans kan het de levenskwaliteit van de patiënt verbeteren en ervoor zorgen dat het gezondheidsbudget beter besteed wordt.”
Hoeveel mensen zullen ooit een kankerdiagnose krijgen en hoe evolueert dat?
Wildiers: “Ongeveer een op de drie krijgt kanker en dat aantal neemt enorm toe omdat de bevolking veroudert.
“In het Verenigd Koninkrijk is berekend dat ze tussen 1990 en 2040 bijna een verdubbeling van het aantal diagnoses zullen zien, voornamelijk door veroudering. Dat vergt dus dubbel zoveel artsen en zorgvoorzieningen.
“Gelukkig kunnen we steeds vaker patiënten langer en met meer levenskwaliteit in leven houden.
‘Ongeveer een op de drie krijgt kanker en dat aantal neemt enorm toe omdat de bevolking veroudert. Dat vergt dubbel zoveel artsen’
Hans Wildiers
“Maar die grijze kankertsunami, die er ook bij ons aankomt, vergt niet alleen veel meer middelen en capaciteit, maar ook kennis over ingrijpen op oudere leeftijd.
“Bij iemand van 78 jaar die nog fit is, kan een agressieve kankerbehandeling zinvol zijn, bij een frêle vrouw van 85 is het vaak beter om niet of minimaal te behandelen.
“Door de grote toename aan ouderen met kanker zou iedere oncoloog ook iets moeten kennen van geriatrische zorg.
“Het zal meer en meer gaan over de levenskwaliteit van oudere patiënten: niet overbehandelen, maar ook niet onderbehandelen.”
Colemont: “Wij krijgen van oudere patiënten soms boos de vraag: ‘Tel ik nog wel mee?’
“Een derde van de darmkankerpatiënten is ouder dan 74 jaar. Maar het gratis bevolkingsonderzoek stopt na 74 jaar.”
Er zouden ook steeds meer jongere kankerpatiënten zijn?
Rottey: “Internationaal ziet men hier en daar een toename, maar de Belgische cijfers wijzen daar niet op (het risico op kanker onder de 50 jaar steeg met 0,2 procent tussen 2004 en 2021).”
Colemont: “Zo’n 10 à 15 procent van de darmkankerpatiënten is jonger dan 50. En om nog onbekende redenen neemt dat aantal toe, zo tonen buitenlandse studies.
“Ik vrees dat we dat hier ook zullen zien en daarom pleit ik ervoor om het bevolkingsonderzoek voor darmkanker al aan te bieden vanaf 45 jaar, zoals in de VS en Australië.”
Ondertussen gaat amper de helft van de vijftigplussers in op de screening die de overheid aanbiedt?
Colemont: “Helaas. (haalt een klein plastic staafje uit zijn zak)
“Ik zou aan iedereen in dit restaurant willen vragen of ze dit kennen. Het is de zelftest die iedereen tussen 50 en 74 jaar om de twee jaar in de bus krijgt.
“Je kunt er bloed in je ontlasting mee laten opsporen, wat darmkanker aan het licht kan brengen.
“Het stelt niets voor en kan je leven redden, maar de helft gooit de zelftest dus weg.”
Waarom?
Colemont: “Niet uit angst voor de uitslag of omdat men denkt dat het niet nuttig is als de ziekte niet in de familie zit.
“Het probleem, zo blijkt uit bevragingen, is dat mensen niet beseffen hoe belangrijk die test is.
“Er is een groot gebrek aan informatie. Wanneer ik die geef tijdens mijn vele lezingen, zie je mensen bijdraaien.
“Na afloop komen sommigen vragen hoelang die zelftest goed blijft. Dan weet ik dat ze die na maanden uitstel alsnog willen gebruiken. (lacht)
“Wij krijgen ook vaak mails van mensen die ons bedanken omdat ze er dankzij onze informatie op tijd bij waren.
“Overheden zouden veel meer moeite moeten doen om iedereen nog beter voor te lichten.”
Hoe zit het met de screening op borstkanker voor vrouwen vanaf 50 jaar via het bevolkingsonderzoek? Blijkbaar doet een kwart niet mee?
Wildiers: “Dat is een ander verhaal. Bij darmkanker is screening zeer efficiënt. Ik doe ook mee.
“Dankzij de uitstrijkjes (de HPV-test, red.) voorkomen we baarmoederhalskankers.
“Bij borstkanker en prostaatkanker is de winst minder groot. Je moet bij borstkanker tien jaar lang ieder jaar duizend vrouwen screenen om één mensenleven te redden.
“Als je iedereen screent, zal je 20 procent minder borstkankersterfte hebben. Maar 80 procent van wie sowieso zou sterven, zal dus nog altijd sterven ondanks de screening, omdat we er te laat bij zijn.
“Ik raad alle vrouwen aan om mee te doen, maar we moeten beseffen dat het geen perfect onderzoek is.”
Kan onze maatschappij de kankerzorg blijven betalen nu er steeds meer effectieve maar dure therapieën zijn en er een grijze kankertsunami ontstaat?
Rottey: “Dat vind ik een somber verhaal. Immunotherapie combinaties die het bijvoorbeeld goed doen bij huid- en nierkanker kosten zo’n 30.000 euro per maand.
“CAR-T-celtherapie is immunotherapie die we met succes inzetten tegen leukemie en heeft ook een hoge kostprijs. Volgens mij zullen we die kosten niet kunnen blijven dragen.”
Colemont: “Daarom moeten we veel meer investeren in preventie. Daar hebben we al tientallen miljoenen mee bespaard en er is nog veel meer winst mee te halen.
“Maar overheden, de farma-industrie en ziekenfondsen zetten er nog veel te weinig op in.”
Stoppen met roken, minderen met alcohol, gezond eten en veel bewegen zijn de beste garantie om geen kanker te krijgen?
Colemont: “Over gezond leven wordt gezegd dat het de helft van de kankers zou kunnen voorkomen. Maar ik ben voorzichtig met dat cijfer, want dat is moeilijk hard te maken en het verschilt per kankertype.
“Mochten alle rokers stoppen, zou het aantal longkankers uiteraard sterk afnemen. Bij sommige kankers, zoals slokdarm- en keelkanker, is er een verband met alcohol.
“Bij darmkanker kan een gezonde levensstijl het risico met 25 procent verminderen, van gemiddeld 5 procent naar 3,75 procent.
“Gezond leven is dus absoluut aan te raden. Maar het klopt niet dat het een garantie biedt.
“Ik ken patiënten die niet roken, geen overgewicht hebben, drie keer per week sporten, alleen in het weekend een pintje drinken en toch darmkanker krijgen.”
Rottey: “Die patiënten zien wij ook. We hebben niet alles in de hand.”

Wildiers: “Het leven is een loterij. Maar als je gezond leeft, heb je veel meer lotjes in handen om gezond te blijven. Op school zouden we die boodschap moeten meegeven.
“Tegelijkertijd is de impact van levensstijl op het risico op borstkanker bijvoorbeeld beperkt en moet ik mijn patiënten vaak op het hart drukken dat het hun schuld niet is.
“Een vrouw heeft zo’n 12 procent kans om ooit borstkanker te krijgen.
“Alcohol is een risicofactor, maar dat is vooral duidelijk als je niet-drinkers vergelijkt met zware drinkers. Bij niet-drinkers ligt het risico in die vergelijking 40 procent lager.
“Een verband met roken is niet duidelijk.
“Op jonge leeftijd kinderen krijgen en lang borstvoeding geven kan je risico een beetje verminderen, al weet ik niet of dat bij gezonde levensgewoonten hoort.” (lacht)
Er circuleren berichten over hoe je je risico gevoelig zou kunnen verlagen door geen suiker te eten of juist veel blauwe bessen en broccoli te consumeren.
Rottey (rolt met de ogen): “Daar gaat ons haar van rechtstaan. Het is belangrijk dat je gezond eet en voldoende beweegt. Maar er bestaat echt geen antikankerdieet.
“Dat van die suiker is gebaseerd op een studie bij muizen die meer dan hun lichaamsgewicht aan suiker aten en waarbij de tumoren zich sneller ontwikkelden. Daaruit kun je zeker niet concluderen dat mensen door suiker te eten hun kankercellen stimuleren.”
Colemont: “De media moeten daarin hun verantwoordelijkheid nemen. Ik zie clickbait over hoeveel bessen je zou moeten eten om je kankerrisico te doen kelderen, zonder commentaar van een expert.
“Dat is desinformatie, fake news. Op sociale media is het nog erger.”
Wat met de impact van ons milieu, zoals luchtvervuiling, pfas, microplastics?
Rottey: “We weten dat ons milieu ongezond is. Maar oorzakelijke verbanden aantonen tussen stoffen in het milieu en bepaalde kankers blijkt niet evident.
“Zo komen kankers evenveel voor op het platteland als in de stad, en spelen mogelijk zowel verkeer als pesticiden een rol.”
Wildiers: “Ook hoe groot de impact van omgevingsfactoren is, is erg complex om te onderzoeken.
“Wat wel duidelijk is, is dat de meeste kankers ontstaan door een opeenstapeling van fouten in je DNA.
“Bij iemand die veel is blootgesteld aan carcinogenen zoals sigarettenrook, uitlaatgassen of bewerkt rood vlees, is zo’n opeenstapeling er dus wellicht sneller.”
Is er op het vlak van preventie sprake van een sociale kloof?
Colemont: “Absoluut. Mensen in de lagere sociale klassen hebben minder kennis over het belang van gezond leven en screening, en ze hebben vaak andere prioriteiten. Daarom hebben ze een lagere levensverwachting.
“Wij merken heel erg hoe moeilijk het is om hen te bereiken en zien dat ze minder meedoen aan de screening. Deze mensen lezen De Morgen niet, hebben geen smartphone en soms zelfs geen vast adres. Ze krijgen dan niet eens de uitnodiging voor de screening.”
Voelt een kankerdiagnose volgens jullie niet langer aan als een doodvonnis dankzij de verbeterde prognoses?
Rottey, Colemont en Wildiers (bijna in koor): “Nee.”
Rottey: “Ik lees bij de diagnose nog altijd de doodsangst op de gezichten van mijn patiënten.”
Wildiers: “Het is voor veel mensen een echt trauma. Ze hebben dan ook vaak een soort posttraumatische stress nadien, waardoor ze zich bijvoorbeeld niet kunnen concentreren.
“Ik zeg hen wel dat de meerderheid geneest, maar bij wie een kankerdiagnose krijgt, blijft in het eerste gesprek maar zo’n 20 procent hangen van wat wij zeggen.
“Dat illustreert hoe ontwrichtend zo’n diagnose is.”
‘Ik hoor wekelijks van patiënten dat het leven na de diagnose nooit meer hetzelfde is, ook al genezen ze volledig’
Sylvie Rottey
Rottey: “Ik hoor wekelijks van patiënten dat het leven na de diagnose nooit meer hetzelfde is, ook al genezen ze volledig. En dat geldt vaak ook voor hun familie.
“Ik stuurde net nog de partner van een patiënt naar onze psycholoog omdat het niet goed met hem gaat.
“Dat er psychologen beschikbaar zijn, is trouwens ook een grote vooruitgang. Kankerpatiënten en hun familie worden nu veel beter omringd, door een volledig team.”
Colemont: “Dat klopt. Het klinkt misschien vreemd, maar als het gaat over de kwaliteit van de zorg en de gelijke toegang daartoe, is Vlaanderen de beste plaats om kanker te krijgen.”
Rottey: “Wat wel moeilijker is geworden, zijn de gesprekken over overlevingskansen.
“Vier jaar geleden wist ik dat een patiënt met uitgezaaide blaaskanker er een jaar later niet meer zou zijn.
“Nu weet ik dat niet, want die patiënt kan maanden of zelfs jaren na de behandeling met immunotherapie nog letselvrij zijn.
“Dat is fantastisch. En het maakt de vraag ‘hoelang heb ik nog?’ moeilijker te beantwoorden.”
Word je op den duur beter bestand tegen de moeilijkste gesprekken?
Colemont: “Nee. Ik heb voor mijn boek getuigenissen verzameld en ik word daar nog altijd stil van.”
Wildiers: “Niet echt. Ik heb wel geleerd dat het helpt om zo’n gesprek vooraf helder in je hoofd te structureren. Maar het blijft zwaar.
“Ik herinner me een jonge patiënt die zware hoofdpijn had, wat kan wijzen op uitzaaiingen in de hersenen. Ik vroeg een hersenscan aan en toen ik meekwam om dat uit te leggen en ze mij zag, begon ze al te huilen.
“Als de prof meekomt, is het vaak slecht nieuws. Ook ik kon mijn tranen niet bedwingen.”
Rottey: “Het is weleens heftig. Wanneer een uitbehandelde patiënt die ik vaak jaren heb opgevolgd naar huis gaat, geef ik die soms een knuffel.”
Wildiers: “Gelukkig kunnen we de meesten genezen. Dat geeft energie.
“Maar wat mij ook al jaren opvalt, is dat er bij patiënten met uitzaaiingen vaak veel warmte is.
“Ik vermoed dat dat komt omdat zij niets meer te verliezen hebben en zeer dankbaar zijn voor alles wat nog kan. Dat maakt nog altijd een grote indruk op mij.
“Mocht ik opnieuw moeten kiezen, ik zou zeker opnieuw kankerexpert worden.”
Rottey: “Ik ook.”
Colemont: “Ik zou geen seconde twijfelen.”



Lees ook
Bron: De De Morgen